Gran Tarajal – La Lajito – Morro Jable (Fuerteventura)

van Gran Tarajal – La Lajito (Fuerteventura)
Het havenkantoor is nog steeds gesloten dus vertrekken zonder 2 nachten te betalen. Dat scheelt weer in ons budget zullen we maar zeggen. Het is slechts 8 Zeemijl varen naar La lajito, waar we in de baai voor anker willen gaan. Het is licht bewolkt deze dag en de wind is ongeveer 5 knopen met uitschieters naar de 19 toe. We zeilen alleen op de fok. De windvlagen komen vooral voor wanneer het landschap ineens lager is, dan krijg je een soort trechterwind. In de baai gooien we het anker uit met zicht op het dorpje. Gelukkig hebben we hier wel internet (via onze mobiel), zodat we het weer in de gaten kunnen houden. We blijven hier twee dagen. Het dorpje hebben we niet bezocht, we zijn lekker aan boord gebleven. Tijdens de eerste nacht blijkt dat we ook hier weer aardig liggen te rollen. We zijn het nu wel een beetje zat dat gerol en gaan een “Flopper-stopper” maken. Voor wie niet weet wat dit is, zal ik enige uitleg geven.
Wanneer de oceaan in beweging onhoudbaar wordt, probeert men de boot te stabiliseren en het rollen van de boot te reduceren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een “Flopper-stopper”, deze zorgt er voor dat er voldoende weerstand is tegen het snel omhoog bewegen van de golf. Ze zijn er in allerlei soorten, maten en ontwerpen. Wij hebben er voor gekozen om er zelf een te maken. Het ziet er als volgt uit: vierkante plank, verzwaard met een lang stuk oude ankerketting om het te verzwaren en op 3 punten ogen waaraan lijnen bevestigd zijn omhoog naar het midden. Vanaf het punt waar deze drie lijnen samen komen wordt een lijn bevestigd naar een katrol die aan het uiteinde van de giek bevestigd is. De giek wordt uitgeboomd en de “Flopper-stopper” laten we tussen de 2 à 3 meter zakken onder water. De lijn wordt op het dek vastgezet en er wordt een lijn, de “Bulletailie”, aan de giek bevestigd, dit om te voorkomen dat de giek een klap gijp maakt. Nu maar afwachten of het iets helpt. Na een nacht en een dag, kunnen we zeggen dat het wel iets minder is, maar echt voldoende? Het kan beter, dus zullen we de komende tijd eens moeten nadenken hoe we hem kunnen verbeteren.
 2017-05-02 van La Lajito – Morro Jable (Fuerteventura)
Tijd om verder te gaan. Het is 15 Zeemijl naar onze volgende bestemming Morro Jable, een plaats die in het zuiden van Fuerteventura ligt. Het is alweer een zonnige dag met een klein beetje bewolking. In het begin moeten we even op de motor, maar daarna kunnen we weer lekker zeilen. We halen een gemiddelde van 5 knopen met af en toe wat windvlagen vanwege de vlaktes in het landschap. Onderweg zien we duidelijk dat de plaatsen groter worden, grote hotels en appartementen complexen verschijnen. We vervangen vandaag  maar eens onze Nederlandse vlag. De oude is erg versleten (de gaten zitten er in) en vaal is geworden. Niet veel later wappert er fier een mooie nieuwe Hollandse vlag achterop onze Pegasus.
Algemene info
In het zuiden van Fuerteventura, op het schiereiland Jandía, ligt de bekende toeristische plaats Morro Jable. Aan de westkust bevindt zich het Parque Natural Jandia en aan de zuidkust het strand, Playa del Matorral, waar we voor anker gaan. Het strand begint al ruim voor Punta del Matorral O de Morro Jable, welke goed herkenbaar is aan de grote witte vuurtoren. Dit gezellige dorp heeft veel te bieden qua (vis)restaurants en winkeltjes, witte appartementen complex met prachtige cactussen. De supermarkt is op 10 minuten lopen afstand van het strand en ook hier zijn weer “Chinese” winkeltjes. Bij het strand is een prachtige vuurtoren die tevens het “gewone” strand scheidt van de naturisten stranden in het noorden. Morro Jable staat redelijk goed bekend om zijn Aloë Vera. Dat is goed te merken. Bij de Aloë Vera winkel betaal je 10 keer zoveel dan wanneer je een potje in de supermarkt koopt, wat ik dan ook heb gedaan.
Eten en drinken
We lunchen bij een restaurant met uitzicht op onze boot. Ik geniet van een bord vol met verschillende tapasjes; kleine gefrituurde inktvisje, andere visjes, verschillende soorten ham en de kaas waar Fuerteventura om bekend staat. In o.a. Betancuria, in het noorden van het eiland, worden de  traditionele majoreros (zo heten de huidige bewoners van Fuerteventura) producten gemaakt in allerlei variëteiten. Deze kaas is van geitenmelk gemaakt van jong en zacht, oud en stevig of gerookt. Van de jonge kazen is de korst wit, van de rijpere kazen meestal gelig. Soms worden belegen kazen ingesmeerd met gofio, olie of paprikapoeder om ze langer te kunnen bewaren. Je eet deze kaas als broodbeleg, als voorafje in een salade of als borrelhapje met wat olijven of olijfolie. Na afloop krijgen we nog een gratis likeurtje. Jammer dat we de naam niet hebben verstaan.Haven
De reden waarom we niet voor de haven hebben gekozen is omdat er, volgens de berichten, doorgaans onvoldoende plek is voor plezierjachten. Er een hoge heuvel tussen de haven en het centrum bevindt waardoor je zeker 30 minuten moet lopen, geen winkeltjes o.i.d. zitten. Niet wat je noemt een aantrekkelijk haven.

Voorbij de vuurtoren zoeken we een mooi plekje uit om het anker te laten vallen. Het lukt ons om relatief dicht bij het strand te ankeren, maar blijven wel op gepaste afstand van enkele drijvende bolletjes. Deze geven de grens aan van het zwemgebied en zoals later blijkt worden sommige bollen ook gebruikt worden voor de diverse toeristische boten. Vlakbij ons komen tweemaal per dag een drietal grote catamarans vol met toeristen een half uurtje liggen en een zogenaamde “glassboat”. Surfers en jetski’s blijven op afstand. Een aantal kleine vissersbootjes komen af en toe langs gevaren. Vanuit de haven maakt de “Piratenboot” zijn toertje en ook zien we een aantal keren de grote veerboot uit de haven vertrekken. De rest van de tijd liggen we hier heerlijk alleen.

Doordat het water zo helder is kunnen we het anker goed zien liggen. Ons ankerbolletjes zat verstrengelt om de ankerketting heen dus die moest even ontward worden. Warm zonnig weer, wit strand, helder water en een mooi uitzicht. We kunnen heerlijk zwemmen en snorkelen. Ook waag ik het om naar het strand te zwemmen, dat is toch zeker 100 meter. Terug hoef ik niet het hele eind te zwemmen, want Fred komt me al ophalen met de dinghy en dan laat ik me lekker voortslepen.We krijgen hier wel een soort Pre-Caribisch gevoel van.
We gaan tweemaal met de dinghy naar het stadje toe. De eerste keer gaat alles vlekkeloos en houden we het droog, de branding valt nogal mee. Maar helaas de tweede keer gaat het goed mis. Er is die dag een branding met behoorlijk hoge golven. De heen weg is totaal geen probleem. We doen enkele boodschappen (in een redelijke waterdichte rugzak) en voordat we met de dinghy terug gaan nemen op een terrasje nog iets te drinken. We kijken uit over de zee en zien nu heel goed hoe hoog de golven zijn. Dat wordt nog wel een klus om met de dinghy door de branding heen te komen, want ze rollen met hoge snelheid het strand op. We kijken de situatie eerst even goed aan en denken dat het op een gegeven moment wel kan. Fred stapt in de dinghy om te roeien en ik zet af. Maar ineens komt er een grote golf en word ik door de onderstroom onderuit gehaald. Fred wordt gewoon gelanceerd uit de dinghy. Door de kracht klapt de dinghy tegen ons beide aan wat achteraf gezorgd heeft voor schaafwonden en beurse plekken, maar gelukkig niets blijvends. Mijn ruggetje heeft het goed kunnen opvangen. We gaan koppie onder en slepen de dinghy terug het strand op. Nog bedankt voor de hulp strandgangers! Niet dus he, kijken maar niet helpen. We komen eerst een beetje bij, laten het water uit de dinghy lopen en proberen het nog een keertje. Deze keer roeit Fred, duw ik hem en de dinghy door de golven en zwem vervolgens achter de dinghy aan. Het gaat goed. Bekaf en drijfnat klimmen we even later aan boord en zijn vervolgens nog een uur bezig om al het zand uit onze kleding, ons zelf en de dinghy te spoelen. Zelfs de volgende dag komt er nog zand uit mijn oren. Dus wanneer iemand zich nog afvraagt wat we zoal doen op een dag………….Maar………we kunnen er, ondanks de pijn, nog om lachen. Misschien staan we straks wel op You Tube, want er was genoeg publiek op het strand, wie weet!
Op de laatste dag gaan we naar de Turtle Nursery, een opvangcentrum bij de Marina van Morro Jable. Het is van maandag t/m vrijdag van 10:00-13:00 uur open en is de toegang is gratis. Een donatie is zeer gewenst! Het centrum is een initiatief om de waterschildpadden terug te krijgen op Fuerteventura. Op een kleine oppervlakte staan een aantal kweek bassins, waarvan de toerist er maar twee mag bekijken. Hierin zwemmen een aantal grote Loggerhead waterschildpadden (op dit moment 7 jaar oud) rond. Het is een opvang voor zwakke schildpadden en jonge schildpadden groeien hierop totdat ze uitgezet kunnen worden. Een andere medewerker maakt foto’s (met ons toestel) van een aantal andere bassins waar we niet zelf mogen kijken. Wel jammer overigens. Een kort bezoekje, maar wel leuk. Nu moeten we alleen nog even de hele heuvel over om weer bij het strand te komen. Maar we hebben wel een prachtig uitzicht over de baai en onze Pegasus.

Morgen gaan we naar het volgende eiland, Gran Canaria.

Lobos – Pozo Negro – Gran Tarajal (Fuerteventura)

Het is een mooie zonnige dag wanneer we van het eiland Lobos vertrekken richting Pozo Negro. Helaas is er vandaag geen wind en zullen we de 27 Zeemijl op de motormoeten doen. We varen langs de oostkust van Fuerteventura.

Algemene info
Fuerteventura is het op één na grootste eiland van de Canarische Eilanden. Ook hier is weer duidelijk te zien dat dit eiland een vulkanische oorsprong heeft. Een glooiende landschap waarbij je op veel plekken kunt zien hoe de lavastromen de heuvels en bergen gevormd hebben. Er is weinig groen en de natuur is vrij saai en dor, maar toch heeft het meerdere natuurparken, zoals het uitgestrekte Parque Natural de Corralejo. Duizenden jaren aanvoer van kleine beetjes Saharazand vanuit Afrika hebben gezorgd voor vele tientallen vierkante kilometers aan zandduinen (konden we goed zien vanaf eilandje Lobos). Door de parelwitte stranden en felblauwe zee wordt Fuerteventura ook wel de Caribbean van Europa genoemd. Het is vrijwel het gehele jaar boven de 20 graden en het eiland heeft de meeste zon uren van Europa. Door haar verfrissende wind is het eiland erg populair onder kitesurfers.

Je ziet duidelijk een verschil tussen Lanzarote en Fuerteventura, weinig dorpen en zeer eentonig landschap met kleine zwarte strandjes. Er zijn relatief weinig havens die je kunt aandoen, maar wel een aantal ankerplekken. We gaan voor de baai bij Pozo Negro, die nog enigszins beschut ligt bij bepaalde wind. Maar de weersverwachting gaf aan dat de wind zou gaan draaien naar het oosten en dan is dit niet zo’n gunstig liggen. We gooien het anker uit en dan blijkt al gauw dat we hier geen internet bereik hebben. De baai ligt precies tussen twee heuvels.

We hopen bij één van de twee restaurantjes in het kleine dorpje (echt klein) wel bereik zullen hebben. Daarom de dinghy maar te water, wat toch een heel gedoe is zeker nu ik weer een beetje last van mijn rug heb. Dinghy te water, BB bevestigd en op weg naar het strandje. Sinds enige tijd hebben we wieltjes onder de dinghy zodat we deze makkelijker het strand op te kunnen trekken. Dit zal de eerste keer worden dat we dit in de praktijk uitproberen. Het is een kiezel strandje met mooie glad gestreken zwarte stenen op zwart zand.  De landing lukt en het is even wennen, maar het gaat al een stuk makkelijker. Er blijkt maar één restaurantje open te zijn en deze heeft dus geen internet bereik. Nee zegt de ober; “De hele baai heeft geen internet”. We zitten hier wel lekker op het terrasje, doen ons tegoed aan paar biertjes met tapasjes. Dit is toch wel een bijzonder goed leven! Verder is er niet veel te beleven in dit dorpje. Dan is het tijd om terug naar de boot te gaan en probeer dan maar eens met een paar biertjes op de dinghy door de brandig heen te krijgen. Nee, dat is dus niet zo’n succes. Resultaat allebei nat en een plons water in de dinghy. Terug op de boot spoelen we de nat geworden kleding uit en hangen die aan een waslijn op. Althans dat was de bedoeling. Door de hevige schommelingen die de golven maken, verliest Fred zijn evenwicht, glijdt uit en hangt even later achterover met zijn lijf over de railing. Met enige moeite krijg ik heb weer binnenboord gehesen. Zijn benen zien er aardig geschaafd uit en waarschijnlijk zal hij nog wel wat spierpijn krijgen in de loop van de dagen. Mede omdat er geen internet is en we dus ook geen laatste berichten kunnen binnen halen over het weer besluiten we om de volgende dag weer te vertrekken.

2017-04-26 Pozo Negro – Gran Tarajal (Fuerteventura)
We hebben de hele nacht liggen rollen op de golven en daardoor slecht geslapen. Ik heb het gevoel dat ik nacht in een wasmachine heb doorgebracht! We zijn blij dat we weer verder gaan en gelukkig is het niet ver, maar 12 Zeemijl. Er is nauwelijks wind, dus wederom op de motor. In Gran Tarajal zoeken we de haven op en hopen hier minder last te krijgen van de oceaangolven. Deze zeedeining, is een door wind gegenereerd golfpatroon aan het wateroppervlak van de oceaan en wordt ook wel “Swell” genoemd. Dit is een veel voorkomend verschijnsel bij de Canarische Eilanden.

Algemene Info
Gran Tarajal is één van de grotere plaatsen op Fuerteventura. De stad dankt haar ontwikkeling aan het feit dat hiervandaan vroeger de tomaten van het eiland geëxporteerd werden via de haven. Deze rol is inmiddels overgenomen door Puerto del Rosario. Tegenwoordig is Gran Tarajal een vrij relaxte plaats waar vooral locals komen om lekker uit te eten en te genieten van het strand. Je ziet hier niet zo veel buitenlandse toeristen.
Het strand van Gran Tarajal is een zandstrand dat bestaat uit het vaker op de Canarische Eilanden voorkomende zwarte zand. De kleur van het zand komt door de vulkanische oorsprong. Het strand is breed en loopt langs heel het centrum. Langs het strand ligt een wandelpromenade met daarlangs meerdere restaurants, cafetaria’s en ijssalons.

Haven
Deze ligt voorbij het strand en het stadje. Zodra we een plekje gevonden hebben, worden we benaderd door een bewaker van de haven die ons mededeelt dat we de papieren moeten invullen bij het havenkantoor. Het havenkantoor is een eind lopen vanaf de bezoekerssteigers, waar ook douches zijn. Uiteraard zijn de faciliteiten voor de heren weer meer dan voor de dames. Water en stroom op de steiger, maar geen WIFI.  We betalen voor twee nachten omdat we nog niet precies weten of we langer zullen blijven. Het is een relatief goedkope haven, we waren voor 2 nachten maar € 29,00 kwijt. Er schort wel het één en ander aan het onderhoud van deze haven, steigers die kapot zijn en wateraansluitingen die niet werken. Ook de douches waren niet warm!

Wat hebben we zoal gedaan?
Hebben wasjes gedraaid en de boot beetje schoongemaakt. Natuurlijk het stadje bekeken, boodschappen gedaan en lekker gestruind bij één van de Chinese winkeltjes. Bij de dierenarts c.q. winkel (deze zit aan de boulevard) hebben we weer de juiste droge brokken voor Kit kunnen kopen. Er is ook een groot park waar o.a. een Senior Playground is. Wat moet ik me hierbij voorstellen? Een hangplek waar ouderen elkaar kunnen ontmoeten? Een skatebaan voor rollators? Het is in ieder geval wel grappig. Verder is het een beetje saai stadje, alleen aan de boulevard bevinden zich leuke restaurantje met zicht op het brede zwarte strand. Er staan palen met zonnepanelen, waarbij je via een USB aansluiting je mobiel kunt opladen. Wel bijzonder zijn de muurschilderingen die er gemaakt zijn op zijkanten van de gebouwen. Geen wand is onbenut gebleven. Helaas heb ik hier niet erg veel foto’s van kunnen maken. We hebben een Chinees restaurant  “Oso Panda” ontdekt, waar we heerlijk gegeten hebben. Eindelijk weer eens iets anders. Uiteindelijk hebben we veel teveel gegeten en wandelen met een volle buik terug naar de haven. Hier kunnen we weer even op teren! We zijn hier uiteindelijk toch 4 nachten gebleven. Omdat we nog twee nachten moeten betalen gaat Fred naar het haven kantoor, maar helaas het is gesloten. Fred doet nog 3 maal een poging, maar elke keer is er niemand aanwezig. Blijkbaar vinden ze het niet zo belangrijk dat er betaald wordt. We laten het hier maar bij, we hebben ons best gedaan.

Graciosa – Lobos

Een zucht van verlichting, de startmotor doet het! We kunnen weer verder en laten het eiland Graciosa achter ons. We besluiten om langs de westkust van Lanzarote zuidwaarts naar Isla de Lobos te zeilen. Het is nog niet zo warm, beetje bewolkt en er is 5 a 6 knopen wind, maar we zeilen weer! We hebben 43 Zeemijl voor de boeg, dus een vol dagje zeilen. Lobos ligt ten noorden van Fuerteventura. Aan deze kant van Lanzarote zie je minder dorpen m.u.v. El Golfo, waar we eerder met de auto zijn geweest. Een waar paradijs voor surfers. Naarmate de dag vordert, stijgt de temperatuur en kunnen we lekker genieten van het zonnetje. We hebben genoeg stroom en bakken een heerlijk vers broodje met de broodbakmachine. Jammie, een vers broodje met roomboter!

Algemene info
Isla de Lobos is een onbewoond, 6 km² groot eiland op drie kilometer ten noordoosten van Fuerteventua. Ontdekkingsreizigers en Spaanse soldaten landden op het eiland vanaf het begin van de 15de eeuw. Ze troffen er een kolonie monniksrobben (‘zeewolven’) aan die een makkelijke prooi bleken te zijn voor de hongerige avonturiers. De onfortuinlijke robben schonken het eiland wel zijn huidige naam. In 1865 werd de vuurtoren gebouwd op de Punta de Martino. Sinds 1982 maakt het eiland deel uit van het natuurpark ‘Parque Natural Dunas de Correlajo-Isla de Lobos’ en geniet het een beschermde status.  In het noorden van het eiland komen meer dan 130 verschillende plantensoorten voor en de rotswanden bieden een onderkomen aan verschillende soorten zeevogels. Aan de westkant bevindt zich een vulkaan waarvan één kant is ingestort. Aan oostkant bevindt zich een haventje waar de boten kunnen aanmeren. Het eiland heeft geen vaste bewoners meer sinds 1968, toen de vuurtorenwachter met zijn gezin het eiland verliet. Er zijn bevinden zich maar enkele huizen, waaronder twee restaurants voor dagjestoeristen, in El Puertito, het enige plaatsje op Lobos. Hier meren ook de veerbootjes aan.

Een element waar je wel rekening mee moet houden is de wind, die lokaal vrij sterk kan zijn. Niet voor niets dankt het eiland haar naam aan de vrijwel altijd aanwezige passaatwind (‘fuerte ventura’ = sterke wind). Deze is vooral merkbaar wanneer we rond de punt varen richting het eilandje Lobos. Er passeert een grote “schoenendoos”, zoals we de grote passagiersboten noemen. Vlak voor het eiland zeilen we tussen de kite surfers door naar de ankerplek. Maar we hoeven niet te ankeren, want tot onze verrassing liggen hier een tiental moorings. Fred en ik zijn zo goed op elkaar ingespeeld dat we in één keer de mooring oppikken en aanleggen. Aan de overkant ligt het eiland Fuerteventura met de grote plaats Correlajo. Vanuit deze plaats is het een komen en gaan dagjes boten, zoals grote catamarans met schreeuwende muziek en toeristen die even mogen spartelen in het water. Gelukkig verdwijnen deze boten aan het einde van de dag en hebben we het rijk alleen. De volgende dag waarschuwt een bemanningslid van één van de catamarans dat onze mooring niet veilig zou zijn. Wij maken ons niet al te veel zorgen, we hebben er tenslotte al één nacht opzitten en niets gemerkt. Ook zetten we altijd het ankeralarm aan. We bedanken hem vriendelijk maar blijven gewoon liggen. Het water is hier super helder en er zwemmen hele grote scholen vissen rondom de boot. Wanneer we even later gaan zwemmen, tussen alle vissen door, kijken we meteen met onze duikbril even onder water of onze mooring goed vast ligt. Onze mooring heeft niet zo groot stuk beton op de bodem als de andere moorings, maar het ik voor onze boot zwaar genoeg. Geen probleem! We blijven hier twee nachten rustig aan de mooring liggen en kunnen weer genieten van een mooie zonsondergang.

Arrecife (Lanzarote) – Graciosa

Bij terugkomst uit Nederland wil ik eigenlijk niets liever dan meteen vertrekken. Het is nog niet eens 12:00 uur en de temperatuur is al behoorlijk hoog. Fred heeft alle voorbereidingen om te kunnen vertrekken al gedaan en moet alleen nog maar even het laatste havengeld te betalen. We starten de motor en alles loopt weer zoals het hoort, gelukkig maar! Omdat er bijna geen wind is, wordt het op de motor varen naar het eiland Graciosa. Het is ongeveer 27 Zeemijl varen. Bij ons vertrek uit de haven werpen we nog een blik op de beelden (mannen op paarden) die in het water staan. Eindelijk weg uit Arrecife! We varen langs het eiland Lanzarote richting het noorden, tegen de wind in.

Algemene info
De Canarische Eilanden bestaan uit zeven grote eilanden en zes kleinere eilandjes. Isla Graciosa Spaans voor De bevallige)  behoort tot de kleinere eilandjes en ligt ten noorden van Lanzarote. Tussen Lanzarote en Graciosa ligt de zeestraat El Rio. Het eiland is onderdeel van het natuurpark van de archipel Chinijo ten noorden liggen nog een aantal kleinere eilandjes die onbewoond zijn. Graciosa werd vroeger veel door piraten gebruikt voor het begraven en opgraven van schatten. Het eiland, dat nagenoeg volledig bestaat uit vulkanische gesteenten en zandvlakten, heeft maar 700 inwoners en deze mensen wonen in de hpoofdplaats Caleta del Sebo en ‘s zomers ook in Casas de Pedro Barba. Toerisme is de belangrijkste bron van inkomsten en daarnaast is er enige visserij. Bij het zuidoostelijke Caleta de Sebo is een haven met jachthaven en bar/restaurant. Op het eiland is het gebruik van motorvoertuigen verboden voor wie geen vergunning heeft. Er zijn geen natuurlijke bronnen voor water, daarom wordt dit met een pijpleiding vanuit Lanzarote aangevoerd. De bergen op het eiland bevinden zich in het noordelijke en het westelijke deel en de hoogste berg is de vulkaan Las Agulas met een top van 266 m. Langs grote delen van het gehele eiland zijn stranden aanwezig.

Zodra we de zeestraat El Rio in varen moeten we goed op de rotsen letten. In het zuiden is één baai bij een mooi uitgestrekt strand waar geankerd mag worden. Je dient hier officieel een vergunning voor aan te vragen van te voren. Wil je de haven in, dien je dit ook van te voren te reserveren. De papieren hebben we een paar weken geleden ingevuld in de Marina van Arrecife, deze werden vervolgens gefaxt naar het eiland voor goedkeuring.We hebben nooit meer iets gehoord. In de praktijk blijkt dat je dit eigenlijk niet nodig hebt, er wordt veelal niet gecontroleerd. Wanneer we de baai invaren zien we nog een aantal bootjes liggen.

De komende dagen brengen we luierend, lezend en (ik) hakend door. Het weer is nogal wisselend, van zeer zonnig met hoge temperaturen tot wat bewolktere dagen. In ieder geval een mooie plek om tot rust te komen. Na vijf dagen willen we weer vertrekken naar het volgende eilandje. Maar op het moment dat we de motor willen starten, gebeurd er niets………..De startmotor doet het (weer) niet. Dit euvel hebben we in Rabat(Marokko) ook gehad en toen is deze door een monteur gerepareerd. Na verschillende pogingen geven we het op. We zullen de oude reserve startmotor moeten opzoeken en monteren. Helaas wisten we niet precies waar deze zich bevond, alles was genoteerd, behalve deze. Balen dus weer! Allereerst halen we de “werkkooi” leeg om vervolgens tot de conclusie te komen dat de startmotor daar niet ligt. Maar goed nu we toch alles er uit hebben, proberen we de boel vervolgens ook maar weer wat economischer in te ruimen. Vervolgens moet de “logeerkooi” leeggehaald worden en de startmotor wordt gelukkig gevonden. Nu maar hopen dat deze wel werkt! Ook de “logeerkooi” wordt weer wat beter ingericht. Fred duikt weer de motorruimte in en na enige tijd sleutelen proberen we wederom te starten.

Met een zucht van verlichting, want hij doet het!!! Morgen gaan we verder en hopen dat hij het dan ook nog doet.

Weekje naar Nederland

Nog even douchen, ontbijten, de laatste dingen in de koffer doen en ik ben klaar voor vertrek. Fred brengt me naar de taxi. Een laatste kus, een zwaai en ik ben op weg naar de luchthaven. Met een raar gevoel zit ik in de taxi, het is lang geleden dat Fred en ik zonder elkaar geweest zijn. Ik ben ruimschoots op tijd en loop meteen door naar de douane. Daar gaat het niet zo soepel, ben ik even vergeten dat alle elektronica apart in een apart bakje gelegd moet worden, zucht! Wederom door de scanner! Bovendien ging het poortje 3x piepen, moet ik ook nog gefouilleerd worden en dan blijkt dat het piepen door mijn beugel BH komt, zucht! Wil ik daarna doorlopen, word ik tegen gehouden en moet ik ook nog even op drugs getest worden. Ze halen een strookje langs mijn handen, rugzak en koffer, na controle mag ik eindelijk doorlopen. Goed begin! Daarna stop ik alles wat ik nodig heb onderweg in mijn rugzak en doe de koffer met de cijfercode op slot. Ik moet nog een klein uurtje wachten totdat de gate bekend is en koop een broodje en een flesje water. Op dat moment wil ik nog iets in mijn koffer stoppen en krijg het cijferslot met geen mogelijkheid open. Het kon niet aan de code liggen, die had ik toch echt goed. Ik probeer de meest voor de hand liggende cijfercombinaties in de buurt, maar geen enkele doet het. Het zweet breekt me al uit. Zit ik hier op een bankje, met voor mijn gevoel een knalrood hoofd, te proberen een koffer open te krijgen. Straks denken mensen nog dat ik deze gestolen heb en hem nu probeer open te krijgen. Zal je net zien dat ik in Amsterdam er uit gepikt wordt voor controle en dan kan ik niet eens aantonen dat deze koffer van mij is! Ik leg aan een dame bij een balie uit wat er is gebeurd en vraag of dit een probleem zou kunnen zijn. Volgens haar niet. Achteraf blijkt dat elke luchthaven dit soort koffers altijd open kunnen krijgen, zonder het stuk te maken! Ik heb een XL stoel geboekt bij de nooduitgang van de vleugel. Het blijkt dat ik 3 stoelen voor mij alleen heb. Van de steward mag ik mijn koffer naast me leggen om te proberen het slot open te krijgen. De vlucht duurt ruim 4 uur, dus vervelen zal ik mij nu niet! Na een hopeloos aantal pogingen springt het cijferslot open. ZUCHT! De koffer doe ik dus nooit meer op slot! De rest van de vlucht verloopt gelukkig rustig. Laat dit geen voorbode zijn voor de rest van de week! Later blijkt dat door een beweging van de koffer (draaien van de wieltjes) het cijferslot waarschijnlijk anders ingesteld is. We landen een half uur vroeger dan gepland, wat meteen mooi uitkomt. Ik wil mijn mobiel weer aanzetten en ben ik mijn nieuwe pincode van het Spaanse simkaartje vergeten. Sukkel die ik ben! Na 3 pogingen wordt deze geblokt en heb ik de Puk code nodig en die heb ik natuurlijk niet bij me! Dan wil ik mijn Spaanse simkaartje uit mijn mobiel halen, maar krijg mijn mobiel niet open. Ik schiet een willekeurige man aan die me wel wil helpen. Gelukt, nu kan ik tenminste weer bellen met mijn Nederlandse simkaartje.
Mijn beide kinderen wonen in Amsterdam en wanneer ik door de uitgang wandel staan mijn Steven (mijn oudste zoon),  Mylene (schoondochter) en mijn kleindochter Bobby al op mij te wachten. Bobby heeft een echte Hollandse ballon met welkom erop in haar handen. Wat is dat leuk en zo fijn om ze weer even lekker vast te kunnen houden! Vanavond zie ik mijn jongste zoon Vincent met zijn vriendin Qin. Ik ga volop genieten van deze dagen.

Tijdens mijn rondje Nederland probeer ik zoveel mogelijk familie en vrienden te zien. Natuurlijk kan ik niet bij iedereen langs gaan, daar is de tijd te kort voor. Wellicht de volgende keer!

Het valt me wel meteen op hoe druk het is in Amsterdam, maar misschien ben ik dit wel een beetje ontwend. Goed dat ik een spijkerbroek en warme trui aan heb gedaan, want het is echt koud in Nederland. Volgens het nieuws is het zelfs kouder dan het was met Kerst!  Het wordt een druk weekje waarin ik veelvuldig gebruik zal maken van taxi’s en het openbaar vervoer. Gelukkig heb ik nog de OV-chipkaart en is het een kwestie van deze opladen.  Mijn rondje in 7 dagen: Amsterdam – Leiden –  Den Haag – Leiden – Zaandam – Hoorn – Amsterdam – Arrecife. Niet iedereen is op de hoogte van mijn komst naar Nederland en daardoor kan ik een aantal van mijn beste vriendinnen heerlijk verrassen. Alleen hun wederzijdse echtgenoten zijn op de hoogte. Niets leukers dan een stel verbaasde koppen te zien wanneer je ineens voor hun neus staat.

Hoe is deze week verlopen?
Warm onthaalt, geknuffeld, bij gepraat, gelachen, gehuild, ontspannen voor de open haard en een leuke film, veel gepraat, naar de speeltuin met mijn kleindochter Bobby, Engelse drop voor Fred, kaas en kleding gekocht. Genoten van lekkere maaltijden en heerlijke Paasontbijtjes. Ik heb mezelf verwend met boterhammen met vruchtenhagelslag, een TomPoes en allerlei andere lekkere dingen. Hierdoor ben zeker een paar kilo aangekomen, maar het was de moeite waard. Het is bijna een jaar geleden dat we uit Nederland vertrokken zijn, maar wanneer ik op de bank bij familie en vrienden zit, lijkt het alsof ik daar net nog geweest ben. Alles voelt vertrouwd. Aan de andere kant kijk ik naar het platte, groene landschap wanneer ik in de trein zit en voel me bijna een toerist in “eigen“ land. Wat wel een dingetje blijft, is het elke keer weer opnieuw afscheid moeten nemen van familie en vrienden! Dat is de keerzijde van onze manier van leven.

Dan is de tijd om naar “huis” te gaan. De taxi brengt me in alle vroegte, om 5:00 s ’morgens, naar Schiphol. Deze keer gaat alles moeiteloos en niet veel later zit ik op bijna de zelfde plek in het vliegtuig terug naar Arrecife (Lanzarote). Zodra we geland zijn stuur ik Fred een berichtje dat ik er aan kom en bij de Marina staat hij me al op te wachten. We zijn zo blij om elkaar weer te zien! Voor mij was het minder moeilijk, ik werd een beetje geleefd, maar voor Fred was het vreemd om een weekje zonder mij te zijn. Moe van deze toch best wel intensieve week, keer ik zeer tevreden terug op de boot.
Hoe het met Fred gegaan is, kun je in een volgend blog lezen.

Lanzarote – Pech in Arrecife

PECH
Zaterdagochtend is de wind zover afgenomen dat we eindelijk, na één maand alweer in deze haven gelegen te hebben, vertrekken naar het klein eilandje Graciosa. Gisteren hebben we al zoveel mogelijk voorbereid. De laatste verse boodschappen gedaan, beetje binnen opgeruimd en de boel schoongemaakt. De boot afgespoeld, want de laatste weken bracht de wind een hoop rood/bruin fijn zand mee aan boord. De ruiten gezeemd en de route bepaald, we zijn er helemaal klaar voor.

Ik haal s ’morgens nog even een aantal verse stokbroodjes en lever de sleutels in bij het haven kantoor. We gooien de lijnen los en de wind drijft ons langzaam de box uit. Op het moment dat ik iets wil draaien en een beetje gas wil geven, gebeurd er niets. En met niets bedoel ik dus echt niets. De motor draait, maar de schroef doet niets. We drijven langzaam, gelukkig dat er nu zo weinig wind is, naar de andere steiger toe. We kunnen niets anders doen dan een beetje bijsturen met behulp van de boegschroef. Zeilers aan de overkant vangen ons op en we weten de boot daar in een box neer te leggen. Het ziet er naar uit dat de keerkoppeling losgelaten heeft van het motorblok. Fred duikt in de motorruimte en ziet al gauw dat in ieder geval één bout is afgebroken en een andere is gaan jutteren waardoor het gat te groot is geworden. Ik wandel maar naar het havenkantoor en vertel dat we nu een boxje zijn verplaatst omdat we pech hebben met de motor. Carlos, de havenmeester komt ook even kijken en geeft wat onzinnig advies. Is er een monteur aanwezig? Nee, want het is zaterdag! Het wordt dus wachten tot maandag!
In de loop van de dag komt Mark ook langs en niet veel later liggen de beide heren in de motorruimte de boel te bekijken. Met zwarte handen komen ze weer tevoorschijn. Er zijn meer problemen, één van de motorsteunen is afgebroken en de andere is verbogen. Verder lekt er iets van diesel of olie. Dit gaat wel iets langer duren vrezen we. Ondertussen kunnen we niets anders doen dan de keerkoppeling verder losmaken en de schade opmaken. Er wordt driftig gespeculeerd en met derden (vader van Mark) overlegd. Er zal op z’n minst nieuwe schroefdraad getapt moeten worden voor de twee bouten. Het ziet er vooralsnog naar uit dat het binnenwerk van de keerkoppeling geen schade heeft.

We balen erg dat we niet weg kunnen en moe zitten we ‘s avonds op de bank. Natuurlijk hebben we alle tijd, maar we willen graag verder. De enige die zich nergens iets van aantrekt is Kit, die ligt lekker lui op ons Marokkaanse Berber kleedje.

Maandag gaan we meteen op zoek naar een bedrijf dat in de keerkoppeling nieuw schroefdraad kan tappen en kopen ook nieuwe bouten voor de motorsteunen. Woensdag kan deze weer opgehaald worden.

Balend zit ik op de bank, kan verder weinig doen aan het hele motor gebeuren. Dan zegt Fred ineens: “Waarom vlieg je morgen niet voor een paar dagen naar Nederland”. Ik ben een beetje overrompeld bij dit idee, maar al gauw ga ik op zoek naar vluchten. Een paar uur later heb ik een vlucht bij EasyJet geboekt, het wordt een weekje, dat is goedkoper. Nu moeten we nog even op zoek naar een koffer die geschikt is als handbagage. Bij elke luchtvaartmaatschappij zijn hiervoor de afmetingen weer anders, lekker handig is dat. In de stad vinden we een mooie paarse koffer die ik dezelfde avond vul met spulletjes voor één week. Nu rest me alleen nog om mijn familie en vrienden op de hoogte brengen dat ik naar Nederland kom. Het is een heel geregel en ben de rest van de avond aan het WhatsApp-en en sms-en om mijn weekje “couchsurfing” rond te krijgen. Maar het is gelukt! Nog even mijn boardingpas uitprinten en ik ben er helemaal klaar voor! Morgen laat ik Fred voor één hele week alleen. Hij kan dan in alle rust aan de motor werken om deze weer in orde te krijgen. Wordt vervolgd!

Lanzarote – Arrecife deel 5

Laatste week op Lanzarote
Op een zeilreis zoals de onze ontmoet je vele zeilers en vaak ook meerdere keren. De laatste keer dat we Mark en de “Windharp” zagen was in Portimão. Nu zijn wij niet de enige die het leuk vinden dat we Mark weer zien, want FRITZ ging helemaal uit zijn dak toen hij hoorde dat DIL de KROKO weer in de buurt was. Weken had hij last gehad van liefdesverdriet en kon een hereniging dus niet uitblijven. Het werd gelijk een romantische fotosessie!

De nieuwe motor voor Marks boot is gearriveerd en zijn boot moet verplaats worden naar de kade van de werf. Een hijskraan zal de volgende ochtend de motor in de boot laten zakken. Er staat nog steeds een hele harde wind, maar met vereende krachten lukt het om de boot naar het begin van de steiger te verleggen. Op het moment dat we de boot van daaruit naar de kant van de werf willen trekken, komt de “baas” van de werf op hoge poten aan zetten. Hij wil niet dat dit nu gebeurd, maar pas morgenochtend. Met wat heen en weer gepraat wordt er overeengekomen dat er de volgende ochtend hulp van zijn de werf zal zijn. Wonder boven wonder staan ze zelfs om 9:00 uur al op de kant klaar om te helpen. Dit is beslist niet de meest vriendelijk werf, ze doen erg moeilijk wanneer we het terrein van de werf op willen om Mark te helpen. Om 12:00 uur zit de motor er in en ligt zijn boot weer aan de steiger. Mark is erg opgelucht en kan nu aan de slag om de boot weer vaar klaar te maken.

 

Ik bak weer eens ouderwetse Hollandse pannenkoeken met spek en met de allerlaatste beetje Hollandse stroop. Hierna hebben we nog één pak pannenkoekenmix, maar dan zullen we het helaas zonder stroop moeten stellen.

Als alles goed gaat neemt de wind een stuk af het komende weekend en zullen wij uit Arrecife vertrekken om naar het eiland Graciosa te zeilen en daar voor anker te gaan.

Lanzarote – Arrecife deel 4

De haven
De douches waren in de eerste week lekker warm, maar daarna wisselde het per dag. De ene dag was het warm tot zelfs erg heet en de andere dag weer koud. Een aantal keren heb ik hier melding van gemaakt bij het havenkantoor, maar zonder resultaat. Maar waar maak ik me eigenlijk druk over? In de toekomst zullen we nog wel op plekken komen waar helemaal geen water of warm water te verkrijgen is. Maar toch, nu het wel mogelijk is en het werkt niet, dan is dit toch een puntje van ergernis. Zeker omdat je ook voor deze faciliteit dik betaald.

Onderhoud boot
Mark zien we met vaste regelmaat, bij ons of bij hem aan boord. Hij kan goed duiken en heeft een professionele duikuitrusting aan boord. Op een dag is hij bezig bij de boot van Peter, om de onderkant van de boot te controleren op eventuele schade en om de anode te vervangen. Dat lijkt ons ook wel een goed idee.

Hij duikt de eerste keer om alles te controleren en de tweede keer om aan de slag te gaan. Hij constateert dat de anode nog goed is. De bodem van de boot ziet er dankzij de antifouling Intersleek Pro van International Paint heel goed uit en is gemakkelijk schoon te maken. Maar het stuk bij de boegschroef, de tunnel van de boegschroef en de buitenzijde van het gat, dat lijkt wel een mosselbank volgens Mark. Tijdens het verwijderen van alle mossels, zwemmen tientallen kleine visjes om hem heen. Gratis maaltijd!Toen de boegschroef geplaatst werd, konden we niet aan deze antifouling komen en nu is duidelijk zichtbaar wat het verschil is tussen de “gewone” en de Intersleek antifouling. In 2008 is deze er voor het eerst opgezet en in mei 2013 nogmaals 2 extra lagen. Met dank aan Dennis Tuijnman, salesmanager retailmarket at International Paint, die dit toen mogelijk gemaakt heeft (zie ook blog van 10 mei 2013). We zijn super blij dat het er na zoveel jaren nog zo uit ziet. We bedanken Mark voor zijn inzet en hopen dat hij in de nabije toekomst nog vaker ons pad zal kruisen. Niet alleen gezellig, maar altijd handig een goede duiker te kennen!

Kit
Onze arme Kit, die is zo geschrokken van zijn zwem avontuur dat hij nog steeds niet van boord is geweest. Het is alweer een paar weken geleden. Soms staat hij wat vertwijfeld bij het open stuk in de railing naar de steiger te staren. Maar er af gaan? Nee hoor! Hij schrikt ook wat meer van harde geluiden en is heel erg aanhankelijk. We hopen dat hij er geen trauma aan over gehouden heeft. Anders moeten we nog op zoek naar een katten psycholoog.

Overige
Af en toe gaan we uit eten en nemen dan vaak een aantal tapas en een flesje wijn (of meer). Maar voor de afwisseling zijn we in één van de restaurant in de Marina gaan eten, een Aziatisch restaurant met o.a. Chinese en Japanse gerechten. We hebben kleine Japanse voorgerechtjes gegeten en als hoofdgerecht geroosterde eend. Heerlijk eten! Ook ben ik verder gegaan met mijn haakproject voor mijn kleindochter Bobby. Het resultaat laat ik pas zien als het helemaal af is. Fred heeft weer lekker wat kunnen programmeren en we hebben de belastingen gedaan.

Lanzarote – Arrecife deel 3

2e rondrit
Om 9:00 uur s ’morgens staan we voor de deur van Rent a Car. Ditmaal is de dame achter de balie een stuk vriendelijker en geeft ons een gloednieuwe grijze Opel Corsa mee met 0 km op de teller. Ze vraagt ons of we bezwaar hebben dat hij een beetje vies is aan de buitenkant, anders moeten we een half uur wachten. Natuurlijk kan ons dat niets schelen en zo vertrekken we even later in een nog nieuw ruikende auto. Voor € 35,00 en voor € 10,00 aan benzine komen we een heel eind vandaag.

Wat maakt Lanzarote nu zo’n bijzonder eiland? Het is niet alleen de natuur, maar de combinatie met het werk van de beroemde kunstenaar César Manrique die je in allerlei vormen terug vindt over het gehele eiland. Tijdens de ontwikkeling van het toerisme is het behoud van het landschap centraal blijven staan. Men heeft geprobeerd het toerisme op een dusdanige manier te ontwikkelen op Lanzarote dat het unieke landschap daardoor zo weinig mogelijk aangetast zou worden. César Manrique heeft hier zeker een belangrijke rol in gespeeld. Zo is er ten eerste voor gekozen om het toerisme vooral in drie plaatsen te concentreren: Puerto del Carmen, Playa Blanca en Costa Teguise. Tevens is er bepaald dat gebouwen de vier verdiepingen niet zouden moeten overschrijden en dat er voornamelijk gewerkt wordt met lichte tinten. De voorkeur hierbij is wit met de typerende groene, bruine en blauwe ramen, deuren en kozijnen.

César Manrique (1919-1992) werd geboren in Lanzarote. Hij was schilder, beeldhouwer, architect en multidisciplinair kunstenaar. Studeerde in Madrid en exposeerde over de hele wereld. Vanaf 1962 keerde hij terug naar Lanzarote om hier tot aan zijn dood te verblijven. Vanaf dat moment begint zijn meest persoonlijke en ambitieuze project: hij gebruikt het eiland als doek voor zijn artistieke uitingen en verdediging van milieuwaarden. De liefde die hij voelde voor land en zijn overweldigende persoonlijkheid deden de rest In 1978 werd hij bekroond met de World Prize voor ecologie en toerisme. Bij de ingang van de bezienswaardigheden staan zijn kunstwerken gemaakt van ijzer.

We gaan vandaag het noorden van het eiland verkennen en zullen de volgende plekken aan doen: Arrecife – Jardin de Cactus – Jameos del Agua – Cueva de Los Verdes – Mirador del Rio – Museum de La Pirateria – Museum LagOmar (House of Omar Sharif) – Monumento al Campesino- Arrecife.
We volgen de LZ-1 richting het dorp Guatiza om het allerlaatste project van César Manrique te bezoeken, namelijk Jardin de Cactus. De tuin is aangelegd in een oude steengroeve en heeft meer dan 1400 soorten cactussen uit de hele wereld. Naast deze tuin staat een Gofimolen, deze lijkt op de molen uit de verhalen van Don Quichotte. (Gofio is een met molenstenen gemalen meel van geroosterde gerst, maïs en tarwe, donkerder van kleur dan gewone meel. Het is rijk is aan eiwitten, vezels, mineralen en vitaminen en een essentieel onderdeel van het Canarisch volksvoedsel en het wordt gebruikt als bindmiddel voor soepen en sauzen er worden verschillende typisch Canarische gerechten mee bereid). We zijn veel te vroeg, de tuin is nog niet open en we besluiten om verder te rijden. Aangezien we al heel veel cactussen hebben gezien en zeker nog wel te zien zullen krijgen.

Onze volgende stop is, Jameos del Agua, het eerste centrum voor kunst, cultuur en toerisme wat César Manrique gecreëerd heeft. Het entreegeld is € 9,00 pp.
Een vulkanische grot met een natuurlijk binnenmeer verlicht door de zon en er heerst een rustige bijna magische atmosfeer. De vulkanische tunnel zorgt voor een natuurlijk auditorium, Profiterend van het geluid worden er allerlei concerten en evenementen gegeven in deze een uniek omgeving. Het binnenmeer is het thuis van de zogenaamde albino kreeft, uniek in de wereld, maar helaas hebben we deze niet kunnen bewonderen. In de grot is een ruimte waar we, onder het genot van een kopje koffie en een Blue Berry cupcake genieten van de schoonheid van deze plek. Er is een prachtige palm- en cactustuin met een kunstmatig meer (soort zwembad, maar helaas mag je er niet zwemmen). Het Museum “Casa de los Volcanes” is één van de belangrijkste onderzoekscentra in de wereld en hier ontdekken we o.a. hoeveel verschillende soorten zand er alleen al op Lanzarote zijn.

We nemen de LZ-204 richting de Cueva de Los Verdes, een onderdeel van het zelfde ondergrondse gangenstelsel als de Jameos del Agua. De tour door de grot duurt 45 min, met een Spaans en (slecht) Engels sprekende gids en kost € 9,00 pp.
De naam heeft overigens niets met de kleur groen te maken, is afkomstig van de familie Verdes, die de grotten in privé eigendom hadden. De grot is ontstaan tijdens een prehistorische eruptie van de nabijgelegen vulkaan de Monte Corona en heeft een gangen- en grottenstelsel met een lengte van maar liefst 7 kilometer. Het is één van de interessantste fenomenen van het eiland. Onder begeleiding van een gids maken we een tocht van 2 kilometer, naar beneden en weer omhoog en dit vele malen. De route is voorzien van schitterende lichteffecten. De wanden en – soms behoorlijk lage – plafonds van de gangen zijn glad met kleine (niet scherpe) stalactieten van gestold lava. Bij herhaling zegt de gids om goed te bukken, maar toch stoot Fred zijn hoofd, volgende keer maar een petje opzetten! De temperatuur is aangenaam warm voor een grot, zo’n 18 graden maar wel vochtig. Het is voor mij de eerste keer dat ik in een “warme” grot ben. Kleine meertjes geven een optische ruimtelijk effect waardoor je denkt dat het heel erg diep is, maar in werkelijkheid spiegeld het plafond in het water. De overige 5 kilometer is het terrein van wetenschappers en niet toegankelijk voor toeristen, bovendien is een deel ingestort. Maar na afloop voel ik wel mijn kuiten van al het omlaag en omhoog lopen, maar het was indrukwekkend.

We rijden verder via de LZ-201 en LZ-202 om in het noordelijkste puntje Mirador del Rio, een uitkijkpunt te bezoeken. Entreegeld is € 4,50 pp.
Het heeft het mooiste uitzicht op de archipel Chinijo (8e Canarische Eiland genaamd) met als grootste eiland La Graciosa (hier willen we ook nog heen met de boot). Het groepje eilandjes, de heldere zee en de diepte van de klif geven een gevoel van ruimte en vrijheid. Het gebouw zelf is ook ontworpen door César Manrique. Perfect gecamoufleerd door de vulkanische rots van de omgeving. Het interieur is apart met zijn ronde, bijna organische vormen en maakt goed gebruik van licht wat door de koepels naar binnen komt. Zowel buiten als binnen kun je genieten van dit prachtige uitzicht.

We rijden weer een stuk verder en nemen de LZ-10 bij de plaats Haria. Na een zigzaggende weg komen we langs een bar- restaurant Los Helechos. Hoogste tijd om een hapje te gaan eten. Het is een simpel wegrestaurant, voornamelijk voor tourbussen, maar met een grandioos uitzicht! Fred doet zich tegoed aan een vol bord met Paella en ik krijg heel veel grote stukken kip en in de schil geroosterde aardappelen, een traditioneel gerecht van Lanzarote. Met een volle buik rijden we even later weer verder.

Bij de vroegere hoofdstad van Lanzarote, Teguise, is een museum de La Pirateria. Het is even zoeken, blijkbaar is het niet een top attractie voor het “grote” publiek. Het is gevestigd in het kasteel van Santa Barbara op de top van de berg Guanapay en na een slinger weggetje komen we boven op de heuvel aan. Een eenzame man in een klein hokje verkoopt ons de toegangskaartjes voor € 3,00 pp.
De positie van de Canarische Eilanden maakte ze een populaire tussenstop voor passerende schepen van en naar de Amerika’s, die hun vers voedsel en drinkwater op een van de zeven eilanden aanvulden. Dit op zijn beurt maakte ze een aantrekkelijk jachtgebied voor piraten tijdens de 15e, 16e en 17e eeuw. Het is wel duidelijk waarom ze vroeger dit kasteel op de rand van een krater hebben neergezet. Je kunt namelijk het hele eiland overzien en ieder schip dat aan land komt. Zo hadden ze in Teguise de tijd om zich te wapenen tegen de zeerovers, die in groten getale Lanzarote aanvielen. Het museum is een doolhof van gangetjes met een tentoonstelling over de geschiedenis van dit kasteel, interessant, maar een beetje kinderlijk opgesteld. En wat waren die Spanjaarden klein! Maar het uitzicht is weer fenomenaal.

We vervolgen de LZ-10 en komen bij de plaats Nazaret, waar het museum Lagomar gevestigd is. De toegang hiervoor is € 6,00 pp.
Hier wil ik heel graag heen omdat dit ooit de woning van de acteur Omar Sharif (1932-2015) is geweest. Omar Sharif was een Egyptische filmacteur en o.a. bekend van Lawrence of Arabia (1962) en Doctor Zhivago. Hij heeft in de jaren 70 een stuk grond gekocht en dit huis laten bouwen. Het is nu een museum, restaurant en twee cottages. Het is ontworpen door César Manrique en gebouwd in een 1001 Arabische nachten-stijl. Het huis is tegen een klif gebouwd en bestaat uit verschillende lagen en is wit van kleur. Ik leg mij even te rusten op de ronde salonbank met uitzicht op het mooie Lanzarote. Hier heeft Omar Sharif ook gelegen!

Het huis is omgeven door drie prachtige tuinen, waarin zich allerlei grotten en tunnels met geheime doorgangen bevinden. In de omliggende tuinen worden soms exhibities van schilders en beeldhouwkunstenaars gehouden en tevens vinden regelmatig openluchtconcerten plaats. Af en toe wordt dit prachtige decor van Casa Omar Sharif gebruikt voor foto opnames. In de bar La Cueva worden vaak live muziekoptredens gegeven. Omar Sharif verloor het huis tijdens een bridge spel tegen een Europese bridge Champion (dit wist hij niet). Het is werkelijk een prachtige plek om te wonen, maar wel heel veel trappen op. Moe van het lopen nemen we een lekkere ijskoffie op het terras bij het aangelegde ondiepe zwembad.

We gaan verder en nemen de LZ-408 en de LZ-30 richting de plaats Bartolomé. Bij het dorp Mozaga bevindt zich het Casa-Museo del Campesino, ontworpen door César Manrique in 1968. Het Monument van de vruchtbaarheid is 15 meter hoog en schijnt een boer met een ezel en dromedaris voor te stellen. Het is een eerbetoon aan de tradities van Lanzarote en de vele beroepen die hier uitgevoerd werden en soms nog worden. Het monument staat al sinds het jaar 1968 bij een kruising bij het dorp Mozaga. We zijn we aardig moe geworden van het vele lopen en wanneer we hier aankomen, nemen we alleen een paar foto’s van het monument en slaan het museum over.

 

Het landschap van Lanzarote
Doordat de bodem van Lanzarote weinig water vasthoudt, is landbouw op het eiland erg lastig. De bewoners van Lanzarote bouwen daarom muurtjes om de gewassen heen die zowel de wind tegenhouden als het vocht opvangen. Door het landschap te bestrooien met lavazand (zwart) wordt de vochtigheid van de omgeving opgevangen. Deze laag zorgt er eveneens voor dat het vocht minder snel verdampt. We zien velden met waar de bekende Aloë Vera gekweekt wordt en druiven voor de zogenaamde Malvasiawijn (wit). Een enkele keer zien we een paar schapen of geiten lopen. De kleuren van het zand op Lanzarote wisselen elkaar in rap tempo af. Prachtig om te zien. Kortom een vol dagje met veel lopen en weer veel nieuwe indrukken.

Ondanks onze moeheid gaan we bij aankomst in Arrecife toch even naar de “Blokker” en kopen nog een aantal vacuüm zakken. Daarna rijden we door naar de supermarkt Lidl en slaan een heleboel voorraad in. Fred loopt met zware tassen een aantal keren heen en weer van de auto naar de boot. Wel fijn dat er een Lidl is, hier kunnen we weer wat bekende producten inslaan. Zodra alles opgeborgen is storten we in op de bank. Vanavond wordt het pizza eten en een filmpje kijken!

Lanzarote – Arrecife deel 2

De stad en omgeving
Lanzarote kenmerkt zich door bizarre maanlandschappen, witte huisjes, wuivende palmen, zwart lavazand, vulkanische bodems en grillige rotskusten. Daarnaast is er een smaragdgroen zoutmeer, vind je beschermde wijnranken en diepe grottenstelsels (deze gaan we nog bekijken).
Arrecife zelf is niet heel erg bijzonder, zelfs een beetje saai. Je hebt het wel gezien in een half dagje. De stad is wel van alle gemakken voorzien, zoals grote supermarkten, elektronicazaken en diverse kledingzaken. We hebben bij een soort Blokker zelfs onze vacuümzakken gevonden. Bij één van de supermarkten kunnen we zelfs een vaag merk pindakaas krijgen. Hoewel deze natuurlijk niet zo goed smaakt als de echte Calvé pindakaas, maar het is een goed alternatief. De bril van Fred begeeft het en nu moeten we op zoek naar een opticien. Gelukkig heeft Fred zijn oude bril nog en alle gegevens om een nieuwe te kunnen bestellen. Binnen 10 dagen is hij in het bezit van een nieuwe bril!Zoals eerder vermeld heb je de stadslagune “Charco de San Ginés” met vele restaurantje, waar het wel gezellig is. Bij aankomst vanaf zee zie je op de heuvel “Castillo de San José” liggen. Wanneer je vanaf de Marina naar de stad wandelt en de weg langs de kust volgt, kom je het 16e-eeuwse kasteel “Castillo San Gabriel” tegen. Dit kasteel bevindt zich op een landtong en is door middel van een tweetal wandelpaden en bruggen verbonden met het vaste land. Uitkijkend over zee heb je aan je linker hand een mooi uitzicht over “Boca Juan Réjon”, een inham die op natuurlijke wijze is afgesloten door rotsen, wat mooie brekers van de golven oplevert. Aan je rechter hand is een baai waar je goed kunt ankeren, deze is afgeschermd door “Punta Lagarta”. Op het strandje bij het kasteel heeft een kunstenaar van zand enkele beesten en “Starwars” figuren gemaakt. Verder lopend langs de boulevard zie je het hoogste gebouw van het hele eiland, Gran Hotel en Spa. Na dit hotel ligt het strand “Playa del Reducto”, een strand van bijna vijfhonderd meter lang met een wandelpromenade. Op het strand zelf zijn geen strandbars, hiervoor moet je eventjes de straat oversteken om te genieten van een hapje of een drankje. We zien een zestal oude mannetjes druk zitten te kwebbelen op een muurtje.

Achter het complex van de Marina staat een glazen gebouw Cabrera Medina, waar “Toerist Information” en “Rent a Car” gevestigd zijn. Bij de laatste hebben we een autootje gehuurd voor € 35,00 voor één dag. De dame achter de balie is nu niet wat je noemt erg vriendelijk, haar woorden komen wat snauwend uit haar mond. Rijbewijs laten zien, papier ondertekenen, betalen en dan overhandigd ze de sleutel. De auto staat daar en wijst naar een enorme parkeerplaats, zo van zoek het verder maar uit. We krijgen een spier witte Seat Ibiza mee, een klein pittig autootje.

Autoritje
Er zijn eigenlijk maar 3 hoofdwegen op Lanzarote, LZ1 (naar het Noorden), LZ2 (naar het Zuiden) en LZ3 (rond Arrecife). Daarnaast heb je nog vele kleinere wegen, die er allemaal goed verzorgt uitzien.
In het zuidwesten van Lanzarote ligt het ruigste deel van het eiland: het “Parque National de Timanfaya”. Dit beschermde gebied laat overduidelijk zien dat Lanzarote een vulkanische oorsprong heeft. Het nationaal park is vernoemd naar het eerste dorp dat tijdens de vulkaanuitbarstingen van 1730-1736 weggevaagd is. In totaal zijn tijdens zes jaar durende erupties maar liefst elf dorpen van de aardbodem verdwenen en is er bijna honderdtachtig vierkante kilometer landoppervlakte voorgoed veranderd. Deze uitbarstingen die volgens de overleveringen startten op 1 september 1730 zijn de zwaarste die Lanzarote ooit meegemaakt heeft. In het jaar 1824 is er ook nog een uitbarsting geweest, maar deze was echter veel minder intens dan de uitbarstingen in de achttiende eeuw. Iedere dag kun je tussen 9 en 17 uur het nationale park bezoeken.
We gaan vroeg op pad om de meute van toeristen voor te zijn. Het is vandaag een beetje bewolkt en er waait een frisse wind. We kleden ons goed aan en nemen een korte broek mee voor het geval dat het warmer wordt. We rijden over de LZ2 richting Tias en Yaiza, nemen daar bij de rondweg om Yaiza de LZ-67 naar de ingang van het park.  We komen om 8:30 uur bij de ingang van het park aan en moeten wachten tot 9:00 voordat we een entree kaartje kunnen kopen (€ 9,00 per persoon). We rijden door tot aan de grote parkeerplaats bij restaurant El Diablo.

Van daaruit mag je niet zelf verder het park inrijden, maar wordt je verder vervoerd per bus. Deze bustocht door het ruige vulkaanlandschap duurt ongeveer 30 minuten en is inbegrepen in de entreeprijs. Tijdens de rit, over een prachtig aangelegde asfaltweg, krijg je een fraai zicht op een deel van de 25 kraters en meer dan honderd vulkaankegels. Via meertalige uitleg (Spaans, Engels, Duits en Frans) wordt de geschiedenis van het park verteld. Je mag overigens nergens de bus uit onderweg. Op een aantal plekken wordt eventjes stilgestaan zodat je vanuit de bus even de tijd hebt om foto’s te maken. Het maken van mooie foto’s wordt een beetje bemoeilijkt door de weerspiegeling in de ruit van de bus.

Doordat je niet de bus uit mag en niemand daardoor vrij het park in kan, zie je nergens zwerfafval. Dat maakt deze ongerepte bijzonder omgeving nog bijzonderder. En mocht er toch iets van afval door de wind meegenomen zijn, dan wordt dit snel opgeruimd. Het is een bijzondere rit door dit maanachtig landschap waarvan de kleuren zich afwisselen van zwart, grijs naar rood. Hieronder een foto impressie, die meer zegt dan woorden kunnen beschrijven.
Dat er nog degelijk vulkanische activiteit is wordt duidelijk als je terug bent bij de parkeerplaats. Daar wordt op vier verschillende manieren aangetoond dat de warmte tot heel dicht onder de oppervlakte komt.
Eén van de medewerkers van het park laat gasten in een cirkel staan en geeft iedereen een beetje lavagrind dat hij op een bepaalde plek van de bodem haalt. Het grind is bijna te warm om vast te pakken (ik heb een beetje meegenomen voor mijn kleindochter Bobby).

  1. Het publiek mag rondom een kuil gaan staan. Je voelt en ziet de warmte al uit de kuil omhoog komen. Er wordt een bosje stro bovenaan de kuil gelegd. Al snel gaat het stro roken en binnen tien tot twintig seconden vliegt het als gevolg van de warmte in brand. Er komt geen vuur aan te pas om het stro in brand te steken, de warmte is voldoende.
  2. In de grond zijn kokers aanwezig die de grond ingaan. Zodra de toeschouwers op veilige afstand staan giet een medewerker er een beetje water in. Er komt dan een beetje stoom uit de pijp. Dat is een voorproefje van wat er komen gaat. De medewerker of gids vertelt dat je nu je camera stand-by moet houden, want je hebt 2 seconden om te reageren. Er wordt nu een grotere hoeveelheid water in getapt…… twee seconden later spuit het in een klap meters omhoog.
  3. Bij het restaurant is er een put van zes meter diep waar vulkanische warmte uit komt. De temperatuur in het gat is hoger dan driehonderd graden Celsius. Boven het gat ligt een rooster waar het restaurant aardappels op gaart en als BBQ gebruikt voor de kippetjes.

Na afloop drinken we nog even een kopje koffie en rijden dan terug naar de hoofdweg en slaan links af en vervolgen de LZ-67 richting het “Mancha Blanco’s visitors and interpretation centre”. De expositie ruimte is interessant om te bekijken om een betere indruk te krijgen hoe het eiland ontstaan is. Er worden wandelingen met een gids van hieruit georganiseerd en wij hopen dat we nog mee kunnen. Maar helaas, deze wandelingen zitten voor de komende 2 maanden al vol! We kunnen wel op een wachtlijst gezet worden, maar daarvoor moeten we dan maandag, woensdag of vrijdag om 9:00 uur aanwezig zijn. Dat gaat het dus niet worden. Zelfstandig het gebied in wandelen is verboden en indien je dit wel doet loop je het risico op een boete van wel € 600,00 per persoon!

We rijden terug langs dezelfde weg langs een plek waar je per dromedaris een ritje kunt maken. Maar uit principe doen wij dat niet, dieren horen niet uitgebuit te worden voor het toerisme. Vanaf Aiaza nemen we de LZ-704 naar het vissersdorpje “El Golfo”. Het dorp: Las Casas de El Golfo” is genoemd naar de gelijknamige voormalige El Golfo vulkaan. Bij een restaurantje nemen we enkele entrada’s (voorgerechtjes), wat voor de lunch meer dan genoeg is. Daarna wandelen we het dorpje in om naar de brekende golven te kijken, in het bijzonder bij een inham is dit een spectaculair gezicht.

We vervolgen onze weg via de LZ-703 langs de westkust richting La Hoya. Onderweg rijden we langs een zoutwinningsgebied, heuvels met zwart lavazand, waar men tegen de heuvel muurtjes in een bochtje heeft gebouwd om de aanplant te beschermen tegen de wind. In de verte zien we het volgende eiland “Fuerteventura” liggen. Vervolgens rijden we terug naar Arrecife via de LZ-702, langs de oostkust bij Tias om uiteindelijk weer in de stad Arrecife aan te komen.

Fred krijgt onderweg een berichtje van de opticien: zijn bril is klaar! Door de wirwar van éénrichtingsstraatjes in Arrecife hebben we eindelijk een parkeerplaats gevonden die nog enigszins in de buurt van de opticien is. We moeten even wachten want de winkel is nog gesloten, maar dan heeft Fred weer een goede bril! Op naar de supermarkt en dan terug naar de Marina waar we de auto weer inleveren. Al bij al weer een volle enerverend dagje geweest.

Pakketje verstuurd en ontvangen
We hebben weer een aantal dingen besteld in Nederland en Ingrid heeft deze wederom netjes naar ons toe verzonden. Een ring om de Fisheye lens te kunnen bevestigen op mijn fototoestel, mijn medicatie en een aantal Wifi sticks voor Fred. Ook mijn vriendin Anneke heeft een heel pakketje samengeteld van dingen die ik besteld had en heel graag wilde hebben, zoals bepaalde kruiden, drop, hagelslag en pepermunt. Bedankt weer lieve mensen!

Andere zeilers
In bijna elke haven ligt wel een “verloren” bootje zoals ik ze noem. Zeer verwaarloost, met loshangende lijnen, vergane zeilen, grijs en groen uitgeslagen. Wat voor verhaal zou er achter zitten vraag ik me weleens af. Zo ook in deze Marina. Een tweetal bootjes, waarvan er ééntje met een Nederlandse vlag erop, maar bewoond door een Spanjaard(?) en de andere met een hondje aan boord. Allebei zien ze er heel bijzonder uit, een soort kluizenaarsbootjes. De steiger waar ze aanliggen is wat smaller, heeft geen verlichting en is niet heel erg goed onderhouden, duidelijk een plek voor bijzondere bootjes. Is het toeval dat aan deze aparte steiger Mark met zijn bootje ligt?
Hoewel aan onze steiger ligt ook een heel apart bootje, geel met een groen dek. Ook hier zal zeker een verhaal bij horen, wellicht komen we daar nog achter.

Mark eet een aantal avonden met ons mee en Peter komt ook een keertje aan boord. We wisselen weer de nodige informatie met elkaar uit. We zullen hun nog wel vaker zien.