Vertrek naar Kaapverdie, deel 5

18-05-2018 t/m 21-05-2018
De meest noodzakelijke dingen zijn gerepareerd om naar Kaapverdië te kunnen varen en nu kunnen we weg uit Dakar. Dat is fijn want we hebben het wel een beetje gehad. We gaan ons steeds meer irriteren aan de zeer overheersende geluiden die hier zijn. Eén daarvan is de trein die de godganse dag om de 5 minuten toetert om er voor te zorgen dat de treinrails vrij is van mensen en dieren. Het andere geluid komt van de vele moskeen die hier zijn. We zijn ons er natuurlijk van bewust dat het nu Ramadan is, waardoor de frequentie wat hoger ligt dan normaal. Maar het geluid begint nu toch wel op onze zenuwen te werken. Je moet je voorstellen dat de kerkklokken, van elke kerk in je dorp of stad in Nederland, de gehele dag elk uur minstens 20 minuten achtereen luiden. Het is een zeer overheersend geluid en wij zijn duidelijk toe aan verandering van omgeving.

Vroeg in de ochtend maken we ons gereed om te vertrekken. Ik zet de instrumenten aan en dan blijkt dat de windmeter het niet doet. Er is maar één blik naar boven in de mast nodig om te constateren dat de windmeter omlaag bungelt.Zonder een werkende windmeter kunnen we niet weg. Fred zal wederom de mast in moeten! Gelukkig blijkt het niet dramatisch te zijn en een kwestie van rechtopzetten en de houder vastdraaien. Dan kunnen we echt weg!

De wind komt uit het noorden en we moeten dus aan de wind varen. Dat betekent ook meer last van de golven. We hebben een 2e rif in het grootzeil gezet en de Genua ook op de 2e rif gezet. Ik heb wederom last van zeeziekte en aan eten moet ik al helemaal niet denken. Dit wordt geen fijn tripje dat voelen we nu al. De boot duikt in de golven en er komt veel water over. Het is ook veel kouder dan we gehoopt hadden en het is nog steeds nodig om zeilpakken aan te hebben. Het is nieuwe maan en deze geeft niet veel licht tijdens de nacht. Kortom een donkere nacht en dat is nooit fijn wanneer je aan het zeilen bent. Tijdens de eerste nacht word ik belaagd door vliegende vissen. Die vissen dachten zeker lekker in een golf te duiken, maar hadden geen rekening gehouden met ons bootje die ineens opdoemt. De eerste knalt hard tegen mijn arm wanneer ik even achter het roer sta. Even later krijg ik een 2e vliegende vis tegen mijn hoofd aan die vervolgens in de kuip belandt. De 3e heeft veel minder geluk, die raakt de windgenerator en wordt op gruwelijke wijze een koppie kleiner gemaakt. De één na de ander beland in het gangboord, tegen de buiskap en in de kuip. Enkele vissen weet ik van de dood te redden en kan ik weer overboord zetten, maar de meeste vinden we de volgende ochtend stijf aan boord. Behoefte om deze vissen te eten hebben we totaal niet. Het anker voorop de punt maakt herrie door de klappers op het water. Zodra het licht is zal Fred naar voren gaan om dit te controleren.

2e dag, zaterdag
We komen niet snel vooruit en gaan van het 2e naar een eerste rif in de beide zeilen. Fred gaat ook naar de punt om het anker vaster te zetten. Er komt niet alleen veel water over de boot, maar ook in de boot. Op diverse plekken in de boot constateren we lekkage van de grote hoeveelheden water die over de boot komen. Vooral bij de ramen lekt het, maar ook op andere plekken. Er is ook water onder (of eigenlijk boven) de vloer van de kooien achter, zelfs zoveel dat we de pomp moeten gebruiken om het water weg te pompen. Alles is nat! We hebben nog steeds geen idee waar dit vandaan komt, want wanneer we voor anker liggen hebben we namelijk geen probleem. Nu voel ik me al niet lekker, zijn we moe, koud en nat en daardoor behoorlijk geirriteerd. Ook leef ik voornamelijk op bananen en koekjes, maar s’avonds probeer ik een een beker warme Chinese miesoep naar binnen te werken en dat helpt.

3e dag, zondag
Het is iets rustiger en we kunnen we een beetje bijkomen. De wind is iets gedraaid waardoor we wat stabieler varen en niet meer van die klappers op het water maken. We hebben nu aardig de vaart er in en halen af en toe zelfs 7 tot 8 knopen aan snelheid. Overdag hebben we ook wat meer zon en dit doet ons beide goed. We hebben weer muziek aan staan en ik kijk over de golven waar het zonlicht zorgt voor een prachtige glinstering. Er scheren vliegende vissen met hoge snelheid over het water om vervolgens in de golven te duiken. Wat een fraai gezicht! Mijn eetlust neemt weer wat toe en het lukt me om s’avonds een kom met ravioli naar binnen te werken. Tijdens mijn wacht kan ik weer een beetje genieten van de mooie sterren, hoewel ze niet aldoor zichtbaar zijn omdat het nieuwe maan is en er veel bewolking aanwezig is.

4e dag, maandag
Maandag ochtend lig ik (hoe kan het ook anders) net een uurtjke te slapen wanneer Fred roept hulp nodig te hebben. De rolfok (Genua) is ineens uitgedraaid, de lijn is wederom gebroken. Hoe is dit nu mogelijk? De lijn is net vervangen door een nieuwe Dynema lijn. Of heeft de watersportzaak in las Palmas ons een lijn verkocht onder de noemer Dynema? Fred haalt de lijn uit alle katrollen die langs de voetrail lopen en knoopt de twee delen van de lijn aan elkaar. We blijven voorlopig met een volledig zeil varen totdat we Palmeira in zicht hebben en dan zullen we hem inrollen. Laten we hopen dat dit werkt op deze manier. We krijgen eindelijk het zuiden van het eiland Sal in beeld en nu moeten we nog het laatste stuk, ongeveer 16 mijl, afleggen naar Palmeira. We rollen de Genua in, dit lukt gelukkig op deze manier, en varen op het grootzeil en de motor verder. De wind is harder dan we hebben verwacht en bij de aanloop van Palmeira neemt deze zelfs toe met meer dan 30 knopen.
We volgen de boeien tot aan de anker plek en zien de Duitse boot Nina (die we in Gambia hebben leren kennen) voor anker liggen. In de baai waait het ook behoorlijk hard en dat is niet echt fijn als je voor anker moet. De eerste poging om te ankeren mislukt, het anker pakt niet. Opnieuw een poging, iets dichter bij de Nina nu. Het lijkt erop dat we nog niet goed liggen en willen het anker weer ophalen om een 3e poging te wagen en dan blijkt dat deze muurvast zit. Franz duikt in het water en gaat op zoek naar de oorzaak. De punt van ons anker (ROCNA 33 kg) is achter een stuk rots gehaakt, maar verderligt hij vrij. Niet de meest ideale situatie. Met behulp van een extra lijn en het vieren van de ankerketting lukt het ons om los te komen. We maken opnieuw een rondje en om iets verder te ankeren, daar waar zeker zandgrond is volgens Franz (die nog steeds rond zwemt). Bij dit rondje, om een andere boot heen, raken we ineens een rots of iets dergelijks en verlies ik de kracht van het roer. We gaan recht op een kleiner bootje af! Op nog geen meter afstand gooi ik de versnelling in zijn achteruit, geef vol gas en draai het roer om. Het werkt, dat scheelde niet veel of we hadden het bootje geramd. Zucht…………
Gelukkig gaat het verder goed en bij de 3e poging liggen we dan wel goed voor anker. Uiteraard zullen we zelf ook nog het water in moeten om het te controleren. Het was een pittig tochtje met de nodige hindernissen en tegenvallers, maar we zijn aangekomen op de Kaapverdische Eilanden!

In vol ornaat

In de verte het eiland Sal

Franz en Angela nodigen ons uit voor een borreltje. Eerst maar even een beetje opruimen, onszelf opfrissen en een beetje bijkomen. Franz haalt ons na een uurtje op met zijn dinghy. We praten gezellig een beetje bij over de afgelopen weken. Zij zijn hier nu al 2 weken en kunnen ons al een beetje informeren over hoe het hier toe gaat. Morgenochtend zullen we ons gaan inklaren en dan ook meteen met één van de kleine busjes die over het eiland rijdt naar de hoofdstad Espargos gaan. We hebben geld nodig en uiteraard ook weer een nieuw simkaartje. We krijgen een stuk vers gebakken brood van Angela mee en maken een lekkere omelet met tomaten en kaas. Daarna gaan we lekker naar ons bedje toe, met het vooruitzicht van de vele klusjes die op ons liggen te wachten……..

Misschien vragen sommige mensen, met name de niet zeilers, zich nu af waarom we voor dit leven hebben gekozen. We zullen niet ontkennen dat dit één van de minst leuke tocht was, maar er zijn altijd momenten dat we weer volop genieten.

Vertrek naar Kaapverdie, deel 4

06-05-2018 t/m 17-05-2018
De afgelopen dagen hebben we binnen zoveel mogelijk opgeruimd en hersteld. Kastdeurtjes extra vast gezet en losse spullen opgeborgen. We bereiden ons voor om nieuwe lijnen door de mast te halen. Gelukkig hebben we voor ons vertrek uit Nederland twee grote katrollen vol met nieuwe lijnen gekocht. Zodra de wind iets minder is beginnen we meteen met de rolfok lijn te vervangen. Ook hier hebben we eerder al een reserve lijn voor gekocht. Daarna klimt Fred de mast in om een nieuwe vallijn door de mast te laten lopen, dit gaat in eerste instantie voorspoediger dan we dachten. Nu kan het zeil weer in de Genuarail en opgerold worden. Wanneer we de 2e vallijn willen doorhalen merken we dat dit niet soepel loopt. Helaas zal Fred nogmaals de mast in moeten om één ander aan te passen.

Er is een nieuw probleem, de watermaker levert geen zoet water, het smaakt nog steeds zout en dik van smaak. We hebben contact opgenomen met de leverancier, maar die heeft een aantal suggestie gedaan die we braaf hebben opgevolgd, maar zonder succes tot nu toe.

Ik heb nog geen voet aan land gezet vanwege de blessure aan mijn voet. Fred doet de boodschappen, brengt het afval weg, laat de was doen, vult jerrycans met water en haalt diesel in jerrycans. De watertaxi, die ongeveer elk uur wel even een “inspectie” rondje maakt, neemt Fred mee naar de kant. De dinghy hoeven we daardoor niet in het water te laten en dat scheelt een hoop extra werk. Op een ochtend  komt er nogal wat lawaai vanaf het strand en er is een enorme bedrijvigheid. We zien tientalle mensen driftig het strand opruimen en er is zelfs een bulldozer ingehuurd om de meters plastic op een hoop te schuiven. Het mocht ook weleens, want de stank van al dat afval op het strand is niet te harden en wanneer de wind verkeerd staat ruiken we dit zelfs op de boot. Is er toch nog enige hoop voor de toekomst. Helaas zijn ze niet zo slim om meteen alles af te voeren en daardoor verdwijnt een deel van de berg afval bij hoogwater weer in het water. Maar toch, de wonderen zijn de wereld nog niet uit, als zelfs een land als Senegal zijn stranden eindelijk gaat schoonmaken!

Het is avond en terwijl we lekker lui op de salonbank liggen te kijken naar een film, worden we ineens opgeschrikt door een heel hard aanhoudend kloppend geluid. Ik steek mijn hoofd uit het luik en schijn met de schijnwerper over het water. Achter ons ligt een grote catamaran en een visser in een vissersbootje heeft een heel groot net rondom de grote catamaran gespannen. Hij slaat nu hard tegen de boot aan met zijn peddel om de vis in zijn net te lokken. We verklaren de visser voor gek, maar deze trekt zich nergens iets van aan. Die visser spoort toch echt niet. Het zal je boot maar zijn!

Op een middag zie ik een eenzame pelikaan voorbij zwemmen, de enige die we hier zien. Ik blijf het bijzondere beesten vinden. Ze zijn mooi en hebben ook iets komisch met hun grote snavel.

Toen we de vorige keer hier voor anker lagen zagen we al dat er veel van de bootjes die hier langere tijd voor anker liggen helemaal onder gescheten waren door de meeuwen, sternen en ander gevogelte. Wij hadden er niet zoveel last van omdat we wat verder van de kant af lagen.

Zonde van dit mooie bootje.
Maar deze keer is het raak, ze hebben nu ook onze boot ontdekt. Af en toe een meeuwen poepje weghalen, dat is nog wel te doen dachten we. Maar wat deze aalscholvers produceren aan poep, daar valt haast niet meer tegen te schoonmaken. We zitten binnen in de salon wanneer we ineens een geluid horen alsof iemand van grote hoogte een grote emmer met modder leegt op onze boot. Sjplatzzz ………………en de hele kuip zit meteen onder de vieze, naar vis ruikende stront. Wat een pokken beesten! Dit niet één keer maar meerdere keren achtereen. Soort van “bezigheids therapie” voor zeilers, want je moet het wel meteen schoonmaken omdat deze poep alles uitbijt. Wat zullen we blij zijn om verder te kunnen.

Mooie vogels, maar ze moeten niet over je boot vliegen!
Uiteindelijk is alles wat direct nodig is weer gerepareerd en gaat Fred vandaag naar de kant om alvast uitklaren, boodschappen doen en de laatste jerrycans vullen met water. Ik haal het laatste restje water onder de vloer vandaan, ruim verdere losse dingen alvast op en maak het laatste blog af. Morgen is het vrijdag 18 mei en vertrekken we naar Palmeira (Sal, Kaapverdië), wat ongeveer 362 zeemijl is. Bij 5 knopen gemiddeld doen we hier zo’n 3 dagen over.

Kaapverdie – Maio

03-07-2018 t/m 13-07-2018
We gaan, samen met de Nina, met Angela en Franz aan boord, naar het volgende eiland. Dit wordt het 3e eiland van Kaapverdië dat we bezoeken. Bij ons vertrek hebben we een probleem met de accu’s van ankerlier. Deze leveren onvoldoende stroom, waardoor het ophalen van het anker een stuk moeilijker gaat. Met de hand binnenhalen vergt de nodige spierkracht, maar gelukkig heeft Fred die in de afgelopen jaren wel opgebouwd. Mijn eigen ‘Popeye’ klaart dit klusje wel. We denken dat de accu’s te oud zijn en vervangen moeten worden. Weer een klusje erbij, want we hebben geen idee of het mogelijk is om vergelijkbare accu’s te krijgen in Kaapverdië. Het is een tochtje van 58 zeemijl en in het begin maken we gebruik van onze Green Miles Gennaker. Halverwege de middag varen we verder op de fok en de motor omdat we steeds meer tegen de wind in moeten. Bij aankomst gaan we voor anker tussen de pier en het stadje Vila do Maio. We worden uitgenodigt bij Franz en Angela om vis te komen eten die ze onderweg gevangen hebben. Heerlijk tonijnsushi vooraf en daarna de rest van de vis gegrild.
Maio
Is het meest oostelijke eiland van de benedenwindse eilanden en de hoofdstad is Vila do Maio. Het is een klein eiland, slecht 269 km2 groot. Het is er droog en kaal met op een paar plekken Acacia bomen, maar verder weinig vegetatie en daardoor ook weinig landbouw. Er zijn lange stranden met hoge golven, waar je niet echt veilig kunt zwemmen. Ook op het strand bij Vila do Maio is het goed opletten. Er is een zoutmeer (vlakbij de pier), ‘Salina de Porto Inglês’. Maar deze zoutpannen liggen er nogal verlaten bij. De hoogste berg is de ‘Monte Penoso’, ongeveer 400 meter. Het is een rustig eiland en gelukkig voor ons nog niet echt ontdekt door het massa toerisme. Hier kom je voor de rust en de stilte. Je kunt hier alleen komen met een kleine veerboot of met een klein lokaal vliegtuig. Visserij is de grootste bron van inkomsten hoewel men wel pogingen onderneemt om zich meer op toeristen te richten. Maar helaas tot op heden is dit niet echt gelukt. Er is ooit een grootschalig project (tussen de pier en het stadje) gestart met het bouwen van appartementen, maar dat ligt er nu als een spookstad verlaten bij. Het geld was waarschijnlijk op en niemand doet er meer iets mee. Alle leidingen zijn ondertussen door de lokale bevolking gestript en verder is alles wat los kon verdwenen.
Vila do Maio
Is een rustig stadje met de nodige gekleurde huizen en mooie muurschilderingen. Er is een mooie boulevard langs de kust aangelegd. De wegen zijn, in vergelijk met de andere door ons bezochte eilanden, bijzonder netjes bestraat. Ook hier is het schoon op de straten. Aan de boulevard is een openbare plek met enkele toestellen waar men kan trainen. Dit soort plekken zien we vaker, omdat men geen geld heeft om naar een fitness centrum te gaan (als die er al zijn ). Naast de nodige restaurantjes zijn er verschillende kleine barretjes te vinden. Er is een kleine overdekte groente en fruit markt, waar je altijd zeer vriendelijk wordt ontvangen door de verkopende dames. Op een plein, onder een grote boom hangen wat mensen rond die een beetje muziek maken en zingen. Ondertussen lopen er een paar ezeltjes los door de straten. Het leven hier is zo anders als wat we gezien hebben tot nu toe.
Op een dag willen we bij de bakker brood kopen, maar deze was weer eens dicht. We vragen aan iemand waar we dan wel brood kunnen kopen en die neemt ons mee naar een heel klein pandje waar ze vers brood bakken. Van de buitenkant zie je totaal niet dat dit een winkeltje is. Er zijn alleen kleine supermarktjes met een beperkt aanbod aan goederen. Wel zijn er de bekende Chinese winkeltjes met van alles en nog wat. Overal kun je agentschappen vinden van providers (CV Movel en Unitel) om je internet op te waarderen. We praten een poosje met de eigenaar en hij verteld dat hij met zijn familie uit Guinee Bissau komen. Nadat we uitgelegd hebben dat we met onze zeilboot de wereld rond zeilen, heeft hij nog wel een broer die met ons mee wil gaan naar Suriname. Leuk en aardig, maar dat gaan we dus maar niet doen! Op een dag, wanneer ik even op Fred moet wachten, raak ik in gesprek met een aardige jongen die schoenen poets en veters verkoopt. Hij zit in de schaduw achter een mini houten tafeltje te wachten totdat er iemand voorbij komt aan wie hij zijn diensten kan aanbieden. Helaas voor hem heb ik sandalen aan en komen hier niet erg veel mensen voorbij. Hij verteld dat hij als enige van zijn familie, vanuit een land uit West-Afrika, naar Kaapverdië is gegaan om geld te verdienen en zijn familie te ondersteunen. Hij heeft het hier beter dan waar zijn familie woont. Maar ja, als je de hele dag op deze plek blijft zitten, gaat het dat niet worden denk ik dan. Dit is zo herkenbaar van wat we zagen in Senegal en Gambia. Voor één van de restaurantjes aan de boulevard stalt een man zijn, van blik e.d. zelf gemaakt speelgoed uit.

 

Op het strand bevinden zich een aantal gezellige strandtenten waar je voor een goedkope prijs een biertje of iets anders kunt drinken. De vissers bootjes liggen op het strand en het is daar altijd een levendig gebeuren, zeker wanneer ze terugkomen met vis. Vrouwen lopen met manden vol met vis op hun hoofd vanaf de vissersbootjes naar de stad om de vis te verkopen. Doordat er grote golfbrekers zijn is het ook voor de vissersboten elke keer weer een uitdaging om door de branding te komen. Ze hebben een speciale techniek ontwikkeld en dat is bijzonder leuk om naar te kijken. Met 13 man slepen ze uiteindelijk de bootjes weer het strand op. Het lokale leven vindt hier op het strand plaats, men voetbalt en in het weekend zijn er vele familie lekker aan het poedelen bij het strand. Op het strand is zoveel water terecht gekomen dat er een soort van open zwembad is ontstaan waar de jeugd zich helemaal uitleeft. Er is zelfs een soort van strandwacht aanwezig en dat is niet verkeerd want er is een hele sterke onderstroming bij het strand. We zien toch wel veel armoede, maar bedelaars hebben we niet gezien. De mensen zijn hier vriendelijk, behulpzaam en zeker niet opdringerig naar buitenlanders. Maio is een eiland waar het aangenaam vertoeven is.

Practische informatie

Natuurlijk moeten we ook weer naar de kant met onze papieren. In een blauw gebouw (naast een restaurant) met trap er voor is het kantoor ‘Agencia Maritiem’ gevestigd. Helaas is deze dicht wanneer wij aankomen. We doen de dagen daarop verschillende pogingen, maar elke keer is het kantoor dicht. Uiteindelijk hebben we na een paar dagen geluk. De man in het kantoor vraagt of we ook meteen weer vertrekken? Ons antwoord is nee, we blijven nog een poosje. Dus moeten we later weer onze papieren ophalen. Hadden we nu maar meteen de papieren meteen weer meegenomen, want op de dag voor ons vertrek komen we op het kantoor om de papieren op te halen, maar dan is de baas er niet. Verder kan niemand anders ons blijkbaar helpen. Omdat ze geen idee hebben wanneer hij terug is, krijg ik na enig aandringen een mobiel nummer van hem. Ook laten we ons mobiel nummer achter. Tot onze verbazing belde de baas na een uurtje op met de mededeling dat hij op kantoor aanwezig was. Wij waren ondertussen neergestreken op een terrasje in de buurt, dus dat kwam mooi uit. Je moet geen haast hebben om te vertrekken, geduldig en flexibel zijn. We wennen steeds meer aan de manier waarop de mensen dingen doen in Kaapverdië. ‘No Stress’ hoor je vaak zeggen.

Voor anker, de pier en dinghy

Deze baai is de enige plek waar je voor anker kunt liggen bij dit eiland. Wel erg jammer dat er behoorlijk swell is. We liggen tussen de pier en het dorp in voor het strand in 8 meter diepte met 50 meter ketting.
Er liggen niet veel bootjes, maar af en toe komen er wat grotere vissersboten bij liggen. We hebben op één van de dagen een nogal vervelende ervaring met één van die boten die bijna bovenop onze neus ligt. Het blijkt dat ze problemen met hun motor hebben. Het gaat er nogal rommelig aan toe, waardoor de Nina zich geroepen voelde om zelfs te gaan verkassen. Wij liggen goed en blijven liggen, maar houden die boot wel goed in de gaten. Af en toe zie je de vissersboot afdrijven en dat maakt dat de Nina zelfs voor een derde keer moet verkassen. De vissersboot heeft een hele lange lijn naar de pier laten lopen omdat hun anker, wat een stuk beton is, niet toereikend genoeg is. Gek hè! Gelukkig is het na een paar dagen weer opgelost en vertrekken ze.

Het is onmogelijk om met de dinghy naar het strand toe te gaan. De golfbrekers zijn zo hoog dat het zelfs gevaarlijk is, dat hebben we wel gemerkt met onze Paddleboards op Boa Vista. De enige mogelijkheid om aan land te komen is gebruik te maken van de roestige zeer steile trappen bij de pier. Je moet de dinghy aan een daar voorbestemde mooring leggen en deze dan met een lange lijn aan de trap vastmaken. Je haalt zo gezegd de dinghy naar de trap toe om in -en uit te stappen. Met deze golven blijft dit een uitdaging, zeker bij eb want dan zijn de traptreden ook nog eens glad.
De ingang van de pier wordt bewaakt door een vriendelijk mannetje in een klein huisje. Op een dag verteld hij ons, in goed Engels, dat hij over de hele wereld heeft gezworven op grote boten. Zelfs Nederland kent hij, zoals vele Kaapverdianen. Er zijn veel Kaapverdianen die naar Nederland zijn vertrokken en in Rotterdam wonen. Het is ongeveer een kwartiertje lopen naar het stadje.

Wat hebben we verder gedaan?

We willen het eiland een beetje verkennen en denken er in eerste instantie over om dit met verschillende Aluguirs (lokale busjes) te doen. Maar om wat meer vrijheid te hebben besluiten we om met ons vieren 2 Quads te huren. Best wel spannend en ook wel een beetje stoer vinden we. Het is de eerste keer dat we op een quad zullen rijden. Al is Fred 62 en ik bijna 60 jaar, dan zijn toch nog niet te oud om dingen uit te proberen. Ik heb de dag daarvoor contact met mijn kinderen in Nederland en die zeggen meteen dat we moeten uitkijken want het kan heel gevaarlijk zijn. De omgekeerde wereld, kids die zich zorgen maken dat hun moeder dat geen gekke dingen doet. Zou dat komen door ons Paddleboard avontuur? Maar het blijkt dat er net op de Nederlandse snelweg een zwaar ongeluk met een quad geweest is. Ik stel ze gerust, want hier zijn geen snelwegen en we doen het rustig aan. We krijgen keurig een helm op en wij hebben een quad met achterop een rugleuning. Dit is wel fijn voor mij omdat mijn rug een zwakke plek is. Toch verwacht ik dat de wegen nogal slecht zullen zijn en heb uit voorzorg maar mijn rugband omgedaan. Dit blijkt geen overbodig luxe te zijn. Ook een sjaaltje om je mond tegen het stof niet.
We krijgen een zeer summier kaartje van het eiland mee. Er zijn niet zoveel wegen en je kunt het eiland gemakkelijk in één dag rondrijden volgens de verhuurder. De hoofdweg is prima, zelf geasfalteerd en soms zelfs voorzien van een middenstreep! Zelfs de B-wegen zijn redelijk begaanbaar met hun kinderhoofdjes, maar zodra je off-road gaat rijdt je over stoffige zanderige wegen die bestaan uit kuilen en losse stenen. Af en toe moeten we zelfs met volgas een hellingtje op en dat is toch best wel een beetje eng. Maar gelukkig gaat alles goed. Onderweg hebben we nogal wat bekijks, mensen draaien hun hoofd wanneer we langs rijden. De meeste dorpjes die we tegenkomen zien er nogal stil en verlaten uit. Wel staan er altijd mensen, vooral kindjes te zwaaien wanneer we langs rijden. Sommige huizen, schooltjes zijn voorzien van mooie muurschilderingen. Onderweg moeten we even stoppen voor oversteken zwarte everzwijntjes. Op de eilanden koken ze op houtskool. We passeren een plek waar men van hout, houtskool maakt in speciale ovens en deze dan in zakken vervoerd naar de dorpjes en stad.
Wanneer we met veel geluid een dorpje binnen komen rijden om iets te drinken krijgen we ook alle aandacht. In een heel klein barretje drinken we een kopje koffie, dat speciaal voor ons wordt gezet en geserveerd in hele mooi kopjes. Wanneer ik vraag of ik gebruik van het toilet kan maken wordt ik meegenomen naar het woonhuis van het gezin. Een samensmelting van verschillende kleine aan elkaar gebouwde huisjes. Ik moet even wachten, want de wc wordt speciaal voor mij schoon gemaakt. De emmer met water voor het doorspoelen wordt aangevuld. Ik werp een blik op het kleine binnenplaatsje en krijg een indruk hoe men hier op het land leeft. Het ziet er allemaal erg armoedig uit, maar de mensen zijn heel erg vriendelijk. De vrouw blijft zich verontschuldigen voor hoe het er uit ziet, maar ik bedank haar vriendelijk voor het gebruik.
Doordat we steeds meer op de zandwegen rijden zitten we dik onder het rode zand. We zijn in het noorden van het eiland beland en rijden richting het strand en de zee. Hier kunnen we ons even lekker afspoelen en bijkomen.
We willen graag ergens lunchen, maar waar we ook langs komen nergens iets van een restaurantje te bekennen of ze zijn gesloten. Uiteindelijk rijden we door naar het zuiden en komen in het dorpje ‘Barreiro’. In de hoofdstraat ben ik zo brutaal om maar aan iemand te vragen of we ergens iets kunnen eten. De man staat voor een huis waarop een bordje hangt: Turismo de Habitacao, Casa Lagoa. Het blijkt een klein hotelletje te zijn en de man gaat even overleggen met zijn vrouw. We kunnen daar wel een hapje eten, maar drinken moeten we zelf even aan de overkant bij de mini-mercado kopen. We zijn ondertussen wel wat gewend, maar dit is toch wel heel grappig. Even later worden we door de echtgenote vriendelijk ontvangen en meegenomen naar een soort binnnenplaatsje. Hier heeft ze een mooi gedekte tafel voor ons klaar staan. Er wordt een grote schaal met vis, rijst en groente voor ons neer gezet. We krijgen een beetje de indruk dat we het eten wat we nuttigen eigenlijk voor hunzelf bedoeld was. Maar zij wimpelen alle bezwaren weg. Ze zijn zo gastvrij en we maken een praatje met deze hele lieve vriendelijke mensen, ze heten Albertina en Sylvester. Hij spreekt goed Engels en verteld dat hij jaren als kapitein rond gevaren heeft over de wereld en ook op de Rijn. De stad Rotterdam is hem wel bekend. Hij laat trotst een grote foto van zichzelf zien, keurig in kapiteins uniform. Na jaren van omzwervingen is hij toch weer terug op Maio om zijn oude dag te slijten samen met zijn vrouw en nu hebben ze een klein hotelletje. Voordat we vertrekken maak ik nog even een foto van deze lieve mensen.
In het dorp deel ik aan een aantal kindjes mijn zelfgemaakte Hollandse armbandjes uit. Zeworden, vaak in stilte, dankbaar aanvaard. Kinderen zijn hier nog blij met een dergelijk klein gebaar.

Vlakbij is een natuurreservaat met strand ‘Casa Velhas’. Hier genieten we wat van het uitzicht over zee en lopen een beetje rond over het zwarte zand langs de zee. Er liggen enkele kleine bootjes op de kant en we zien bij een BBQ plekje nog een kop van een kleine haai liggen.

Aan het einde van de dag zien we rood van het stof, voelen we alle spieren van ons lijf van al het heen en weer geschud over de ongelijke weggetjes en heeft Fred pijn in zijn duim van het gas geven. Om deze bijzondere dag af te sluiten genieten we op het strand nog even van een welverdiend biertje. We zijn weer een hele ervaring rijker, die we beslist niet hadden willen missen. Het is een goede manier om in alle vrijheid dit eiland te verkennen.

Vertrek naar Kaapverdie, deel 3

Zaterdag 5 mei 2018
Wanneer we net wakker zijn geworden horen we de watertaxi langszij komen met “Moussa” er in. Hij heeft de boot herkend en heet ons, met een grote grijns op zijn gezicht, van hartelijk welkom. Toch wel leuk dat we zo enthousiast begroet worden. In ons beste Frans leggen we uit dat we van Banjul naar de Kaapverdië toe gingen, onderweg heel veel pech hebben gehad en daarom uitgeweken zijn naar Dakar om de nodige reparaties te doen. We spreken af dat hij ons maandag om 9:00 uur zal ophalen, zodat we met een taxi o.a. naar de douane en havenpolitie kunnen gaan om in te klaren. In het weekend is toch alles dicht en kunnen wij een beetje opruimen, schoonmaken en verder bij komen. Naast de problemen met de lijnen en het zeil hebben we problemen met de computer gehad. Zodra we radar aan zetten, valt de computer uit. Ook een dingetje waar we aandacht aan moeten besteden. Verder hebben we altijd een beetje water onder de vloer, maar deze keer constateren we dat er op verschillende plekken water staat. De vloer van “werkkooi” is nat van het water, tevens alles wat daar op staat. Het is zoetwater en we hebben geen idee waar het precies vandaan komt. Lekt één van de watertanks of één van de aansluitingen? Dat wordt ook nog een klus om dit uit te zoeken. Tijdens het varen is één klein kastje, zogenaamd kiep of kantelkastje, losgeschoten en op de vloer van de salon beland. Gelukkig net op het moment dat ik op de bank zat en het zo kon opvangen voordat hij tegen Kit aan kwam. Ook blijkt dat we toch niet alles zo goed vastgezet hebben als zou moeten. Een lesje voor de volgende keer. Jammer genoeg lekt het bij de ramen nog steeds een beetje en ook bij de mast komt er water binnen. Niet zoveel dat het rampzalig is, maar toch. Kortom, we hebben nog genoeg klusjes te doen.

Er staat een behoorlijke wind op de ankerplaats en teveel om de mast in te kunnen of iets op het voordek te doen. We beginnen daarom maar met het zeil goed neer te leggen vast te binden. Spoelen ons natte goed uit en hangen het te drogen. De huik gaat zo snel mogelijk over het grootzeil, omdat het anders weer helemaal rood wordt van het zand. We zetten de watermaker aan en houden meteen in de gaten of er meer water lekt. Fred ruimt de vloer van de “werkkooi” leeg en we drogen alles zo goed mogelijk af. Nadat ik iets over de reeling heb gehangen, stap ik van de kuip bank op de vloer en dan ineens pats boem lig ik kermend van de pijn op de vloer van de kuip. Ik had een doos die Fred op de vloer van de kuip had gezet niet gezien. Fred schrikt zich dood van mijn schreeuw en schiet me te hulp. In eerste instantie schiet het door me hoofd dat mijn enkel gebroken is. Huilend zit ik op de vloer met op mijn enkel een bult die zo groot is als een struisvogelei. Kan het nog erger worden? De rest van de dag zit ik noodgedwongen met mijn pootje omhoog en koel het met een koud was lapje. Het lijkt er op dat mijn voet zwaar gekneusd is, maar niet gebroken. Voorlopig kan ik niet veel doen en besteedt mijn aandacht maar aan het blog e.d. Nu maar hopen dat het hierbij blijft. Voorlopig moeten we wachten totdat de wind voldoende is gaan liggen, dan pas kunnen we aan de reparaties buiten beginnen.

Vertrek naar Kaapverdie, deel 2

Vrijdag 4 mei 2018
En toen was daar een enorme harde PANG……………Eén van de vallijnen is, op een voor ons nog onverklaarbare wijze, gebroken.

Wat vooraf ging
Bij ons vertrek uit Banjul worden we begeleid door een zeer enthousiaste groep dolfijnen. Het zijn hele grote exemplaren en ik probeer nog enkele foto’s van ze te maken, maar dat valt tegen.

We waren er al op voorbereid dat we veel op de motor zouden moeten varen en zetten het grootzeil bij voor de stabiliteit en varen ruim uit de kust om de vissersboten met hun netten te voorkomen. De Duitse boot zijn we al gauw uit het beeld verloren, zij varen heel veel dichter langs de kust dan wij doen. Er is best veel wind, vlagen tot meer dan 25 knopen en de golven variëren tussen de 1 ½  en 2 meter. Ik voel me niet al te best bij deze golfslag en blijf voornamelijk buiten, want daar voel ik me het beste. Op een gegeven moment zien we een grote houten Piroque varen met een aantal zwaaiende mensen er op. We zwaaien enthousiast terug, maar dan blijven ze zwaaien en gebruiken zelf kledingstukken om onze aandacht te trekken. Zijn ze in nood? Wat is er aan de hand? Dan zie ik ineens een hele lange sliert van drijvende bolletjes opdoemen tussen de golven en gooi meteen het roer om en kan deze nog net ontwijken. De vissers hadden een zeker 100 meter lang net uitgezet, dat nauwelijks zichtbaar is in deze deining. Shit. Dat scheelde niet veel! Zucht………….

We varen nog maar wat meer uit de kust om eventueel andere netten maar te voorkomen. We besluiten om de Genua erbij op te zetten, maar tijdens het uitrollen van de Genua blijkt dat dit wel heel erg moeizaam gaat, of eigenlijk niet. Er staat enorm veel spanning op de lijnen, dit voelt niet goed. Wat is er aan de hand? De Genua kan slechts voor een gedeelte uitgerold worden en dan is daar die PANG en constateren we dat de geknapte vallijn helemaal bovenaan om de rolfok (Genua) heen gedraaid is. Op dit moment is nog niet duidelijk wat de oorzaak was dat de Genua niet verder uitgerold kon worden. Veel kunnen we er, met deze deinig, niet aan te doen. Maar gelukkig, mede door deze deining, laat de lijn los en kunnen we dat stuk inhalen. Dan zien we tot onze schrik dat ook de vallijn van de Genua geknapt is. Het zit ons niet mee en na enig gevloek van onze kant kunnen we wel constateren dat het gelukkig is dat de Genua niet volledig uitgerold is, waardoor het zeil blijft hangen en we het vooralsnog gewoon kunnen gebruiken. Zo zeilen we de komende tijd door met een kleinere Genua.

We zeilen meer westwaarts dan noord, waardoor we niet echt veel opschieten. Maar volgens de weersverwachting zal de wind langzaam gaan draaien en dan kunnen we een betere koers varen en rechtstreeks naar Sal zeilen. Nog steeds hebben we veel last van de hoge golven met bijbehorende vervelend deining. Ik ga me steeds beroerder voelen en hang niet veel later over de railing om het weinige wat ik al gegeten heb er uit te gooien. Nu voel ik me helemaal als een vaatdoek. Nee, dit is niet mijn meest favoriete tocht, dat blijkt wel. Inmiddels heb ik de nachtwacht van donderdag op vrijdag achter de rug en verlang naar mijn bed. Mijn wacht is net overgenomen door Fred, ik heb me net uitgekleed, wanneer ik opnieuw een hele harde knal hoor, gevolgd door de kreet van Fred dat hij direct hulp nodig heeft. Ik schiet mijn vest, schoenen en reddingsvest aan. Tijd om een zeilpak aan te trekken is er niet, ik moet Fred helpen. De lijn om de Genua uit te rollen is geknapt, waardoor het zeil in één keer uitrolde en meteen naar beneden zakte. Voordat we iets kunnen doen ligt onze hele voorzeil van 60 m2 in het water. Gelukkig kunnen we nog net één van de schoten aanhalen, waardoor we nog enige grip op het zeil kunnen houden. De stress factor is hoog. De boot duikt in de metershoge golven en ik start de motor om nog enigszins vat op de bestuurbaarheid van de boot te houden. Met de motor op de automaat, lijn ik mezelf ook aan en kruip naar voren waar Fred al verwoede pogingen onderneemt om het zeil binnen boord te halen. Na een aantal pogingen moeten we concluderen dat dit zo niet gaat werken. We zijn inmiddels bekaf en zeiknat van de gigantische golven die overkomen. Het zeil is inmiddels deels onder de boot verdwenen. Ik kruip terug naar de kuip en probeer met behulp van de wind en de golven het zeil onder de boot vandaan te krijgen. We hebben geluk, dit lijkt te werken en na heel veel moeite ligt het zeil weer aan boord! Fred gaat terug de kuip in om te sturen en ik naar voren om het zeil zeker te stellen, zodat het niet overboord kan waaien. Het gaat traag omdat ik moe en drijfnat ben, maar uiteindelijk zit alles vast en kruip ook ik terug in de kuip. Al met al zijn we toch zo een paar uur zoet geweest. Met veel moeite ontdoe ik mij zo snel mogelijk van mijn natte goed en droog me af om droge kleren aan te trekken, want onderkoeld wil je ook niet raken. Wat een pech hebben we op deze tocht, maar gelukkig geen lichamelijk letsel en de schade kunnen we wel oplossen.

Fred suggereert om maar terug te keren en naar Dakar te varen. Dit lijkt ons op dit moment echt het verstandigste om te doen. Daar kunnen we vandaag nog voor donker zijn en op de ankerplaats de nodige reparaties doen en daarna onze reis voortzetten naar de Kaapverdische eilanden. We zijn veel te moe en dan lopen we meer risico waardoor er iets mis kan gaan. Om 19:00 uur gaan we voor anker bij de CVD. Uitgeteld liggen we niet veel later op de bank bij te komen. Eerst eten, filmpje kijken om even te ontspannen en dan ons bedje in. Je kunt wel zeggen dat dit een bijzonder enerverend tochtje was en zeker niet voor herhaling vatbaar!

S ’avonds moet ik denken aan een uitspraak op een scheurkalender:
“Zeilen: een hobby waarbij je nat en ziek wordt terwijl je tegen enorme kosten heel langzaam nergens heen gaat.”

Vertrek naar Kaapverdie, deel 1

Woensdag 2 mei 2018
Na 4 maanden in Gambia te zijn geweest nemen we nu afscheid van dit deel van Afrika. Het blog met een terugblik over onze laatste maanden in Gambia volgt later. De afgelopen weken zijn er niet zoveel nieuwe boten op de anker plaats bijgekomen, alleen de catamaran “Nina” met een echtpaar uit Duitsland arriveerde toen ik in Nederland was. Fred heeft al enig contact met ze gehad en bij mijn terugkomst maak ik kennis met Franz en Angela. Nadat we een aantal keren bij elkaar koffie hebben gedronken besluiten we tegelijkertijd richting de Kaapverdische eilanden te vertrekken.
De laatste dagen voor ons vertrek ontdoen we de mast en stagen zoveel mogelijk van al het stof, spoelen het zand van de zonnetent en doen voor de laatste keer boodschappen om voorraad aan te vullen voor onderweg. De eilanden liggen weer iets noordelijker, zelfs iets hoger dan Dakar in Senegal. We bereiden ons voor op een tocht van 4 á 5 dagen, want over het algemeen komt de wind uit het noorden waardoor het niet zo eenvoudig is om rechtstreeks naar de eilanden te zeilen. We zullen daarom de eerste dag, ruim uit de kust, richting Dakar zeilen en daarna in noordwestelijke richting het eiland Sal. Dit eiland zal onze eerste bestemming zijn als alles goed verloopt.We nemen zo langzamerhand afscheid van de lokale bevolking bij Lamin Lodge en delen nog enkele kleine typische Hollandse souvenirtjes uit aan degene waar we het meeste contact mee hebben gehad. Onze mascotte FRITZ wordt ook nog even op de foto gezet met de wereld beroemde Pieter, eigenaar en oprichter van Lamin Lodge. Met Pieter hebben we de laatste tijd regelmatig contact gehad en dronken vaak samen een biertje. Ik ga op de foto met de Yara en Oumie, twee vriendelijke dames van het restaurant. We bedanken één van de boot boys “Buba” die ons de laatste weken elke dag vers brood heeft bezorgd. Niet te vergeten onze vaste taxichauffeur “Screw”, die ons blijft volgen en natuurlijk onze Gi (Gi-Boy) die ons vanaf het begin heeft geholpen met van alles en nog wat en waar we een speciale band mee hebben opgebouwd. Dit blijft toch wel één van de nadelen van onze manier van reizen, dat je na een aantal weken (of maanden) weer afscheid moet nemen van mensen die je vrienden zijn geworden. Met een aantal zullen we zeker contact blijven houden!

Pieter en onze mascotte Fritz / Yara, Caroline en Oumie

Fred, `Screw` en Caroline / Buba

Woensdag is het dan zo ver!
Gi komt nog even op zijn paddleboard langs om voor de allerlaatste keer dag te zeggen. Hij is dankbaar voor wat we voor hem en zijn familie hebben gedaan en wij wat hij voor ons heeft kunnen betekenen. Enig sinds emotioneel nemen we afscheid van elkaar.

Gi en Caroline
Rond 10:00 uur blazen we op onze koperen toeter ter afscheid en worden enthousiast uitgezwaaid door de Engelsman Ed, Gi en Buba. We varen de rivier op richting Banjul om daar uit te klaren. Franz en Angela van de Duitse boot varen voorop en na een uurtje varen gooien we het anker uit bij Banjul. Frans en Fred gaan samen naar de Immigratie voor het papierwerk. Ondertussen maak ik nog een beetje verder schoon en doe de laatste klusjes om echt te kunnen vertrekken. Om 12:00 uur verlaten we Gambia, op naar een nieuw avontuur!

Even naar Nederland

30-03-2018 t/m 16-04-2018
Het is tijd om even naar Nederland te gaan om een aantal zaken te regelen. Mijn rijbewijs was verlopen en moest verlengd worden. Verder moesten er allerlei controles gedaan worden op medisch gebied, wilde ik ook nog even de tandarts bezoeken en mijn ogen laten controleren voor een eventuele nieuwe bril. Natuurlijk was dit niet alleen de enige reden om naar Nederland te gaan. Ik wilde ook zoveel mogelijk tijd doorbrengen met mijn kinderen, kleindochter, familie en vrienden. De reis was gauw gepland, ik zou ruim 16 dagen naar Nederland gaan. Met alle onderzoeken had ik een behoorlijk vol programma en daar tussen door zoveel mogelijk tijd ingepland om af te spreken met mijn kinderen, kleindochter en vrienden. Ik had mezelf de luxe gepermitteerd om non-stop naar Nederland heen en terug te vliegen. Naast een handbagage koffer had ik namelijk op de heenweg ook al een ruimbagage koffer met o.a. kleine cadeautjes voor vrienden en familie. Voor mijn vertrek hadden we allerlei spullen besteld in Nederland die we de komende tijd moeilijk of niet kunnen krijgen. Waaronder een nieuwe windgenerator, die alleen al 7,5 kg woog. Alle bestelde spullen kwamen bij Anneke binnen (mijn goede vriendin) zij maakte zich al ernstige zorgen hoe ik in vredesnaam alles mee terug zou kunnen nemen. Gelukkig had ik al extra ruimbagage geboekt voor de terugreis. Onze dank voor de ontvangst en alle ruimte die het bij jullie in beslag heeft genomen! Ik zou een aantal dagen bij mijn oudste zoon Steven in Amsterdam doorbrengen (verspreid over de periode) en zo ook bij Anneke met af en toe een dagje naar overige familie en vrienden. Gekleed in een spijkerbroek (dat was op zijn minst een jaar geleden), vest en dichte schoenen aan was ik klaar voor vertrek. Fred bracht me samen met onze vaste taxichauffeur “Screw” naar de luchthaven van Banjul. Bij aankomst op Schiphol stond niet alleen Steef, maar ook Vincent me op te wachten. Super fijn gevoel om mijn beide kinderen weer te zien. Vincent was natuurlijk nog niet zolang geleden bij ons geweest In Gambia, maar Steef had ik toch alweer sinds juni vorige jaar niet meer gezien.

Terug kijkend op deze dagen heb ik met heel veel plezier mijn kinderen gezien en tijd doorgebracht met ze. Steven en ik hebben een aantal keren samen tijd met Bobby doorgebracht. Gelukkig viel het weer erg mee en was het zelfs aangenaam warm voor de tijd van het jaar. Zo zijn we naar Burgers Zoo geweest, de speeltuin, ijsje eten en thuis lekker gespeeld. Ze is nu 2 ½ jaar en is al een echte peuter. Doordat we skypen en videobellen was ik niet een complete vreemde voor haar en was het al gauw “Oma van de boot”. Het waren fijne dagen met Steef en Bobby. Met Vincent een middagje naar het strand bij Noordwijk geweest en daar bij een open haardje aan de wijn met kaasplankje en s ’avonds een visje eten op de boulevard.

Samen met Steef en Vincent een biertje gedronken op een Amsterdams terras en daarna samen thuis eten. Dit zijn allemaal bijzondere momenten die ik koester! Daarnaast heb ik met verschillende zeer goede vrienden afgesproken om te lunchen en daar een fijne tijd mee doorgebracht. Van Johan kreeg ik een prachtig boek. Hij had dit naar Tenerife gestuurd voor mijn verjaardag, maar daar was het nooit aangekomen en na 4 maanden ontving hij het pakketje retour. Zo kreeg ik alsnog mijn verjaardagscadeau. Bij de zus van Fred en haar familie werd ik warm ontvangen en genoot van een overheerlijke maaltijd die Ingrid gekookt had. Speciaal voor mij: “Draadjes” waar ik zo dol op ben! Voor dessert een eigen gemaakte appeltaart volgens recept van Ma (zij is in januari overleden). Dankjewel lieve Ingrid!

Ook andere vrienden, waar ik een nachtje gelogeerd heb, hadden een lekkere maaltijd voorbereid. Allemaal dingen waar ik gek op ben. Het was erg fijn om met allen weer even een beetje bij te kunnen praten en tijd met elkaar door kunnen brengen. Natuurlijk is het altijd tekort, maar daar is niets aan te doen. De “zakelijke” afspraken waren helaas niet allemaal op één dag te plannen, waardoor ik uiteindelijk van hot naar her moest reizen. Ik heb veel met het openbaar vervoer gedaan want mijn rijbewijs was tenslotte verlopen, waardoor ik geen auto had kunnen huren. Maar daarnaast was Anneke zo lief om mij verschillende keren rond te rijden. Bij Anneke heb ik behoorlijk veel moeite gehad om alle aangeschafte spullen goed in de koffers/tassen te krijgen. Ik wilde het aantal kilo’s niet overschrijden, waardoor ik genoodzaakt was om toch een aantal spullen achter te moeten laten. Fred gaat in september naar Nederland en dan neemt hij de rest van de spullen mee terug. Nu maar hopen dat ik geen problemen zou krijgen bij de douane met al die spullen en voor een half jaar aan medicatie bij me.
Tijdens deze periode heb ik me tegoed gedaan aan allerlei lekkere dingen die ik al een tijdje niet had gegeten. Dat terwijl ik net geconstateerd had dat ik ruim 12 kilo was afgevallen het afgelopen jaar. Natuurlijk weet ik dat het niet verstandig is voor mijn gezondheid, maar kon de verleiding toch niet weerstaan. Er is van alles de revue gepasseerd zoals de Tompoes, Moorkop, Appeltaart, Uitsmijter, broodjes kroket etc…………. Gelukkig bleek achteraf dat dit toch minder effect op mijn gewicht heeft gehad dan ik had gedacht. Maar wat kan een mens blij worden van zo iets simpels!

Anneke bracht me in de vroeg uurtjes op maandag naar Schiphol. Met een karretje vol met 3 koffers/tassen stond ik even later in de rij om in te checken. Dat heen en weer gereis was me niet in de koude kleren gaan zitten, ik was bekaf. Over 8 uur zou ik weer “thuis” zijn bij mijn lief. We hebben elkaar echt gemist. De laatste jaren zijn we veel samen en niet gewend om zolang alleen te zijn.
Fred vond het erg stil op de boot zonder mij en heeft veel naar muziek geluisterd. Ook Kit heeft me gemist en vroeg alle aandacht van Fred en bleef dicht in zijn buurt. Hij voelde zich wel door de locals gesteund, want ook zij misten me en zo werd er regelmatig aan hem gevraagd hoe het met me ging in Nederland. Voor mij ging de tijd sneller omdat ik afgeleid werd. Ik kreeg in Nederland regelmatig Whatsapjes van “Screw” met vragen over hoe het met me ging en ik zond hem foto’s van typische Hollandse dingen, zoals de bollenvelden, bootjes en huisjes langs de Amsterdamse grachten, Centraal Station in Amsterdam en de weilanden met slootjes (genomen vanuit de trein). Toch wel bijzonder om zodanig contact te hebben met je taxi chauffeur! Dat zal je in Nederland toch niet zo gauw tegen komen. Zo zie je maar weer hoe je in relatief korte tijd opgenomen wordt bij de lokale mensen. Het Hollandse landschap viel me veel meer op sinds we uit Nederland zijn vertrokken. Ik kon veel meer genieten van de dingen waar andere Nederlands in het dagelijkse leven al lang aan voorbij gaan. Ook viel het me op dat de mensen geen tijd meer hebben om elkaar te groeten. Iedereen het maar druk, is gehaast en alles moet op tijd. Zijn we dat nu al helemaal ontwent?

Na de landing had ik gelukkig geen enkel probleem bij de douane en werd ik door Fred en Screw al opgewacht. Na een warme omhelzing door mijn lief en zelfs door Screw konden we volgeladen weer terug naar Lamin Lodge! Zucht…… .eindelijk weer thuis! Bij Lamin Lodge werd ik nog eens warm onthaald door Gi en Ed (Engelsman die ook met een boot daar ligt). Ook door de andere locals werd ik begroet en gevraagd hoe het met de kinderen en in Holland was gegaan. En nu? Ga ik alleen maar slapen, slapen en slapen……………Bedankt lieve familie en vrienden voor jullie warme ontvangst in Nederland. Ik hou van jullie!

Gambia: deel 3

Donderdag 25-01-2018
Terug naar Lamin Lodge
In de ochtend gaan we met zijn vijven naar de kant en nemen een taxi naar de ‘Albert Market’ om groente en fruit in te slaan en mogelijk vis en/of vlees. Het lijkt een beetje op de Medina’s die we al in Marokko hebben gezien. Nauwe straatjes met heel veel kleine verkooppuntjes.
Er loopt al gauw een irritant mannetje achter ons aan die wel de weg wil wijzen. Dat hebben we helemaal niet nodig, we zoeken het liever zelf uit en vriendelijk wijzen we hem af. Maar hij is nogal volhardend en blijft ons achtervolgen. Nadat we hem een poosje genegeerd hebben druipt hij af. We kopen op deze markt zakjes met aanmaaklimonade, wat fruit en groente. Behalve komkommers en enkele redelijk uitziende tomaten is er niet zo heel veel keuze. Wanneer we op zoek gaan naar ‘Tapalapa’ (brood) belanden we bij het ‘hoekje’ van de naaiateliers. Mannen en kinderen zitten achter o.a. oude ‘Singer’ naaimachines kleding te maken van kleurige stoffen. Ook hebben ze een speciale stand op deze machine op versiersels te borduren. Overal vind je bergen met restant lapjes liggen, waarvan ik later begrijp dat ze daar de kussens mee vullen. Veelal worden deze kussens gebruikt door de taxichauffeurs voor doorgezakte stoelen in de taxi. We hebben postzegels gekocht bij het postkantoor en de veel eerder geschreven kaarten doen we eindelijk op de bus. We lopen langs een man die voetballen verkoopt die hier 550 Dalasi per stuk voor vraagt, maar dat vinden we veel teveel en lopen dus door. De man komt ons achterna en zegt dat 300 Dalasi ook goed is en zo zijn weer een bal rijker om weg te geven. Wanneer willen een taxi terug nemen, maar de taxi chauffeur vraagt een belachelijke hoge prijs van 700 Dalasi ( € 14,00) en dat voor een ritje van 5 minuten. We lopen naar een andere taxi en die wil ons vijven wel meenemen voor 200 Dalasi (€ 4,00). Terug bij de boot halen we het anker op en vertrekken met opkomend tij naar Lamin Lodge. Waar niet veel later ook G-Boy ons alweer verwelkomt.

Vrijdag 26-01-2018 t/m woensdag 31-01-2018
Het zijn de laatste dagen dat Vincent nog bij ons is en we laten het vooral aan hem over om te bepalen wat we nog gaan doen.

Craft Market van Brikama
Vincent wil heel graag een mooi houtsnijwerk kopen als aandenken van deze reis. We gaan, samen met ‘Gi’, met de taxi naar de ‘Craft Market’ in Brikama. Voordat we daar heen gaan moet eerst bepaald worden hoe groot het stuk maximaal mag zijn i.v.m. het vervoeren. Het is ongeveer 30 minuten rijden met de taxi naar Brikama. De ‘Craft Market’ staat bekend om zijn houtsnijwerk, gevlochten manden, kleding en sieraden. De Craft Market bestaat uit heel veel kleine winkeltjes waar men ter plaatste bezig is om hele mooie dingen te maken. De ‘gewone’ toerist komt hier met een busje of een SUV, wordt gedropt en stapt nog geen 15 minuten later weer in. Wij nemen uitgebreid de tijd om langs alle winkeltjes te wandelen voordat we iets kopen, want er nogal wat te zien hier.

Er staan prachtige grote beelden, die gemaakt zijn uit één stuk. Ware kunstwerken, echt fantastisch! Ook tref je er enkele winkeltjes die heel veel ‘antieke’ beelden en maskers verkopen, maar die zijn ons te prijzig. Zodra we iets leuks vinden, kan het spel van onderhandelen beginnen. De verkoper zegt een bedrag en jij doet een laag tegenbod en zo kom je uiteindelijk op een acceptabel bedrag uit naar ieders tevredenheid. We zijn ondertussen aardig goed in onderhandelen, maar de aanwezigheid en bemoeienissen van ‘Gi’ helpen ook nog eens goed mee. Gi geeft aldoor aan dat we geen echte toeristen zijn maar vrienden van hem. Hij en Vincent kunnen het aardig met elkaar vinden. Na afloop hebben we aardig wat aangeschaft en tegen sommige verkopers zeggen we dat we nog wel een keertje terug zullen komen omdat we hier toch nog enkele weken/maanden zullen zijn. Vincent heeft o.a. een prachtig houten exemplaar gekocht en kan tevreden naar huis.
Ook wij hebben de nodige dingen aangeschaft voor ons zelf en voor anderen. Eén van de verkopers zal voor ons nog vier houten mokken maken van hout naar een voorbeeld van onze bekers aan boord. Deze halen we de volgende keer op. Voordat we met de taxi terug gaan nemen we nog een drankje en dan ontmoeten we één van de verkopers die naast zijn houtsnijwerk bankbiljetten en munten verzameld. Hij laat ons vol trots zijn verzamelmapjes zien en Fred geeft hem ook nog enkele muntjes. Het is niet veel, maar we beloven hem de volgende keer meer mee te nemen. Als dank krijgen we van hem een vrucht van de Baobab boom gemaakt van hout.
Reggae-party
‘Gi’ stelt voor om naar een Reggie-party in de wijk ‘Kololi’ (voorbij Serekunda aan de westkust) te gaan en daar hebben we wel oren naar. Dit is vlakbij het ‘westerse’ Senegambia gedeelte (daar waar alle toeristische hotels en restaurants zijn). Vandaag hebben we een aardige taxichauffeur ‘JoJo’, die een hele mooie auto heeft voor Gambiaanse begrippen. Onderweg laat hij foto’s zien van zijn ‘meissie’, een Hollandse dame die toch zeker 15 jaar ouder is dan hij. Ze zijn helemaal verliefd en hebben een echte klik met elkaar verteld hij. Zou hij daarom in deze mooie Mercedes kunnen rijden? Natuurlijk gaat Gi de hele avond gezellig met ons mee op stap, wat leuk is voor Vincent, want ‘Gi’ is van zijn leeftijd! Hij regelt dat we aan kunnen schuiven bij het BBQ-buffet in het Djembe Beach Hotel. Er zit een grote groep ‘echte’ Hollandse luidruchtige toeristen aan een lange tafel. Je komt ze in dit gedeelte overal tegen en dat is ook de reden dat we liever niet naar wijken zoals Senegambia gaan. Het eten is goed en Gi zit echt te genieten en verteld dat dit de eerste keer is dat hij een westerse BBQ meemaakt. De muziek is aardig, maar houdt op een gegeven moment op. Tijd om naar de Reggae-party te gaan in de wijk ‘Kotu’. We arriveren bij ‘Domino’s Beach bar/restaurant’, betalen 50 Dalasi (€ 1,00) entreegeld en krijgen een stempel op onze hand. De muziek en wietlucht komen ons al tegemoet. Staand bij een strooien parasol luisteren we naar de muziek en bewegen mee met de rest van de massa. Tussen het publiek bevinden zich een aantal blanken heren en dames met bijpassend Gambiaans gezelschap. De ‘bumsters’, knappe donkere jongens (en vrouwen) die op de stranden van Gambia relaties aanknopen met (vaak veel oudere) westerse toeristen. Maar het overgrote gedeelte bestaat uit Gambianen. De Reggae muziek is leuk en er heerst een zeer relaxte sfeer. Niet veel later verdwijnen Gi en Vincent voor een tijdje en wanneer ze terug komen ruik ik al meteen de wietlucht om hun heen. Dat wil ik ook wel weer eens proberen, het is toch zeker 40 jaar geleden dat ik voor het laatste een jointje heb gerookt. Gewoon roken doe ik ook al jaren niet meer. Maar in deze ambiance wil ik het wel weer eens proberen. Wie had dat ooit kunnen denken? Samen met mijn jongste zoon op een Reggae-party een joontje roken! Het bleef er niet bij één…………….. Uren later rijden we licht aangeschoten en een beetje high met de taxi terug naar Lamin Lodge. Het was weer echt gezellig!
Lamin Lodge
Met vaste regelmaat drinken we een biertje, met de andere zeilers, bij de Lodge en af en toe blijven we daar ook eten. Yara en Oemy zijn de vaste serveersters en erg vriendelijk. Ze dragen (als de boss en boss-lady er zijn) een soort van uniform, maar zodra deze afwezig zijn, kleden zij zich om in gewone moderne kleurige kleding. Het is best gezellig met zoveel Nederlandse zeilers bij Lamin Lodge en de bier omzet is hierdoor ook meteen verhoogd. De aapjes van ‘Lamin Lodge’ zijn gek op cola en ketchup en je moet echt je flesje cola niet loslaten, want dan ben je hem dus gewoon kwijt. De ketchup wordt tijdens het eten ineens van onze tafel gegrist en verdwijnt met de aap naar het nabijgelegen dak, waar het open gebeten wordt en leeg gegeten. Het is dan ook niet voor niets dat er de zogenaamde ‘apen-stokken’ aanwezig zijn. Deze hoef je eigenlijk alleen maar te laten zien en ze gaan er als een haas vandoor.
Bij de drankjes geven ze altijd een rietje, maar tegenwoordig bedanken wij hiervoor, want deze worden vaak door de aapjes meegenomen en dat is zeker niet goed voor ze. Op een dag wil ik een jong aapje hiervan behoeden en probeer hem af te leiden zodat ik het rietje kon pakken. Oeps dat gaat bijna mis! Mama aap zit te dicht in de buurt en wordt vreselijk boos op mij. Ze laat haar tanden zien en wil me aanvallen. Gelukkig pakte Pieter (de eigenaar van Lamin Lodge) de ‘monkeystick’ en jaagt haar weg. Ondertussen heeft het jonge aapje wel het rietje laten vallen van schrik. Is het me toch gelukt!
Locals
Op één van de laatste dagen gaan we met zijn allen een biertje drinken bij de locals. Deze bar bevindt zich naast Lamin Lodge, waar alle lokale Pirogues liggen die met de toeristen gaan varen. Het Is een rond gebouwtje waar veel van de locals rondhangen. Ze weten nu wel dat we zeilers zijn en daardoor worden we anders benaderd dan de gemiddelde toerist.
Na het drankje gaan we met onze gidsen eten bij een lokaal restaurant ‘Leekers’. Deze bevindt zich op de Kings Road in Lamin en is ongeveer 20 minuten lopen vanaf Lamin Lodge. Het is pas heropend en we worden ontvangen door Alie, een Engelse dame die alles regelt. De eigenaresse, Lisa, is op dit moment niet aanwezig. Het duurt even voordat de tafels, voor 12 man, gereed zijn. We eten in de tuin en er een spaarzame verlichting, maar toch heel gezellig. We praten over de afgelopen weken en onze ervaringen op de rivier. Het eten is erg goed en ik werp ook een blik in de keuken en maak een praatje met de kok. Achter op het terrein is een bakkerij die brood bakt voor de omgeving. Ook hier is geen verlichting en de mannen hebben hoofdlampjes op om te kunnen zien wat ze doen. Het brood wordt in een grote ‘pizza’ oven gebakken Hier wordt Tapalapa gebakken voor alle verkooppunten in de buurt. Het ruikt goed en we kopen maar meteen vers brood voor de volgende ochtend. In het pikkedonker wandelen we, over de hobbelige zandweg terug naar Lamin Lodge. We voelen ons hier totaal niet onveilig.
Eten bij ‘Gi’ op de compound
Voordat Vincent vertrekt wil Gi graag dat we bij hem thuis komen eten. We gaan er met de taxi heen over een zeer hobbelige en vol met afval liggende weg. De compound is deels afgeschermd door middel van golfplaten en een stuk muur. We hebben al van Gi begrepen dat hij gek is op zijn moeder en nemen voor haar een paar echte Hollandse aardewerken klompjes mee. Verder nog enkele houten sleutelhangerklompjes, kleurpotloodjes en gevlochten armbandjes. We worden bijzonder warm en hartelijk ontvangen door zijn moeder ‘Saidy’ en ook de rest van de familieleden stellen zich voor. De vader van Gi is niet aanwezig, maar wel zijn 2e vrouw ‘Fanta’ en haar kinderen. Voor ons is het nogal vreemd dat iemand een tweede vrouw er op na kan houden, maar hier in Gambia is dat heel gewoon. Dit voorrecht is alleen voor mannen, vrouwen mogen geen 2e man hebben! Dit ‘gemengd’ gezin bestaat dan ook uit heel veel mensen en ze wonen bijna allemaal bij elkaar op deze compound of in de buurt. Het is een komen en gaan en wij zijn al gauw kwijt wie iedereen is en bij wie ze horen. Ajie, de 1 jaar oudere zus van Gi, kookt vandaag.
Ze laat zien waar ze dit doet, hoe en wat ze klaar maakt. De ‘keuken’ is een apart stenen gebouwtje wat helemaal zwart geblakerd is van de rook. Er wordt gekookt op een vuurtje van houtskool en ‘Ajie’ zit hier op een laag houten krukje tussen de pannen. Er worden gigantische pannen met rijst, vlees en groente gemaakt. Ze kookt, samen met haar zussen om en om, 1x per dag in de ochtend voor de rest van de dag. Ze eten in ploegen, want er zijn kinderen die in de ochtend naar school gaan en andere kinderen pas in de middag. De communicatie verloopt redelijk, de meeste spreken wel Engels en anders vertaald Gi het voor ons. We nemen plaats, onder de grote groen mangoboom, op bankjes en lage krukjes rond om één van de grote schalen. We krijgen een lepel aangeboden, maar we willen eten op de manier zoals zij dat doen. Je eet met onze rechterhand, de linker mag je niet gebruiken. Dit kost Fred wat moeite, want hij is links! We zijn er niet zo handig in, maar oefening baart kunst! De rond lopende kippetjes eten de gevallen rijstkorrels op. Vincent is met Gi naar de winkel gegaan om een baal rijst te komen voor de familie en als bedankje voor het mogen mee eten. Dit wordt per kruiwagen de compound opgereden.
De moeder van Gi verteld dat ze diabetes is en geen gewone medicatie gebruikt, maar thee drinkt van een bepaalde boomschors. Nu is haar suiker weer goed! In Gambia geloven ze nog sterk in de natuurlijke medicijnen die de medicijnman geeft. Na het eten loop ik nog even met Gi over de compound en naar die van de buren. De huizen zijn klein en eenvoudig, maar Gi heeft een eigen kamer, die er erg netjes uitziet! Het terrein bestaat uit zand en overal ligt afval, ze gooien het gewoon naast hun neer. Hier kunnen we echt niet aan wennen. Hoe eenvoudig is het om afval in één bak te verzamelen en die dan af en toe te verbranden? We zien de buurvrouw haar visvangst sorteren. Deze buren houden varkens en er zijn jonge biggetjes, maar wanneer ik moeder big zie, dan denk ik niet dat deze nog lang zal leven…… Vincent gaat nog even voetballen met enkele kindjes van de compound in de buurt en komt niet veel later terug met een vuurrood hoofd en helemaal oververhit. Gek he! Op het heetst van de dag, met 30 graden en dan gaan voetballen! Terwijl hij zit bij te komen komt één van de kindjes bij hem staan. Zo leuk, het contrast tussen hem, bleke Hollander, en een mooi donker kindje. De moeders dragen hun jonge kinderen in draagdoeken op de rug. Eén van de vrouwen geeft haar kind hapjes van poeder dat melkpoeder blijkt te zijn. We vinden dit wel een beetje vreemd om het zo droog te geven en het lijkt ons ook niet zo goed voor het kind. Wij leggen uit dat ze dit met water moet mengen en het dan aan het kind geven. Wanneer ze dit probeert kijkt het kindje eerst verbaasd, maar dan wil toch wel meer. Ajie maakt nog even thee voordat we weer weg gaan. We geven wel even duidelijk aan dat we niet zoveel suiker willen, want ook in Gambia drinken ze het mierzoet. Dan hoef je je niet meer af te vragen hoe ze aan slechte tanden komen en diabetes hebben…….. We maken nog een paar foto’s met de familie en bedanken de moeder van Gi en Ajie voor het eten en de hartelijke ontvangst. Volgens hun horen we nu bij de familie!

Moeder en zoon momentje

We varen samen een stukje met de dinghy de kreek in. De lokale vrouwen zijn bij een drooggevallen stuk, met hun kinderen in een draagdoek op de rug, bezig met het zoeken naar kokkels. Het is laag water en de wortels van de mangrove zijn goed zichtbaar. We kunnen niet zover, maar we genieten van de stilte en het samen zijn. Dit zijn de kleine momentjes die me dierbaar zijn.

Kookles
Ajie, zus van Gi, komt een paar keer bij Guus op de boot. Ze kan goed koken en leert Guus en enkele plaatselijke recepten klaar te maken. Ik ben altijd in voor iets nieuws, dus met mijn aantekenboekje en fototoestel in de aanslag volg ik alle handelingen die zij en Guus uitvoeren. Vincent en ik kijken toe en kunnen later genieten van het eind resultaat. De recepten zal ik later nog onder het kopje recepten vermelden.

Vincent op stap met Gi
Voordat Vincent vertrek naar Nederland gaan hij en Gi nog een avondje samen op stap. Rond 4:00 uur de volgende ochtend hoor ik Vincent weer aan boord komen. Die hebben het goed naar de zin gehad.

Vertrek van Vincent
Na een klein beetje uitgeslapen te hebben is het toch wel tijd om de koffers van Vincent in te pakken. Terwijl hij aan het inpakken is verteld hij dat we de Drone mogen houden. Volgens Vincent zullen wij veel mooiere beelden kunnen maken dan hij in Amsterdam. Nu hebben we altijd al een Drone willen kopen en om er dan zomaar één te krijgen! We vinden dit wel een duur cadeau, maar zijn er heel erg blij mee. Bedankt Vincent!! We zullen zeker mooie opnames proberen te maken!
Vincent neemt een extra tas van ons mee om het houten beeld in te kunnen vervoeren. De extra oude koffer die hij op de heenweg bij zich had, die had hij al weggegeven. Het beeld wordt stevig ingepakt met een stuk karton er om heen. Zijn vlucht is pas laat in de avond en voordat we per taxi naar de luchthaven vertrekken willen we nog een hapje eten bij Lamin Lodge. Wanneer we met de dinghy bij de steiger aankomen, zien we dat er niemand meer is bij Lamin Lodge en ook bij de locals is het al donker. Wat nu te doen? Gi zou hier om 20:00 uur zijn en hij is per mobiel niet bereikbaar. Dan ontmoeten we ‘Henry’ één van de boat boy’s, die zegt dat restaurant Leekers wel open is. Samen wandelen we over de zandweg richting Leekers. Henry sjouwt samen met Vincent de zware tas. Onderweg komen we Alex tegen, oudere broer van Gi en die vragen we of hij Gi wil zeggen dat we vanaf het restaurant een taxi willen hebben. Wanneer we bij Leekers aankomen is het helemaal donker, het zit ons echt niet mee. Maar gelukkig wordt de kok voor ons opgetrommeld en die is wel bereid om iets in elkaar te flansen voor ons. Een eenvoudige maaltijd van friet met salade en vers brood om onze honger te stillen. We bellen Guus dat waar we zijn, want die wilde ook mee naar de luchthaven om uit te zoeken of hij daar verlenging voor zijn verblijf kan regelen. Zodra Guus en Gi gearriveerd zijn vertrekken we met een taxi naar de luchthaven. Van Gi krijgt Vincent enkele cadeautjes te herinnering aan de leuke tijd die ze samen hebben doorgebracht. We drinken nog een glaasje samen en dan is de tijd om afscheid te nemen.

Ik loop nog even met Vincent mee tot aan de balie van de paspoortencontrole. We hebben het fijn gehad en ik zal hem missen. Nog even extra zwaaien en dan is Vincent uit beeld. Ik houd me groot, maar inwendig moet ik toch even slikken.
Terug naar Lamin Lodge, waar we de komende week even bijkomen van het bezoek van Vincent en alle indrukken die we tot nu toe op hebben gedaan.
Kortom, de afgelopen weken waren heel bijzonder, vooral voor Vincent en mij. Niet alleen omdat het alweer een poosje geleden is dat we zolang bij elkaar waren, maar ook om samen met onze zeilboot Gambia te mogen verkennen. Natuurlijk was de tijd beperkt en hebben we keuzes moeten maken op deze trip. Maar in deze weken hebben we toch een hele leuke en goede indruk gekregen van Gambia. We hebben veel gezien, beleeft en ontzettend genoten! Wat mij betreft voor herhaling vatbaar!
 

Gambia: Rivier deel 2

Janjanbureh (je spreekt het uit als: of Jangjangbureh) is een stad, gesticht in 1832. Het was voorheen een stad waar de slaven werden verhandeld en staat ook bekend onder de naam ‘Georgetown’ en het eiland staat lokaal bekend als ‘McCarthy Island’. Het is nu de hoofdstad van de Central River Division en is vooral bekend als de thuisbasis van de belangrijkste gevangenis van Gambia. In 1995 kregen zowel de stad Georgetown als het eiland MacCarthy de naam Janjanbureh.

Dinsdag 16-01-2018
Vanmorgen een beetje uitgeslapen, maar dan moet er weer hard gewerkt worden om de watertank te vullen, want de watermaker kunnen we hier niet gebruiken. Fred en Vincent gaan vier keer met de dinghy naar de kant met 4 jerrycans van 20 liter per stuk. Bij de waterpomp helpt iemand Vincent met het vullen van de jerrycans. Fred staat met één van ‘locals’ te praten die hem verteld dat het wel mogelijk is om bij laag water, aan de noordkant van de rivier, onder de kabels door te varen. Elke dag gaat namelijk de stroom van de kabels af tussen 14:00 – 18:00, dit vanwege bezuinigingen. Wij gaan dit risico maar niet nemen! De man laat tevens zijn hand zien met een naar abces. Hij zou graag medicijnen willen, maar Fred geeft hem geld voor medicatie en later laat de man zien dat hij dit ook daadwerkelijk gekocht heeft en dankbaar is voor de hulp.
Terwijl Vincent staat te wachten bij de waterpomp is het ondertussen lunchtijd en mag hij een bordje mee-eten bij de locals. Als dank hiervoor geeft hij ze enkele schriftjes en pennen voor de kinderen. Wanneer Fred en Vincent terug komen zie ik, op nog geen 4 meter afstand, een grote kop van een nijlpaard uit het water omhoog komen. Dat is even schrikken, wat zwemt deze dichtbij! Vincent weet nu ook wat het is om water te tanken, dat het niet allemaal zo eenvoudig is en dat je bijna een dag werk hebt. Terwijl we in de kuip zitten, zien we aan de oever in de struiken mensen zich omkleden voor het festival.

 

Ruim in de middag gaan we met zijn allen met onze dinghy de kant en daar wacht Sax ons al op. Sinds hij zich als gids aan ons voorgesteld heeft, komen we niet meer van hem af. In deze plaats willen mensen ook de hele tijd iets van je, wat nu toch een beetje irritant begint te worden. Er zijn heel wat mensen op de been en de aantal toeristen is drastisch gestegen. We wandelen door de stad en komen uit op een ruime vlakte de voorstelling zal plaatsvinden. Er is een speciaal afdakje gemaakt waar een heleboel stoelen staan voor belangrijke personen die uitgenodigd zijn, zoals de ‘chief’ van het stadje, minister van cultuur en andere genodigden. Daarachter rijen met stoelen voor de voornamelijk ‘blanken’ toeristen die door hun touroperators hiermee naar toe genomen zijn. Helaas worden we door Sax tussen deze ‘gewone toeristen’ gezet en dat voelt vrij ongemakkelijk. Het gedrag van sommige van deze (met grote telelenzen behangen) toeristen laat nogal te wensen over en ik schaam me af en toe voor deze blanke medemens. Maar dit soort gebeurtenissen zijn bijzonder en we vinden het erg leuk om mee te maken.

‘Kankurang’ festival
Het laatste grote festival was in de jaren ’80 en wordt bijgewoond door zowel lokale als internationale toeristen uit meer dan 10 verschillende landen. De ‘Kankurang’ is een inwijdingsrite die jaarlijks wordt beoefend in de Manding-provincies Senegal en Gambia. Het centrale personage in de Kankurang is een ingewijde die een masker draagt ​​gemaakt van de schors en rode vezel van de Faara-boom of gekleed in bladeren en zijn lichaam is geverfd met plantaardige rode kleurstof. Hij wordt geassocieerd met besnijdenisceremonieën en initiatierituelen. Deze persoon voert een staccato-dans uit, schreeuwt en slaat twee machetes hard tegen elkaar. Zijn volgelingen bestaan uit voormalige ingewijden en andere dorpelingen die zijn gedrag en gebaren volgen. Ze dansen, zingen en trommelen op Bongo’s. De Kankurang staat garant voor orde en gerechtigheid en is de exorcist van boze geesten. Tijdens dit festival zien we verschillende maskerades o.a. van de Wolof, Jola, Fula met o.a.
Ifangbondi: is een onzichtbare zeer gevaarlijke geest, kan schade toebrengen aan boosdoeners, komt alleen ‘s nachts;
Wulengo: beschermt besneden jongeren tegen heksen, boosdoeners en boze geesten, kinderen, vrouwen en niet ingewijden mogen dit niet zien, een vrouw die dit ziet wordt onvruchtbaar.
Jamba: handhaving van discipline van de leden van de samenleving, wordt tijdens huwelijken, diploma-uitreikingen en andere ceremonies uitgevoerd
Het is een kleurrijk, muzikaal gebeuren en er wordt veel met geld ‘gestrooid’ vooral van de blanken medemens wordt verwacht dat ze een aanzienlijke bijdrage leveren. Fred koopt een T-shirt met logo van het festival! De organisatie is echt op zijn Gambiaans. Het begint 2 uur te laat, de microfoons werken slecht en de speakers worden aan het eind pas neergezet. Ook de verlichting wordt pas aangebracht als het festival al in volle gang is en het bijna donker is, volgens de ‘Gambia way’.

We gaan na afloop in het zelfde restaurant eten en horen Sax uit over alle tradities en gewoonten van het land. Hij verteld over zijn privé leven en wat zijn doel is in het leven. Het is al gauw duidelijk dat men het hier moet hebben van de toeristen, want voor de rest is hier weinig te doen. Hij probeert er nog iets van te maken en dat kun je niet van alle Gambianen zeggen. Het is alleen jammer dat zijn verhaal een verkapte manier is om aan te geven dat hij geld nodig heeft. Al zegt hij aldoor dat hij Moslim is en niet om geld mag vragen, maar wel even melden dat de Nederlanders gulle mensen zijn!! Ja, ja, dat weten we, want als er in dit land een project opgestart wordt (scholen, gezondheidszorg etc.) dan zijn er vaak Nederlanders bij betrokken. Morgen krijgen we van hem de volledige tour over het eiland inclusief lunch bij zijn familie thuis.

Woensdag 17-01-2018
Om 13:00 uur naar de kant. Bij de oever, waar de veerboot aankomt, staan verschillende kleine stalletjes waar fruit en groenten wordt verkocht. Bij de veerboot staan busjes te wachten om naar de oever vervoerd te worden. Bovenop een busje liggen schapen, zo vervoeren ze die hier in Gambia. De partij voor de dieren in Nederland zou meteen een actie beginnen! Sax wacht ons op en we geven aan dat we postzegels nodig hebben. Bij het ‘postkantoor’ blijkt dat ze geen postzegels hebben, die moeten van ver komen…. Dan doen we ze wel in Banjul op de bus. Onderweg naar de ‘compound’ (een afgeschermd terrein waar meerdere huisjes en gezinnen op wonen) van Sax komen we de meest bizarre winkeltjes en bedrijfjes tegen en borden met vreemde teksten.
We willen graag iets meenemen voor het gezin en wanneer we in een winkel een baal rijst willen kopen geeft Sax aan dat hij deze net heeft gekocht en liever het geld heeft voor de volgende keer. Hier denken we nog even over na. Hij verteld dat hij erg arm is en in een klein huisje woont en hij heeft gelijk het is een krot. Het leefgedeelte bestaat uit een ruimte van 3 bij 3 met drie oude doorgezakte stoelen, een tafeltje met tv en zeil op de grond. Voor Vincent pakt hij er nog een plastic stoel bij. Sax heeft een grote Amerikaanse koelkast gekregen van iemand, alleen doet deze het niet want hij heeft geen geld voor een omvormer (van 3500 Dalasi, oftewel € 70,00). Dit is ook weer een verkapte manier om geld te vragen. In de andere ruimte staan 2 bedden voor hem en zijn vrouw en 4 kinderen. Dan heb je een vies rommelig binnenplaatsje met een gat in de grond, dit is waarschijnlijk de wc. Het dak bestaat uit golfplaten en de wanden zien er vuil en afgebrokkeld uit. Hij verteld dat hij bezig is met een nieuw huisje te bouwen, maar hij heeft alleen nog wat (daar heb je het al weer) geld nodig voor de laatste stenen. Het begint een beetje vervelend te worden. Ook moeten we wel erg lang wachten voordat er iets gebeurd. We worden wel afgeleid door de vele kleine kindjes die er op de compound rond lopen. Zodra ze een beetje aan ons gewend zijn zingen ze het ABC-lied voor ons en tellen hardop in het Engels. Sommige kindjes lopen in vodden rond, kleding met grote gaten en rafels. Dat is toch wel een triest gezicht en het contrast wordt nog groter wanneer even later de jongste dochter van Sax thuis komt in haar ‘nette’ schoolkleding. Zij is binnen een mum van tijd omgekleed in haar ‘thuis’ kleding, maar die ziet er al beter uit dan die van haar compound vriendinnetjes.
Het eten wordt door de vrouw van Sax ergens anders gekookt omdat zij geen geschikte kookplek hebben. Iris gaat mee om een kijkje te nemen, maar krijgt niet de indruk dat ze echt gewenst is. Uiteindelijk is het eten dan klaar en wordt het in een grote schaal op de grond gezet in het leefgedeelte. Zijn vrouw en kinderen eten niet mee, wat wel een beetje vreemd is. Eten bij zijn familie, maar zonder de familie….  De botjes van het vlees worden gewoon op de grond gelegd, die vervolgens door een kolonne mieren weggedragen wordt. Sax noemde het de ‘Circle of Life’, zo leven wij hier zegt hij. Ik voel me niet zo lekker en eet uit voorzorg maar niet teveel. We hebben het wel een beetje gehad met Sax en willen eigenlijk zo snel mogelijk terug naar de boot. Voordat we vertrekken geeft Fred hem een bedrag namens ons vijven voor al zijn diensten. Sax reageert hier op z’n minst nogal eigenaardig op, eigenlijk neemt hij het aan en zegt niets. Vincent, Iris en Koen zijn genoodzaakt om nog even te blijven en komen niet onder de rondleiding uit over het eiland. Ze worden voorzien van de nodige informatie over de school, politiebureau, gevangenis, gemeentehuis, The Tree of Freedom, slavenhuis en de koloniale tijd. Dit was tot nu toe niet de meest bijzondere plaats waar we geweest zijn. Vanavond eten we soep met brood en doen weer een spelletje ‘Perudo’ bij de buren! Morgen gaan we beginnen aan de terugreis op de rivier.

 

Donderdag 18-01-2018
Janjanbureh – ‘apen-plek’
Voordat we weggaan uit Janjanbureh gaan Fred en Iris nog even naar de markt toe voor wat fruit en groente. De dinghy van Iris en Koen lijkt niet te repareren te zijn, wat een geluk dat we met twee boten zijn! Sax is nergens te bekennen. De buit is binnen en nu hij hoeft geen moeite meer te doen? Iris heeft het gevoel dat we niet echt welkom zijn als blanke toerist. De mensen zijn niet erg toeschietelijk of vriendelijk, er kan geen glimlach vanaf. Fred en iris komen terug met brood en oliebollen!! Jawel, echte mooie ronde ballen en ze smaken nog goed ook. Wie had dat gedacht, oliebollen in Afrika. Vandaag varen we maar een klein stukje, we gaan voor anker gaan bij de ‘apen-plek’. Helaas laten de aapjes zich niet echt zien vandaag, maar horen doen we ze wel. De rest van de dag luieren een beetje en ik ben begonnen met armbandjes te vlechten in de kleuren van de Nederlandse vlag. Deze ga ik uitdelen aan kindjes die we onderweg tegenkomen. Vanavond eten we gekookte aardappelen en Fred gaat samen met Vincent de schillen naar de oever brengen in de hoop dat ze hier wel op af komen, maar ze houden zich verborgen. Vanavond laten we de buurtjes met rust en blijven lekker aan boord.

Aantal zeemijl:
4,5
Anker positie:
13 33.80 N
14 49.44 W

Vrijdag 19-01-2018
‘Apen-plek’ – Kuntaur

Vanmorgen zijn er een paar kleine aapjes te zien, maar niet zoveel als op de heenweg. Vandaag gaan we terug naar bij ‘Baboon Island’ om daar voor anker te gaan bij de plek waar we de krokodillen en pelikanen gezien hebben. Om 12:00 uur vertrekken we en Iris en Koen gaan zelfs op zeil verder. Onderweg zien we nog enkele witte reigers en een krokodil in het water zwemmen. Rond 15:00 uur komen we bij het eiland aan waar we voor anker willen gaan. Bij een droog gevallen stuk oever zien we al een aantal krokodillen liggen en een grote groep pelikanen. Dit is een mooie plek! We hebben net ons anker uitgegooid wanneer er een ‘Parc-rangers-bootje’ aankomt die ons duidelijk maakt dat we niet mogen ankeren in het National Parc. Of we nu wel of geen toestemming hebben om op de rivier te varen, dat maakt niet uit. Ankeren mag hier niet! Onder ‘begeleiding’ van de rangers varen we door de mooie groene omgeving van dit Parc richting een plek waar het wel mag. Zien ook nog een paar nijlpaarden zwemmen.

 

De omgeving veranderd hier weer en wordt minder interessant om te ankeren. In overleg met ‘Immaqa’ besluiten om dan maar meteen door te varen naar ‘Kuntaur’ en daar op dezelfde plek voor anker te gaan. Hier komen we om 17:00 uur aan en zien vrijwel meteen een bekend houten bootje op ons af komen, ‘Pappa en vriendje’. Die zitten natuurlijk op de voetbal te wachten, die ze met blije gezichten in ontvangst nemen! We vertrekken vrijwel meteen naar de kant om te kijken of we bij de Lodge een koud biertje en iets te eten kunnen krijgen. Op weg naar de kant houdt ons BB-motor er mee op, dat wordt roeien. We hebben duidelijk de stroming tegen en moeten uit alle macht roeien. Papa en zijn vriendje geven ons een sleepje. Bij de Lodge aangekomen zit er een ‘Rasta ’man achter een tafeltje die verteld dat er niet veel te drinken is en eigenlijk ook geen eten. Zo vreemd vinden wij, niets op voorraad hebben ze hier en dat terwijl er wel gasten komen. Maar na enig overleg is hij dan toch bereid om iets klaar te maken, maar we zullen zelf ons drinken moeten kopen in de winkel. Samen met de Pappa en zijn vriend gaan we naar een plaatselijk winkeltje en kopen enkele blikjes frisdrank. Als bedankje krijgen de jongens een drankje. We maken kennis met drie Nederlandse studenten die daar al 3 maanden zijn voor een één of ander ‘zonnepanelen-project’.  Na deze eenvoudige maaltijd roeien we terug naar de boot van Koen en Iris en bespreken we wat de verdere plannen zijn. Koen stelt voor om hun buitenboordmotor achter onze dinghy te hangen, zodat we een super snelle combibijboot hebben. We gaan morgen de ‘Circle of Stone’ bezoeken en proberen dan meteen de drone uit! Na nog een paar gezellige potjes ‘Perudo’, waarbij de drank rijkelijk vloeit, komen we lichtelijk aangeschoten terug op onze boot.

Aantal zeemijl:
18
Anker positie:
13 40.12 N
14 53.62 W

Zaterdag 20-01-2018
Na ons ontbijt zwemt er ineens een nijlpaard naast de boot, heel apart gezicht. De buurtjes zijn vergeten om hun marifoon aan te zetten, waardoor ze dit gebeuren missen. Op de kant proberen we een taxi te regelen naar de ‘Circle of Stone’, maar dat gaat het niet worden. Er staat wel een toeristen bushbusje die net wat Russen had afgezet en die zou ons wel even heen en terug kunnen brengen voor 2000 Dalasi (€ 40,00). Wij zijn geen ‘echte’ toeristen en weten al gauw dat dit ritje maximaal 500 Dalasi zou mogen kosten. Dan maar op zoek naar een andere mogelijkheid. Buiten het terrein van de Lodge zien iets verderop weer, de in rood ‘verklede’ mannen die met hun machetes lopen te zwaaien. Er lopen veel kindjes rond die met een voetbal spelen en al gauw trappen Koen, Iris en Vincent een balletje mee. Steeds meer kindjes die ons willen aanraken en om spullen vragen. Eén van de jongetjes is nogal vervelend aan het worden en valt Fred lastig. Op nogal harde wijze wordt hij terecht gewezen door een ouder kind.

Er blijkt geen auto beschikbaar te zijn, maar er kan wel een ‘Donkey-car’ geregeld worden, maar dat duurt even. Voor deze ‘taxi’ betalen we 600 Dalasi (€ 12,00). Terwijl we op een bankje wachten op deze ezelkar, komt er een klein meisje naar me toe en bekijkt het Nederlands armbandje om mijn pols. Op mijn vraag of ze soms ook een bandje wil, verschijnt er een verlegen glimlach op het gezichtje. Niet veel later ben ik omringd door allemaal kleine meisjes. Ben ik blij dat ik zoveel (18 stuks) armbandjes gevlochten heb! Ook de jongens willen wel een bandje. Zo ben ik druk bezig om iedereen te voorzien van mijn eigen gemaakte bandjes. Nu zijn we allemaal familie zeg ik, waarop ze trots naar hun arm kijken. Zo blij zijn ze met zoiets simpels. Misschien herkennen andere Nederlanders de bandjes wel.

De ezel ziet er goed verzorgd uit en wordt blijkbaar ook goed behandeld. Het kost even wat moeite om allemaal op de kar te klimmen, wij met ons vijven en twee Gambianen. We worden uitbundig nagezwaaid door alle kindjes. De ezel noemen we al gauw ‘race-monkey’ want hij gaat als een speer over de hobbelige zandwegen. Dit is toch wel weer een hele leuke ervaring, alhoewel voor mijn ruggetje het nu niet de beste manier van vervoeren is. Maar het gaat goed! We hobbelen door het dorp, langs vervallen huizen, landbouw grond projecten die ooit door buitenlanders waren opgestart en er nu vervallen bij liggen. Bij de geasfalteerde weg,  die naar ‘Wassu’ gaat, zet de ezel helemaal even de sokken er in. Bij de stenen aan gekomen betalen entreegeld en ook voor de gids ‘de Stoneman’. Het heeft iets weg van Stonehenge, maar dan veel kleiner en het stelt niet zoveel voor. Echter de verhalen die de ‘Stoneman’ verteld zijn wel erg grappig. Hij maakt tekeningen met symbolen en ratelt maar door over getallen die allerlei betekenissen zouden hebben. Ze zijn erg bijgelovig hier. Iris en Koen volgen de man trouw over het terrein, terwijl wij de drone gaan uitproberen. We moesten betalen om te mogen filmen, maar na een hevig protest van onze kant hoeft dat toch niet. Hier word ik wel een beetje moe van, dat gevraag om geld. We maken een stel mooie opnames van het terrein en Fred krijgt de drone steeds beter onder controle.

Het is een behoorlijk warme dag en we hobbelen op de ‘Donkey-car’ terug naar het dorp. Bij het hek van de Lodge staan wat kindjes met een mobiel die foto’s van ons maken. Ineens draait Iris zich om en roept: “You make pictures, give me money, give me money”. De rollen waren omgedraaid en dat verraste niet alleen de kinderen maar ons ook. Lachen! In de Lodge kunnen we deze keer gelukkig wat koels te drinken krijgen. De rest van de dag doen we even niets, we zijn moe van de warmte. Aan het einde van de dag komt er een visser langs die ons een hele verse, nog levende, vis verkoopt voor 200 Dalasi (€ 4,00). De vis worstelt hevig  wanneer Fred zijn kop er af snijd, het is een bloederig werkje. Kit kijkt vanaf de buiskap toe of er nog iets voor hem overblijft….. De vis gaat op de BBQ en met een pastasalade erbij genieten we met z’n vijven van een heerlijke maaltijd. We hebben een super gezellig avond met het spelen van het spel: ‘Ik hou van Holland’. Dit heeft Fred bij ons afscheid gekregen van zakelijke relaties.

Zondag 21-01-2018
Kuntaur – Carrols Wharf

De vroege ochtend uurtjes en wanneer de zon ondergaat, dat zijn de tijdstippen waarop Kit graag zijn ‘ronde’ over de boot doet. Hij heeft een nieuw favoriet plekje, helemaal op de punt, zo kan hij goed zien of er iets aankomt. Vandaag varen we maar een halve dag en vertrekken rond het middag uur. Het is wederom een erg warme dag. Vlak voor ‘Bird Island’ ligt het scheepswrak ‘The Lady Denham’, waarvan o.a. een deel van een mast nog zichtbaar is. Deze stoomboot was de eerste passagiersboot die de rivier op ging totdat ze in 1948 zonk. Bij deze plek zien we ook weer een aantal nijlpaarden. Onderweg zien we op verschillende plekken brandjes, die lucht donker kleurt. De hoeveelheid as wat in de lucht terecht komt zorgt voor een asregen aan boord. Voor ‘Deer Island’ gaan we bij ‘Corrols Wharf’ voor anker. Vanavond maar eens avondje met z’n drietjes relaxen op de boot.

Aantal zeemijl:
19
Anker positie:
13 40.64 N
15 09.53 WMaandag 22-01-2018
Carrols Wharf – BombaleWederom een kort dagje, waarbij we onderweg niets bijzonders zien. We varen langs de Noordkant van ‘Elephant Island’ en gaan voor anker bij het dorpje ‘Bombale’. Vroeger zal hier waarschijnlijk een mooie steiger (Jetty) hebben gelegen, maar tegenwoordig is daar niet veel meer van over. Er staan nu nog maar enkele palen in het water. Het is 17:00 uur wanneer we met zijn allen in onze dinghy, want die van Immaqa is nog steeds lek, naar de kant gaan.

We gaan op zoek naar iets te drinken en brood. Onder een afdakje staan enkele vissers naast een oud brommertje. Ze zijn wat aan de verlegen kant. We volgen het zandpad, langs open velden met grasland, gigantische bomen en naderen het dorpje. Onderweg rijdt er af en toe iemand op een fiets langs, maar de ‘tam-tam’werkt snel, want zodra we dichter bij het dorpje komen zien we steeds meer nieuwsgierige mensen tegen. Wat doen al die ‘tubabs’ hier in ons dorp? De wegen worden hier opgevuld met afval en daar overheen een laag zand. In het begin van het dorp zien we nog wel wat afval aan de kant liggen maar wat ons bijna meteen opvalt is dat dit in het dorp erg mee valt. De compound ziet er netjes uit, allemaal omheind met grote staken van de palmbomen en ook de meeste dieren lopen niet los rond, maar binnen een gemaakte omheining. Dit dorp ziet er eigenlijk al beter uit dan we tot nu toe hebben ervaren. We worden nieuwsgierig bekeken en de kleine kindjes beginnen ons langzamerhand te volgen. Ze zijn erg verlegen en het lijkt alsof ze nog maar erg weinig blanke mensen hebben gezien. In het dorpje zien we ineens een stel ‘Baardagamen’, dit zijn dezelfde reptielen die we ook in Nederland hebben gehad als huisdier. We worden meegenomen naar een compound waar Iris meteen ‘aan het werk’ gezet wordt om droge rijst te stampen. Er lopen kindjes van nog geen 10 jaar rond met machetes, wat me een onbehagelijk gevoel geeft. Dan ontmoeten we een vrouw die een beetje Engels kent en ons meeneemt naar de plaatselijke bakkerij waar ze druk bezig zijn om vers brood te bakken. Het brood is pas vanavond klaar, dus we hebben pech.  Een vrouw heeft een kindje in de draagdoek op haar rug en zodra die ons ziet gaat het meteen huilen. Dood eng die ‘tubabs’. We wandelen door het dorp terug naar de dinghy begeleidt door o.a. een grote groep kinderen. Vincent heeft op een gegeven moment bijna aan elke vinger een kindje. Helaas mag één van de kindjes niet verder meelopen en wordt zeer hardhandig naar huis meegesleurd, wat een vervelend gezicht is.
Bij de oever aangekomen is het een drukte van belang, want er zijn krokodillen gevangen. Een heel groot exemplaar ligt, met uitgestoken ogen op de kant en van een kleinere wordt de vel afgestroopt en de rest gaat terug het water in. Met een vrouw wordt afgesproken dat zij brood brengt naar de oever wanneer het klaar is. Ze vraagt per brood 7 Dalasi per stuk en wij willen er 5 hebben. Fred moet voor haar uitrekenen hoeveel het totaal bedrag is, want dat kon ze zelf niet. We geven haar wat extra geld voor de moeite. Om 21:00 uur wordt er geroepen van de kant en kunnen we het verse brood ophalen! De temperatuur is nog steeds hoog en we zouden o zo graag een lekker koele duik willen nemen, maar na het zien van de krokodillen, zien we hier toch maar van af! Er zijn veel muggen, dus we smeren ons, zoals elke avond weer goed in met DEET. We zijn ook heel erg blij dat we een aantal muskietennetten hebben opgehangen en ook ons luik redelijk goed kunnen afdekken met gaas.

Aantal zeemijl:
29
Anker positie:
13 28.15 N
15 19.83 W

Dinsdag 23-01-2018
Bambale – Tendaba

Voordat we vertrokken kwam er een vissersbootje nog even zijn net rondom onze boot uitgooien. Fred roept naar de man dat wij zo gaan vertrekken, dus dat hij hier niet zijn net moet uitgooien. Om 10:00 uur halen we het anker op. De tocht is zeer rustig, zelfs een beetje saai te noemen. We zijn ook een beetje moe van alle indrukken die we hier op de rivier hebben opgedaan. Maar vlak voordat we bij Tendaba zijn leven we weer helemaal op, dolfijnen! Niet één maar heel veel dolfijnen. Grote groepen zwemmen voor onze boten en springen uit het water. Zodra we voor anker liggen gaan Vincent, Koen en Iris met de dinghy naar de dolfijnen toe. Vanaf onze boot zien (en horen) Fred en ik de verbaasde kreten: “Oh, Woh, Waaah” vanuit de dinghy. Dit is echt een fantastische ervaring, zeker voor Vincent. De dolfijnen zwemmen zo dichtbij dat je ze kunt aanraken. De dolfijnen hebben net zoveel plezier als de drie in de dinghy. Ze zwemmen zelfs onder de dinghy door en er botst er één in zijn enthousiasme tegen de dinghy aan. Wat een geweldige ervaring is dit! De ‘kids’ zijn zeker 45 minuten aan het rondvaren voordat ze met een hele grote smile op hun gezicht terug zijn bij de boot.

 

Dit dorp is groot opgezet en helemaal op toeristen ingesteld. We worden meteen opgevangen door een ‘gids’ die ons allerlei uitstapjes wil aansmeren. Dat hebben we nu wel gezien en gehoord, wij zijn toe aan wat drinken. In de Lodge bij de bar, onder een groot afdak, nemen we een ijskoud biertje. Dat gaat er met dit warme weer zeker in! We raken aan de praat met Nederlanders waarvan de man een echte ‘vogelaar’ is en ‘vogel-spot-tours’ organiseert. We besluiten om hier ook maar een hapje te eten. Wat een enerverende dag toch maar weer! Moe en zeer voldaan sluiten we deze dag af.

Aantal zeemijl:
34
Anker positie:
13 26.49 N
15 48.56 W

Woensdag 24-01-2018
Tendaba – Banjul

Halverwege de nacht schrik ik wakker van allerlei “water-geluiden” geluiden buiten. Gespetter en geplons rondom onze boot en wanneer ik in de kuip ga kijken kom ik er achter dat de dolfijnen blijkbaar nog lang niet ‘uitgespeeld’ zijn!
Om 7:00 uur roept Koen ons op om te vertrekken, want we hebben een lange dag voor de boeg. Dit is de laatste dag op de rivier op weg naar Banjul. We genieten van een prachtige zonsopgang en varen gestaag door omdat we nu nog de stroom een beetje mee hebben. In de ochtend zwemt er weer een grote groep dolfijnen met ons mee.

Ook de ‘stuiterende’ vissen, die laag over het water springen zijn weer aanwezig. Onze diesel begint aardig op te raken en in overleg met Koen en Iris krijgen we een jerrycan met 20 liter van hun. Koen maakt de jerrycan vakkundig vast aan een vallijn en wanneer we naast hun varen nemen we de jerrycan over. Gelukkig is het rustig water en gaat dit prima. Nadat we de jerrycan geleegd hebben naderen we James Island, maar besluiten om toch maar door te varen en hier niet te stoppen. We hebben het allemaal een beetje gehad en zitten vol met indrukken. Bij James Island liggen wel een aantal visbanken waar je op moet letten.

Nu krijgen we de stroom tegen en om 17:00 uur arriveren we bij de ankerplek van Banjul. Ik flans een pasta met tonijnsalade in elkaar en nadat we gezamenlijk gegeten hebben duiken we er maar eens vroeg in. Morgen gaan we weer terug naar Lamin Lodge om bij te komen van alles wat we gezien en ervaren tijdens de tocht op de rivier.

Aantal zeemijl:
51

Visbanken positie:
13 26.40 N
16 34 88 W

Gambia: Rivier deel 1

De Gambia rivier
Tijdens het verdrag van Versailles, gesloten in 1783, werd Senegal aan de Fransen toe bedeeld en Gambia aan de Engelsen. Vandaar dat de spreektaal hier in Gambia (naast hun eigen talen) Engels is en geen Frans zoals in Senegal. De invloed van de Engelsen kun je duidelijk zien aan de namen van sommige eilanden en plaatsen. In die tijd bestond Gambia nog slechts uit de rivier Gambia en de stroken aan weerszijden ervan, tot aan Fort James eiland. De oorzaak was simpelweg gelegen in het feit dat men niet verder de rivier durfde te bevaren. In latere tijden ontstonden er langs de rivier Gambia depots voor slaven, het ‘donkere’ verleden van de Europeanen.

We maken veelvuldig gebruik van de ‘Cruising Guide to West Africa’ geschreven door Steve Jones, maar helaas is de meest recente versie uit 2009. Aangevuld met informatie van andere zeilers die ons zijn voor gegaan, de Google Earth kaart die Fred heeft gemaakt (zie eerder blog), de informatie die we hebben gevonden op de vakantiebeurs (Overzichtkaart Gambiarivier) voor ons vertrek uit Nederland en de volgende website’s: (www.visitthegambia.gm en www.go-gambia.com). Hierdoor beschikken we over genoeg informatie over Gambia. Het getijdenboekje, welke we gekocht hebben bij de Haven autoriteiten, komt goed van pas. Het vergt wel even wat rekenwerk, want ‘Up-river’ is het later laagwater dan bij Banjul en af en toe vergissen we ons daarin nog wel.

Elektronische kaarten
In een vorig blog heb ik verteld over deze kaarten. Op de rivier blijkt al gauw dat ook onze, pas een maand geleden aangeschafte kaart van Navionics, NIET up-to-date is! Een zeiler die we eerder ontmoet hebben heeft bij Navionics aangekaart dat de kaarten van Gambia van geen meter klopte en heeft zijn geld terug gehad! Blijkbaar heeft de klacht van de andere zeiler geresulteerd in een update. Zodra we weer een goede internet verbinding hebben downloaden we deze op-date meteen! Navionics heeft deze update wel erg snel gedaan, want anker plekken, dieptes en namen staan nog steeds niet op de juiste plek. Voor meer informatie kun je ons altijd een emailtje sturen!

Vanaf Banjul kom je de volgende eilanden tegen:
Dog Island, James Island, Elephant Island, Sea Horse Island (Dankunku Island), Pappa Island, Ba Faraba Island, Pasari Island, Deer Island, Bird Island, Baboon Islands (liggen midden in het National Parc), Brikama Island, Mimang Island, Kai-ai Islands (Kajakat Island), Pangon Island en Mac Charty’s Island.
Aantal bekende Creeks:
Lamin Lodge, Bintang Bolon, Suara Creek en Mandori Creek.
Plaatsen en dorpjes langs de rivier:
Jufureh, Bintang, Tendaba, Farafenni, Bombale, Kau-Ur, Kuntaur en Janjanbureh (Georgetown).

Van Banjul naar Janjanbureh (Georgetown) is ongeveer 156 zeemijl (281 km). Hier volgt een verslag van dag tot dag. Voor de zeilers onder ons heb ik zoveel mogelijk aangegeven waar wij geankerd of aangelegd hebben en plekken die interessant zijn of waar je even goed moet opletten!

Donderdag 11-01-2018
Banjul – Suara Creek
Iets voor 10:00 uur vertrekken we van de ankerplaats en varen gelijk op met de ‘Immaqa’. We passeren de met toeristen volgeladen veerboot die van Banjul naar Barra vaart. De rivier is hier nog erg breed en het uitzicht is een beetje eentonig. Langs de oever bevinden zich de mangroven, een zoutwater jungle en een goede beschutting voor vissen en vogels. Het is verder rustig op de rivier op een enkel vissersbootje na. We hebben de stroom mee en we varen met een aardige snelheid de rivier op. Onderweg komen we langs James Island, een voormalig slaveneiland. Officieel heet het ‘Fort James Island’, maar de lokale mensen noemen het ’Kuntah Kinteh’. Alex Haley schreef in 1976 het boek: ‘Roots’ (The Saga of an American Family), naar aanleiding van familie verhalen van zijn overgrootouders. Kunta Kinte is geboren in Jufureh in 1750 en was de hoofdpersoon in dit boek welke een redelijk beeld geeft over de slavenperiode. We stoppen niet bij dit eiland, misschien op de terugweg.

Onderweg hebben we regelmatig contact, op 77 van de marifoon, met de ‘Immaqa’. Zo waarschuwen we elkaar wanneer er iets bijzonder of leuks te zien is. We vinden het erg gezellig dat we samen opvaren. Ik ben ook erg blij dat Vincent een poosje aan boord is en geniet van de ‘moeder en zoon’ momentjes. Vincent heeft zich onze goede camera toegeëigend en zal de meeste foto’s maken tijdens deze trip.
Rond17:00 uur varen we een stukje van de ’Suara Creek’ in en gaan daar voor anker. Het is hier wel wat ondiep dus goed op de metertjes letten! Maar wat een oase van rust heerst hier, we zijn helemaal onder de indruk. Dit is toch waarvoor we op reis zijn! Tijd om even gezellig te gaan borrelen bij de buren, Iris en Koen. We genieten met zijn allen van de oude (Amsterdamse) kaas, die Vincent mee heeft genomen uit Nederland. Met wat mosterd erbij en een ijskoud biertje is dit een mooie afsluiting van onze 1e dag op de rivier. Terwijl langzaam de zon ondergaat zien we een grote zwerm vogels allerlei mooie figuren maken in de lucht. Ze zijn roze en maken een bijzonder vreemd, maar grappig ‘Donald Duck-achtig’ geluid. Flamingo’s zijn het niet, misschien ganzen? We weten het niet precies, maar het is een prachtig gezicht!

Aantal zeemijlen:
33
Anker positie:
13 27.586 N
16 08.111 W

Vrijdag 12-01-2018
Suara Creek – Sankuia
Met zonsopgang, 7:30 uur, verlaten we de Suara Creek om verder de rivier op te varen. De ‘Immaqa’ vaart voorop! Het is nog vroeg, maar nu hebben we het getij zoveel mogelijk mee. Vincent ligt nog lekker te slapen, het is tenslotte zijn vakantie niet waar! Naar mate we de rivier verder op varen veranderd de kleur van het water in bruin en het water steeds zoeter. Aan de oever zien we een witte reiger staan met zijn pootjes in het water. Wanneer ik lekker rustig in de kuip een kopje koffie zit te drinken springt er opeens een hele grote sprinkhaan de kuip in. Ik schrik me een hoedje!
Vincent is gelukkig al wakker wanneer ik in de ochtend Koen en Iris oproep dat er een grote groep zwarte dolfijnen langs ons zwemt. Vol enthousiasme springen de dolfijnen uit het water. Hoewel we de afgelopen jaren al heel veel dolfijnen hebben gezien blijft het toch altijd leuk, maar voor Vincent is dit natuurlijk helemaal bijzonder om zo mee te maken.

Fred controleert de watermaker en constateert dat de filter nodig vervangen moet worden. Links de vuile en rechts de schone!

We varen langs het dorpje ‘Tendaba’ waar we de ‘Yemanja’ van Guus voor anker zien liggen. Guus hebben we in Las Palmas, Gran Canaria leren kennen. Blijkbaar is hij niet aan boord, want hij reageert niet op de marifoon. We komen vissers tegen en zien reigers en pelikanen (prachtige beesten vind ik dit). Naarmate de dag vordert stijgt de temperatuur en we zouden er heel wat voor over hebben om een lekker duik te nemen. Vroeg in de middag komen we in de buurt van de anker plek die we in gedachten hebben, maar hier blijkt het te diep te zijn en varen we een stukje verder. Ineens zie ik op een drooggevallen oever iets liggen en pak de kijker en ja hoor het is een krokodil. De eerste die we zien, althans ik, want Fred en Vincent zien hem niet, maar het was toch echt een krokodil! Ik roep de ‘Immaqa’ op maar ook zij zien niets, omdat de krokodil ondertussen langzaam het water in is gegleden……. Hier gaan we maar niet gaan zwemmen!
Bij de plaatsen ‘Farafenni’ en ‘Soma’ is een veerboot actief die de twee belangrijke (snel)wegen van Senegal naar Guineau Bissau door Gambia verbinden. Wel aardig om te weten is dat veel van deze veerboten uit Nederland komen.
Op dit moment is men druk bezig om een brug te bouwen en staan er al enkele pijlers in de rivier. Door de werkzaamheden moeten we goed kijken waar we tussendoor kunnen varen. Aan de oever is het een drukte van belang. Ongeveer 4 mijl voorbij deze, in aanbouw zijnde brug, vinden we een geschikte ankerplek tussen Sankuia en Karantaba Creek (zie blz. 62 van Cruising Guide West Africa 2009, bij het woord jetty).
Vandaag een borrel bij ons aan boord en we bespreken de indrukken van deze dag en maken verdere plannen. In de avond proberen we binnen de drone uit die Vincent meegenomen heeft. De drone wordt in elkaar gezet en Fred en Vincent bekijken de beschrijvingen nauwkeurig. De bediening van deze drone vergt wel wat oefening, maar Fred zegt, na een poosje ‘droog’ oefenen, dat hij het wel onder controle heeft. Dat merken we wanneer de drone ineens dwars door de klamboe vliegt van ons slaapgedeelte………. Binnenkort dan maar eens op het land proberen, daar hebben we tenminste de ruimte!

Aantal zeemijlen:
42
Anker positie:
13 29.688 N
15 30.303 W

Zaterdag 13-01-2018
Sankuia – Kau Ur
Wederom staan we vroeg op, niet alleen vanwege het tij, maar ook omdat het dan nog een beetje koel is. We zetten onze broodbakmachine aan het werk om een vers broodje te bakken voor tussen de middag.
 
De rivier wordt al wat smaller, kronkeliger en langzamerhand zien we de oevers veranderen. De bomen worden hoger en groener. We maken gebruik van de stuurautomaat en hoeven niet zoveel te doen. Wel af en toe de koers beetje aanpassen, maar genoeg tijd om lekker te relaxen. Er komen soms enkele vissers langs, maar andere zeilboten blijven achterwege. We varen zo dicht mogelijk langs de oevers om een grotere kans te hebben om beesten te zien. Onze monoculair kijker ligt bij de hand om de oevers af te speuren. Koen gaat de mast in van hun boot om een klusje te doen en maakt meteen een paar mooie foto’s van onze boot.
We passeren ‘Elephant Island’ en ‘Seahorse Island’. Deze laatste werd door de Portugezen zo genoemd omdat ze hier voor het eerst nijlpaarden zagen en deze zeepaarden noemden. Vincent heeft het prima naar zijn zin en houdt de boel in de gaten. In de rivier liggen enkele visbanken, dat zijn drie drijvers met twee horizontale stokken er tussen. We waarschuwen de ‘Immaqa’ die even niet aan het opletten waren….. Ook zien we visnetten met drijvers er tussen over grote delen van de rivier en die wil je niet in je schroef krijgen. De temperatuur loopt aardig op, we meten 36 graden. Wat zijn we blij dat we een beetje schaduw hebben van onze bimini!
       
Dan wisselt het landschap en verschijnen er hoge rode zandbergen waar gebouwen op staan en een groep vrouwen in gekleurde kleding. We varen langs grote Baobab bomen, oevers waar kleine hutjes staan, vrouwen die grote bakken op hun hoofd dragen en de was in de rivier doen.
Langs  een pindafabriek zien we twee grote duwbakken aan de oever liggen. Op de kant staan al een aantal mensen wild te gebaren dat we daar wel naast kunnen liggen. We krijgen hulp van de vriendelijke eigenaren van de duwbakken (boten zonder motor) en even later leggen Koen en Iris hun boot naast de onze. Eerst even bijkomen onder het genot van een koud glaasje. Er komt een man naar ons toe en begint een heel onsamenhangend verhaal op te hangen. Het enige wat we eruit begrijpen is dat hij heel graag de slippers van Fred wil hebben. Die van hem zijn inderdaad versleten, maar die van Fred krijgt hij mooi niet! Het blijft wennen dat er toch veel mensen zijn die altijd wel iets van je willen hebben. Vincent gaat samen met Koene en Iris het dorpje in op zoek naar iets te eten. Ze zijn een beetje aan de late kant en er is weinig te krijgen. Het enige wat ze konden kopen is een stuk geit, maar dat zag er nu niet echt appetijtelijk uit. Bij terugkomst borrelen we nog wat gezellig na. Nu hoor ik jullie meteen denken: “die doen niets anders dan borrelen”. Wanneer de zon bijna onder is zien we ineens een bekende boot naderen, de ‘Yemanja’, met Guus en tijdelijke (familie) opstappers. Ze leggen hun boot voor die van ons. Zij blijven hier een dagje om een rondtoertje te maken en keren dan weer om terug naar Banjul.
Aantal zeemijlen:
31
Aanlegpositie:
13 41.548 N
15 19.455 W
Zondag 14-01-2018
Kau Ur – Kuntaur
De ochtend blijven we nog hier en zullen rond het middag uur, vanwege het tij, vertrekken. Een mooie gelegenheid om even naar het dorpje te wandelen om te kijken of we nu wel verse groeten, fruit en vlees of vis in kunnen slaan. Ik wandel samen met Vincent, Koen en Iris naar het dorpje. We passeren de pindafabriek, waar hele hoge bergen met pinda’s liggen. Er staan op het terrein vele versierde vrachtwagens die volgeladen zijn met zakken met pinda’s. Deze pinda’s worden ook vervoerd naar Banjul per duwbak. We lopen over een stoffige weg richting het dorpje. Langs de kant zien we ezeltjes (ik heb daar een zwak voor), loslopende geiten en in het natte moerasachtige land staan enkele stieren. Vincent heeft nog even gauw een boterham met chocopasta gesmeerd voordat we op weg gingen. Al gauw lopen er enkele kinderen met ons mee en Vincent geeft een stukje van zijn brood. Al smikkelend lopen ze naast hem, dat is lekker! We komen langs een plek waar stenen worden gebakken om huizen mee te bouwen. Overal waar je komt liggen bergen met afval, vooral heel veel plastic. Iris heeft al gauw een ‘vriendinnetje’ erbij en samen lopen ze hand in hand. Op de markt is het druk en worden we een beetje argwanend bekeken. Voor deze mensen zijn we een stel rare ‘Tubabs’ wat blanken betekend. We gaan op zoek naar de beste groente en fruit. De vis slaan we over, daar zitten zoveel vliegen op…… en vlees zien we al helemaal niet. Er probeert nog een man Koen en Iris geld afhandig te maken door te zeggen dat ze moeten betalen om op de markt te mogen zijn! Daar heb ik even een stokje voor gestoken. Het moet niet gekker worden met dat gevraag om geld! Na de markt lopen we nog een beetje rond op weg naar een bakkertje en komen een kleermaker tegen die met behulp van een ouderwetse ‘trapnaaimachine’ kleding maakt. De schare kinderen is nu gegroeid tot een stuk of 20 kinderen. We komen bij een plein uit waar we brood ‘Tapalapa’ kopen. Omdat enkele kindjes aldoor roepen dat ze graag een bal willen, gaan Iris en Koen kijken of ze die in een van de winkeltjes kunnen kopen. Maar dan gaat het mis. Staan we in een winkeltje hangt daar een net met ballen en terwijl Koen onderhandeld met de verkoper graaien er ineens 20 paar handen naar de ballen. Er ontstaat zelfs een gevecht tussen de kinderen en het gaat er best hard aan toe. Een klein kind dat op de grond zit wordt bijna vertrapt. Er moet zelfs een politieman aan te pas komen om de kinderen uit elkaar te halen en naar buiten te sturen. Dit hadden we dus echt niet verwacht, dat kinderen elkaar zouden afmaken voor een voetbal! Er wordt besloten om de bal aan één van de ouders te geven die daar dan de controle over heeft. Dan gaan we snel terug naar de boot want we zijn al langer weg dan we gepland hadden.

In het begin van de middag varen we weer verder. Ook vandaag is de temperatuur weer behoorlijk hoog, maar gelukkig staat er iets meer wind. De omgeving veranderd in hoog ‘olifantsgras’, palmbomen en op de achtergrond de bekende ‘katoen of kapokbomen’. We zien nu steeds meer vissersbootjes langsvaren en hun netten uitgooien. Deze netten liggen soms over de hele breedte van de rivier. Meestal kun je wel zien hoe de netten liggen aan de drijvers, maar het blijft wel een dingetje. Af en toe zigzaggen we over de rivier om ze te ontwijken en als het niet ander kan ergens in het midden er over heen. We hebben tot nu toe geluk gehad dat er niets in de schroef terecht is gekomen. Dan komt er een bootje naar Koen en Iris toe gevaren en vraagt of ze vis willen hebben, een grote ‘kapiteinsvis’ voor 500 Dalasi. Wij luisteren mee via de marifoon en overleggen over de vraagprijs. Na overleg met mij, de ‘mama’ van dit gezin, komen ze op 300 Dalasi (€ 6,00) uit. Zo hebben we in ieder geval een lekker visje voor vanavond!

Onderweg komen we een dorpje tegen waar op de kade een heleboel mensen staan te kijken naar die twee vreemde boten die voorbij varen. Aan het einde van de middag varen we aan de onderkant van ‘Deer Island’ langs wanneer we de oevers overgaan in een steeds groener wordende omgeving, van mangrove en hele hoge palmbomen. We horen steeds meer geluiden van de kant af komen en daarom varen we heel langzaam. Zien de takken van enkele bomen hevig heen en weer gaan en dan wordt ons geduld beloond met het zicht op enkele aapjes! Helaas nauwelijks te zien op de foto’s.
We naderen ons ankerplek bij de plaats ‘Kuntaur’ en varen langs een aantal grote fabriekspanden met de tekst: ‘Kantaur Rice Mill’.  Voorbij de plek waar een veerbootje de rivier oversteekt ligt een Lodge aan de oever. Er staat een blanke man met een verrekijker naar ons te gluren. Aan de overkant gaan we voor anker en terwijl we nog bezig zijn komt er al een klein bootje met vier jonge jongens aangeroeid. Met een grote lach op hun gezicht worden we hartelijk begroet en ze stellen zich voor als: ‘Papa, Abdul, Samba en Cherchernoboy’. Vervolgens stellen ze meteen de vraag of we een voetbal voor ze hebben, waarop Vincent meteen inhaakt en hun vragen stelt over de voetbal teams van hun dorp. Dan beginnen ze spontaan het nationale volkslied van Gambia voor ons te zingen.
Volkslied van Gambia
For The Gambia, our homeland,
We strive and work and pray,
That all may live in unity,
Freedom and peace each day.
Let justice guide our actions,
Towards the common good,
And join our diverse peoples,
To prove man’s brotherhood.
We pledge our firm allegiance,
Our promise we renew,
Keep us, great God of nations,
To The Gambia ever true.
We beloven ze een voetbal te kopen in Janjanbureh en die op onze terugweg aan ze te geven. Ze vragen ook of we nog afval hebben, voorkeur voor plastic flessen en blikjes. Koen en Iris nodigen ons uit voor het avondmaal. De vis wordt deskundig door Koen gefileerd en op de BBQ klaargemaakt. Met couscous en een heerlijke salade erbij smullen we van de verse vis! Vanwege de muggen vluchten we naar binnen toe en daar doen we (onder het genot van een glaasje gin en tonic) met zijn allen het spelletje ‘Perudo’. Dit wordt gespeeld met dobbelstenen. Dit spel kennen we nog niet, maar na een paar potjes weten we al dat dit het begin is van een echte verslaving! Je moet hier wel een echt ‘Pokerface’ voor hebben en sommige onder ons hebben dat dus echt niet! Het is een hele gezellige avond en er wordt heel wat afgelachen. Moe en voldaan rollen we ons bedje in.

Aantal zeemijlen:
29
Anker positie:
13 40.139 N
14 53.598 W

Maandag 15-01-2018
Kuntaur – Janjanbureh (Georgetown)
Ondanks het ongunstige tij vertrekken we rond 10:00 uur richting onze eindbestemming op deze rivier. Vlak voor ‘Kuntaur’ begint het ’River Gambia National Park’ De vijf kleine ‘Baboon- Islands’ bestaan voor het grootste deel uit venen, savannes of galerijbossen bedekt met palmbomen, Baobabs en vijgenbomen.

Op de ‘Baboon- Islands’ is er sinds 1979 bovendien het Chimpanzee Rehabilitation Project om chimpansees die uit gevangenschap bevrijd worden, weer in de vrije natuur los te laten en hen zo een nieuwe thuis in de jungle van Gambia te geven. Hier is de kans nog groter om apen, nijlpaarden en krokodillen te zien. We turen we voortdurend door onze kijkers en maken de andere boot er op attent wanneer we iets denken te zien. Regelmatig klinkt er door de marifoon: “nijlpaard op stuurboord of bakboord”. We zien voor het eerst een grote houten ‘toeristen’ boot varen, voor de rest is het erg rustig op de rivier m.u.v. de vissers natuurlijk.

Er komen 2 Park-rangers naar ons toe om te vragen of we begeleiding willen hebben. Maar wij beschikken over een goede kaart en informatie genoeg, dus wijzen we dit van de hand. Het is alleen maar weer een verkapte manier om geld te vragen voor hun diensten. We varen tussen de eerste twee Baboon Islands door wanneer Iris roept dat ze krokodillen ziet en ja hoor, twee grote exemplaren liggen lekker op een droog gevallen oever in het zonnetje.
Het is een drukke dag met allerlei beesten. Vincent fotografeert wat af op deze dagen, pelikanen, mooie grote bomen, vreemde vogels en mogelijke nijlpaarden. Bij de ‘Ka-Ai Islands’ zien we enkele donkere vlekken in het water, nijlpaarden? Ja, daar zwemmen ze! Op een droog gevallen oever staat zelfs een heel groot nijlpaard, wat fantastisch is om zo te mogen zien. Hij wandelt rustig naar het water en neemt dan een duik onder water om even later weer boven te komen met heel veel gebrul. Het is een bijna angstaanjagend geluid. Dit herhaalt hij een aantal keren.
Net na de bocht van de ‘Kai-Ai Islands’, loopt de ‘Immaqa’ vast op een zandbank. Oeps even niet goed opgelet! Er zijn zelfs takken zichtbaar op deze zandbak. De dieptemeter schiet ineens naar beneden toe en wij kunnen gelukkig op tijd uitwijken naar stuurboord. Toch fijn dat we gelijk op varen!
Voordat we bij ‘Pagon Island’ en ‘Mac Carthy Island’ zijn, komen er luidruchtige geluiden vanaf de oever en zien de takken behoorlijk heen en weer gaan. Dan zien we een paar grote ‘Bavianen’ in de mangrove zitten. Ze zijn net zo nieuwsgierig naar ons zijn als wij naar hun. Ook rennen er hele kleinere ‘fluweelaapjes’ rond. Er zit zelfs een aap op een oude fiets die tegen een boom staat! Het is net of we door de dierentuin varen, wat een prachtig gezicht! Je kunt aan de houding van de aapjes wel zien dat wij mensen duidelijk van de apen afstammen.
Langs de oever staan steeds meer gebouwen en dan is de hoogspanningsmast van Janjanbureh in beeld.
We gaan voor anker vlak voor de veerboot en de laaghangende elektriciteitskabel (16 meter) die over het water hangt bij ’Janjanbureh’. Wat een super dag is dit! Zoveel beesten en wat een indrukken. We hebben vandaag zoveel indrukken opgedaan dat we redelijk ‘uitgepoept’ aankomen. Maar de dag is nog niet over………………..

Vanaf de kant staat er al iemand te zwaaien waar we aan land kunnen. De dinghy van Koen en Iris blijkt lek te zijn en dus gaan we met zijn vijven in die van ons naar de kant. Ook een groot voordeel als je met 2 boten bent, want wat hadden ze anders moeten doen? Op de kant worden we door een groep mensen welkom geheten en wordt ik uit de dinghy geholpen. Men begint me maar meteen ‘mama Gambia’ te noemen en Fred ‘papa Gambia’. We hebben meteen 2 jerrycans met water meegenomen, want de watertank moet nodig aangevuld worden. Zonder vragen worden onze jerrycans overgenomen en ontstaat er tussen een aantal mensen een discussie wie nu water gaat halen. We maken kennis met een man die ons welkom heet en zichzelf maar meteen als gids benoemd. Hij regelt meteen wie water gaat halen en dan zien we onze jerrycans in de verte verdwijnen. Enige twijfels of we ze nog terug zullen zien wordt weggenomen door ‘Sax’ onze gids. Hij wil ons heel graag overal mee naar toe nemen, maar zo langzamerhand zijn we meer toe aan een koud biertje dan een toer over het eiland. Later misschien zeggen we. We lopen door een aantal straten naar een bar/restaurant waar we in een soort binnenplaats/tuin uitkomen. Er wordt een tafel voor ons geregeld en dan is er koud bier! Sax is een echte prater en verteld over de geschiedenis van het land en overdonderd ons met informatie. We geven aan dat we nu even willen bijkomen, want we hebben zoveel indrukken gehad en zijn redelijk moe. Na het 2e rondje gaat Sax vrolijk verder met zijn verhaal en ontstaat er zelfs een hele discussie. Het is een slimme man en zijn Engels is redelijk goed. Hij was leraar Engels en gevraagd om terug te komen naar zijn dorp om de toeristen goede en eerlijke informatie te geven. Hij rekende geen prijs maar je mocht zelf bepalen wat je het waard vindt. Hij liet het lekker in het midden. Maar uiteindelijk komt het toch altijd neer op het zelfde, hoeveel hij aan ons kan verdienen! Sax vertelt dat er morgen een feest is in de stad dat zijn oudste broer ‘chief’ van het dorp is. Het is een internationaal festival ‘Kankurang’, gesponsord door Unesco met de bedoeling om verschillende landen en volkeren meer met elkaar samen te brengen en te verbinden. We krijgen een voorproefje wanneer er een soort optocht met muziek door de straten gaat.

Nadat we gegeten hebben, kip en visgerechten voor nog geen € 4,00 per persoon, komt ‘Bass’ er gezellig bij zitten. ‘Bass’ is de ADHD-er van het dorp die ons palmwijn laat proeven. Een geur van azijn met zilveruitjes of augurk met een eigenaardige smaak, niet echt ons ding. Volgens ‘Bass’ reinigt het alles van binnen en hij drink wel 5 liter per dag. Zou hij daarom ook zo hyper zijn?  Aan het eind van de avond komt er nog een man die zilversmid is en zijn mooie armbandjes laat zien. Dan nemen we afscheid en wandelen samen met Sax terug naar de dinghy. Daar staan de gevulde waterjerrycans keurig voor ons klaar. We moeten toch wat meer vertrouwen in de mensheid hebben.  Al met al is het toch wel weer laat geworden en moe duiken we ons bed in.
Positie krokodillen/ pelikanen:
13 33.170 N
14 57.158 W
Positie Nijlpaard:
13 33.411 N
14 52.265 W
Positie zandbank:
13 33.413 N
14 51.390 W
Positie apen:
13 33.803 N
14 49.235 W
Anker positie:
13 32.694 N
14 45.823 W