Janjanbureh (je spreekt het uit als: of Jangjangbureh) is een stad, gesticht in 1832. Het was voorheen een stad waar de slaven werden verhandeld en staat ook bekend onder de naam ‘Georgetown’ en het eiland staat lokaal bekend als ‘McCarthy Island’. Het is nu de hoofdstad van de Central River Division en is vooral bekend als de thuisbasis van de belangrijkste gevangenis van Gambia. In 1995 kregen zowel de stad Georgetown als het eiland MacCarthy de naam Janjanbureh.
Dinsdag 16-01-2018
Vanmorgen een beetje uitgeslapen, maar dan moet er weer hard gewerkt worden om de watertank te vullen, want de watermaker kunnen we hier niet gebruiken. Fred en Vincent gaan vier keer met de dinghy naar de kant met 4 jerrycans van 20 liter per stuk. Bij de waterpomp helpt iemand Vincent met het vullen van de jerrycans. Fred staat met één van ‘locals’ te praten die hem verteld dat het wel mogelijk is om bij laag water, aan de noordkant van de rivier, onder de kabels door te varen. Elke dag gaat namelijk de stroom van de kabels af tussen 14:00 – 18:00, dit vanwege bezuinigingen. Wij gaan dit risico maar niet nemen! De man laat tevens zijn hand zien met een naar abces. Hij zou graag medicijnen willen, maar Fred geeft hem geld voor medicatie en later laat de man zien dat hij dit ook daadwerkelijk gekocht heeft en dankbaar is voor de hulp.
Terwijl Vincent staat te wachten bij de waterpomp is het ondertussen lunchtijd en mag hij een bordje mee-eten bij de locals. Als dank hiervoor geeft hij ze enkele schriftjes en pennen voor de kinderen. Wanneer Fred en Vincent terug komen zie ik, op nog geen 4 meter afstand, een grote kop van een nijlpaard uit het water omhoog komen. Dat is even schrikken, wat zwemt deze dichtbij! Vincent weet nu ook wat het is om water te tanken, dat het niet allemaal zo eenvoudig is en dat je bijna een dag werk hebt. Terwijl we in de kuip zitten, zien we aan de oever in de struiken mensen zich omkleden voor het festival.

Ruim in de middag gaan we met zijn allen met onze dinghy de kant en daar wacht Sax ons al op. Sinds hij zich als gids aan ons voorgesteld heeft, komen we niet meer van hem af. In deze plaats willen mensen ook de hele tijd iets van je, wat nu toch een beetje irritant begint te worden. Er zijn heel wat mensen op de been en de aantal toeristen is drastisch gestegen. We wandelen door de stad en komen uit op een ruime vlakte de voorstelling zal plaatsvinden. Er is een speciaal afdakje gemaakt waar een heleboel stoelen staan voor belangrijke personen die uitgenodigd zijn, zoals de ‘chief’ van het stadje, minister van cultuur en andere genodigden. Daarachter rijen met stoelen voor de voornamelijk ‘blanken’ toeristen die door hun touroperators hiermee naar toe genomen zijn. Helaas worden we door Sax tussen deze ‘gewone toeristen’ gezet en dat voelt vrij ongemakkelijk. Het gedrag van sommige van deze (met grote telelenzen behangen) toeristen laat nogal te wensen over en ik schaam me af en toe voor deze blanke medemens. Maar dit soort gebeurtenissen zijn bijzonder en we vinden het erg leuk om mee te maken.
‘Kankurang’ festival
Het laatste grote festival was in de jaren ’80 en wordt bijgewoond door zowel lokale als internationale toeristen uit meer dan 10 verschillende landen. De ‘Kankurang’ is een inwijdingsrite die jaarlijks wordt beoefend in de Manding-provincies Senegal en Gambia. Het centrale personage in de Kankurang is een ingewijde die een masker draagt gemaakt van de schors en rode vezel van de Faara-boom of gekleed in bladeren en zijn lichaam is geverfd met plantaardige rode kleurstof. Hij wordt geassocieerd met besnijdenisceremonieën en initiatierituelen. Deze persoon voert een staccato-dans uit, schreeuwt en slaat twee machetes hard tegen elkaar. Zijn volgelingen bestaan uit voormalige ingewijden en andere dorpelingen die zijn gedrag en gebaren volgen. Ze dansen, zingen en trommelen op Bongo’s. De Kankurang staat garant voor orde en gerechtigheid en is de exorcist van boze geesten. Tijdens dit festival zien we verschillende maskerades o.a. van de Wolof, Jola, Fula met o.a.
Ifangbondi: is een onzichtbare zeer gevaarlijke geest, kan schade toebrengen aan boosdoeners, komt alleen ‘s nachts;
Wulengo: beschermt besneden jongeren tegen heksen, boosdoeners en boze geesten, kinderen, vrouwen en niet ingewijden mogen dit niet zien, een vrouw die dit ziet wordt onvruchtbaar.
Jamba: handhaving van discipline van de leden van de samenleving, wordt tijdens huwelijken, diploma-uitreikingen en andere ceremonies uitgevoerd
Het is een kleurrijk, muzikaal gebeuren en er wordt veel met geld ‘gestrooid’ vooral van de blanken medemens wordt verwacht dat ze een aanzienlijke bijdrage leveren. Fred koopt een T-shirt met logo van het festival! De organisatie is echt op zijn Gambiaans. Het begint 2 uur te laat, de microfoons werken slecht en de speakers worden aan het eind pas neergezet. Ook de verlichting wordt pas aangebracht als het festival al in volle gang is en het bijna donker is, volgens de ‘Gambia way’.
We gaan na afloop in het zelfde restaurant eten en horen Sax uit over alle tradities en gewoonten van het land. Hij verteld over zijn privé leven en wat zijn doel is in het leven. Het is al gauw duidelijk dat men het hier moet hebben van de toeristen, want voor de rest is hier weinig te doen. Hij probeert er nog iets van te maken en dat kun je niet van alle Gambianen zeggen. Het is alleen jammer dat zijn verhaal een verkapte manier is om aan te geven dat hij geld nodig heeft. Al zegt hij aldoor dat hij Moslim is en niet om geld mag vragen, maar wel even melden dat de Nederlanders gulle mensen zijn!! Ja, ja, dat weten we, want als er in dit land een project opgestart wordt (scholen, gezondheidszorg etc.) dan zijn er vaak Nederlanders bij betrokken. Morgen krijgen we van hem de volledige tour over het eiland inclusief lunch bij zijn familie thuis.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Om 13:00 uur naar de kant. Bij de oever, waar de veerboot aankomt, staan verschillende kleine stalletjes waar fruit en groenten wordt verkocht. Bij de veerboot staan busjes te wachten om naar de oever vervoerd te worden. Bovenop een busje liggen schapen, zo vervoeren ze die hier in Gambia. De partij voor de dieren in Nederland zou meteen een actie beginnen! Sax wacht ons op en we geven aan dat we postzegels nodig hebben. Bij het ‘postkantoor’ blijkt dat ze geen postzegels hebben, die moeten van ver komen…. Dan doen we ze wel in Banjul op de bus. Onderweg naar de ‘compound’ (een afgeschermd terrein waar meerdere huisjes en gezinnen op wonen) van Sax komen we de meest bizarre winkeltjes en bedrijfjes tegen en borden met vreemde teksten.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Janjanbureh – ‘apen-plek’
Voordat we weggaan uit Janjanbureh gaan Fred en Iris nog even naar de markt toe voor wat fruit en groente. De dinghy van Iris en Koen lijkt niet te repareren te zijn, wat een geluk dat we met twee boten zijn! Sax is nergens te bekennen. De buit is binnen en nu hij hoeft geen moeite meer te doen? Iris heeft het gevoel dat we niet echt welkom zijn als blanke toerist. De mensen zijn niet erg toeschietelijk of vriendelijk, er kan geen glimlach vanaf. Fred en iris komen terug met brood en oliebollen!! Jawel, echte mooie ronde ballen en ze smaken nog goed ook. Wie had dat gedacht, oliebollen in Afrika. Vandaag varen we maar een klein stukje, we gaan voor anker gaan bij de ‘apen-plek’. Helaas laten de aapjes zich niet echt zien vandaag, maar horen doen we ze wel. De rest van de dag luieren een beetje en ik ben begonnen met armbandjes te vlechten in de kleuren van de Nederlandse vlag. Deze ga ik uitdelen aan kindjes die we onderweg tegenkomen. Vanavond eten we gekookte aardappelen en Fred gaat samen met Vincent de schillen naar de oever brengen in de hoop dat ze hier wel op af komen, maar ze houden zich verborgen. Vanavond laten we de buurtjes met rust en blijven lekker aan boord.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Aantal zeemijl:
4,5
Anker positie:
13 33.80 N
14 49.44 W
Vrijdag 19-01-2018
‘Apen-plek’ – Kuntaur
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Aantal zeemijl:
18
Anker positie:
13 40.12 N
14 53.62 W
Na ons ontbijt zwemt er ineens een nijlpaard naast de boot, heel apart gezicht. De buurtjes zijn vergeten om hun marifoon aan te zetten, waardoor ze dit gebeuren missen. Op de kant proberen we een taxi te regelen naar de ‘Circle of Stone’, maar dat gaat het niet worden. Er staat wel een toeristen bushbusje die net wat Russen had afgezet en die zou ons wel even heen en terug kunnen brengen voor 2000 Dalasi (€ 40,00). Wij zijn geen ‘echte’ toeristen en weten al gauw dat dit ritje maximaal 500 Dalasi zou mogen kosten. Dan maar op zoek naar een andere mogelijkheid. Buiten het terrein van de Lodge zien iets verderop weer, de in rood ‘verklede’ mannen die met hun machetes lopen te zwaaien. Er lopen veel kindjes rond die met een voetbal spelen en al gauw trappen Koen, Iris en Vincent een balletje mee. Steeds meer kindjes die ons willen aanraken en om spullen vragen. Eén van de jongetjes is nogal vervelend aan het worden en valt Fred lastig. Op nogal harde wijze wordt hij terecht gewezen door een ouder kind.
![]() |
![]() |
![]() |
Er blijkt geen auto beschikbaar te zijn, maar er kan wel een ‘Donkey-car’ geregeld worden, maar dat duurt even. Voor deze ‘taxi’ betalen we 600 Dalasi (€ 12,00). Terwijl we op een bankje wachten op deze ezelkar, komt er een klein meisje naar me toe en bekijkt het Nederlands armbandje om mijn pols. Op mijn vraag of ze soms ook een bandje wil, verschijnt er een verlegen glimlach op het gezichtje. Niet veel later ben ik omringd door allemaal kleine meisjes. Ben ik blij dat ik zoveel (18 stuks) armbandjes gevlochten heb! Ook de jongens willen wel een bandje. Zo ben ik druk bezig om iedereen te voorzien van mijn eigen gemaakte bandjes. Nu zijn we allemaal familie zeg ik, waarop ze trots naar hun arm kijken. Zo blij zijn ze met zoiets simpels. Misschien herkennen andere Nederlanders de bandjes wel.
![]() |
![]() |
De ezel ziet er goed verzorgd uit en wordt blijkbaar ook goed behandeld. Het kost even wat moeite om allemaal op de kar te klimmen, wij met ons vijven en twee Gambianen. We worden uitbundig nagezwaaid door alle kindjes. De ezel noemen we al gauw ‘race-monkey’ want hij gaat als een speer over de hobbelige zandwegen. Dit is toch wel weer een hele leuke ervaring, alhoewel voor mijn ruggetje het nu niet de beste manier van vervoeren is. Maar het gaat goed! We hobbelen door het dorp, langs vervallen huizen, landbouw grond projecten die ooit door buitenlanders waren opgestart en er nu vervallen bij liggen. Bij de geasfalteerde weg, die naar ‘Wassu’ gaat, zet de ezel helemaal even de sokken er in. Bij de stenen aan gekomen betalen entreegeld en ook voor de gids ‘de Stoneman’. Het heeft iets weg van Stonehenge, maar dan veel kleiner en het stelt niet zoveel voor. Echter de verhalen die de ‘Stoneman’ verteld zijn wel erg grappig. Hij maakt tekeningen met symbolen en ratelt maar door over getallen die allerlei betekenissen zouden hebben. Ze zijn erg bijgelovig hier. Iris en Koen volgen de man trouw over het terrein, terwijl wij de drone gaan uitproberen. We moesten betalen om te mogen filmen, maar na een hevig protest van onze kant hoeft dat toch niet. Hier word ik wel een beetje moe van, dat gevraag om geld. We maken een stel mooie opnames van het terrein en Fred krijgt de drone steeds beter onder controle.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Het is een behoorlijk warme dag en we hobbelen op de ‘Donkey-car’ terug naar het dorp. Bij het hek van de Lodge staan wat kindjes met een mobiel die foto’s van ons maken. Ineens draait Iris zich om en roept: “You make pictures, give me money, give me money”. De rollen waren omgedraaid en dat verraste niet alleen de kinderen maar ons ook. Lachen! In de Lodge kunnen we deze keer gelukkig wat koels te drinken krijgen. De rest van de dag doen we even niets, we zijn moe van de warmte. Aan het einde van de dag komt er een visser langs die ons een hele verse, nog levende, vis verkoopt voor 200 Dalasi (€ 4,00). De vis worstelt hevig wanneer Fred zijn kop er af snijd, het is een bloederig werkje. Kit kijkt vanaf de buiskap toe of er nog iets voor hem overblijft….. De vis gaat op de BBQ en met een pastasalade erbij genieten we met z’n vijven van een heerlijke maaltijd. We hebben een super gezellig avond met het spelen van het spel: ‘Ik hou van Holland’. Dit heeft Fred bij ons afscheid gekregen van zakelijke relaties.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Zondag 21-01-2018
Kuntaur – Carrols Wharf
De vroege ochtend uurtjes en wanneer de zon ondergaat, dat zijn de tijdstippen waarop Kit graag zijn ‘ronde’ over de boot doet. Hij heeft een nieuw favoriet plekje, helemaal op de punt, zo kan hij goed zien of er iets aankomt. Vandaag varen we maar een halve dag en vertrekken rond het middag uur. Het is wederom een erg warme dag. Vlak voor ‘Bird Island’ ligt het scheepswrak ‘The Lady Denham’, waarvan o.a. een deel van een mast nog zichtbaar is. Deze stoomboot was de eerste passagiersboot die de rivier op ging totdat ze in 1948 zonk. Bij deze plek zien we ook weer een aantal nijlpaarden. Onderweg zien we op verschillende plekken brandjes, die lucht donker kleurt. De hoeveelheid as wat in de lucht terecht komt zorgt voor een asregen aan boord. Voor ‘Deer Island’ gaan we bij ‘Corrols Wharf’ voor anker. Vanavond maar eens avondje met z’n drietjes relaxen op de boot.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
19
Anker positie:
13 40.64 N
15 09.53 WMaandag 22-01-2018
Carrols Wharf – BombaleWederom een kort dagje, waarbij we onderweg niets bijzonders zien. We varen langs de Noordkant van ‘Elephant Island’ en gaan voor anker bij het dorpje ‘Bombale’. Vroeger zal hier waarschijnlijk een mooie steiger (Jetty) hebben gelegen, maar tegenwoordig is daar niet veel meer van over. Er staan nu nog maar enkele palen in het water. Het is 17:00 uur wanneer we met zijn allen in onze dinghy, want die van Immaqa is nog steeds lek, naar de kant gaan.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Aantal zeemijl:
29
Anker positie:
13 28.15 N
15 19.83 W
Dinsdag 23-01-2018
Bambale – Tendaba
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |

Aantal zeemijl:
34
Anker positie:
13 26.49 N
15 48.56 W
Woensdag 24-01-2018
Tendaba – Banjul
Om 7:00 uur roept Koen ons op om te vertrekken, want we hebben een lange dag voor de boeg. Dit is de laatste dag op de rivier op weg naar Banjul. We genieten van een prachtige zonsopgang en varen gestaag door omdat we nu nog de stroom een beetje mee hebben. In de ochtend zwemt er weer een grote groep dolfijnen met ons mee.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Ook de ‘stuiterende’ vissen, die laag over het water springen zijn weer aanwezig. Onze diesel begint aardig op te raken en in overleg met Koen en Iris krijgen we een jerrycan met 20 liter van hun. Koen maakt de jerrycan vakkundig vast aan een vallijn en wanneer we naast hun varen nemen we de jerrycan over. Gelukkig is het rustig water en gaat dit prima. Nadat we de jerrycan geleegd hebben naderen we James Island, maar besluiten om toch maar door te varen en hier niet te stoppen. We hebben het allemaal een beetje gehad en zitten vol met indrukken. Bij James Island liggen wel een aantal visbanken waar je op moet letten.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Aantal zeemijl:
51
Visbanken positie:
13 26.40 N
16 34 88 W