Kaapverdie – Boa Vista, deel 1

17-06-2018 t/m 02-07-2018
Samen met de Duitse Catamaran, Angela en Franz, vertrekken we richting het volgende eiland, Boa Vista. We zullen bij het plaatsje Sal Rei voor anker gaan. Het is een volle dag zeilen en het ziet er naar uit dat het een redelijk mooie dag zal worden met een gunstige wind. In alle vroegte halen we het anker op en met de wind deels in de rug zeilen we in eerste instantie alleen op de Genua (voorzeil). Zodra het kan hijsen we de grote ‘Green Miles’ Gennaker. Een beetje reclame maken voor: “Care for the Ocean” kan nooit kwaad in deze tijd.
Het is een gigantische lap zeil van ongeveer 110 m2 en een prachtig gezicht. We vragen de Duistsers of ze een paar foto’s kunnen maken van onze boot, maar ze zijn iets te ver van ons verwijderd. Angela en Franz varen op eigen initiatief een stuk terug om zo van dichtbij foto’s te kunnen maken. Super lief van ze! We maken een aantal foto’s van elkaars boot, maar letten even niet op en komen iets te dicht bij elkaars boot. Oeps, bijna raak.
Onderweg is het qua beesten een beetje saai, geen dolfijnen, schildpadden en ook de walvissen laten zich niet zien. Zodra Boa Vista in beeld komt hopen we op meer, maar helaas we hebben pech vandaag!
 
‘Nina’ van Franz en Angela
Boa Vista in zicht
De baai waar we voor anker gaan ligt achter het kleine eilandje ‘Ilheu de Sal Rei’, ten zuiden van Sal Rei. Zodra we het eilandje naderen zien we daar achter al enkele masten verschijnen. Op ongeveeer 800 meter vanaf de pier/kade gaan we voor anker. De bodem bestaat deels uit zand, deels uit rotsen en het ankeren gaat goed. S’avonds eten we de vis die we in Palmeira gekocht hebben en spreken met de Duitsers af dat we de volgende ochtend naar de kant zullen gaan.

Achter het rif ligt de Pegasus

Vissersbootjes voor de kade
 
Sal Rei op de achtergrond

 

Angela heeft contact geprobeerd te krijgen met een Duitser die voor een watertaxi kan zorgen. Helaas kon deze man niet, maar toch verschijnt er even later toch een bootje die ons vieren wel naar de kant wil brengen. We proberen te vragen wat de kosten zijn voor het heen en terug brengen, maar worden hier niet wijzer van. De man maakt duidelijk dat dat later wel komt en spreekt met ons af dat we om 14:00 uur weer terug gebracht zullen worden door hem, een fout die we niet gauw weer zullen maken…….

Op de kade aangekomen zien we de plaatselijke politie wandelen en vragen waar het kantoor is van de ‘Polícia Marítima‘ waar we ons moeten melden. We worden helemaal naar het kantoor begeleid. Na weer het nodige invulwerk, worden onze scheepspapieren bewaard totdat we weer vertrekken. Vervolgens wandelen we een beetje door het dorpje en doen enkele boodschapjes. We komen te vroeg bij de kade aan en gaan bij ‘Caffé del Porto’ lunchen. We bestellen twee pizza’s voor ons vieren en laat mij de witte wijn wel smaken.

 
Happy bij ‘Caffé del Porto’

 

Om 14:00 uur staan we klaar op de kade en vaart de man retour. Onderweg proberen we te vragen wat de kosten zijn, maar dat verteld hij pas als wij uitgestapt zijn en hij Franz en Angela afzet. Angela roept ons op via de marifoon en verteld dat dit geintje ons € 40,00 heeft gekost! Het is werkelijk te belachelijk voor woorden. Dit zijn toeristische prijzen en niet normaal voor een ritje van nog geen 10 minuten. Het is nu wel duidelijk waarom de man het niet wilde zeggen op de heenreis. Nadat hij de Duitsers heeft afgezet, komt hij ook nog eens bij ons langs om nog eens € 10,00 te vragen, maar daar kan hij naar fluiten. Ik word echt een beetje boos op deze man en geef in duidelijke verstaanbare woorden te kennen dat we niet van plan zijn om ooit nog van zijn diensten gebruik te maken. Bovendien wil ik iedereen waarschuwen die na ons komt dat er geen officiele ‘watertaxi-dienst’ bestaat en dat iedereen hier maar kan vragen wat hij wil. De boot van deze man heeft een groene rand en heet Liliana. Opgepast dus!

Sal Rei
Sal Rei, betekent: ‘Zout Koning’, een havenstadje en de hoofdstad van Boa Vista. De stad heeft deze naam gekregen omdat de zoutproductie vroeger erg belangrijk was voor Boa Vista. Sal Rei beschikt over langgerekte zandstranden en enkele mooie resorts waardoor het een geliefde bestemming is bij toeristen. De belangrijkste inkomstenpost van Sal Rei is momenteel dan ook het toerisme. Ook hier vind je de gekleurde huizen terug, kleine pleintjes waar mensen buiten op hun stoepje zitten en huizen die niet afgebouwd zijn. De straten zijn geplaveid met keien, maar helaas niet zo regelmatig. Ook in deze stad tref je weinig afval op straat aan. Overal kom je weer dezelfde straathonden tegen.
We hebben al gauw door dat ze hier veel meer op toeristen ingespeeld zijn dan op Sal en zeker in vergelijk met Palmeire. De prijzen liggen veel hoger hier en de goederen in de supermarktjes zijn duur en bovendien is er erg weinig te krijgen. Vlees is altijd bevroren, vers kun je alleen vis kopen. Het is natuurlijk ook logisch want alles moet van andere eilanden of het vastenland komen en dat maakt het zo duur. We kunnen ons nauwelijks voorstellen dat de plaatselijke bevolking deze goederen kunnen kopen. Taxichauffeurs proberen hun ritjes te slijten aan je en mensen trekken je aandacht voor de nodige souvenierswinkeltjes. De sfeer is hier echt anders, dat merken we wel.

Huizen met platte daken

Kunst op blinde muren

Geplaveide straten
Open balkonnetje voor de was
Boa Vista
Boa Vista (Portugees voor ‘Mooi uitzicht’), is het derde grootste eiland van Kaapverdië , een woestijnachtig eiland. Het eiland staat bekend vanwege de talrijke schildpadden (waarvan wij, tot mijn grote teleurstelling  nog geen enkele gezien hebben). Er zijn vele mooie stranden en voldoende plekken op te snorkelen/duiken, een waar paradijs voor de natuur/waterliefhebbers. Maar naar onze mening is er verder niet zoveel bijzonders te zien. Voor de ‘normale’ toeristen is het natuurlijk altijd bijzonder, maar wij zijn al erg verwend met vele mooie baaien, stranden etc. We vinden de gewone toeristen tours veel te duur, Europese bedragen, (we gaan nog naar zoveel eilanden toe, dan zijn we blut als we het op deze manier doen) en zoeken een alternatief. We nemen het plaatselijke busje ‘Aluguer’ naar de voormalige hoofdstad Rabil en dat kost maar € 1,00 per persoon. Onderweg naar dit stadje komen langs de luchthaven en rijden we door een dor en kaal landschap heen. Het blijkt een ‘slapend’ stadje te zijn, ofwel er blijkt niets te beleven te zijn. De straten zijn netjes bestraat met keien, gekleurde huizen worden afgewisseld door bouwvallige huisjes waarvan het dak met plastic bedekt is. Een handje vol mensen hangt tegen een muurtje in de hoop iets te kunnen verkopen aan een verdwaaalde toerist. Gelukkig vinden we een leuk restaurantje ‘Casinha D’Ema’ met hele vriendelijk bediening, waar we uitgebreid lunchen. Franz en ik nemen geit en Fred en Angela houden het bij kip. Helaas rijdt er geen Aluguer naar de volgende plaats vanaf hier en wordt het dus retour Sal Rei.
Eilandje ‘Ilheu Sal Rei
Bij onze ankerplek hebben we zicht op het kleine eilandje ‘Ilheu Sal Rei’. Een aantal keren komen hier bootjes naar toe met toeristen die willen snorkelen en het eilandje verkennen. Het strandje is wit, het water azuur blauw en helder en daardoor ook een ideale plek om naar toe te gaan. Op het eilandje bevinden zich de restanten van een Portugees fort (enkele resten van kanonnen) dat verwoest werd in 1818 door piraten en een klein en zeer vervallen kerkje. Het is niet veel bijzonders, maar erg rustig en dus een prima plek om een beetje te wandelen, zwemmen en te snorkelen. Wel aan te raden is om waterschoenen aan te trekken, want de stenen zijn scherp en op land zijn diverse stekel gewassen. Wat wel weer een triest aanblik geeft is dat er erg veel afval ligt. Aangespoeld, hierheen gewaaid of achter gelaten door bezoekers van dit eilandje. Op één plek moet je door het plastic, flessen en allerlei ander troep heen waden om bij de duinen te komen.
Pier en dinghy
Wanneer je met de dinghy naar de kant gaat is het niet raadzaam om hem bij de pier aan te leggen of aan de noordkant hiervan op het strand. Daar willen diverse mensen (ook kinderen) wel op je dinghy letten, maar vragen hier € 30,00 voor! Buitensporige bedragen. Wij leggen de dinghy aan de zuidkant van de pier op het strand bij de oude vissersbootjes die hier op de kant staan. Wel opletten voor het rif wat vanaf de ankerplaats gezien aan stuurboord kant ligt. Op het strand liggen autobanden waaraan je de staalkabel van je dinghy goed aan vast kunt maken. Op het open terrein achter de bootjes staat een afvalcontainer.

Dinghy’s goed vast
Ontmoetingen
Zoals ik al eerder vertelde ben ik lid van de Facebookgroep ‘Wereldvrouwen’. Nathasja en haar moeder Caroline wonen sinds kort permanent op dit eiland. Met Nathasja heb ik al enige maanden geleden contact gekregen en aantal malen heen en weer mee gemailt. Altijd leuk om Wereldvrouwen (Nederlandse vrouwen die in het buitenland wonen) te ontmoeten
Nathasja werkt voor de toeristenorganisatie ‘Boa Vista Carefy’, https://boavistacarefy.com. Boa Vista Carefy werkt samen met ‘Boa Vista Felicidade’, een organisatie die werkt met vrijwilligers die zich inzetten voor de lokale bevolking. Zo organiseren ze regelmatig inzamelingen voor b.v. materiaal voor scholen of activiteiten bij schooltijden te kunnen organiseren. Ik neem via Facebook contact op met Nathasja en vertel haar ons watertaxi-verhaal. Ook zij vindt deze prijs absurd is, zeker omdat er volgens haar weten ook helemaal geen taxiservice is. Zij verteld dat er dezelfde avond een Reggie-muziekavond is in restaurant ‘Morabeza’ aan het strand en we spreken af dat we elkaar daar vanavond zullen ontmoeten.
 
Caroline en Nathasja, twee Wereldvrouwen!
Op het grote plein zitten enkele jonge mannen het bekende spelletje Ouril (ook wel Uril of Oware genoemd)  te spelen. Inmiddels hebben wij op onze mobiel een appje gedownload van dit spel en ook de spelregels doorgenomen, zodat we het beter kunnen begrijpen. Oware is een Mancala-variant (een zogenaamd zaai-en-oogst spel) en wordt gespeeld (in diverse varianten) in Afrika, van Senegal tot Gabon. Doel van het spel is om meer zaden dan je tegenstander te oogsten, zie voor verdere uitleg:
http://www.oware.org/abapa.asp. De spelers zijn erg fanatiek en razend snel.
 
Bars en restaurants
Op de tweede avond gaan we naar het restaurant ‘Morabeza’ aan het strand. Het woord Morabeza is een Creools woord dat staat voor gastvrij en welkom. Bij aankomst blijkt dat de meeste tafels gereserveerd zijn, maar de eigenaar doet zijn best om een tafeltje voor ons te regelen. Het is blijkbaar een zeer populair restaurant onder de toeristen. De bar is gebouwd op het zand en de meubels zijn van hout en zeer gevarieerd. We hebben alle tijd en zijn geduldig. We krijgen een tafeltje, bestellen de maaltijd en genieten van de live muziek. De Reggie-avond begint pas laat, pas rond 23:00 uur, dus doen we rustig aan. De maaltijd is Europees en de drankjes zijn niet goedkoop (zoals sommige gidsen je doen geloven). In de loop van de avond komt Nathasja en een vriendin naar ons toe. We hebben een gezellige avond en laten ons ook verleiden tot het dansen op bloten voeten in het zand. In de late uurtjes nemen we afscheid van Nathasja en wandelen we in het donker terug naar de plek waar de dinghy’s liggen. Onderweg schieten de kleine krabbetjes onder je voeten door richting de zee. Ik heb het niet zo op al dat gekrioel in het donker en slaak bij elke krab een verschrikte kreet. Het was weer een gezellig avond.

Er zijn vele restaurantjes en barretjes, rondom het plein in het centrum en ook bij het strand vindt je er verschillende. We drinken regelmatig wat op het grote plein bij ‘Esplanada’ . We lunchen af en toe bij ‘Café Kriola’ wat aan de hoofdweg zit en vlakbij de dinghy landplaats. Hier hebben ze elke dag ‘Plata de Dia’ en dat is goed en redelijk goedkoop eten. Op een dag komen we Nathasja (Wereldvrouw) ook weer tegen en maken dan meteen een foto. De beste pizza’s die we sinds tijden hebben gegeten was bij een Italiaans restaurant in één van de zijstraatjes aan het grote plein richting zee. Helaas ben ik de naam vergeten te noteren. Maar ze waren super lekker krokant gebakken en goed gevuld!
Maar wij houden eigenlijk meer van de echte lokale tentjes en zoeken steeds vaker in achteraf straatjes naar barretjes waar je ook lokaal voedsel kunt eten. Een klein barretje, waar we op de stoep op gammele stoeltjes een biertje voor minder dan € 1,00 drinken. In één van de achteraf straatjes vinden we een leuk restaurant, ‘Churrasqueira’ (wat BBQ betekent) met erg goed eten en hier eten we eindelijk weer eens een goede steak!

Boodschappen
Er zijn erg veel kleine supermarktjes, veelal door Chinezen gerund. Een groente en fruithal, waar de prijzen ook erg duur zijn en er totaal geen ruimte is voor enige onderhandeling, zoals we dat gewend waren in Gambia. Er is een wat grote supermarkt ‘Boas Compras’ wat uit meerdere verdiepingen bestaat. Hier kunnen we meer krijgen, maar ook hier tegen Europese prijzen (of zelfs meer dan dat).
Er is een kleine bakker ‘Padaria Tuna’ waar je vers brood kunt kopen.

Grote supermarkt
Kapper
Angela (van de Duise boot) en ik, laten onze haren knippen voor € 10,00 per persoon. Het kost wat moeite om precies uit te leggen wat we willen, maar met gebarentaal en een paar Portugeze en Engelse woorden en een glimlach kom je een heel eind. Na een half uurtje heb ik weer een fris kort koppie en kan zo weer enige maanden vooruit.

Zeilvrienden, Franz en Angela
Zij maken regelmatig zelf cake’s en daar mogen we vaak van mee genieten. Ik doe zelf ook een poging om een cake te bakken in de broodbakmachine. Het wordt een cake van banaan, appel en rozijnen gemaakt zonder boter. Hij is redelijk compact, niet zo hoog, maar smaakt goed. We komen vaak in de avond bij elkaar, meestal op hun catamaran vanwege de ruimte, om lekker te borrelen en een spelletje ‘Perudo’ te spelen. Dit spel hebben wij gekregen van Koen en Iris (zeilers die we in Senegal en Gambia hebben leren kennen). Het is een leuk dobbelspel waarvoor je een goed pokerface moet hebben, maar na een aantal glaasje valt het bluffen niet mee. Het is een verslavend spel en je kunt het met alle nationaliteiten spelen.

 
Fysiek
Ben ik net weer opgeknapt van het verstuiken van mijn linker enkel in Dakar, verzwik ik mijn rechter enkel……… Hier heb ik behoorlijk veel last van en het lopen op de ongelijke straten is ook niet bevordelijk voor genezing. Ik draag daarom vaak mijn dichte hoge wandelschoenen, wat goed is voor de steun maar met deze warmte best een beproeving.

Klusjes
We hebben een Mercury buitenboordmotor 3,5 PK en al enige tijd problemen om tot een goede snelheid te komen. Franz en Fred zijn aan het sleutelen gegaan en hebben de BB-motor uit elkaar gehaald. Helaas heeft dit ook niet veel geholpen. Al enige tijd zijn we op zoek naar een 2-takt BB-motor met een minimaal van 8 PK, maar deze hebben we  nog niet kunnen vinden.

Fritz en Gonny
Die gaan ook weer eens op de foto.


Happy couple
Volgend bestemming
Is het zuiden van Boa Vista, waar we hopen een paar dagen voor anker te kunnen gaan bij een strand.

Kaapverdie – Sal, deel 2

21-05-2018 t/m 16-06-2018
Al voelen wij ons geen ‘echte’ toeristen, gaan we natuurlijk wel naar een aantal plekken toe die in de vele gidsen omschreven worden en proberen zoveel mogelijk gebruik te maken van het lokale vervoer.
Fred op het muurtje bij de kade van Palmeira

Santa Maria

Met het taxibusje naar Espargos (€ 0,50 per persoon) en vervolgens met het volgende busje naar Santa Maria (€ 1,00 per persoon). De busjes wachten totdat ze helemaal vol zitten voordat ze vertrekken. En dan bedoel ik ook echt vol. Op een zeker moment tel ik 21 personen in een Toyota busje……
Santa Maria ligt in het zuiden van het eiland en is het bekendste dorp op Sal met zijn kilometers lange zandstranden en de pier (dit stelt echt niet veel voor) waar vandaan bootjes vertrekken voor toeristen. Het mag dan een vissersdorpje heten, maar het toerisme levert de meeste bron van inkomsten. Op cultureel gebied hoef je hier niet veel te verwachten er bevinden zich voornamelijk hotels en appartementen complexen. Rondom dit stadje zijn vele resorts gevestigd en sommige toeristen verlaten deze nauwelijks. In het dorpje vindt je voornamelijk souvenirs winkeltjes, dat merk je doordat de eigenaren meer opdringerig zijn dan elders op het eiland. Verder tref je er kleine touroperators en supermarktjes aan. De meeste toeristen komen hier voor het strand en de hoge golven om te (kite) surfen. Aan het strand bevinden zich de nodige restaurantjes en bars die duidelijk op de toeristen gericht zijn gezien de prijzen. Wanneer je de moeite neemt om een beetje door het dorpje heen te wandelen, kom je vanzelf de kleinere lokale tentjes tegen. Het is nu ‘low-season’ wat betekent dat het vrij rustig is met toeristen.

 

Buracona
Is een plaatsje ten noorden van Palmeira en alleen bereikbaar lopend of met een taxi. Op goed geluk wandelen we naar de ‘hoofdweg’ in Palmeira om te kijken of er een taxi beschikbaar is. We hebben geluk, voor € 15,00 (wat eigenlijk wel wat veel is) nemen we een taxi die ons heen en terug brengt. De man heet Paulo en woont in Palmeira en geeft ons zijn mobiele nummer.
We gaan naar het beroemde ‘Blauwe Oog’ toe van het eiland. Hier is ook een restaurant en souvenirs winkel gevestigd. Officieel kost de toegang € 3,00 per persoon, maar toen wij er waren zagen we niemand die dit inde. Wel lopen er een aantal gidsen rond die je tekst en uitleg geven en worden er door (voor namelijk Gambianen en Senegalezen) maskers en andere souvenirs verkocht. Er zijn houten vlonders aangelegd die je leiden naar de uit rotsen bestaande kust waar de hoge golven tegen aan beuken. Hier bevindt zich een grot waaronder het zeewater stroomt. Bij het juiste licht, wanneer de zon hoog genoeg staat en naar binnen schijnt in de grot, kleurt het water helder blauw. Jammer genoeg waren we net iets te laat, waardoor we slechts een smal strookje licht zagen. Er is een houten gebouw waar je uitzicht over de zee hebt en tussen de rotsen zicht op een natuurlijk zwembad. Nu zijn de golven erg hoog en is het gevaarlijk om daar te zwemmen. Het uitzicht over zee met de woeste golven blijft ons fascineren, maar dat is natuurlijk logisch voor ons als zeilers. De gids laat de aangelegde tuin zien waar alle eilanden van Kaapverdië uitgebeeld worden en verteld dat hij van een ander eiland komt om hier meer te kunnen verdienen in de toeristenbranche. Paulo wacht geduldig totdat we uitgekeken zijn. Op de terugweg zie ik een moeder met 3 kinderen een hand op steken. Ze hoopt dat de taxi haar mee kan nemen. Natuurlijk vinden wij dit geen probleem en even later zit Fred achterin met vrouw en 3 kinderen. Ze is dankbaar dat ze niet het hele eind hoeft te lopen en ach, wij gaan toch die kant op.

 

Shark Bay
Samen met Angela en Franz gaan we naar de ‘Shark Bay’ aan de oostkant van het eiland. Eerst met het busje naar Espargos en dan met een taxi verder. De rit kost ons € 20,00 retour, wat best aan de prijs is, maar afdingen lukt niet. De reden hiervoor is dat zij een gedeelte ‘offroad ’ moeten rijden wat een aanslag is op de taxi. Op de weg hier naar toe zien we HET scheepswrak van het eiland liggen, tenminste wat er van over is.
In de ‘Shark Bay’  bevinden zich de zogenaamde ‘Citroen haaien’ die zich heel dichtbij de kust wagen in het ondiepe water. Je kunt hier ‘wandelen’ tussen de haaien. Ook dit is een typische toeristische attractie geworden. Het staat er vol met auto’s van touroperators en gidsen die waterschoenen verhuren, die wij niet nodig hebben omdat we onze eigen mee genomen hebben. Je moet een flink stuk wandelen over glibberige rotsen, door poelen van water, voordat je in kniehoogte water staat om vervolgens een kleine kans te krijgen om een paar van deze haaien te zien. Maar we hebben geluk, althans als je dat zo kunt noemen, op zeker 200 meter afstand zien we 3 vinnen boven water uitkomen die een paar rondjes zwemmen om vervolgens weer richting zee te zwemmen. Nu had ik zo gehoopt om ze van dichtbij te kunnen waarnemen, maar dat zit er vandaag niet in. Toch bekruipt mij het gevoel van de film ‘Jaws’, vooral de muziek intro van deze film.
Ter info:
Citroenhaaien eten weekdieren, schaaldieren en beenvissen. De haai blijkt voor de mens doorgaans niet gevaarlijk, als hij mensen aanvalt is er sprake van uitlokking.
  Je moet wel heel goed kijken om de haai te ontdekken
Ontmoetingen
Dan ligt daar ineens een bekende Nederlandse boot in de baai voor anker, de Lucipara 2, met aan boord Ivar en Floris. Zij zijn op wereldreis op zoek naar duurzame oplossingen voor klimaatproblemen, ‘Sailors for Sustainability’. Zie voor verdere informatie: sailorsforsustainability.nl en https://web.facebook.com/sailorsforsustainability/
De dagen die volgen hebben we een gezellig contact met de jongens en wisselen tips en ideeën uit tijdens het drinken van een borrel en uit eten gaan. We wensen ze heel veel succes en wellicht zien we ze nog wel een keer ergens in wereld.
 
Uit eten met Ivar en Floris

 

Eén van de jongetjes bij de kade die voor het eerst op onze dinghy wilde letten, is nogal vasthoudend, maar op een leuke manier. Hij heeft nu wel door dat we het niet nodig vinden, maar elke keer als we hem tegenkomen in het dorp (waar dan ook) roept hij met een grote smile op zijn gezicht “Moi Regardez le dinghy”.
Ook bij de de bakker beginnen ze ons langzamerhand te kennen, want het meisje achter de toonbank weet al precies wat we willen hebben.

Het pleintje bij de ‘Panaderia
We eten regelmatig bij Angela en Franz een visje van de BBQ. Franz vangt deze met een harpoen en daar kan geen hengel tegen op.
Fred en Franz aan de afwas

FRITZ en Gonny
Onze mascotte FRITZ eindelijk weer eens op de foto, samen met Gonny het eendje van mijn kleindochter Bobby.

Eten, uitgaansleven en lokale vissers
Met vaste regelmaat doen we een kopje koffie of een wijntje bij de bar ‘Arminda’ en daar worden we al een beetje door de locals geaccepteerd. De eigenaresse ‘Arminda’ en één van haar medewerksters Olivia (in de deur opening) zijn erg vriendelijk en proberen ons een beetje Portugees/Creools te leren. Carlos (rode poloshirt), de Duitser die hier al lang woont, zit dagelijks aan een vast tafeltje bij deze bar en verteld ons vele verhalen. Het is wel een bijzonder typje, maar na hem een poosje te hebben aangehoord nemen we zijn verhalen maar met een ‘korreltje zout’.
Op zondag avond is het een gezellig boel op straat en in de open disco. Er lopen dan ook een aantal, laten we zeggen, wat zonderlinge figuren rond (dansend) in het dorp. Eén daarvan heeft op een avond iets teveel gedronken en begint ons lastig te vallen. Volgens de lokale bevolking is hij ook wel een beetje ‘loco’. Fred moet hem op een gegeven moment op dringende wijze duidelijk maken dat we niet gediend zijn van zijn aanrakingen. Voor de rest is het een gezellige avond.
De dag voor ons vertrek naar het volgende eiland gaan we uit eten bij het restaurant ‘Rotterdam’. Omdat het druk is en we wat langer op ons eten moeten wachten, krijgen we van de eigenaar een voorgerechtje. Het ziet er erg vreemd uit, maar we proberen het natuurlijk wel. Het lijkt een soort kruising tussen een octopus en zeeslak. Ik probeer het maar vind het niet echt lekker.

We hebben eigenlijk geen idee wat nu de precieze  naam is. Dus als iemand ons wijzer kan maken?

 

Bij één van de lokale restaurantjes eet ik een keer ‘Murene’, die zacht en bijzonder lekker is met weinig tot geen graten. Bij de lokale vissers hadden we ze al gezien, maar vonden deze vissen er niet zo aantrekkelijk uitzien. Maar nadat ik het heb gegeten willen we het heel graag zelf een keertje klaarmaken en kopen op een ochtend een flinke Murene. Op de boot aangekomen probeer ik hem in stukken te snijden met één van onze super scherpe vimessen, maar dat lukt me van geen meter. Het vel is enorm hard en er zit een grote harde rug graat in. Dan maar in zijn geheel de pan in. De vis is inderdaad zacht van smaak, maar wat een hoop graten zitten er in, het is werkelijk een ramp om te eten. Hoe hebben ze dat in het restaurant voor elkaar gekregen?
Nu lees ik later het volgende: Murene is een subtropische soort paling die ruim anderhalve meter lang kan worden en veel te graterig is voor de gemiddelde viseter. Dat is de reden dat deze weinig tot nooit op het menu staat, al is het een extreem lekkere vis. Nu hoorde ik ook dat er soorten zijn met minder graten, maar hoe zie je het verschil? Murenen worden in Kaapverdië door speervissers geschoten, die duiken met slechts een duikbril en zwemvliezen gewapend met een harpoen.
 
 Glibberige Murene
Maar soms genieten we ook gewoon van een over heerlijk broodje met oude kaas. Met dank aan Ingrid, de zus van Fred. Helaas zijn we nu echt door onze Hollandse kaas heen.
Elke dag komen er kleine vissers bootjes langs gevaren met een man of zes aan boord. Ze gooien hun net uit rondom onze boot en twee duiken het water in om de vissen op te jagen. Het is zwaar werk om de netten weer binnen te halen, vandaar dat deze mannen ook behoorlijke spierballen hebben. Dat geeft het kijken naar deze vissers ook een extra dimensie. Op een dag komt er één van de duikers met een enthousiaste kreet naar boven, hij heeft een hele grote inktvis gevangen. Ze staan te juichen in het bootje, want dit levert voor hun veel geld op.
Fileren van Papagaai vissen, het blijft een kunst

Kaapverdianen en Rotterdam
Er wonen inmiddels meer Kaapverdianen elders in de wereld dan op de eilanden zelf. Tijdens de jaren ’50 kwam een handjevol migranten van de Kaapverdische eilanden kort na elkaar aan in de Rotterdamse haven op de kade van Katendrecht, de zogenaamde kaap van Rotterdam. Zij markeren het begin van een nieuwe migratiestroom die de Rotterdamse havens zou aandoen en de havenstad zou omvormen tot een tiende eiland voor de Kaapverdiaanse gemeenschap. Er is een hechte gemeenschap in Charlois in Rotterdam. Muziek, Kaapverdianen en Rotterdam onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er zijn vele optredens in de stad, meestal in de Doelen. Kaapverdianen hebben die zaal geadopteerd en deze speelt een grote historische rol voor de Kaapverdische muziek. Dat je buiten hun geboorteland ook gewoon naar een Pracinha d’Quêbrod kunt gaan, een ontmoetingsplein voor Kaapverdianen, zie je verder nergens in de wereld. Dat is uniek. Nederlandse Kaapverdianen zijn onlosmakelijk met Rotterdam verbonden.

Watermaker problemen
Het probleem van de watermaker kunnen we niet zelf oplossen en na overleg met de fabrikant (die in Italie gevestigd is) wordt besloten om de mainunit (High Pressure amplifier en Membraam) retour te sturen naar de fabriek. Dit heeft wel wat voeten in aarde, want dit is een duur onderdeel en we willen dit veilig verzenden. Allereerst gaan we naar de bouwmarkt Socol om hout te kopen om een kist te maken. Dit alleen al kost ons een halve dag omdat de man bij de bouwmarkt totaal niet begrijpt wat we nu willen. Hij begrijpt niet dat we geen hele plaat van 2×3 meter nodig hebben. Gelukkig vinden we een halve plaat, maar ook deze is nog te groot. Het is de man niet aan zijn verstand te brengen dat we deze plaat graag gezaagd willen hebben. Gelukkig is er één man die een beetje Engels begrijpt en aan hem kunnen we wel uitleggen wat de bedoeling is. Dan moeten we met alle, op maat gezaagde delen, terug wandelen naar de boot. Zucht, in deze warmte sjouwen met platen is niet mis. Gelukkig is Jay aan de kade en kan de grotere delen voor ons vervoeren met zijn bootje. We zijn vervolgens een ½ dag bezig om de kist te maken. Helaas is dit, door het hout, wel erg zwaar geworden. Nu de volgende fase, naar het postkantoor. De zware kist gaat in de dinghy naar de kade en dan is daar Sandro, de jongen die elke keer voor ons de aangekochte vis fileert, die ons helpt. Hij begrijpt dat we naar postkantoor willen en helpt ons met sjouwen van de kist. In het dorp gaat hij zijn oom halen, die ons met de auto naar de luchthaven brengt om de kist te verzenden. Daar aangekomen blijkt de balie voor transport pas over 2 dagen open te zijn…… Wat nu? Hier laten staan is geen optie, terug naar de boot ook niet, dan maar naar het gewone postkantoor toe in Espargos. De oom is zeer vriendelijk om ons ook nog daarheen te vervoeren. Bij het postkantoor aangekomen, staat er een enorme rij wachtende voor ons. Na een nummertje te hebben getrokken, wat totaal nergens opslaat want volgens worden de mensen hier random geholpen, is het wachten en wachten en wachten. Dan blijkt de kist zo zwaar te zijn dat het verzenden ons € 500,00 gaat kosten. Dit is echt te gek voor woorden en we besluiten om de onderdelen uit de kist te halen en in karton te verpakken. Dat scheelt een heleboel kilo’s en nu kost het ons slechts € 160,00 (of het niks is). We verlaten na bijna 3 uur het postkantoor met een papier waar het track en trace nummer op staat. Nu hopen dat het ook aankomt in Italie, op hoop van zegen dan maar! Wordt vervolgd.

En maar wachten en wachten…
Overige klusjes
Doordat we er ergens zoetwater lek hebben, moet o.a. de hele vloer van de salon open. We hebben onze salontafel altijd naar beneden en daaronder zijn extra vakken gemaakt om spullen op te bergen. Het vloerdeel hieronder hadden we nog nooit vervangen en is erg nat geworden waardoor het van ellende uit elkaar valt. Een deel van het hout wat we gekocht hebben gebruiken we om tijdelijk een nieuwe vloer te maken. Tijdelijk omdat dit hout niet waterbestendig is. We verven het om het zoveel mogelijk te beschermen. Allereerst moet het water weggepompt worden en vervolgens alles wat nat is geworden droog maken. De rollen keukenpapier konden we in ieder geval weg gooien. We hebben 3 watertanks aan boord met een totaal van 700 liter en we vermoeden dat het lek bij watertank 1 zit. Hiervoor koppelen we tank 1 los en nu is het afwachten of we gelijk hebben, want zolang we rustig voor anker liggen is dit niet te controleren. Ook dit wordt vervolgd.
De hele boot overhoop
We laten Jay 290 liter water brengen voor € 20,00. Dit wordt met een electrische pomp in onze tank gedaan.
Dan het zoutwater. Na heel veel ruimtes open gemaakt te hebben is onze conclusie dat er, doordat we zo schuin gingen, er waarschijnlijk via een aantal uitlaten water naar binnen gestroomd is. Deze slangen blijken halverwege losgekoppeld te zijn waardoor het water ‘lekker’ door de hele boot kon stromen. Foutje bedankt!  Slangen afgekoppeld en gaten afgesloten. Ook nu is het afwachten of dit voldoende is.
We hebben geprobeerd om een nieuwe lijn te kopen voor de Genua, maar dit is niet gelukt. In Espargos vonden we ook een ‘Socol’, maar ook hier konden we geen lijnen kopen. Wel een paar andere kleine dingen, zoals: harpjes, lampjes en glazen. Gelukkig was de “oude nieuwe” lijn dusdanig lang dat we het overige deel opnieuw kunnen gebruiken. Voor dit moment een goede tijdelijke oplossing.
Vlakbij de bouwmarkt ‘Socol’zit een bedrijf waar je drank, wc papier etc in bulk hoeveelheden kan kopen. Zo wandelen we terug naar de dinghy met een pak met 36 keukenrollen onder onze arm en nog paar andere dingen.

Volgend eiland: Boa Vista
We gaan weer verder, op naar het 2e eiland van Kaapverdië.

Kaapverdie – Sal, deel 1

21-05-2018 t/m 16-06-2018

Een eerste indruk van Palmeira
Voor de baai van Palmeira ligt een grote tanker voor anker die zorgt voor de aanvoer van kerosine voor de luchthaven. Hiervoor liggen er een tweetal pijpleidingen in de baai waar je bij het ankeren goed voor op moet letten. In de baai tref je diverse bootjes aan, zoals toeristenboten die (zo te zien) al jaren uit de running zijn, vissersboten in allerlei vormen en maten en natuurlijk de nodige zeilboten. Enkele zeilboten liggen hier al vele jaren, gezien de dramatische staat waarin zij verkeren. Zelfs een heel klein bootje met een Nederlandse vlag die nog nauwelijks zichtbaar is en natuurlijk enkele zeilboten van wereldzeilers zoals wij. Het strand bestaat deels uit zand, rotsen, enkele struiken en kale bomen. Op de achtergrond een enorm complex van SHELL, enkele grote huizen die deels verlaten zijn en in de verte enkele vulkanische heuvels.
Nadat we de dinghy te water hebben gelaten varen we, zigzaggend tussen alle bootjes door naar de kant. Bij de kade is het een wirwar van meerlijnen die we moeten ontwijken. Er staan al twee jongetjes ons op te wachten die wel op onze dinghy willen letten. Franz heeft ons al gewaarschuwd om hier maar niet op in te gaan, want voordat je het weet staan er tientalle jongetjes die hier € 1,00 – € 2,00 voor willen hebben. Er is hier genoeg sociale controle dus de dinghy met een extra een ketting vastmaken is voor als nog niet nodig. Een paar dagen later blijkt dat jongentjes met de dinghy van onze Duitse vrienden zijn gaan varen. Ze zijn toen wel terug gefloten door een aantal volwassen, maar vanaf dat moment leggen we de dinghy toch extra vast met de staalkabel. Niet geheel overbodig, want we merken dat er aan het slot gerommeld is. Deze jongetjes zijn wel een beetje opdringerig, ze blijven het elke keer opnieuw vragen om op de dinghy te mogen passen. Op een avond zien we een jongetje heel hard richting de dinghy rennen wanneer we terug gaan naar de kade. Vervolgens zegt dat hij met een stalen gezicht dat hij op de dinghy heeft gelet en hiervoor € 5,00 wil hebben. Ja dag hoor, die kan mooi de boom in.
 
In het midden achteraan ligt onze Pegasus
Bij de kade is een laag gedeelte wat dienst doet als soort visafslag waar de vissers hun pas gevangen vis verkopen en schoonmaken en waar het water rood kleurt van het bloed. Per dag is de vangst verschillend en over de dagen heen treffen we hier de volgende vissoorten aan: kleine makrelen, grote Geelvintonijnen, rode Snapper, Wahoo, de gewone en de rode Dorade.
Grote geelvin tonijn
Onder een grote boom is een muurtje waar enkele mannetjes met elkaar zitten te kletsen. In het dorpje heerst een relaxte sfeer, je proeft hier het leven van de lokale bevolking. Vrouwen met kleurige kleding dragen grote manden op hun hoofd met allerlei verkoopwaar. Ook de kruiwagens zijn erg populair hier om hun waren in te vervoeren en te verkopen. De huizen zijn hier veelal vierkante en geschilderd in allerlei kleuren. Sommige huizen zijn voorzien van mooie muurschilderingen, o.a. met alle eilanden erop. Hier tussendoor zie je enkele verlaten en/of niet afgebouwde huizen. De straten zijn netjes bestraat met keitjes, maar helaas niet overal gelijkmatig dus moeten we wel opletten waar we lopen. Wanneer we door het dorpje wandelen, valt het op dat het hier zo schoon is, geen bergen zand naast de weg of afval op de grond. We zien niet veel later dat drie dames rondlopen met een afvalbak en bezem. Wat een groot verschil is met Gambia!

Bij de kade bevindt zich een klein kerkje ‘Capelo de Sao Jose’ en een nogal groot uitgevallen kunstwerk. Daar achter bevind zich de plek waar boten gebouwd of hersteld worden, echt vakwerk.

Er zijn enkele pleintjes met mini supermarktjes en we vinden ook een supermarkt die door Chinezen gerund wordt. We treffen hier een aantal Nederlandse producten aan die behoorlijk aan de prijs zijn. Tot onze verrassing hebben ze zelfs een tube Zaanse mayonaise!
Ik maak meteen een foto en stuur die naar onze vrienden die in Zaandam wonen. In deze relatief kleine winkel staan ongeveer 13 man de boel in de gaten te houden. Ik voel me een beetje opgelaten wanneer ik door deze winkel loop en geef toch liever de voorkeur aan de andere lokale winkeltjes waar ze veel vriendelijker zijn. In één van de kleine barretjes, waar de lokale bevolking zich tegoed doet aan de alcohol, spelen enkele mannen het bekende spelletje ‘Ouril’ (hier vertel ik later meer over).
Overal lopen honden los rond, van de zelfde soort die we ook in Gambia zagen en niet onvriendelijk. Verder is er een publiek toiletgebouw, bij Fontenario kun je water halen, is er de bar die op zondag fungeert als discotheek en een groot gebouw van de firma Socol, waar je allerlei materialen kunt kopen.
Af en toe zien we een paar busjes met toeristen aankomen, die een rondje door het dorp maken en bij de visafslag kijken. Veel meer is hier niet te beleven dus zijn ze ook gauw weer vertrokken. De eerste paar keren dat we aan de kant zijn komen de souveniers verkopers nog naar ons toe, maar na een paar dagen weten ze dat we hier ‘thuis horen’ en ze aan ons toch niets kunnen verkopen. De meeste van deze mensen komen uit Senegal of Gambia en kunnen een paar Nederlandse woorden zoals: kijken, kijken niet kopen, uit Amsterdam/ Rotterdam of goedendag.

Inklaren
We gaan naar het opvallende blauwe gebouw waar de politie en douane in is gevestigd om ons in te klaren. Op het poltiebureau beantwoorden we de nodige vragen en worden er weer formulieren ingevuld. De bootpapieren moeten we achterlaten, die krijgen we pas weer terug bij ons vertrek. De stempel van de douane in ons paspoort kunnen we vandaag helaas niet meer krijgen omdat de douane beambte niet aanwezig is en hiervoor zullen we de volgende dag (voor 11:30 uur) terug komen. Echter dan blijkt hij ook niet aanwezig te zijn, maar na een derde poging lukt het dan toch om, tegen betaling van € 5,00, een stempel in ons paspoort te krijgen. De douaneman vertelt dat we pas weer op het volgende eiland, BoaVista, naar de douane hoeven.

We hebben afgesproken met Franz en Angela bij “Bar Aminda”, op een klein pleintje, waar we koffie drinken. Daar ontmoeten we ook een andere Duitser, Carlos, die hier al meer dan 20 jaar woont. Lang geleden is hij met een boot hierheen gekomen (de boot is gezonken en dit schijnt het wrak te zijn waar je bij de aanloop rekening mee moet houden) en nooit meer weggegaan. De voertaal op de Kaapverdische Eilanden is Portugees en Creools en enkele spreken ook Engels. We proberen meteen zoveel mogelijk in het Portugees/Creools te zeggen, al is het in het begin alleen maar dankjewel “obriagada(o)”, goedendag “bom dia” en tot ziens “Cio” (creools). Dit wordt zeker gewaardeerd door de lokale bevolking. Schuin tegenover deze bar zit de bakker ‘’Pandaria Portuguesa’, waar je goed brood en allerlei lekkere dingen kunt kopen. Na de koffie kopen we, in een klein winkeltje in de hoofdstraat, onze internet simkaartjes van UNITEL T+ (of CV Movel), € 8,00 2GB. In dit winkeltje verkopen ze schoolspullen (voor eigenlijk wel hoge pijzen), kun je internetten en staan er zelfs drie ouderwetse cabines waar je kunt bellen. Wat wel handig is dat je hier ook met euro’s kunt betalen, € 1,00 is gelijk aan 100 Escudo’s.
Espargos, de hoofdstad van Sal
Er rijden kleine busjes voortdurend rond die naar de stad Espargos gaan. Ze wachten totdat het busje vol is alvorens te vertrekken. Een ritje kost slechts 50 Escudo (€ 0,50) per persoon. Het is ongeveer 15 minuten rijden over een redelijke asfaltweg over de kale vlakte van het eiland Sal. Een vulkanisch droog en dor eiland met een woestijnlandschap waar erg weinig groeit. Langs de weg zien we wel wat meer afval liggen, vooral plasticzakjes die door de wind zijn meegenomen en aan de struiken blijven hangen.
Het stadje is een stuk moderner dan Palmeira, met mooie gebouwen, winkels, banken, restaurantjes en een aantal kerkjes. Ook hier zijn de huizen in diverse kleuren geschilderd en tref je op lege muren mooie muurschilderingen aan. We zien vrouwen die gebruik maken van kruiwagens om hun groente en fruit te verkopen op straat. De supermarktjes hebben echt alles, maar veelal tegen Europese hoge prijzen. Alles moet hier tenslotte aangevoerd worden. Zelfs groente en fruit wordt vaak door de andere eilanden aangeleverd. Het kerkje op het plein is hier felblauw geschilderd, wat een kerk op zich al een stuk aantrekkelijker maakt. We zoeken een bank op om te pinnen en zijn € 2,00 aan extra bankkosten kwijt.
Daarna drinken we iets op een terrasje, waar we meteen maar even onze apjes up-daten en wandelen vervolgens een beetje door het stadje om een éérste indruk op te doen. Er zijn veel winkels dicht omdat het rond het middag uur is en dus siesta tijd. Mooie tijd om voor ons om ook te gaan lunchen. Dit doen we bij ‘Bom Dia’. Hier treffen we een sticker op de gevel aan waaruit blijkt dat zij geen schildpadden op de menukaart hebben staan. Vroeger waren de schildpadden één van de belangrijkste voedselbronnen voor de inwoners van Kaapverdië. De schildpadden zelf werden gebruikt voor hun vlees en de kleintjes werden meegenomen en grootgebracht zodat ze later opgegeten zouden kunnen worden. Dit is sinds enkele decennia verboden. Na de lunch kijken we nog even rond bij de, weer geopend winkeltjes, om vervolgens het busje terug te nemen naar Palmeira. We zullen hier zeker nog wel vaker komen.

Het bordje ‘Baby Market’ slaat op de mini supermarkt die er achter gevestigd is.

 

Eten en uit eten
Er zijn verschillende mogelijkheden om uit eten te gaan. Wij geven de voorkeur aan om te eten bij de kleine lokale tentjes, maar die hebben we niet meteen ondekt. We gaan met onze Duitse vrienden, Franz en Angela, eerst een drankje doen bij de bar ‘Aminda’. We zijn blij dat we een lange broek aan hebben en een vest is zeker geen overbodige luxe s’avonds. Ineens komt er een klein meisje naar ons toe, die aan de overkant van het pleintje woont, geeft de mannen een hand en Angela en mij spontaan een zoen. Lief hoor! We gaan uit eten bij een Portugees restaurant ‘Gata Fish and Yacht Club’, een vrij modern ingericht restaurant met een aardige bediening. Het is goed eten en de prijzen vallen ook erg mee. Het is nog wel opvallend rustig, maar misschien waren we toch nog iets te vroeg voor de Kaapverdianen.
Op een andere dag wandelen we door de straten van Palmeira en ontdekken een klein restaurant ‘Nos Pima’ waar we de enige zijn en vriendelijk bediend worden door een dame. Het eten is erg goed en ze schenkt ons zeer grote volle glazen rode wijn in.Voor deze maaltijd en volop drinken zijn we slechts € 40,00 met 4 personen kwijt, wat beslist niet veel is.
Op zondagavond is het een stuk levendiger in Palmeira, een gedeelte is zelfs afgezet voor auto’s. We drinken eerst een borreltje bij Aminda waar al enkel vrolijk aangeschoten mensen tegen ons hele verhalen ophangen waar we niets van begrijpen. We gaan uit eten bij het restauarant aan de kade ‘Esplanada Rotterdam’. Beetje teleurstellend dat ze geen Nederlands praten of verstaan…. Maar het eten en de wijn is goed. Bij de bar ‘Capricornio’ is het een gezellige drukte op de dansvloer en ook op straat bij de kade geniet men van de muziek en ook hier vloeit de drank rijkelijk. We mengen ons tussen de lokale bevolking en zitten op het muurtje te genieten van ons wijntje. Op straat staan enkele straat BBQ’s waar je stukken kip en spiesjes met ander vlees kunt kopen. Dit is duidelijk DE avond dat men uit gaat om alles even te vergeten.
Natuurlijk kopen we regelmatig verse vis bij de visafslag die, als we dat willen ook schoongemaakt wordt voor ons. Eén van de keren gaan er een aantal kleine makrelen op de BBQ bij Franz en Angela en hebben een gezellige avond tot in de late uurtjes waarbij de wijn rijkelijk vloeit. Ook zij blijven de komende maanden rond de eilanden zwerven. Andere keren bakken we op de boot de vis, die lekker zacht van smaak is, maar waar helaas toch veel kleine graatjes in zitten.

Angela, Fred en Franz

Lekkere visjes

 

Watertaxi c.q. ritselaar
Op de kade ontmoeten we ‘Jay’, die we al uit de nodige verschillende verhalen van andere zeilers kennen. Hij is één van de plaatselijke mannetjes die van alles en nog wat voor je kan regelen. Hij neemt onze AH-tas met afval over en een dag later leveren wij onze lege gasfles bij hem in die hij voor ons gaat vullen. De tas ‘vergeet’ hij elke keer mee terug te nemen en het duurt 2 dagen voordat we de gasfles gevuld retour krijgen. Onze gasfles van 6 kg is gevuld voor € 7,50 en de servicekosten voor Jay zijn € 5,00. Jay is bereikbaar via de marifoon op kanaal 12.
Een andere keer hebben we weer afval, maar dan is er niemand bij de kade te vinden die ons duidelijk kan maken waar we dit kwijt kunnen. Uiteindelijk komen we een aardige jongen tegen die met ons mee loopt naar de rand van het dorp. Langs de weg naar Buracona, op een grote lege vlakte, staat een ommuurd gedeelte met een aantal containers. We vinden het wel vreemd dat nergens anders bakken staan of containers in het dorp voor afval. We zien hier ook een oude ‘toeristen’ onderzeeboot ‘Neptunus op de kant staan.
Klusjes
We proberen bij de firma ‘ Socol’ een lijn te kopen voor de genuarol, maar dat hebben ze niet. In het grote magazijn, dat helemaal dik onder het stof zit, staat slecht één grote rol met lijn, maar niet de juiste maat.
Het probleem met de watermaker (Osmosea) proberen we op te lossen door deze door te spoelen op advies van de leverancier. Maar tot op heden heeft dit nog niet veel effect, het water blijft zout smaken. We balen hier behoorlijk van, want de watermaker is pas sinds januari dit jaar in gebruik. We blijven mailen met de leverancier.
De eerste dagen zijn we druk bezig met wasjes draaien, opruimen en droogmaken van de kooien. We moeten er ook nog achter zien te komen waar de lekkage van het zoete water vandaan komt. Het licht van ons kompas deed het al een poosje niet meer en dat hebben we gelukkig kunnen maken.
De dinghy hijsen omhoog naast onze boot, zodat deze iets uit het water is om aangroei te voorkomen.

Weer
Het is tot nu toe altijd bewolkt geweest met behoorlijk wat wind. Pas aan het einde van de dag gaat de wind even liggen om in de nacht weer toe te nemen. Al schijnt de zon overdag, het wordt niet veel meer dan een graad of 24 overdag. Het valt ons wel een beetje tegen dat het zo hard waait hier en dat het op sommige dagen (volgens de berichten) veel mooier weer in Nederland is dan hier.

Planning
Omdat we een aantal weken bij het eiland Sal zullen vertoeven, volgen er nog meer blogjes over onze activiteiten op en rondom dit eiland.

Vertrek naar Kaapverdie, deel 5

18-05-2018 t/m 21-05-2018
De meest noodzakelijke dingen zijn gerepareerd om naar Kaapverdië te kunnen varen en nu kunnen we weg uit Dakar. Dat is fijn want we hebben het wel een beetje gehad. We gaan ons steeds meer irriteren aan de zeer overheersende geluiden die hier zijn. Eén daarvan is de trein die de godganse dag om de 5 minuten toetert om er voor te zorgen dat de treinrails vrij is van mensen en dieren. Het andere geluid komt van de vele moskeen die hier zijn. We zijn ons er natuurlijk van bewust dat het nu Ramadan is, waardoor de frequentie wat hoger ligt dan normaal. Maar het geluid begint nu toch wel op onze zenuwen te werken. Je moet je voorstellen dat de kerkklokken, van elke kerk in je dorp of stad in Nederland, de gehele dag elk uur minstens 20 minuten achtereen luiden. Het is een zeer overheersend geluid en wij zijn duidelijk toe aan verandering van omgeving.

Vroeg in de ochtend maken we ons gereed om te vertrekken. Ik zet de instrumenten aan en dan blijkt dat de windmeter het niet doet. Er is maar één blik naar boven in de mast nodig om te constateren dat de windmeter omlaag bungelt.Zonder een werkende windmeter kunnen we niet weg. Fred zal wederom de mast in moeten! Gelukkig blijkt het niet dramatisch te zijn en een kwestie van rechtopzetten en de houder vastdraaien. Dan kunnen we echt weg!

De wind komt uit het noorden en we moeten dus aan de wind varen. Dat betekent ook meer last van de golven. We hebben een 2e rif in het grootzeil gezet en de Genua ook op de 2e rif gezet. Ik heb wederom last van zeeziekte en aan eten moet ik al helemaal niet denken. Dit wordt geen fijn tripje dat voelen we nu al. De boot duikt in de golven en er komt veel water over. Het is ook veel kouder dan we gehoopt hadden en het is nog steeds nodig om zeilpakken aan te hebben. Het is nieuwe maan en deze geeft niet veel licht tijdens de nacht. Kortom een donkere nacht en dat is nooit fijn wanneer je aan het zeilen bent. Tijdens de eerste nacht word ik belaagd door vliegende vissen. Die vissen dachten zeker lekker in een golf te duiken, maar hadden geen rekening gehouden met ons bootje die ineens opdoemt. De eerste knalt hard tegen mijn arm wanneer ik even achter het roer sta. Even later krijg ik een 2e vliegende vis tegen mijn hoofd aan die vervolgens in de kuip belandt. De 3e heeft veel minder geluk, die raakt de windgenerator en wordt op gruwelijke wijze een koppie kleiner gemaakt. De één na de ander beland in het gangboord, tegen de buiskap en in de kuip. Enkele vissen weet ik van de dood te redden en kan ik weer overboord zetten, maar de meeste vinden we de volgende ochtend stijf aan boord. Behoefte om deze vissen te eten hebben we totaal niet. Het anker voorop de punt maakt herrie door de klappers op het water. Zodra het licht is zal Fred naar voren gaan om dit te controleren.

2e dag, zaterdag
We komen niet snel vooruit en gaan van het 2e naar een eerste rif in de beide zeilen. Fred gaat ook naar de punt om het anker vaster te zetten. Er komt niet alleen veel water over de boot, maar ook in de boot. Op diverse plekken in de boot constateren we lekkage van de grote hoeveelheden water die over de boot komen. Vooral bij de ramen lekt het, maar ook op andere plekken. Er is ook water onder (of eigenlijk boven) de vloer van de kooien achter, zelfs zoveel dat we de pomp moeten gebruiken om het water weg te pompen. Alles is nat! We hebben nog steeds geen idee waar dit vandaan komt, want wanneer we voor anker liggen hebben we namelijk geen probleem. Nu voel ik me al niet lekker, zijn we moe, koud en nat en daardoor behoorlijk geirriteerd. Ook leef ik voornamelijk op bananen en koekjes, maar s’avonds probeer ik een een beker warme Chinese miesoep naar binnen te werken en dat helpt.

3e dag, zondag
Het is iets rustiger en we kunnen we een beetje bijkomen. De wind is iets gedraaid waardoor we wat stabieler varen en niet meer van die klappers op het water maken. We hebben nu aardig de vaart er in en halen af en toe zelfs 7 tot 8 knopen aan snelheid. Overdag hebben we ook wat meer zon en dit doet ons beide goed. We hebben weer muziek aan staan en ik kijk over de golven waar het zonlicht zorgt voor een prachtige glinstering. Er scheren vliegende vissen met hoge snelheid over het water om vervolgens in de golven te duiken. Wat een fraai gezicht! Mijn eetlust neemt weer wat toe en het lukt me om s’avonds een kom met ravioli naar binnen te werken. Tijdens mijn wacht kan ik weer een beetje genieten van de mooie sterren, hoewel ze niet aldoor zichtbaar zijn omdat het nieuwe maan is en er veel bewolking aanwezig is.

4e dag, maandag
Maandag ochtend lig ik (hoe kan het ook anders) net een uurtjke te slapen wanneer Fred roept hulp nodig te hebben. De rolfok (Genua) is ineens uitgedraaid, de lijn is wederom gebroken. Hoe is dit nu mogelijk? De lijn is net vervangen door een nieuwe Dynema lijn. Of heeft de watersportzaak in las Palmas ons een lijn verkocht onder de noemer Dynema? Fred haalt de lijn uit alle katrollen die langs de voetrail lopen en knoopt de twee delen van de lijn aan elkaar. We blijven voorlopig met een volledig zeil varen totdat we Palmeira in zicht hebben en dan zullen we hem inrollen. Laten we hopen dat dit werkt op deze manier. We krijgen eindelijk het zuiden van het eiland Sal in beeld en nu moeten we nog het laatste stuk, ongeveer 16 mijl, afleggen naar Palmeira. We rollen de Genua in, dit lukt gelukkig op deze manier, en varen op het grootzeil en de motor verder. De wind is harder dan we hebben verwacht en bij de aanloop van Palmeira neemt deze zelfs toe met meer dan 30 knopen.
We volgen de boeien tot aan de anker plek en zien de Duitse boot Nina (die we in Gambia hebben leren kennen) voor anker liggen. In de baai waait het ook behoorlijk hard en dat is niet echt fijn als je voor anker moet. De eerste poging om te ankeren mislukt, het anker pakt niet. Opnieuw een poging, iets dichter bij de Nina nu. Het lijkt erop dat we nog niet goed liggen en willen het anker weer ophalen om een 3e poging te wagen en dan blijkt dat deze muurvast zit. Franz duikt in het water en gaat op zoek naar de oorzaak. De punt van ons anker (ROCNA 33 kg) is achter een stuk rots gehaakt, maar verderligt hij vrij. Niet de meest ideale situatie. Met behulp van een extra lijn en het vieren van de ankerketting lukt het ons om los te komen. We maken opnieuw een rondje en om iets verder te ankeren, daar waar zeker zandgrond is volgens Franz (die nog steeds rond zwemt). Bij dit rondje, om een andere boot heen, raken we ineens een rots of iets dergelijks en verlies ik de kracht van het roer. We gaan recht op een kleiner bootje af! Op nog geen meter afstand gooi ik de versnelling in zijn achteruit, geef vol gas en draai het roer om. Het werkt, dat scheelde niet veel of we hadden het bootje geramd. Zucht…………
Gelukkig gaat het verder goed en bij de 3e poging liggen we dan wel goed voor anker. Uiteraard zullen we zelf ook nog het water in moeten om het te controleren. Het was een pittig tochtje met de nodige hindernissen en tegenvallers, maar we zijn aangekomen op de Kaapverdische Eilanden!

In vol ornaat

In de verte het eiland Sal

Franz en Angela nodigen ons uit voor een borreltje. Eerst maar even een beetje opruimen, onszelf opfrissen en een beetje bijkomen. Franz haalt ons na een uurtje op met zijn dinghy. We praten gezellig een beetje bij over de afgelopen weken. Zij zijn hier nu al 2 weken en kunnen ons al een beetje informeren over hoe het hier toe gaat. Morgenochtend zullen we ons gaan inklaren en dan ook meteen met één van de kleine busjes die over het eiland rijdt naar de hoofdstad Espargos gaan. We hebben geld nodig en uiteraard ook weer een nieuw simkaartje. We krijgen een stuk vers gebakken brood van Angela mee en maken een lekkere omelet met tomaten en kaas. Daarna gaan we lekker naar ons bedje toe, met het vooruitzicht van de vele klusjes die op ons liggen te wachten……..

Misschien vragen sommige mensen, met name de niet zeilers, zich nu af waarom we voor dit leven hebben gekozen. We zullen niet ontkennen dat dit één van de minst leuke tocht was, maar er zijn altijd momenten dat we weer volop genieten.

Vertrek naar Kaapverdie, deel 4

06-05-2018 t/m 17-05-2018
De afgelopen dagen hebben we binnen zoveel mogelijk opgeruimd en hersteld. Kastdeurtjes extra vast gezet en losse spullen opgeborgen. We bereiden ons voor om nieuwe lijnen door de mast te halen. Gelukkig hebben we voor ons vertrek uit Nederland twee grote katrollen vol met nieuwe lijnen gekocht. Zodra de wind iets minder is beginnen we meteen met de rolfok lijn te vervangen. Ook hier hebben we eerder al een reserve lijn voor gekocht. Daarna klimt Fred de mast in om een nieuwe vallijn door de mast te laten lopen, dit gaat in eerste instantie voorspoediger dan we dachten. Nu kan het zeil weer in de Genuarail en opgerold worden. Wanneer we de 2e vallijn willen doorhalen merken we dat dit niet soepel loopt. Helaas zal Fred nogmaals de mast in moeten om één ander aan te passen.

Er is een nieuw probleem, de watermaker levert geen zoet water, het smaakt nog steeds zout en dik van smaak. We hebben contact opgenomen met de leverancier, maar die heeft een aantal suggestie gedaan die we braaf hebben opgevolgd, maar zonder succes tot nu toe.

Ik heb nog geen voet aan land gezet vanwege de blessure aan mijn voet. Fred doet de boodschappen, brengt het afval weg, laat de was doen, vult jerrycans met water en haalt diesel in jerrycans. De watertaxi, die ongeveer elk uur wel even een “inspectie” rondje maakt, neemt Fred mee naar de kant. De dinghy hoeven we daardoor niet in het water te laten en dat scheelt een hoop extra werk. Op een ochtend  komt er nogal wat lawaai vanaf het strand en er is een enorme bedrijvigheid. We zien tientalle mensen driftig het strand opruimen en er is zelfs een bulldozer ingehuurd om de meters plastic op een hoop te schuiven. Het mocht ook weleens, want de stank van al dat afval op het strand is niet te harden en wanneer de wind verkeerd staat ruiken we dit zelfs op de boot. Is er toch nog enige hoop voor de toekomst. Helaas zijn ze niet zo slim om meteen alles af te voeren en daardoor verdwijnt een deel van de berg afval bij hoogwater weer in het water. Maar toch, de wonderen zijn de wereld nog niet uit, als zelfs een land als Senegal zijn stranden eindelijk gaat schoonmaken!

Het is avond en terwijl we lekker lui op de salonbank liggen te kijken naar een film, worden we ineens opgeschrikt door een heel hard aanhoudend kloppend geluid. Ik steek mijn hoofd uit het luik en schijn met de schijnwerper over het water. Achter ons ligt een grote catamaran en een visser in een vissersbootje heeft een heel groot net rondom de grote catamaran gespannen. Hij slaat nu hard tegen de boot aan met zijn peddel om de vis in zijn net te lokken. We verklaren de visser voor gek, maar deze trekt zich nergens iets van aan. Die visser spoort toch echt niet. Het zal je boot maar zijn!

Op een middag zie ik een eenzame pelikaan voorbij zwemmen, de enige die we hier zien. Ik blijf het bijzondere beesten vinden. Ze zijn mooi en hebben ook iets komisch met hun grote snavel.

Toen we de vorige keer hier voor anker lagen zagen we al dat er veel van de bootjes die hier langere tijd voor anker liggen helemaal onder gescheten waren door de meeuwen, sternen en ander gevogelte. Wij hadden er niet zoveel last van omdat we wat verder van de kant af lagen.

Zonde van dit mooie bootje.
Maar deze keer is het raak, ze hebben nu ook onze boot ontdekt. Af en toe een meeuwen poepje weghalen, dat is nog wel te doen dachten we. Maar wat deze aalscholvers produceren aan poep, daar valt haast niet meer tegen te schoonmaken. We zitten binnen in de salon wanneer we ineens een geluid horen alsof iemand van grote hoogte een grote emmer met modder leegt op onze boot. Sjplatzzz ………………en de hele kuip zit meteen onder de vieze, naar vis ruikende stront. Wat een pokken beesten! Dit niet één keer maar meerdere keren achtereen. Soort van “bezigheids therapie” voor zeilers, want je moet het wel meteen schoonmaken omdat deze poep alles uitbijt. Wat zullen we blij zijn om verder te kunnen.

Mooie vogels, maar ze moeten niet over je boot vliegen!
Uiteindelijk is alles wat direct nodig is weer gerepareerd en gaat Fred vandaag naar de kant om alvast uitklaren, boodschappen doen en de laatste jerrycans vullen met water. Ik haal het laatste restje water onder de vloer vandaan, ruim verdere losse dingen alvast op en maak het laatste blog af. Morgen is het vrijdag 18 mei en vertrekken we naar Palmeira (Sal, Kaapverdië), wat ongeveer 362 zeemijl is. Bij 5 knopen gemiddeld doen we hier zo’n 3 dagen over.

Kaapverdie – Maio

03-07-2018 t/m 13-07-2018
We gaan, samen met de Nina, met Angela en Franz aan boord, naar het volgende eiland. Dit wordt het 3e eiland van Kaapverdië dat we bezoeken. Bij ons vertrek hebben we een probleem met de accu’s van ankerlier. Deze leveren onvoldoende stroom, waardoor het ophalen van het anker een stuk moeilijker gaat. Met de hand binnenhalen vergt de nodige spierkracht, maar gelukkig heeft Fred die in de afgelopen jaren wel opgebouwd. Mijn eigen ‘Popeye’ klaart dit klusje wel. We denken dat de accu’s te oud zijn en vervangen moeten worden. Weer een klusje erbij, want we hebben geen idee of het mogelijk is om vergelijkbare accu’s te krijgen in Kaapverdië. Het is een tochtje van 58 zeemijl en in het begin maken we gebruik van onze Green Miles Gennaker. Halverwege de middag varen we verder op de fok en de motor omdat we steeds meer tegen de wind in moeten. Bij aankomst gaan we voor anker tussen de pier en het stadje Vila do Maio. We worden uitgenodigt bij Franz en Angela om vis te komen eten die ze onderweg gevangen hebben. Heerlijk tonijnsushi vooraf en daarna de rest van de vis gegrild.
Maio
Is het meest oostelijke eiland van de benedenwindse eilanden en de hoofdstad is Vila do Maio. Het is een klein eiland, slecht 269 km2 groot. Het is er droog en kaal met op een paar plekken Acacia bomen, maar verder weinig vegetatie en daardoor ook weinig landbouw. Er zijn lange stranden met hoge golven, waar je niet echt veilig kunt zwemmen. Ook op het strand bij Vila do Maio is het goed opletten. Er is een zoutmeer (vlakbij de pier), ‘Salina de Porto Inglês’. Maar deze zoutpannen liggen er nogal verlaten bij. De hoogste berg is de ‘Monte Penoso’, ongeveer 400 meter. Het is een rustig eiland en gelukkig voor ons nog niet echt ontdekt door het massa toerisme. Hier kom je voor de rust en de stilte. Je kunt hier alleen komen met een kleine veerboot of met een klein lokaal vliegtuig. Visserij is de grootste bron van inkomsten hoewel men wel pogingen onderneemt om zich meer op toeristen te richten. Maar helaas tot op heden is dit niet echt gelukt. Er is ooit een grootschalig project (tussen de pier en het stadje) gestart met het bouwen van appartementen, maar dat ligt er nu als een spookstad verlaten bij. Het geld was waarschijnlijk op en niemand doet er meer iets mee. Alle leidingen zijn ondertussen door de lokale bevolking gestript en verder is alles wat los kon verdwenen.
Vila do Maio
Is een rustig stadje met de nodige gekleurde huizen en mooie muurschilderingen. Er is een mooie boulevard langs de kust aangelegd. De wegen zijn, in vergelijk met de andere door ons bezochte eilanden, bijzonder netjes bestraat. Ook hier is het schoon op de straten. Aan de boulevard is een openbare plek met enkele toestellen waar men kan trainen. Dit soort plekken zien we vaker, omdat men geen geld heeft om naar een fitness centrum te gaan (als die er al zijn ). Naast de nodige restaurantjes zijn er verschillende kleine barretjes te vinden. Er is een kleine overdekte groente en fruit markt, waar je altijd zeer vriendelijk wordt ontvangen door de verkopende dames. Op een plein, onder een grote boom hangen wat mensen rond die een beetje muziek maken en zingen. Ondertussen lopen er een paar ezeltjes los door de straten. Het leven hier is zo anders als wat we gezien hebben tot nu toe.
Op een dag willen we bij de bakker brood kopen, maar deze was weer eens dicht. We vragen aan iemand waar we dan wel brood kunnen kopen en die neemt ons mee naar een heel klein pandje waar ze vers brood bakken. Van de buitenkant zie je totaal niet dat dit een winkeltje is. Er zijn alleen kleine supermarktjes met een beperkt aanbod aan goederen. Wel zijn er de bekende Chinese winkeltjes met van alles en nog wat. Overal kun je agentschappen vinden van providers (CV Movel en Unitel) om je internet op te waarderen. We praten een poosje met de eigenaar en hij verteld dat hij met zijn familie uit Guinee Bissau komen. Nadat we uitgelegd hebben dat we met onze zeilboot de wereld rond zeilen, heeft hij nog wel een broer die met ons mee wil gaan naar Suriname. Leuk en aardig, maar dat gaan we dus maar niet doen! Op een dag, wanneer ik even op Fred moet wachten, raak ik in gesprek met een aardige jongen die schoenen poets en veters verkoopt. Hij zit in de schaduw achter een mini houten tafeltje te wachten totdat er iemand voorbij komt aan wie hij zijn diensten kan aanbieden. Helaas voor hem heb ik sandalen aan en komen hier niet erg veel mensen voorbij. Hij verteld dat hij als enige van zijn familie, vanuit een land uit West-Afrika, naar Kaapverdië is gegaan om geld te verdienen en zijn familie te ondersteunen. Hij heeft het hier beter dan waar zijn familie woont. Maar ja, als je de hele dag op deze plek blijft zitten, gaat het dat niet worden denk ik dan. Dit is zo herkenbaar van wat we zagen in Senegal en Gambia. Voor één van de restaurantjes aan de boulevard stalt een man zijn, van blik e.d. zelf gemaakt speelgoed uit.

 

Op het strand bevinden zich een aantal gezellige strandtenten waar je voor een goedkope prijs een biertje of iets anders kunt drinken. De vissers bootjes liggen op het strand en het is daar altijd een levendig gebeuren, zeker wanneer ze terugkomen met vis. Vrouwen lopen met manden vol met vis op hun hoofd vanaf de vissersbootjes naar de stad om de vis te verkopen. Doordat er grote golfbrekers zijn is het ook voor de vissersboten elke keer weer een uitdaging om door de branding te komen. Ze hebben een speciale techniek ontwikkeld en dat is bijzonder leuk om naar te kijken. Met 13 man slepen ze uiteindelijk de bootjes weer het strand op. Het lokale leven vindt hier op het strand plaats, men voetbalt en in het weekend zijn er vele familie lekker aan het poedelen bij het strand. Op het strand is zoveel water terecht gekomen dat er een soort van open zwembad is ontstaan waar de jeugd zich helemaal uitleeft. Er is zelfs een soort van strandwacht aanwezig en dat is niet verkeerd want er is een hele sterke onderstroming bij het strand. We zien toch wel veel armoede, maar bedelaars hebben we niet gezien. De mensen zijn hier vriendelijk, behulpzaam en zeker niet opdringerig naar buitenlanders. Maio is een eiland waar het aangenaam vertoeven is.

Practische informatie

Natuurlijk moeten we ook weer naar de kant met onze papieren. In een blauw gebouw (naast een restaurant) met trap er voor is het kantoor ‘Agencia Maritiem’ gevestigd. Helaas is deze dicht wanneer wij aankomen. We doen de dagen daarop verschillende pogingen, maar elke keer is het kantoor dicht. Uiteindelijk hebben we na een paar dagen geluk. De man in het kantoor vraagt of we ook meteen weer vertrekken? Ons antwoord is nee, we blijven nog een poosje. Dus moeten we later weer onze papieren ophalen. Hadden we nu maar meteen de papieren meteen weer meegenomen, want op de dag voor ons vertrek komen we op het kantoor om de papieren op te halen, maar dan is de baas er niet. Verder kan niemand anders ons blijkbaar helpen. Omdat ze geen idee hebben wanneer hij terug is, krijg ik na enig aandringen een mobiel nummer van hem. Ook laten we ons mobiel nummer achter. Tot onze verbazing belde de baas na een uurtje op met de mededeling dat hij op kantoor aanwezig was. Wij waren ondertussen neergestreken op een terrasje in de buurt, dus dat kwam mooi uit. Je moet geen haast hebben om te vertrekken, geduldig en flexibel zijn. We wennen steeds meer aan de manier waarop de mensen dingen doen in Kaapverdië. ‘No Stress’ hoor je vaak zeggen.

Voor anker, de pier en dinghy

Deze baai is de enige plek waar je voor anker kunt liggen bij dit eiland. Wel erg jammer dat er behoorlijk swell is. We liggen tussen de pier en het dorp in voor het strand in 8 meter diepte met 50 meter ketting.
Er liggen niet veel bootjes, maar af en toe komen er wat grotere vissersboten bij liggen. We hebben op één van de dagen een nogal vervelende ervaring met één van die boten die bijna bovenop onze neus ligt. Het blijkt dat ze problemen met hun motor hebben. Het gaat er nogal rommelig aan toe, waardoor de Nina zich geroepen voelde om zelfs te gaan verkassen. Wij liggen goed en blijven liggen, maar houden die boot wel goed in de gaten. Af en toe zie je de vissersboot afdrijven en dat maakt dat de Nina zelfs voor een derde keer moet verkassen. De vissersboot heeft een hele lange lijn naar de pier laten lopen omdat hun anker, wat een stuk beton is, niet toereikend genoeg is. Gek hè! Gelukkig is het na een paar dagen weer opgelost en vertrekken ze.

Het is onmogelijk om met de dinghy naar het strand toe te gaan. De golfbrekers zijn zo hoog dat het zelfs gevaarlijk is, dat hebben we wel gemerkt met onze Paddleboards op Boa Vista. De enige mogelijkheid om aan land te komen is gebruik te maken van de roestige zeer steile trappen bij de pier. Je moet de dinghy aan een daar voorbestemde mooring leggen en deze dan met een lange lijn aan de trap vastmaken. Je haalt zo gezegd de dinghy naar de trap toe om in -en uit te stappen. Met deze golven blijft dit een uitdaging, zeker bij eb want dan zijn de traptreden ook nog eens glad.
De ingang van de pier wordt bewaakt door een vriendelijk mannetje in een klein huisje. Op een dag verteld hij ons, in goed Engels, dat hij over de hele wereld heeft gezworven op grote boten. Zelfs Nederland kent hij, zoals vele Kaapverdianen. Er zijn veel Kaapverdianen die naar Nederland zijn vertrokken en in Rotterdam wonen. Het is ongeveer een kwartiertje lopen naar het stadje.

Wat hebben we verder gedaan?

We willen het eiland een beetje verkennen en denken er in eerste instantie over om dit met verschillende Aluguirs (lokale busjes) te doen. Maar om wat meer vrijheid te hebben besluiten we om met ons vieren 2 Quads te huren. Best wel spannend en ook wel een beetje stoer vinden we. Het is de eerste keer dat we op een quad zullen rijden. Al is Fred 62 en ik bijna 60 jaar, dan zijn toch nog niet te oud om dingen uit te proberen. Ik heb de dag daarvoor contact met mijn kinderen in Nederland en die zeggen meteen dat we moeten uitkijken want het kan heel gevaarlijk zijn. De omgekeerde wereld, kids die zich zorgen maken dat hun moeder dat geen gekke dingen doet. Zou dat komen door ons Paddleboard avontuur? Maar het blijkt dat er net op de Nederlandse snelweg een zwaar ongeluk met een quad geweest is. Ik stel ze gerust, want hier zijn geen snelwegen en we doen het rustig aan. We krijgen keurig een helm op en wij hebben een quad met achterop een rugleuning. Dit is wel fijn voor mij omdat mijn rug een zwakke plek is. Toch verwacht ik dat de wegen nogal slecht zullen zijn en heb uit voorzorg maar mijn rugband omgedaan. Dit blijkt geen overbodig luxe te zijn. Ook een sjaaltje om je mond tegen het stof niet.
We krijgen een zeer summier kaartje van het eiland mee. Er zijn niet zoveel wegen en je kunt het eiland gemakkelijk in één dag rondrijden volgens de verhuurder. De hoofdweg is prima, zelf geasfalteerd en soms zelfs voorzien van een middenstreep! Zelfs de B-wegen zijn redelijk begaanbaar met hun kinderhoofdjes, maar zodra je off-road gaat rijdt je over stoffige zanderige wegen die bestaan uit kuilen en losse stenen. Af en toe moeten we zelfs met volgas een hellingtje op en dat is toch best wel een beetje eng. Maar gelukkig gaat alles goed. Onderweg hebben we nogal wat bekijks, mensen draaien hun hoofd wanneer we langs rijden. De meeste dorpjes die we tegenkomen zien er nogal stil en verlaten uit. Wel staan er altijd mensen, vooral kindjes te zwaaien wanneer we langs rijden. Sommige huizen, schooltjes zijn voorzien van mooie muurschilderingen. Onderweg moeten we even stoppen voor oversteken zwarte everzwijntjes. Op de eilanden koken ze op houtskool. We passeren een plek waar men van hout, houtskool maakt in speciale ovens en deze dan in zakken vervoerd naar de dorpjes en stad.
Wanneer we met veel geluid een dorpje binnen komen rijden om iets te drinken krijgen we ook alle aandacht. In een heel klein barretje drinken we een kopje koffie, dat speciaal voor ons wordt gezet en geserveerd in hele mooi kopjes. Wanneer ik vraag of ik gebruik van het toilet kan maken wordt ik meegenomen naar het woonhuis van het gezin. Een samensmelting van verschillende kleine aan elkaar gebouwde huisjes. Ik moet even wachten, want de wc wordt speciaal voor mij schoon gemaakt. De emmer met water voor het doorspoelen wordt aangevuld. Ik werp een blik op het kleine binnenplaatsje en krijg een indruk hoe men hier op het land leeft. Het ziet er allemaal erg armoedig uit, maar de mensen zijn heel erg vriendelijk. De vrouw blijft zich verontschuldigen voor hoe het er uit ziet, maar ik bedank haar vriendelijk voor het gebruik.
Doordat we steeds meer op de zandwegen rijden zitten we dik onder het rode zand. We zijn in het noorden van het eiland beland en rijden richting het strand en de zee. Hier kunnen we ons even lekker afspoelen en bijkomen.
We willen graag ergens lunchen, maar waar we ook langs komen nergens iets van een restaurantje te bekennen of ze zijn gesloten. Uiteindelijk rijden we door naar het zuiden en komen in het dorpje ‘Barreiro’. In de hoofdstraat ben ik zo brutaal om maar aan iemand te vragen of we ergens iets kunnen eten. De man staat voor een huis waarop een bordje hangt: Turismo de Habitacao, Casa Lagoa. Het blijkt een klein hotelletje te zijn en de man gaat even overleggen met zijn vrouw. We kunnen daar wel een hapje eten, maar drinken moeten we zelf even aan de overkant bij de mini-mercado kopen. We zijn ondertussen wel wat gewend, maar dit is toch wel heel grappig. Even later worden we door de echtgenote vriendelijk ontvangen en meegenomen naar een soort binnnenplaatsje. Hier heeft ze een mooi gedekte tafel voor ons klaar staan. Er wordt een grote schaal met vis, rijst en groente voor ons neer gezet. We krijgen een beetje de indruk dat we het eten wat we nuttigen eigenlijk voor hunzelf bedoeld was. Maar zij wimpelen alle bezwaren weg. Ze zijn zo gastvrij en we maken een praatje met deze hele lieve vriendelijke mensen, ze heten Albertina en Sylvester. Hij spreekt goed Engels en verteld dat hij jaren als kapitein rond gevaren heeft over de wereld en ook op de Rijn. De stad Rotterdam is hem wel bekend. Hij laat trotst een grote foto van zichzelf zien, keurig in kapiteins uniform. Na jaren van omzwervingen is hij toch weer terug op Maio om zijn oude dag te slijten samen met zijn vrouw en nu hebben ze een klein hotelletje. Voordat we vertrekken maak ik nog even een foto van deze lieve mensen.
In het dorp deel ik aan een aantal kindjes mijn zelfgemaakte Hollandse armbandjes uit. Zeworden, vaak in stilte, dankbaar aanvaard. Kinderen zijn hier nog blij met een dergelijk klein gebaar.

Vlakbij is een natuurreservaat met strand ‘Casa Velhas’. Hier genieten we wat van het uitzicht over zee en lopen een beetje rond over het zwarte zand langs de zee. Er liggen enkele kleine bootjes op de kant en we zien bij een BBQ plekje nog een kop van een kleine haai liggen.

Aan het einde van de dag zien we rood van het stof, voelen we alle spieren van ons lijf van al het heen en weer geschud over de ongelijke weggetjes en heeft Fred pijn in zijn duim van het gas geven. Om deze bijzondere dag af te sluiten genieten we op het strand nog even van een welverdiend biertje. We zijn weer een hele ervaring rijker, die we beslist niet hadden willen missen. Het is een goede manier om in alle vrijheid dit eiland te verkennen.

Vertrek naar Kaapverdie, deel 3

Zaterdag 5 mei 2018
Wanneer we net wakker zijn geworden horen we de watertaxi langszij komen met “Moussa” er in. Hij heeft de boot herkend en heet ons, met een grote grijns op zijn gezicht, van hartelijk welkom. Toch wel leuk dat we zo enthousiast begroet worden. In ons beste Frans leggen we uit dat we van Banjul naar de Kaapverdië toe gingen, onderweg heel veel pech hebben gehad en daarom uitgeweken zijn naar Dakar om de nodige reparaties te doen. We spreken af dat hij ons maandag om 9:00 uur zal ophalen, zodat we met een taxi o.a. naar de douane en havenpolitie kunnen gaan om in te klaren. In het weekend is toch alles dicht en kunnen wij een beetje opruimen, schoonmaken en verder bij komen. Naast de problemen met de lijnen en het zeil hebben we problemen met de computer gehad. Zodra we radar aan zetten, valt de computer uit. Ook een dingetje waar we aandacht aan moeten besteden. Verder hebben we altijd een beetje water onder de vloer, maar deze keer constateren we dat er op verschillende plekken water staat. De vloer van “werkkooi” is nat van het water, tevens alles wat daar op staat. Het is zoetwater en we hebben geen idee waar het precies vandaan komt. Lekt één van de watertanks of één van de aansluitingen? Dat wordt ook nog een klus om dit uit te zoeken. Tijdens het varen is één klein kastje, zogenaamd kiep of kantelkastje, losgeschoten en op de vloer van de salon beland. Gelukkig net op het moment dat ik op de bank zat en het zo kon opvangen voordat hij tegen Kit aan kwam. Ook blijkt dat we toch niet alles zo goed vastgezet hebben als zou moeten. Een lesje voor de volgende keer. Jammer genoeg lekt het bij de ramen nog steeds een beetje en ook bij de mast komt er water binnen. Niet zoveel dat het rampzalig is, maar toch. Kortom, we hebben nog genoeg klusjes te doen.

Er staat een behoorlijke wind op de ankerplaats en teveel om de mast in te kunnen of iets op het voordek te doen. We beginnen daarom maar met het zeil goed neer te leggen vast te binden. Spoelen ons natte goed uit en hangen het te drogen. De huik gaat zo snel mogelijk over het grootzeil, omdat het anders weer helemaal rood wordt van het zand. We zetten de watermaker aan en houden meteen in de gaten of er meer water lekt. Fred ruimt de vloer van de “werkkooi” leeg en we drogen alles zo goed mogelijk af. Nadat ik iets over de reeling heb gehangen, stap ik van de kuip bank op de vloer en dan ineens pats boem lig ik kermend van de pijn op de vloer van de kuip. Ik had een doos die Fred op de vloer van de kuip had gezet niet gezien. Fred schrikt zich dood van mijn schreeuw en schiet me te hulp. In eerste instantie schiet het door me hoofd dat mijn enkel gebroken is. Huilend zit ik op de vloer met op mijn enkel een bult die zo groot is als een struisvogelei. Kan het nog erger worden? De rest van de dag zit ik noodgedwongen met mijn pootje omhoog en koel het met een koud was lapje. Het lijkt er op dat mijn voet zwaar gekneusd is, maar niet gebroken. Voorlopig kan ik niet veel doen en besteedt mijn aandacht maar aan het blog e.d. Nu maar hopen dat het hierbij blijft. Voorlopig moeten we wachten totdat de wind voldoende is gaan liggen, dan pas kunnen we aan de reparaties buiten beginnen.

Vertrek naar Kaapverdie, deel 2

Vrijdag 4 mei 2018
En toen was daar een enorme harde PANG……………Eén van de vallijnen is, op een voor ons nog onverklaarbare wijze, gebroken.

Wat vooraf ging
Bij ons vertrek uit Banjul worden we begeleid door een zeer enthousiaste groep dolfijnen. Het zijn hele grote exemplaren en ik probeer nog enkele foto’s van ze te maken, maar dat valt tegen.

We waren er al op voorbereid dat we veel op de motor zouden moeten varen en zetten het grootzeil bij voor de stabiliteit en varen ruim uit de kust om de vissersboten met hun netten te voorkomen. De Duitse boot zijn we al gauw uit het beeld verloren, zij varen heel veel dichter langs de kust dan wij doen. Er is best veel wind, vlagen tot meer dan 25 knopen en de golven variëren tussen de 1 ½  en 2 meter. Ik voel me niet al te best bij deze golfslag en blijf voornamelijk buiten, want daar voel ik me het beste. Op een gegeven moment zien we een grote houten Piroque varen met een aantal zwaaiende mensen er op. We zwaaien enthousiast terug, maar dan blijven ze zwaaien en gebruiken zelf kledingstukken om onze aandacht te trekken. Zijn ze in nood? Wat is er aan de hand? Dan zie ik ineens een hele lange sliert van drijvende bolletjes opdoemen tussen de golven en gooi meteen het roer om en kan deze nog net ontwijken. De vissers hadden een zeker 100 meter lang net uitgezet, dat nauwelijks zichtbaar is in deze deining. Shit. Dat scheelde niet veel! Zucht………….

We varen nog maar wat meer uit de kust om eventueel andere netten maar te voorkomen. We besluiten om de Genua erbij op te zetten, maar tijdens het uitrollen van de Genua blijkt dat dit wel heel erg moeizaam gaat, of eigenlijk niet. Er staat enorm veel spanning op de lijnen, dit voelt niet goed. Wat is er aan de hand? De Genua kan slechts voor een gedeelte uitgerold worden en dan is daar die PANG en constateren we dat de geknapte vallijn helemaal bovenaan om de rolfok (Genua) heen gedraaid is. Op dit moment is nog niet duidelijk wat de oorzaak was dat de Genua niet verder uitgerold kon worden. Veel kunnen we er, met deze deinig, niet aan te doen. Maar gelukkig, mede door deze deining, laat de lijn los en kunnen we dat stuk inhalen. Dan zien we tot onze schrik dat ook de vallijn van de Genua geknapt is. Het zit ons niet mee en na enig gevloek van onze kant kunnen we wel constateren dat het gelukkig is dat de Genua niet volledig uitgerold is, waardoor het zeil blijft hangen en we het vooralsnog gewoon kunnen gebruiken. Zo zeilen we de komende tijd door met een kleinere Genua.

We zeilen meer westwaarts dan noord, waardoor we niet echt veel opschieten. Maar volgens de weersverwachting zal de wind langzaam gaan draaien en dan kunnen we een betere koers varen en rechtstreeks naar Sal zeilen. Nog steeds hebben we veel last van de hoge golven met bijbehorende vervelend deining. Ik ga me steeds beroerder voelen en hang niet veel later over de railing om het weinige wat ik al gegeten heb er uit te gooien. Nu voel ik me helemaal als een vaatdoek. Nee, dit is niet mijn meest favoriete tocht, dat blijkt wel. Inmiddels heb ik de nachtwacht van donderdag op vrijdag achter de rug en verlang naar mijn bed. Mijn wacht is net overgenomen door Fred, ik heb me net uitgekleed, wanneer ik opnieuw een hele harde knal hoor, gevolgd door de kreet van Fred dat hij direct hulp nodig heeft. Ik schiet mijn vest, schoenen en reddingsvest aan. Tijd om een zeilpak aan te trekken is er niet, ik moet Fred helpen. De lijn om de Genua uit te rollen is geknapt, waardoor het zeil in één keer uitrolde en meteen naar beneden zakte. Voordat we iets kunnen doen ligt onze hele voorzeil van 60 m2 in het water. Gelukkig kunnen we nog net één van de schoten aanhalen, waardoor we nog enige grip op het zeil kunnen houden. De stress factor is hoog. De boot duikt in de metershoge golven en ik start de motor om nog enigszins vat op de bestuurbaarheid van de boot te houden. Met de motor op de automaat, lijn ik mezelf ook aan en kruip naar voren waar Fred al verwoede pogingen onderneemt om het zeil binnen boord te halen. Na een aantal pogingen moeten we concluderen dat dit zo niet gaat werken. We zijn inmiddels bekaf en zeiknat van de gigantische golven die overkomen. Het zeil is inmiddels deels onder de boot verdwenen. Ik kruip terug naar de kuip en probeer met behulp van de wind en de golven het zeil onder de boot vandaan te krijgen. We hebben geluk, dit lijkt te werken en na heel veel moeite ligt het zeil weer aan boord! Fred gaat terug de kuip in om te sturen en ik naar voren om het zeil zeker te stellen, zodat het niet overboord kan waaien. Het gaat traag omdat ik moe en drijfnat ben, maar uiteindelijk zit alles vast en kruip ook ik terug in de kuip. Al met al zijn we toch zo een paar uur zoet geweest. Met veel moeite ontdoe ik mij zo snel mogelijk van mijn natte goed en droog me af om droge kleren aan te trekken, want onderkoeld wil je ook niet raken. Wat een pech hebben we op deze tocht, maar gelukkig geen lichamelijk letsel en de schade kunnen we wel oplossen.

Fred suggereert om maar terug te keren en naar Dakar te varen. Dit lijkt ons op dit moment echt het verstandigste om te doen. Daar kunnen we vandaag nog voor donker zijn en op de ankerplaats de nodige reparaties doen en daarna onze reis voortzetten naar de Kaapverdische eilanden. We zijn veel te moe en dan lopen we meer risico waardoor er iets mis kan gaan. Om 19:00 uur gaan we voor anker bij de CVD. Uitgeteld liggen we niet veel later op de bank bij te komen. Eerst eten, filmpje kijken om even te ontspannen en dan ons bedje in. Je kunt wel zeggen dat dit een bijzonder enerverend tochtje was en zeker niet voor herhaling vatbaar!

S ’avonds moet ik denken aan een uitspraak op een scheurkalender:
“Zeilen: een hobby waarbij je nat en ziek wordt terwijl je tegen enorme kosten heel langzaam nergens heen gaat.”

Vertrek naar Kaapverdie, deel 1

Woensdag 2 mei 2018
Na 4 maanden in Gambia te zijn geweest nemen we nu afscheid van dit deel van Afrika. Het blog met een terugblik over onze laatste maanden in Gambia volgt later. De afgelopen weken zijn er niet zoveel nieuwe boten op de anker plaats bijgekomen, alleen de catamaran “Nina” met een echtpaar uit Duitsland arriveerde toen ik in Nederland was. Fred heeft al enig contact met ze gehad en bij mijn terugkomst maak ik kennis met Franz en Angela. Nadat we een aantal keren bij elkaar koffie hebben gedronken besluiten we tegelijkertijd richting de Kaapverdische eilanden te vertrekken.
De laatste dagen voor ons vertrek ontdoen we de mast en stagen zoveel mogelijk van al het stof, spoelen het zand van de zonnetent en doen voor de laatste keer boodschappen om voorraad aan te vullen voor onderweg. De eilanden liggen weer iets noordelijker, zelfs iets hoger dan Dakar in Senegal. We bereiden ons voor op een tocht van 4 á 5 dagen, want over het algemeen komt de wind uit het noorden waardoor het niet zo eenvoudig is om rechtstreeks naar de eilanden te zeilen. We zullen daarom de eerste dag, ruim uit de kust, richting Dakar zeilen en daarna in noordwestelijke richting het eiland Sal. Dit eiland zal onze eerste bestemming zijn als alles goed verloopt.We nemen zo langzamerhand afscheid van de lokale bevolking bij Lamin Lodge en delen nog enkele kleine typische Hollandse souvenirtjes uit aan degene waar we het meeste contact mee hebben gehad. Onze mascotte FRITZ wordt ook nog even op de foto gezet met de wereld beroemde Pieter, eigenaar en oprichter van Lamin Lodge. Met Pieter hebben we de laatste tijd regelmatig contact gehad en dronken vaak samen een biertje. Ik ga op de foto met de Yara en Oumie, twee vriendelijke dames van het restaurant. We bedanken één van de boot boys “Buba” die ons de laatste weken elke dag vers brood heeft bezorgd. Niet te vergeten onze vaste taxichauffeur “Screw”, die ons blijft volgen en natuurlijk onze Gi (Gi-Boy) die ons vanaf het begin heeft geholpen met van alles en nog wat en waar we een speciale band mee hebben opgebouwd. Dit blijft toch wel één van de nadelen van onze manier van reizen, dat je na een aantal weken (of maanden) weer afscheid moet nemen van mensen die je vrienden zijn geworden. Met een aantal zullen we zeker contact blijven houden!

Pieter en onze mascotte Fritz / Yara, Caroline en Oumie

Fred, `Screw` en Caroline / Buba

Woensdag is het dan zo ver!
Gi komt nog even op zijn paddleboard langs om voor de allerlaatste keer dag te zeggen. Hij is dankbaar voor wat we voor hem en zijn familie hebben gedaan en wij wat hij voor ons heeft kunnen betekenen. Enig sinds emotioneel nemen we afscheid van elkaar.

Gi en Caroline
Rond 10:00 uur blazen we op onze koperen toeter ter afscheid en worden enthousiast uitgezwaaid door de Engelsman Ed, Gi en Buba. We varen de rivier op richting Banjul om daar uit te klaren. Franz en Angela van de Duitse boot varen voorop en na een uurtje varen gooien we het anker uit bij Banjul. Frans en Fred gaan samen naar de Immigratie voor het papierwerk. Ondertussen maak ik nog een beetje verder schoon en doe de laatste klusjes om echt te kunnen vertrekken. Om 12:00 uur verlaten we Gambia, op naar een nieuw avontuur!

Even naar Nederland

30-03-2018 t/m 16-04-2018
Het is tijd om even naar Nederland te gaan om een aantal zaken te regelen. Mijn rijbewijs was verlopen en moest verlengd worden. Verder moesten er allerlei controles gedaan worden op medisch gebied, wilde ik ook nog even de tandarts bezoeken en mijn ogen laten controleren voor een eventuele nieuwe bril. Natuurlijk was dit niet alleen de enige reden om naar Nederland te gaan. Ik wilde ook zoveel mogelijk tijd doorbrengen met mijn kinderen, kleindochter, familie en vrienden. De reis was gauw gepland, ik zou ruim 16 dagen naar Nederland gaan. Met alle onderzoeken had ik een behoorlijk vol programma en daar tussen door zoveel mogelijk tijd ingepland om af te spreken met mijn kinderen, kleindochter en vrienden. Ik had mezelf de luxe gepermitteerd om non-stop naar Nederland heen en terug te vliegen. Naast een handbagage koffer had ik namelijk op de heenweg ook al een ruimbagage koffer met o.a. kleine cadeautjes voor vrienden en familie. Voor mijn vertrek hadden we allerlei spullen besteld in Nederland die we de komende tijd moeilijk of niet kunnen krijgen. Waaronder een nieuwe windgenerator, die alleen al 7,5 kg woog. Alle bestelde spullen kwamen bij Anneke binnen (mijn goede vriendin) zij maakte zich al ernstige zorgen hoe ik in vredesnaam alles mee terug zou kunnen nemen. Gelukkig had ik al extra ruimbagage geboekt voor de terugreis. Onze dank voor de ontvangst en alle ruimte die het bij jullie in beslag heeft genomen! Ik zou een aantal dagen bij mijn oudste zoon Steven in Amsterdam doorbrengen (verspreid over de periode) en zo ook bij Anneke met af en toe een dagje naar overige familie en vrienden. Gekleed in een spijkerbroek (dat was op zijn minst een jaar geleden), vest en dichte schoenen aan was ik klaar voor vertrek. Fred bracht me samen met onze vaste taxichauffeur “Screw” naar de luchthaven van Banjul. Bij aankomst op Schiphol stond niet alleen Steef, maar ook Vincent me op te wachten. Super fijn gevoel om mijn beide kinderen weer te zien. Vincent was natuurlijk nog niet zolang geleden bij ons geweest In Gambia, maar Steef had ik toch alweer sinds juni vorige jaar niet meer gezien.

Terug kijkend op deze dagen heb ik met heel veel plezier mijn kinderen gezien en tijd doorgebracht met ze. Steven en ik hebben een aantal keren samen tijd met Bobby doorgebracht. Gelukkig viel het weer erg mee en was het zelfs aangenaam warm voor de tijd van het jaar. Zo zijn we naar Burgers Zoo geweest, de speeltuin, ijsje eten en thuis lekker gespeeld. Ze is nu 2 ½ jaar en is al een echte peuter. Doordat we skypen en videobellen was ik niet een complete vreemde voor haar en was het al gauw “Oma van de boot”. Het waren fijne dagen met Steef en Bobby. Met Vincent een middagje naar het strand bij Noordwijk geweest en daar bij een open haardje aan de wijn met kaasplankje en s ’avonds een visje eten op de boulevard.

Samen met Steef en Vincent een biertje gedronken op een Amsterdams terras en daarna samen thuis eten. Dit zijn allemaal bijzondere momenten die ik koester! Daarnaast heb ik met verschillende zeer goede vrienden afgesproken om te lunchen en daar een fijne tijd mee doorgebracht. Van Johan kreeg ik een prachtig boek. Hij had dit naar Tenerife gestuurd voor mijn verjaardag, maar daar was het nooit aangekomen en na 4 maanden ontving hij het pakketje retour. Zo kreeg ik alsnog mijn verjaardagscadeau. Bij de zus van Fred en haar familie werd ik warm ontvangen en genoot van een overheerlijke maaltijd die Ingrid gekookt had. Speciaal voor mij: “Draadjes” waar ik zo dol op ben! Voor dessert een eigen gemaakte appeltaart volgens recept van Ma (zij is in januari overleden). Dankjewel lieve Ingrid!

Ook andere vrienden, waar ik een nachtje gelogeerd heb, hadden een lekkere maaltijd voorbereid. Allemaal dingen waar ik gek op ben. Het was erg fijn om met allen weer even een beetje bij te kunnen praten en tijd met elkaar door kunnen brengen. Natuurlijk is het altijd tekort, maar daar is niets aan te doen. De “zakelijke” afspraken waren helaas niet allemaal op één dag te plannen, waardoor ik uiteindelijk van hot naar her moest reizen. Ik heb veel met het openbaar vervoer gedaan want mijn rijbewijs was tenslotte verlopen, waardoor ik geen auto had kunnen huren. Maar daarnaast was Anneke zo lief om mij verschillende keren rond te rijden. Bij Anneke heb ik behoorlijk veel moeite gehad om alle aangeschafte spullen goed in de koffers/tassen te krijgen. Ik wilde het aantal kilo’s niet overschrijden, waardoor ik genoodzaakt was om toch een aantal spullen achter te moeten laten. Fred gaat in september naar Nederland en dan neemt hij de rest van de spullen mee terug. Nu maar hopen dat ik geen problemen zou krijgen bij de douane met al die spullen en voor een half jaar aan medicatie bij me.
Tijdens deze periode heb ik me tegoed gedaan aan allerlei lekkere dingen die ik al een tijdje niet had gegeten. Dat terwijl ik net geconstateerd had dat ik ruim 12 kilo was afgevallen het afgelopen jaar. Natuurlijk weet ik dat het niet verstandig is voor mijn gezondheid, maar kon de verleiding toch niet weerstaan. Er is van alles de revue gepasseerd zoals de Tompoes, Moorkop, Appeltaart, Uitsmijter, broodjes kroket etc…………. Gelukkig bleek achteraf dat dit toch minder effect op mijn gewicht heeft gehad dan ik had gedacht. Maar wat kan een mens blij worden van zo iets simpels!

Anneke bracht me in de vroeg uurtjes op maandag naar Schiphol. Met een karretje vol met 3 koffers/tassen stond ik even later in de rij om in te checken. Dat heen en weer gereis was me niet in de koude kleren gaan zitten, ik was bekaf. Over 8 uur zou ik weer “thuis” zijn bij mijn lief. We hebben elkaar echt gemist. De laatste jaren zijn we veel samen en niet gewend om zolang alleen te zijn.
Fred vond het erg stil op de boot zonder mij en heeft veel naar muziek geluisterd. Ook Kit heeft me gemist en vroeg alle aandacht van Fred en bleef dicht in zijn buurt. Hij voelde zich wel door de locals gesteund, want ook zij misten me en zo werd er regelmatig aan hem gevraagd hoe het met me ging in Nederland. Voor mij ging de tijd sneller omdat ik afgeleid werd. Ik kreeg in Nederland regelmatig Whatsapjes van “Screw” met vragen over hoe het met me ging en ik zond hem foto’s van typische Hollandse dingen, zoals de bollenvelden, bootjes en huisjes langs de Amsterdamse grachten, Centraal Station in Amsterdam en de weilanden met slootjes (genomen vanuit de trein). Toch wel bijzonder om zodanig contact te hebben met je taxi chauffeur! Dat zal je in Nederland toch niet zo gauw tegen komen. Zo zie je maar weer hoe je in relatief korte tijd opgenomen wordt bij de lokale mensen. Het Hollandse landschap viel me veel meer op sinds we uit Nederland zijn vertrokken. Ik kon veel meer genieten van de dingen waar andere Nederlands in het dagelijkse leven al lang aan voorbij gaan. Ook viel het me op dat de mensen geen tijd meer hebben om elkaar te groeten. Iedereen het maar druk, is gehaast en alles moet op tijd. Zijn we dat nu al helemaal ontwent?

Na de landing had ik gelukkig geen enkel probleem bij de douane en werd ik door Fred en Screw al opgewacht. Na een warme omhelzing door mijn lief en zelfs door Screw konden we volgeladen weer terug naar Lamin Lodge! Zucht…… .eindelijk weer thuis! Bij Lamin Lodge werd ik nog eens warm onthaald door Gi en Ed (Engelsman die ook met een boot daar ligt). Ook door de andere locals werd ik begroet en gevraagd hoe het met de kinderen en in Holland was gegaan. En nu? Ga ik alleen maar slapen, slapen en slapen……………Bedankt lieve familie en vrienden voor jullie warme ontvangst in Nederland. Ik hou van jullie!