Zomaar een gedicht

Zee

Ik wil alleen zijn met de zee,
ik wil alleen zijn met het strand.
Ik wil mijn ziel wat laten varen,
niet mijn lijf en mijn verstand.

Ik wil gewoon een beetje dromen,
rond de dingen die ik voel.
En de zee, ik weet het zeker,
dat ze weet wat ik bedoel.

Ik wil alleen zijn met de golven,
ik wil alleen zijn met de lucht.
Ik wil luisteren naar mijn adem,
ik wil luisteren naar mijn zucht.

Ik wil luisteren naar mijn zwijgen,
daarna zal ik verder gaan.
En de zee, ik weet het zeker,
zal mijn zwijgen wel verstaan.

NN

Kit – Mijn leven aan boord

In het begin was ik nog heel erg klein en vond alles eng en spannend, maar toen we eenmaal op de boot waren gaan wonen, werd de boot echt mijn thuis. Nu zou ik niet anders meer willen.
Hoe ziet mijn dag er nu zo gemiddeld uit?
De afgelopen jaren heb ik toch wel een soort ritme en dagtaken ontwikkeld. Overdag vertoef ik het liefste binnen, daar is het lekker koel. Af en toe neem ik even een kijkje buiten, zeker als de bazen willen spelen met me. Ik ben namelijk gek op een plastic bindertje, dat gooien de baasjes dan van binnenuit naar de kuip. Ik race de trap op, pak het op in mijn bek en breng het weer naar binnen toe. Dit kan ik best een poosje volhouden en het is goed voor mijn conditie en zo blijven de bazen ook in beweging! Verder houd ik me bezig met het vangen van vliegen. Daar wordt je natuurlijk erg moe van en daarom doe ik heel veel slaapjes tussendoor.
Aan het einde van de dag, rond zonsondergang ben ik het liefste even buiten. Het is dan een stuk koeler en dan doe ik mijn ronde over het dek van de boot. Ik heb vele favoriete plekjes, het hangt af van of we in een haven of voor anker liggen. Soms klim ik zelfs op de giek en heb dan een goed uitzicht over alles. Wanneer de bazen druk gaan doen in de keuken ben ik er natuurlijk als de ‘kippen’ bij. Etenstijd! Ik loop altijd tussen de benen door van de baas, want hij geeft mij meestal eten. Pas wanneer de bazen gaan eten, krijg ik mijn eten. Zodra ik dat op heb dan smeer ik hem gauw weer naar buiten toe, voordat de bazen het luik dicht doen voor de nacht. Ik houd nog even de wacht en dan komt de baas naar buiten en roept dat ik binnen moet komen. Tegenwoordig doe ik meestal wel wat hij zegt, maar af en toe laat ik toch even zien dat ik een ‘echte’ kat ben. Want je moet natuurlijk niet teveel gaan lijken op het diersoort wat ze hond noemen. Dan is het relax tijd voor de bazen en liggen we alle drie lekker lui op de salonbank.
Zodra mijn bazen gaan slapen, dan word ik op hun bed gezet en moet ik op muggen jacht. Ze roepen ‘zoek’ en ‘pak ze’ en dan weet ik wat me te doen staat. Daarna is het de hoogste tijd om te gaan slapen, of ik dat al niet genoeg doe…. Mijn bazinnetje heeft een hangmat gemaakt die boven het voeteneinde van het bed hangt, waar ik lekker schommelend in slaap kan vallen. In de landen waar we nu komen is het veel warmer, dan lig ik het liefste op het bed in een hoekje. Lekker tegen de benen van mijn baasjes aan en wanneer het me te warm word dan verkas ik naar de koelte van de salon.
Halverwege de nacht staat het bazinnetje op om te gaan plassen en dan ga ik ook maar even. Je wordt tenslotte ouder en dan moet je vaker plassen…. Ik laat meteen maar even weten dat ik meer droge brokken wil hebben. Daarna gaan we weer lekker slapen.Wanneer één van de bazen op staat ga ik maar meteen mee. Even buiten kijken of alles nog oké is en dan lekker in de vensterbank liggen en naar buiten kijken. Zodra ik iets hoor (motor van dinghy of zo) kan ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en sprint naar buiten toe. Oeps……… die komen iets te dicht bij, dan kan ik beter maken dat ik weg kom. Dan maar weer veilig in de vensterbank. In de ochtend trainen we altijd een beetje, we spelen ‘verstoppertje’ en dan race ik de hele boot door achter de bazin aan. Je wordt hier natuurlijk wel moe van dus daarna moet je me een paar uurtjes niet storen. Ook ‘vechten’ de bazin en ik af en toe en soms gaat het er iets te hard aan toe en dan krab ik per ongeluk de huid van de baas open. Sorry baasje, ik bedoel het niet zo hoor! Maar dit alles houdt mij wel levendig en lenig! Mijn bazinnetje heeft speciaal een hangmand gemaakt voor mij en die was laatst aan vervanging toe. Deze nieuwe vind ik nog veel beter, hier kan ik lekker lui liggen of hangen en heb goed zicht op mijn bazen. Niets lekkerder dan lui liggen schommelen in deze mand.

Als training vang ik af en toe ook een kakkerlak, van die grote dikke vieze beesten zoals de bazen zeggen. Gelukkig komen die niet veel voor. Spinnen hebben we ook al heel lang niet meer aan boord. Ja, ja, mijn baasjes zijn blij met me. Ook vang ik af en toe een vliegend visje en breng die dan even trots naar binnen toe. Af en toe, wanneer we in een haven liggen, spring ik op de steiger en dan ga ik voor het ‘grote’wild. Helaas is het me tot op heden nog niet gelukt om er ééntje te vangen.
Soms zijn de bazen erg druk en onrustig en dan word ik dat ook. Dit betekend over het algemeen dat we weer ergens anders heen gaan. Nieuwe plek, nieuw uitzicht en nieuwe geluiden. Ik duik maar vast onder de kaarten tafel, daar voel ik mij het veiligste. De motor maakt zoveel herrie en daar heb ik een hekel aan. Zodra die uit gaat, kom ik langzaam weer tevoorschijn. Wanneer we onderweg zijn onder zeil dan ga ik zelfs af en toe even buiten kijken. In de nacht mag dat niet van de bazen, het is veel te gevaarlijk mocht ik over boord vallen. Aan mijn zwemvest heb ik een gruwelijke hekel, dus dat vermijd ik zoveel mogelijk. Wel krijg ik ’s nachts een fluoriderende halsband om, zodat ik beter zichtbaar ben.
Oja, vergeet ik nog bijna te vertellen dat ik twee keer heb gezwommen. Dit was, moet ik erbij zeggen, niet geheel vrijwillig. Ik was iets te ver voorover geleend en toen lag ik ineens in het water. De eerste keer moest ik een rond om de boot zwemmen, ja ik kan dus zwemmen. Mijn bazen hadden het meteen in de gaten gelukkig. De tweede keer was ik stiekem naar buiten gegaan en op de steiger aan het wandelen toen ik heel erg schrok en in het water terecht kwam. Ik was zo van slag dat ik de weg kwijt was en helemaal (wel 50 meter) naar de rotsen gezwommen ben. Daar heb ik toch wel een poosje rillend van de kou en nattigheid zitten miauwen totdat ze me vonden. Mijn baasjes waren super ongerust, maar gelukkig ben ik weer gevonden. Het was me het avontuur wel! Maar tevens ook meteen de laatste keer dat ik ben gaan zwemmen!

Wanneer we bezoek krijgen ben ik er snel bij, weliswaar op gepaste afstand, want je weet maar nooit wat voor mensen het zijn. Maar meestal is het goed volk en snuffel ik even aan ze om hun luchtje op te snuiven.

Al ben ik dan een ‘gecastreerde’ kater, ik ben echt niet lui (al zou je dat wel denken) doe veel aan oefeningen waardoor ik een sterk en gespierd lijf heb gekregen. Ik lijk dus bijvoorbeeld helemaal niet op de rode kater Garfield!
Mijn leven aan boord bevalt me uitstekend. Ik heb twee lieve baasjes die gek op mij zijn, ze geven me op tijd eten als ik hierom vraag. Ze knuffelen me en doen allerlei oefeningen met me. Ja, mijn leven aan boord is nog niet zo beroerd. Ik zou niet meer met een ‘land lubber’ (dat is Engels voor iemand die op het land woont) kat willen ruilen.Pootje van mij en tot de volgende keer!

Kaapverdie – Sao Vincente deel 1

30-08-2018 t/m 17-09-2018 We liggen voor anker bij Sal Rei, Boa Vista en willen over een paar dagen naar het volgende eiland, Sao Vincente zeilen. De weerverwachting geeft aan dat er een storm aan komt ten zuiden van de eilanden. Dat willen we voor zijn en besluiten om nu maar meteen te vertrekken. Het is 134 zeemijl varen en ruim 1,5 dag zeilen.

We zeilen alleen op de Genua en hebben onderweg ruim 24 knopen wind. Het is niet het lekkerste weer, zwaar bewolkt en sombere wolken hangen boven ons. Het is best nog een pittig tochtje. Vanaf Boa Viste zeilen we naar het noordwesten en boven de eilanden São Nicolau en Santa Luzia. Mindelo ligt in het noordwesten van het eiland São Vincente. Zodra we het uiterste puntje van dit eiland naderen, begint het al harder te waaien. Tussen de twee eilanden, Santo Antão en São Vincente, neemt de wind nog meer toe en schiet de wind meter omhoog naar 32 knopen. De stroming hebben we ook mee en daardoor worden we gewoon naar Mindelo geblazen. Het is daarom ook sterk aan te raden om Mindelo altijd vanaf de noordkant aan te lopen. Vanaf het zuiden is het haast niet te doen. We zeilen tussen het eiland São Vincente en een rots/ eilandje ‘Ilhéu dos Pássaros’ door. Dit is een hoge rots met alleen een vuurtoren erop, een lange witte trap die naar boven leidt.


‘Ilhéu dos Pássaros’

Zodra we in de ‘Baia do Porto Grande’ zijn hebben we zicht op de commerciële haven waar de grote Ferry boten (o.a. de ‘Armas’) aankomen die tussen de eilanden varen. Aan stuurboord kant is de ankerplaats en recht vooruit ligt de jachthaven van Mindelo. Er staat nog aardig wat wind en we roepen de haven op, waarop er twee mensen van de marine ons opvangen en helpen met aanleggen. Eindelijk weer eens in een haven, dit is voor het laatst geweest op Tenerife en dat was oktober 2017 ! Kunnen we weer eens een lekkere douche nemen, daar verheug ik me al maanden op. Natuurlijk douchen we wel aan boord, maar dan uitsluitend met koud water wanneer we voor anker liggen. Alleen op momenten dat we de motor een poosje hebben laten lopen, is er warm water aan boord en dan nemen we weleens een warme douche buiten op het dek. We gaan ook de haven in omdat Fred binnenkort naar Nederland gaat voor een week en dan lijkt het ons beter dat de boot in de haven ligt. Ik blijf dan een weekje helemaal alleen aan boord, nu ja met Kit natuurlijk. Dit is de eerste keer dat Fred, sinds ons vertrek, naar Nederland op ‘vakantie’ gaat.

 

De haven
Het is niet zo druk in de haven er liggen maar enkele buitenlandse boten. We leggen de boot langs de lange steiger met de achterkant naar een zijsteiger. Door de harde wind staat er behoorlijk veel spanning op de landvasten en merken we al gauw dat door het getrek de lijnen veel sneller slijten dan we dachten. In de paar dagen die volgen knappen er 3 landvasten die we meteen moeten vervangen. Gelukkig hebben we altijd extra lijnen aan boord. Een extra stootwilletje is ook niet overbodig. Je kunt de boot prima achter laten in deze haven, wanneer je iemand hebt gevonden die een extra oogje in het zeil wil houden voor je. We melden ons bij het havenkantoor waar we een pasje krijgen voor de beide toegangshekken en voor watergebruik op de steiger en douche. Voor het pasje betaal je € 10,00 borg. Je kunt elke keer water extra kopen voor op het pasje, maak het water wel op voordat je weggaat, want geld krijg je niet terug. Voor 200 liter betaal je om en nabij € 1,00. De faciliteiten zien er redelijk goed uit en ik kan eindelijk lekker douchen.

Wanneer je voor anker ligt, kun je de dinghy aanleggen bij een drijvende steiger, hiervoor moet je natuurlijk wel betalen. Het kost je € 4,00 per dag of € 30,00 per maand. Wanneer het druk is in de haven, controleren ze regelmatig of je wel voor de dinghy hebt betaald! Er lopen overal werknemers van de Marina rond en af en toe zit er iemand op de kruk bij het toegangshek naar de steigers. Het is geheel willekeurig of dit hek afgesloten of open is. Vaak zie je mensen op de steiger staan die geen pasje bij zich hebben en er dan niet uit kunnen, wat naar onze menig levensgevaarlijk kan zijn! Waarom is er geen knop aan de binnenkant gemaakt om het hek open te maken, zoals in zoveel havens gebruikelijk is?

Natuurlijk doen we een ‘aankomst’ drankje bij de bar van de Marina en laten ze hier nu weer eens tapas hebben! Een lekker glaasje wijn met overheerlijke tonijnkroketjes. Fred werkt ook maar meteen zijn appjes bij!
Maritieme Policia
Daar we op vrijdag aangekomen zijn kunnen we daar pas maandag heen met onze papieren. Het kantoor bevindt zich vlakbij de Commerciële Port van Mindelo (Porto Grande). Vanaf de Marina loop je de betonnen kade af, links af de grote weg (met de mooie palmbomen) langs het water tot in de bocht bij de rots. Wanneer je voor het eerst in Kaapverdië aan komt moet je ook naar de douane om in te klaren. Bij hebben dit al op het eiland Sal gedaan. Mocht je tussendoor naar Nederland vliegen, dan moet je eerst een uitklaringsstempel in je paspoort halen (kantoor zit daar vlakbij) wat je € 25,00 kost. Bij terugkomst koop je een visum op de luchthaven (ook € 25,00).
Verjaardag Fred
Op 4 september vieren we samen Fred zijn 62e verjaardag door lekker uit eten te gaan. We komen terecht in het restaurant ‘Nautilus’, waar live muziek gespeeld wordt. Het eten is goed alleen is het jammer dat het er erg tocht omdat er zowel aan de voorkant als aan de achterkant deuren open staan.

 

Fred weekje naar Nederland
Voor hem is het de eerste keer dat hij op ‘vakantie’ gaat naar Nederland. Hij logeert bij zijn zus Ingrid en van daaruit gaat hij naar de tandarts, vrienden en overige familie. Voor hem en zijn zus is dit een zeer speciale week, niet alleen omdat ze elkaar al 2,5 jaar niet hebben gezien, maar ook omdat ze samen het as van hun overleden moeder uit gaan strooien.

Wat doe ik tijdens die week?
De week dat ik alleen ben, voel ik me een beetje ‘verloren’. Fred en ik zijn zo gewend om bij elkaar te zijn, al een aantal jaren zijn we dagelijks samen ‘thuis’. Nu is het niet zo dat ik mij zal vervelen in mijn eentje, want er is altijd genoeg te doen aan boord. Nee, ik amuseer me eigenlijk wel, maar samen is het gezelliger. Bovendien hebben we regelmatig contact!
Er is nogal veel swell in de haven, dit zijn de naweeën van de storm, waardoor het getrek aan de lijnen nog erger wordt. We hebben aan de lijnen een soort rubberen dempers bevestigd zodat de lijnen minder zouden slijten. Helaas is de spanning zo groot dat één van rubberen dempers kapot gaat. Een kikker op de steiger zit niet goed vast en ik moet (jammer genoeg) meerdere malen aan het Marinepersoneel vragen of ze deze vast willen zetten. Daarna is het nog niet op gelost en vraag ik of ze er één extra bij kunnen zetten, ook dit duurt eeuwig voordat dit gebeurd. Ja, ja, je moet geduld hebben in de Kaapverdië.…. Ook zijn er een aantal lijnen bijna doorgesleten, ondanks de bescherming er om heen. Dus ik op zoek naar nieuwe lijnen en rubberen dempers. De watersportzaak bij de Marina is erg duur en wil mij lijnen verkopen die alleen geschikt zijn als schoten en vallijnen. Hier kan ik wel de rubberen dempers krijgen. In de stad vind ik, na wat zoeken, een zaak voor landbouw en visserij ‘Terramar’. Hier koop ik een grote rol met touw, die keurig door de eigenaar Pedro voor me naar de haven wordt gebracht. Ik ga meteen aan de slag om lijnen af te branden op maat.

Verder was ik enkele kussenhoezen van de salon bank en maak de schoten en andere lijnen schoon. Met behulp van onze naaimachine naai ik (van een Senegalese lap stof) een korte en een lange broek. Ik breng tijd door bij ons, nu al, favoriete ‘Casa Café’en de bar van de Marina. Ten tijde van onze aanwezigheid in de eerste weken was de zogenaamde ‘Floating bar’ in restauratie en tijdelijk ondergebracht op de betonnen kade. De rest van de week gaat hierdoor super snel voorbij. Achteraf gezien had ik liever voor anker gelegen tijdens deze week, dat was een stuk relaxter geweest.
Fred terug uit Nederland
Uiteraard ga ik Fred ophalen van de luchthaven. Na een week is het fijn om elkaar weer in de armen te kunnen sluiten. Hij heeft twee grote zeiltassen en een koffer vol met allerlei spullen die we in Nederland besteld hadden, o.a. een membraan voor de watermaker. Op de boot stallen we alles uit op de salonbank en Kit kijkt toe. Er zitten zelfs al cadeautjes voor mijn verjaardag bij, waarvan ik er ook al enkelen uit mag pakken. Mijn allerliefste vriendin Ludmilla, die meer een zus voor me is, heeft een hele stapel kleding voor me gekocht. Super blij ben ik hiermee. Allerlei lekkere dingen komen er uit de tassen tevoorschijn, zoals een stuk zelfgebakken appeltaart van Ingrid. Zo lief! Zoveel spullen, medicatie voor een half jaar, nieuwe vlaggen, onderdelen voor de boot, elektronica etc. etc. Fred moffelt nog gauw de rest van mijn cadeautjes weg, daar moet ik nog even geduld voor hebben.

Kaapverdie – Boa Vista, 2e keer

16-08-2018 t/m 30-08-2018
Omdat ik nu eenmaal een zwak heb voor schildpadden (waar niet eigenlijk voor?), gaan we nog een keer terug naar Boa Vista. Tijdens ons 1e bezoek hebben we geen schilpadden gezien op het strand. Volgens de gids (en Wereldvrouw) Nathasja Wust van BoaVistaCarefy is op dit moment de kans groter om schilpadden te zien die in de nacht hun eieren op het strand leggen.

Het begint al goed wanneer we proberen het anker op te halen, er zit geen beweging in. Zweetdruppels parelen langs Fred zijn voorhoofd vanwege de inspanning. Wat hij ook probeert, er schijnt geen beweging in te komen. Een Engelse zeiler komt in zijn dinghy langs gevaren om ons te helpen. Maar op hetzelfde moment lukt het Fred om, met behulp van het touw van de ankerboei, het anker om hoog te trekken. Toch een goed idee om een ankerboei te hebben, anders hadden we het water in gemoeten.

Het is 75 zeemijl varen en helaas moeten we dit de hele zeiltocht op de motor doen. Het weer is in ieder geval wel weer erg lekker. We gaan voor anker op dezelfde plek als de vorige keer, vlak voor Sal Rei. Voor ons vertrek hebben we al contact gehad met Nathasja die ons een tour kan aanbieden om de schildpadden te zien.
Informatie over de schildpadden
Er komen vijf soorten (van de zeven) zeeschildpadden voor in de wateren rondom de Kaapverdische eilanden. Allen hebben de status van bedreigde of ernstig bedreigde diersoort. Voor de onechte Karetschildpad of Logger Head schildpad (Caretta Caretta) behoren de stranden van Kaapverdië tot één van de meest favoriete plekken ter wereld om hun nesten te maken. Dit is een van meest wijdverspreide zeeschildpadden ter wereld en is genoemd naar hun grote kop. Hun kop kan wel 30 centimeter groot worden. De onechte karetschildpad is een zwaargebouwde zeeschildpad en behoord tot één van de grootste zeeschildpadden ter wereld. Het gewicht van deze soort schildpad ligt tussen de 75 en 130 kilogram en de lengte van hun schild is ongeveer 1 meter. De onechte karetschildpad brengt veruit het grootste deel van hun leven door op zee. De vrouwtjes komen alleen op het land om hun eieren te leggen.
De overige soorten zijn:
Lederschildpad (Dermochelys Coriacea)
De lederschildpad is de grootste zeeschildpad ter wereld en kan wel een lengte bereiken van maar liefst 2,5 meter. Ze hebben een leerachtige schaal, komen wereldwijd voor en incidenteel op de Kaapverdië.
Karetschildpad (Eretmochelys Imbricate)
De karetschildpad wordt ook wel de echte karetschildpad genoemd. De naam karet komt van het rugschild. Met een gemiddelde lengte van 90 centimeter is de echte karetschildpad een middelgrote zeeschildpad. Ze hebben een sikkelvormige bek om prooidieren uit rotskloven te kunnen halen. Je vindt deze soort vooral bij koraalriffen en rotsen en zijn goed herkenbaar aan hun mooi gekartelde en getekende rugschild.
OnOlive Ridley dwergschildpad (Lepidochelys Olivacea)
Wordt ook wel Warana schildpad genoemd. Dit is een kleiner soort zeeschildpad en heeft een rugschild van circa 70 centimeter. Het schild van de dwergschildpad is olijfkleurig. De dwergschildpadden leggen allemaal tegelijk hun eieren en komen dus allemaal op dezelfde tijd aan land.
Groene schildpad (Chelonia Mydas)
De groene schildpad wordt ook wel de soepschildpad genoemd. Deze naam is te danken aan het feit dat de mens deze soort veelal heeft gevangen voor consumptie. Het rugschild bij een volwassen exemplaar is circa 1 meter en is eerder bruin dan groen. Het gewicht van de schildpad kan oplopen tot ongeveer 160 kilogram. Ook wel bekend door de animatiefilm ‘Finding NEMO’ uit 2003 van Walt Disney.

Levensloop schildpad

Als het nestseizoen begint komen de vrouwtjes schildpadden terug naar de plek waar ze zelf zijn geboren. Daar leggen ze weer hun eigen eieren. De onechte karetschildpad begraaft haar eieren in het zand van het strand. De baby’s worden na ongeveer 60 dagen geboren en kruipen dan naar zee. Ze zwemmen en drijven de eerste 15 jaar rond op de Atlantische Oceaan. Dit worden ook wel de ‘verloren jaren’ genoemd. De onechte karetschildpad zwemt maar liefst 12.000 kilometer door de oceaan. Uiteindelijk wordt maar 1 op de 1.000 schildpadden volwassen en overleeft alle gevaren van de oceaan. Na 20 – 30 jaar komen de volwassen schildpadden terug naar hun geboortestrand op Kaapverdië. De schildpadden maken gebruik van magnetisch velden van de aarde als kompas om de weg terug te vinden. De schildpadden kunnen meer dan 50 jaar oud worden.

Karetschildpad of Logger Head schildpad

Spoor van de schildpad

Schildpaddentour

Overdag gaan we samen met Nathasja naar het strand vlakbij Sal Rei waar men een gebied heeft afgeschermd met een hekwerk met doeken, dit noemen ze een hatchery. De BIOS Marine Turtle Conservation Program, www.bioscaboverde.com, werkt met vrijwilligers die deze gebieden beschermen. De eieren worden in deze afgebakend gebieden begraven totdat ze uitkomen en dan worden ze uitgezet vlak voor de waterlijn van het strand. En dan begint de race naar het water om te overleven.

’S Avonds gaan we mee met de nachttour en worden we door Nathasja opgehaald met een 4 x 4. We moeten zeker meer dan een uur rijden voordat we bij de weg komen die naar het strand leidt waar de schildpadden ’s nachts aan land komen. Zodra we het National Reserve in gaan stopt de chauffeur om zijn koplampen af te dekken met rood papier, dit om te voorkomen dat de schildpadden verblind worden. Op het strand is het daarom alleen toegestaan dat de vrijwilligers en gidsen zaklampen met rood licht hebben. Vlakbij het strand is een kamp op gericht waar tientallen vrijwilligers werken om de schilpadden te controleren (d.m.v. de chip), te chippen, om de eieren op te vangen, te tellen en veilig te stellen.
Samen met de gids lopen we daar het strand toe, waar zij fluisterend uitlegt wat er gebeurd. We moeten zo laag mogelijk blijven en altijd nooit in beeld voor de schildpad. We hebben geluk en zien een aantal schildpadden op het strand aankomen, bezig met eieren leggen en terug gaan naar de zee. De schildpadden kruipen het strand op tot aan de duingrens, waar ze een diepe kuil graven en daar boven hangen om hun eieren te leggen. Tijdens dit proces raken ze in een trance waardoor ze niets merken van hun omgeving; juist op dat moment kunnen mensen ze dus benaderen. Voorzichtig naderen we de schildpad en kunnen van dicht bij zien hoe dit in zijn werk gaat. Het hele proces duurt circa 20 minuten en de schildpad legt gemiddeld ongeveer 100 eieren. Een vermoeiende gebeurtenis voor moeder schildpad. De eitjes lijken een beetje op pingpongballetjes. Tijdens het leggen halen de vrijwilligers de eieren weg en doen deze voorzichtig in een zak. Als het leggen klaar is dekt de moeder het gat weer af en begint aan de terug weg naar het water. Je ziet duidelijk de sporen die de schildpadden achter laten op het strand.

De kuil is gegraven

Alle eieren op een rijtje

 

Dit was toch wel een hele mooie en bijzondere ervaring, maar ik moet toegeven dat het wel jammer is dat we het uitkomen van de eieren missen. Wellicht op één van de vele eilanden waar we nog zullen komen.

Overige tijd Sal Rei
Tijdens ons vorige bezoek aan Boa Vista hebben we kennis gemaakt met een stel Franse zeilers die met hun catamaran hier voor anker lagen. Ook deze keer waren ze er weer (of nog steeds) en worden we uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje. Dit wordt gehouden in een strandtent van de plaatselijke surfschool. We leggen de dinghy naast die van anderen op het strand. Het gezelschap is een bonte verzameling van surfers, zeilers, backpackers en andere gasten. De BBQ draait overuren en de drank vloeit rijkelijk. Na een gezellige avond rollen we de dinghy in en varen terug naar de boot.

Kaapverdie – Santiago, deel 2

14-07-2018 t/m 15-08-2018
Ontmoetingen
In 2015 hebben we Joshua van Eijndhoven op de HISWA ontmoet doordat Fred hem een speciale boord computer verkocht. Hij vertrok in 2011 met zijn zeilboot ‘Hope’, http://www.joshandhope.org/ om voor 6 jaar de wereld rond te zeilen samen met zijn vriendin Katia, die hij in Kaapverdië had leren kennen. In 2018 keerden ze terug in Nederland en hebben, samen met vrienden, een reisburo opgericht dat gespecialiseerd is in reizen naar Kaapverdië, https://www.naar-kaapverdische-eilanden.nl/. Mede door hun inspirerende verhalen hebben wij besloten om wat langere tijd bij de Kaapverdische eilanden door te brengen dan de gemiddelde zeiler doet en alle eilanden te bezoeken.In december 2017 doen er erg veel negatieve verhalen de ronde over Kaapverdië, vanwege een brute overval op de zeilboot SY de Liefde, waarbij de bemanning nogal behoorlijk toegetakeld is. Dit vond plaats in Praia (de hoofdstad van Kaapverdië op het eiland Santiago), een plaats waarvan al lang bekend is dat je dit beter kunt vermijden als zeiler (zie ons vorige blog). Echter in het nieuws sprak men er zelfs over dat heel Kaapverdië niet meer veilig zou zijn. We willen het hele gebeuren van SY de Liefde beslist niet baggataliseren, maar vinden deze uitspraak toch wel iets te ver gaan. Het is alsof je zegt na een overval in Amsterdam, ga niet naar Nederland want het is daar gevaarlijk! Wij willen graag een positieve draai geven aan dit hele gebeuren en daarom zijn wij bijzonder gemotiveerd om juist bij Kaapverdië langere tijd door te brengen. We willen een beter beeld vormen van de verschillen tussen de eilanden en hun bewoners.

Als gevolg van dit hele negatieve gebeuren heeft Joshua een soort contactlijst opgesteld voor zeilers (slechts op verzoek per email te verkrijgen bij hem). Vanwege het feit dat wij onze watermaker naar Santiago zouden laten sturen (na reparatie in Italië) hebben we een contactpersoon nodig die op het eiland woont (zie een volgend blog over de watermaker). Hierdoor komen we in contact met Etienne de Jager en zijn vrouw Marli Semedo dos Santos, eerst per email en Facebook, en later in het echt. Ze wonen alweer 7 jaar op Santiago en runnen samen een B&B ‘Kaza di Marli’, http://caboned.nl/. CaboNed Ecotoerisme staat voor kleinschalig toerisme, waarbij behoud van natuur, cultuur en mensenrechten centraal staan. Voor hen is het van groot belang dat de natuur gerespecteerd wordt, zo ook de lokale cultuur en dragen ze activiteiten bij aan het welzijn en de welvaart van de lokale bevolking. Wat ons betreft een prima uitgangspunt en een plek die zeker aan te bevelen bij een ieder die van de rust en de natuur houdt.

Het eiland en hoofdstad Praia
Santiago is het grootste eiland van Kaapverdië en in het zuiden op dit eiland bevindt zich de hoofdstad Praia. Ondanks dat dit eiland vulkanisch van oorsprong is, zijn er bergachtige gebieden, groene valleien maar ook diverse bananenplantages aan de oostkust. De hoogste berg is de Pico da Antónia en is 1.394 meter hoog. Er valt relatief veel regen in het bergachtige midden van Santiago, waardoor dit het meest vruchtbare gebied van de hele archipel is. Hoewel het hier de afgelopen 2 jaar niet of nauwelijks geregend heeft.
Omdat we de watermaker toch in Praia moeten ophalen kunnen we meteen een indruk krijgen van deze grote stad. Hiervoor nemen we een aluguer die net zolang in Tarrafal rond rijdt totdat hij voldoende passagiers heeft. Maar vol is hier niet vol, want er kan er natuurlijk altijd nog wel ééntje bij. Bij het vertrekpunt krijgen de chauffeurs een bonnetje wat, net buiten de stad, aan een controleur weer afgeven moet worden. Deze man controleert of er niet teveel mensen in het busje zitten en vindt dat er één persoon uit moet. Met veel protest stapt er één persoon uit. Het is een bijzonder systeem zullen we maar zeggen en na de controlepost kunnen er gewoon weer mensen bij. Meer dan 20 personen in een Toyota busje is geen uitzondering.
Onderweg krijgen we een aardige indruk van het eiland. Naarmate we verder het land in gaan, zie je de armoede toenemen. Huizen zien er slechter uit, als je soms al van huis kunt praten en erg ligt veel zwerfafval langs de weg. Langs de weg staan grote tonnen, die afgevuld worden door een tankwagen met water. Vervolgens gieten de lokale mensen dit over in jerrycans en brengen deze de berg op naar hun huis. Soms gebruik makend van ezeltjes, maar meestal zijn het kinderen en vrouwen die het water dragen naar boven dragen. We moeten op een andere aluguer overstappen in Assomada, een plaats die ongeveer in het midden en halverwege de rit naar Praia ligt.
Het plateau is het historische centrum van Praia en hier bevinden zich veel openbare gebouwen, zoals het presidentiële paleis, de kathedraal, het stadhuis en het etnografische museum. We drinken een kopje koffie samen met Etienne op het António Lereno plein in het hart van het plateau. Daarna wandelen we een beetje rond. We vinden het plateau nog wel een aangename plek om te vertoeven, maar de rest van de stad is erg druk en niet zoveel bijzonders. We houden het al gauw voor gezien.

António Lereno Square in Praia

Kathedraal van Praia
Stadhuis van Praia

De oude haven van Praia

Assomada
De dag voordat we naar Assomade gaan we even naar de kant om brood te halen. Fred stopt altijd zijn portemonnee in de water dichte tas, maar deze ochtend niet. Op het strand aangekomen begint iemand onbehouwen aan de dinghy te trekken waardoor Fred zijn evenwicht verliest en half achterover in het water valt. Zijn broek is helemaal nat en daardoor ook de bankbiljetten. Bij terugkomst op de boot legt Fred alle biljetten te drogen. De volgende dag staan we vroeg op en nemen een aluguer naar Assomade. Bij aankomst in deze plaats wil Fred betalen, maar komt dan tot de conclusie dat al het geld nog te op de boot ligt. Helemaal vergeten om het terug te stoppen in zijn portemonnee. Wat nu? Geen probleem zegt de chauffeur hij rijdt wel even langs een pinautomaat waar Fred kan pinnen. Ik zie dit toch niet in Nederland gebeuren, een buschauffeur die daar geen probleem van maakt en gewoon even een ommetje maakt om jou rustig te laten pinnen? Wanneer je dan ook nog bedenkt dat je voor deze rit van 45 minuten maar € 2,50 per persoon hoeft te betalen. Dit vinden we nu zo leuk aan Kaapverdië, no stress!

Plein met energiepanelenboom

Zomaar een kerkje

Oude bioscoop

Foodtrucks!

Assomada is een levendige drukke plaats die een belangrijke commerciële rol speelt. In het centrum van de stad liggen vele koloniale gebouwen in Portugese stijl, kerken, banken en meerdere pleinen. In het centrum van de stad is ook de enorme en zeer bekende markt. Al heb je niets nodig, is dit toch een plek die je niet kunt overslaan. In een indrukwekkende hal liggen stapels groenten en fruit opgestapeld en we hebben in tijden niet zoveel groente en fruit bij elkaar gezien. Bij de slager hangen allerlei ondefinieerbare stukken vlees aan haken. In het gedeelte waar je vis kunt kopen liggen stapels gedroogde vis en grote tonijnen mooi op een rijtje. Kippen zitten opéén geperst in een kleine kooi. Teilen vol met geplukte kippen, strengen met kleine knoflook, vreemdsoortige groentes en levende geiten aan een veel te korte lijn. Op de grond staat achter een kraampje een kartonnen doos met een klein kind erin, tja…..je moet wat als je als moeder moet werken. Ook buiten de hal zie je afgeladen minibusjes, vrouwen met teilen op hun hoofd, kraampjes vol met kleurige netjes opgevouwen kleding, huishoudelijke spulletjes, vrouwen in kleurrijke gewaden en afgeladen minibusjes die af en aan rijden. We wanen ons even weer in het Afrika van Senegal en Gambia. Op deze markt doen alle eilandbewoners op woensdag en zaterdag hun boodschappen en dat kunnen we goed begrijpen, gezien het gevarieerde en grote aanbod. Het is een gezellig chaotische drukte. Het blijkt dat veel van deze groente en fruit naar de andere eilanden vervoerd te worden. Daarom lijkt ons een goed idee om, voordat we de oversteek maken, terug te gaan naar Santiago en op deze markt alles in te slaan.
We wandelen verder nog een beetje rond in Assomada en gaan ergens lunchen. Hier ontmoeten we Nederlandse Kaapverdiaanse die op vakantie is in haar geboorteland en maken een gezellig babbeltje. Dan is de hoogste tijd om terug te gaan naar Tarrafal. Overal staan busjes en mensen te leuren om je mee te nemen.

Ontmoeting met Etienne en Marli
Met Etienne hebben we afgesproken om bij hun op bezoek te komen. Hiervoor nemen we weer een aluguer en stappen uit bij ‘Ponto Ferro’ (gele brug), hier staat Etienne al op ons te wachten. Om bij hun huis te komen moeten we zeker nog 30 minuten offroad de berg op rijden. Gelukkig heeft Etienne een goed auto, Landrover, anders is het haast niet te doen. Mensen die vanaf de grote doorgaande weg de berg op moeten, doen dit lopend of wachten totdat er een auto of busje omhoog gaat. Het is in Kaapverdië heel gewoon dat je mensen meeneemt. Onderweg zien we een hele mooie gekleurde vogel, de zogenaamde grijskopijsvogel en schiet er een heel klein aapje de weg over.

Wanneer we uiteindelijk bij het huis van Etienne belanden, maken we kennis met zijn vrouw Marli. Het huis is werkelijk prachtig gesitueerd en heeft rondom uitzicht. Vanwege gebrek aan regen de laatste 2 jaar is het nu niet zo groen, maar het kan in een aantal dagen veranderen in een groene oase. Marli is geboren in Kaapverdië en heeft hier jaren gewoond voordat ze in Nederland belandde. Het runnen van de B&B doen ze samen en alles ziet er bijzonder goed uit. De echte wandelaars en vogel liefhebbers kunnen hier zeker aan hun trekken komen. Naast het runnen van een B&B is Marli’s helemaal gek van dieren en dat is goed te zien aan de hoeveelheid dieren die er rondlopen. Aantal honden, katten, eenden, kippen, varkentjes en een heleboel geiten. Daarnaast runt Marli een klein winkeltje voor de lokale bevolking en is het distributiepunt voor het uitdelen van zaden om te planten. Bij de beneden buren staan ezeltjes en natuurlijk moet ik daar een foto van maken. Op een gegeven moment zien we vanaf het dakterras dat de buren vetgemeste varkens in een pickup truck laden om die te laten slachten.

Eén en ander gaat niet echt zachtzinnig, heel anders dan wat wij gewend zijn. Het is wel heel bijzonder om zo een kijkje te mogen nemen op het platteland van Santiago en kennis te maken met hoe Etienne en zijn vrouw hier wonen en hun bedrijf beheren. We zijn erg blij met deze ontmoeting en houden zeker contact met elkaar. Er wonen nog meer Nederlanders op de eilanden en de meeste kennen elkaar wel. Het is een verrijking van ons leven om deze mensen te ontmoeten. Bedankt Etienne en Marli voor jullie gastvrijheid!

Etienne, Caroline en Marli

Aan het einde van de dag brengt Etienne ons weer naar de doorgaande weg. Hier moeten we wachten totdat er een aluguer langs komt die niet vol is. Het is al donker wanneer we terug zijn in Tarrafal en daarom gaan we maar een pizza eten voordat we terug varen naar de boot.

Kaapverdie – Santiago, deel 1

14-07-2018 t/m 15-08-2018
Vertrek van Maio naar Santiago
Vanwege de problemen met onze ‘nieuwe’ watermaker hebben we deze vanaf het eiland Sal opgestuurd naar de fabrikant in Italië (zie blog mei 2018). Na reparatie zou deze retour worden  gezonden naar het eiland Santiago en daarom is onze volgende bestemming Santiago. Fred zal hierover een apart blogje schrijven, want dit is toch wel weer een heel apart verhaal.We willen in de baai bij Tarrafal voor anker gaan. Officieel zouden we eerst met de boot naar Praia moeten, de hoofdstad, om ons daar in te klaren, pas daarna mag je weer verder. Bij vertrek moet je dan weer terug naar Praia varen om je papieren op te halen, wat een heel gedoe is. We besluiten om dit niet te doen, mede omdat Praia geen veilige plek is om te ankeren. Bovendien vinden we dit hele in en uitklarings gedoe onderhand wel een beetje onzin. We verblijven maanden bij de eilanden en hebben tot nu toe nog niet echt ervaren dat de autoriteiten uit zichzelf interesse toonden. Later blijkt ook wel dat we hierin gelijk hebben.

Het is een bewolkte sombere dag met onrustige golven. De tocht is 43 zeemijl waar we ongeveer 8 uur over doen. Gelukkig kunnen we de meeste tijd zeilen en gebruiken we de motor slecht één uurtje.

Franz en Angela gooien onderweg een vislijn uit en hebben dikke pech wanneer deze in één van hun schroeven komt (ze hebben een catamaran met 2 schroeven), maar gelukkig weet Franz dit snel en vakkundig te verwijderen. Bij aankomst in de baai vinden we een mooie plek met zicht op het mooie strand en het dorp Tarrafal. Onderweg heeft Franz nog wel even een grote tonijn gevangen die we ’s avonds met zijn allen bij hun aan boord eten. Niets lekkerders dan verse tonijn. Na afloop spelen we, onder het genot van vele glaasjes drank, nog een paar spelletjes ‘Perudo’ (met dank aan Iris en Koen van Immaqa die voor deze verslaving hebben gezorgd).
De golven in de baai zijn een beetje onrustig en dat maakt dat Franz en Angela hun boot de volgende dag een stuk gaan verleggen. We gaan gezamenlijk met onze dinghy naar de kant toe, waar Fred ons wil afzetten bij de stenen trap van de kade om daarna door te varen naar het strand. Bij de kade staan een heleboel jongetjes te roepen dat ze willen helpen. Wij stappen uit, maar voordat ik goed en wel op de trap sta, springen er al zeven vrolijk gillende jongetjes bij Fred in de dinghy die mee willen varen naar het strand. Het is een vrolijke bende en op het strand aangekomen deel ik een paar van mijn ‘Home made’ armbandjes uit aan de kinderen. Er komt een man naar ons toe (hij spreekt alleen Frans en wij niet) die wel op de dinghy wil letten, tegen betaling van € 4,00. Dit vinden we veel te veel en dingen af naar € 2,00 waarmee hij mopperend akkoord gaat.
We wandelen één van de twee hellingen op naar het centrum toe om ergens iets te drinken en een hapje te eten. Er zit Angela duidelijk iets dwars en dan komt eindelijk het hoge woord eruit. Zij voelt zich totaal niet prettig in deze baai en ook niet met het feit dat ze niet officieel zijn ingeklaard. Waarschijnlijk heeft zij zich teveel laten leiden door enkele negatieve verhalen die andere zeilers op internet hebben verspreid. Waar dit gevoel vandaan komt begrijpen we niet, want wij ervaren dit in het geheel niet. De mensen die we tegenkomen zijn beslist niet onvriendelijk en we voelen ons nergens bedreigd.
Het resultaat wel dat we afscheid moeten nemen van Franz en Angela (de Nina) wat natuurlijk erg jammer is, want we hebben het erg gezellig met ze. Ze gaan door naar Sao Vincente (Mindelo) om van daaruit over te steken naar Suriname. We spelen nog een laatste potje ‘Perudo’ en nemen dan afscheid van ze en wensen ze een behouden vaart. Wellicht zien we ze nog aan de ‘overkant’.

a

Tarrafal

Is een kustplaats in het uiterste noorden van het eiland en wordt gezien als het plaatsje met het mooiste strand. Hier krijgen we een voorproefje van hoe het in het Caribisch gebied moet zijn. Witte stranden, wuivende palmbomen, een azuurblauwe zee en een relaxte sfeer. We krijgen meteen een pre-Caribisch gevoel. In de rotsen langs het strand is de naam Tarrafal groot uitgehakt en tientallen kleine gekleurde vissersbootjes liggen op het strand. Er staan enkele huisjes op het strand waar de lokale vissers eten en waar goederen verkocht worden. Dames lopen met manden op hun hoofd vol met kokosnoten die ze aan de man proberen te brengen. Met een vlijmscherp mes hakken ze het bovenste kapje eraf, waarna je met een rietje je dorst kunt lessen. Wanneer de vissers terug komen met de vangst is het helemaal een drukte van belang. De vis wordt verdeeld en schoongemaakt en gaat meteen door om verkocht te worden. Het is een gezellige drukte.

Er zijn verschillende kleine en iets grotere supermarktjes, waar we zelfs Frico en Goudse kaas kunnen kopen! Natuurlijk zijn ook hier weer de zogenaamde Chinese winkeltjes. Wat ik daar wel erg irritant vindt is dat wanneer je rustig denkt te kunnen kijken er altijd iemand op een halve meter achter je in je nek loopt te hijgen. Net of we iets zouden willen stelen! Er zijn ook de nodige mini kantoortjes waar je je internet kunt laten opwaarderen. Vlakbij het busstation, waar alle busjes staan te wachten, is een grote overdekte groente, fruit en vishal. Na een aantal keren worden we al herkend, want ik heb de gewoonte om eerst een rondje door de hal te maken om het aanbod te bekijken om daarna bij verschillende dames iets te kopen. We vinden er zelfs een aantal keren spinazie en hele mooie sperziebonen. Hier worden we helemaal blij van en eten ’s avonds een boerenomelet met spinazie!

De baai

Zoals op zoveel plekken in de wereld liggen ook hier een aantal verwaarloosde bootjes. Zeilbootjes zonder mast, zeilboten die hier achter gelaten zijn of al een paar jaar liggen, zoals een Duitser met zijn gezin al meer dan 1 jaar. Een Fransman ligt hier nu alweer 4 jaar vanwege het ontbreken van onderdelen en geld. Hij komt op een ochtend langs met vers gebakken brood om een beetje bij te verdienen.
Het is wat onrustig in de baai, hoge golven, waardoor één van de verlaten bootjes ineens losslaat van zijn mooring en langs komt drijven. We hebben niets door totdat de Nina ons oproept. Gelukkig, voor ons belandt hij uiteindelijk op het strand waar hij blijft liggen totdat enkele vissers het bootje opnieuw aan een mooring leggen.
In het weekend is het echt familiedag en dan ziet het zwart van de mensen op het strand. De rijkere Kaapverdianen komen uit Praia speciaal naar dit mooie strand toe. Muziek galmt door de baai en ook s ’avonds kunnen we meerdere keren mee genieten van de muziek die gespeeld wordt tot in de late uurtjes.

Eten en drinken

Het bekendste gerecht van Kaapverdië is wel ‘Cachupa’, eenpansgerecht met als basis bonen aangevuld met vlees, vis of ei. Fred kan zich goed vinden bij dit gerecht, maar aan mij is het niet besteed. In Tarrafal vindt je een lokale dis ‘Buzio’, gemaakt van zeeslakken. Je moet er van houden zullen we maar zeggen!
De ‘Padaria’ (bakker) kun je vinden wanneer je de linker helling vanaf het strand oploopt en aan de rechterkant van het plein. Het is tevens een cafetaria waar je hele lekkere pizza’s kunt eten. Dit wordt al gauw één van onze favoriete tentjes!
Vlakbij de groente hal bevindt zich nog een overdekt gedeelte waar een aantal kleine eettentjes gevestigd zijn waar kip en vis op de grill gebakken wordt. Je moet wel goed opletten of het vlees of de vis al een poosje op de grill ligt. De maaltijden zijn goed, eenvoudig en meer dan voldoende. In het centrum, tegenover de kerk, is een parkje en op één van de hoeken zit een eenvoudig koffiebarretje/restaurantje een goede maaltijd voor weinig geld kan krijgen. We hebben al gauw een klik met de serveerster en komen hier vervolgens hier vaker na afloop van het boodschappen doen.

 

Klusjes e.d.
Natuurlijk moet er gewassen worden en daarvoor is water nodig! Zolang we geen werkende watermaker hebben, zullen we een aantal keren op en neer moeten naar het strand met de dinghy. Voor 12 jerrycans met water betalen we slechts € 4,00. Gelukkig krijgen we hulp van onze vast ‘dinghy-oppas’, maar daar moeten we natuurlijk ook voor betalen. Wanneer we wassen, spoelen we eerst met zoutwater en daarna met zoet water. Dit scheelt weer meer water halen!
 
Kit houdt de wacht !

 

Wat doen we verder?
We brengen een bezoek aan de ‘Santiago Lounge Bar’, https://web.facebook.com/santiagoloungebartarrafal , die gerund wordt door Wereldvrouw Angelique met haar man Fer. Helaas is ze niet aanwezig, maar we maken wel kennis met haar man. De bar ligt boven op een rots met een prachtig uitzicht en er heerst een relaxte sfeer. We genieten van een lekkere lunch en beloven nogmaals terug te komen.
Dat doen we enkele dagen later, maar dan via het water met de dinghy, die we op een ministrandje vlakbij leggen. Vervolgens zwemmen we naar de trap onderaan de rots die leidt naar de Loungebar. Maar dat hadden we beter niet kunnen doen………… Blijkt dat er bij dit strandje heel veel en dan bedoel ook echt heel veel zee-egels zitten. Fer was te laat om ons te waarschuwen dat we beter niet naar dit strandje konden gaan. Ondanks dat we beiden waterschoenen aan hebben, raakt Fred met zijn enkel een zee-egel en zit meteen onder de afgebroken stekels. Bij de bar proberen we deze er meteen een beetje uit te peuteren, maar dat is geen groot succes. De dagen die volgen zet de enkel van Fred behoorlijk op, ondanks ons gepeuter om de stekels eruit te krijgen en het warme water wat hij over de enkel laat stromen. Dan gaan we toch maar even naar het plaatselijke ziekenhuis, welke net buiten Tarrafal ligt. Rechts het voetbalveld, links een weg die naar het ziekenhuis leidt. De enkel van Fred wordt nauwkeurig bekeken, uitgelegd wat hij moet doen om de stekels eruit te krijgen en er wordt een recept uitgeschreven voor een antibioticakuur. Afwachten maar denken we, maar het duurt nog weken voordat de meeste stekels eruit zijn. Het blijft opletten met zee-egels!
 
We varen een middagje met de dinghy langs de rotsen en verlaten keienstrandjes. Het ligt hier vol met restanten van schelpen, maar jammer genoeg vind ik geen enkel heel exemplaar. Fred vindt dit niet zo heel erg, want de boot verzand al van al die verzamelde mooie stenen, schelpen en allerlei andere dingen die ik zoal gevonden heb tijdens de afgelopen jaren. Maar ja, verzamelen zit nu eenmaal in mijn bloed, dat krijg je er niet zomaar uit!
Het weer
Is nogal wisselend, zonnig met aangename temperaturen, bewolkt en soms veel wind. Deze wind zorgt voor een heleboel zand op de boot.


Pegasus voor anker

Kaapverdie – Boa Vista, deel 2

30-06-2018 t/m 02-07-2018
Voordat we weer verder kunnen, moeten we eerst onze bootpapieren ophalen bij de politie en uitklaren. We wandelen naar het gebouwtje toe en horen daar dat ze ondertussen verhuist zijn. Dit nieuwe gebouw bevindt zich aan de rand van de ‘sloppen’ wijk van Sal Rei. Deze hele wijk is één en al contrast. Er zijn tientallen gebouwen (flats van 3 hoog) die allemaal leeg staan. Ze zijn gebouwd om de bewoners van de mindere wijken in te laten wonen, waarna de sloppenwijken dan verwijderd zouden worden. Mooi plan, maar de prijzen van de woning liggen ver boven het maandinkomen van de inwoners die hierin zouden moeten gaan wonen. Vandaar dat al de gebouwen nu al jaren (volgens zeggen) leeg staan. Het nieuwe politiegebouw (op google maps wordt het burgerpolitie genoemd) is een modern kaal gebouw. We melden ons en krijgen te horen dat degene die over de papieren gaat niet aanwezig is en dan maar even moeten wachten. We moesten echt geduld hebben, want dat ‘even’, duurde meer dan één uur. Ondertussen arriveerden er diversen mensen, onder begeleiding, die blijkbaar illegaal in Boa Vista verblijven, waarvan de meeste uit Senegal of Gambia komen.
Uiteindelijk komt er iemand die ons meeneemt naar een grote kale ruimte waar een bureau in staat. Er moeten weer de nodige formulieren ingevuld worden, betalen € 7,00 en ontvangen dan weer onze uitklaringsstempel. Franz en Angela zijn nogal onzeker over het wel of niet hebben van een visum en de eventuele einddatum hiervan. Bij onze eerste inklaring op Sal kregen we een stempel zonder einddatum. Nu hadden Frans en Angela gehoord en gelezen dat je een visum nodig hebt en dat deze maar 3 maanden geldig is. Ook zou je bij elk eiland moeten inklaren en uitklaren, wat op zich al een heel gedoe is. Wij zijn wat makkelijker daarin en maken ons niet zo druk hierom. Het is tenslotte het land van de ‘No Stress’! Maar onze Duitse vrienden vragen toch aan de beambte hoe dit nu zit en dan begint de ellende. Volgens de beambte die ook weer met andere collega’s overlegd moeten we echt een visum hebben. Hiervoor hebben we nog meer papieren (inkomensbewijs, pasfoto etc) nodig wat volgens ons echt onzin is. Wanneer je met een vliegtuig het land binnen komt, krijg je een stempel in je paspoort en zijn er niet zoveel formulieren nodig. Bovendien koste dit ons nog meer tijd. Wij houden het voor gezien, maar vooral Angela heeft hier nogal moeite mee. We weten haar te overtuigen dat het vast wel los zal lopen als we dit niet doen. We hebben onze uitklaringsstempel en gaan gewoon weg van dit eiland.
We kunnen voorlopig wel de conclusie trekken dat het bij lange na nog niet helemaal duidelijk is wat je als zeiler nu eigenlijk wel of niet moet doen of nodig hebt wanneer je langere tijd bij de Kaapverdische eilanden wil vertoeven. Op dit onderwerp kom ik later nog even terug, wanneer we vertrokken zijn en verdere ervaringen met de autoriteiten hebben opgedaan! Wordt vervolgd…..

De volgende dag zeilen we samen met onze Duitse vrienden naar het zuiden van het eiland Boa Vista om daar, in de baai van ‘Porto do Curralinho’, voor anker te gaan. Afhankelijk van de hoeveelheid deining die hier staat, blijven we hier een paar dagen. Het is een zonnige dag wanneer we rond koffietijd vertrekken uit Sal Rei. We hebben slechts 15 zeemijl voor de boeg en we zeilen alleen op de Genua. Er wordt gezegd dat dit het allermooiste strand is van Kaapverdië. De bereikbaarheid per auto is lastig, vandaar dat het ook een heel rustig strand is. Op het strand is een staat een klein gebouwtje en liggen enkele vissersbootjes. Het strand is lang met een heftige branding waarbij het strand (na de branding) ineens een stuk omhoog loopt. Bovenop het duin staat een groot complex in aanbouw wat er nogal verlaten uitziet.

Samen met Angela en Franz komen we al gauw tot de conclusie dat naar de kant gaan met de dinghy geen optie is, daarvoor zijn de golven echt te hoog. Ze zijn zeker tussen de 2 en 3 meter hoog en volgen elkaar snel op. Maar misschien lukt het wel met onze paddle boards. Onder toeziend oog van onze Duitse vrienden gaan Fred en ik een poging doen om op het strand te komen. Vlak voor de branding bekijken we de situatie even goed voordat we er doorheen gaan. Het is enorm spannend, maar het gaat goed. Hoewel we wel zo’n beetje op het strand geworpen worden! Maar dan………………we moeten ook weer terug naar de boot en een andere weg is er niet. Op het strand zittend zien we hoe de golven aan komen rollen en dat ziet er eigenlijk nog indrukwekkender uit dan vanaf de andere kant.
Ik ga als eerste! Maar al gauw blijkt dat ik niet snel genoeg door de branding kom en meteen al door de eerste grote golf verrast wordt. Hierna doe ik nog verscheidene pogingen maar wordt elke keer onderste boven gegooid. Op het laatst speelt de vermoeidheid me echt parten en kruip ik als een walvis op mijn buik het strand weer op. Mijn zonnebril was ik bij de eerste poging al kwijt geraakt en in mijn bikinibroekje zit zoveel zand dat die halverwege mijn knieën hangt. Uitgeput lig ik op het strand en het huilen staat mij nader dan het lachen. Waar zijn we aan begonnen? Maar goed we hebben geen alternatief, dus na een poosje uitgerust te hebben gaan we voor een laatste poging! Angela en Franz zijn met hun dinghy richting strand gevaren hebben een extra touw om ons eventueel te kunnen helpen. Wat een lieverds zijn het toch!
Oke, daar ga ik. Fred neemt mijn board en helpt me door de branding heen. Het is gelukt! Doodmoe hang ik aan mijn board en zwem naar de dinghy toe. Dan is het Fred’s beurt, ook hem lukt het. Behoorlijk zanderig peddelen we naar de boot van de Duitser en daar spoelen we ons een beetje schoon. Onder het genot van een welverdiend drankje komen we een beetje bij. Nog dagen later treffen we zand in onze zwemkleding aan en hebben we spierpijn van deze actie. Nu zullen er onder onze lezers zeker mensen zijn die zeggen: ‘Mens je bent bijna 60, waarom haal je van die halsbrekende toeren uit?’ Normaal zeg ik altijd dat je  alles een keertje gedaan moet hebben in je leven, maar dit doe ik in ieder geval nooit meer!

Misschien jammer, maar ik ben wel blij dat we geen foto’s hebben van deze actie!

Kaapverdie – Boa Vista, deel 1

17-06-2018 t/m 02-07-2018
Samen met de Duitse Catamaran, Angela en Franz, vertrekken we richting het volgende eiland, Boa Vista. We zullen bij het plaatsje Sal Rei voor anker gaan. Het is een volle dag zeilen en het ziet er naar uit dat het een redelijk mooie dag zal worden met een gunstige wind. In alle vroegte halen we het anker op en met de wind deels in de rug zeilen we in eerste instantie alleen op de Genua (voorzeil). Zodra het kan hijsen we de grote ‘Green Miles’ Gennaker. Een beetje reclame maken voor: “Care for the Ocean” kan nooit kwaad in deze tijd.
Het is een gigantische lap zeil van ongeveer 110 m2 en een prachtig gezicht. We vragen de Duistsers of ze een paar foto’s kunnen maken van onze boot, maar ze zijn iets te ver van ons verwijderd. Angela en Franz varen op eigen initiatief een stuk terug om zo van dichtbij foto’s te kunnen maken. Super lief van ze! We maken een aantal foto’s van elkaars boot, maar letten even niet op en komen iets te dicht bij elkaars boot. Oeps, bijna raak.
Onderweg is het qua beesten een beetje saai, geen dolfijnen, schildpadden en ook de walvissen laten zich niet zien. Zodra Boa Vista in beeld komt hopen we op meer, maar helaas we hebben pech vandaag!
 
‘Nina’ van Franz en Angela
Boa Vista in zicht
De baai waar we voor anker gaan ligt achter het kleine eilandje ‘Ilheu de Sal Rei’, ten zuiden van Sal Rei. Zodra we het eilandje naderen zien we daar achter al enkele masten verschijnen. Op ongeveeer 800 meter vanaf de pier/kade gaan we voor anker. De bodem bestaat deels uit zand, deels uit rotsen en het ankeren gaat goed. S’avonds eten we de vis die we in Palmeira gekocht hebben en spreken met de Duitsers af dat we de volgende ochtend naar de kant zullen gaan.

Achter het rif ligt de Pegasus

Vissersbootjes voor de kade
 
Sal Rei op de achtergrond

 

Angela heeft contact geprobeerd te krijgen met een Duitser die voor een watertaxi kan zorgen. Helaas kon deze man niet, maar toch verschijnt er even later toch een bootje die ons vieren wel naar de kant wil brengen. We proberen te vragen wat de kosten zijn voor het heen en terug brengen, maar worden hier niet wijzer van. De man maakt duidelijk dat dat later wel komt en spreekt met ons af dat we om 14:00 uur weer terug gebracht zullen worden door hem, een fout die we niet gauw weer zullen maken…….

Op de kade aangekomen zien we de plaatselijke politie wandelen en vragen waar het kantoor is van de ‘Polícia Marítima‘ waar we ons moeten melden. We worden helemaal naar het kantoor begeleid. Na weer het nodige invulwerk, worden onze scheepspapieren bewaard totdat we weer vertrekken. Vervolgens wandelen we een beetje door het dorpje en doen enkele boodschapjes. We komen te vroeg bij de kade aan en gaan bij ‘Caffé del Porto’ lunchen. We bestellen twee pizza’s voor ons vieren en laat mij de witte wijn wel smaken.

 
Happy bij ‘Caffé del Porto’

 

Om 14:00 uur staan we klaar op de kade en vaart de man retour. Onderweg proberen we te vragen wat de kosten zijn, maar dat verteld hij pas als wij uitgestapt zijn en hij Franz en Angela afzet. Angela roept ons op via de marifoon en verteld dat dit geintje ons € 40,00 heeft gekost! Het is werkelijk te belachelijk voor woorden. Dit zijn toeristische prijzen en niet normaal voor een ritje van nog geen 10 minuten. Het is nu wel duidelijk waarom de man het niet wilde zeggen op de heenreis. Nadat hij de Duitsers heeft afgezet, komt hij ook nog eens bij ons langs om nog eens € 10,00 te vragen, maar daar kan hij naar fluiten. Ik word echt een beetje boos op deze man en geef in duidelijke verstaanbare woorden te kennen dat we niet van plan zijn om ooit nog van zijn diensten gebruik te maken. Bovendien wil ik iedereen waarschuwen die na ons komt dat er geen officiele ‘watertaxi-dienst’ bestaat en dat iedereen hier maar kan vragen wat hij wil. De boot van deze man heeft een groene rand en heet Liliana. Opgepast dus!

Sal Rei
Sal Rei, betekent: ‘Zout Koning’, een havenstadje en de hoofdstad van Boa Vista. De stad heeft deze naam gekregen omdat de zoutproductie vroeger erg belangrijk was voor Boa Vista. Sal Rei beschikt over langgerekte zandstranden en enkele mooie resorts waardoor het een geliefde bestemming is bij toeristen. De belangrijkste inkomstenpost van Sal Rei is momenteel dan ook het toerisme. Ook hier vind je de gekleurde huizen terug, kleine pleintjes waar mensen buiten op hun stoepje zitten en huizen die niet afgebouwd zijn. De straten zijn geplaveid met keien, maar helaas niet zo regelmatig. Ook in deze stad tref je weinig afval op straat aan. Overal kom je weer dezelfde straathonden tegen.
We hebben al gauw door dat ze hier veel meer op toeristen ingespeeld zijn dan op Sal en zeker in vergelijk met Palmeire. De prijzen liggen veel hoger hier en de goederen in de supermarktjes zijn duur en bovendien is er erg weinig te krijgen. Vlees is altijd bevroren, vers kun je alleen vis kopen. Het is natuurlijk ook logisch want alles moet van andere eilanden of het vastenland komen en dat maakt het zo duur. We kunnen ons nauwelijks voorstellen dat de plaatselijke bevolking deze goederen kunnen kopen. Taxichauffeurs proberen hun ritjes te slijten aan je en mensen trekken je aandacht voor de nodige souvenierswinkeltjes. De sfeer is hier echt anders, dat merken we wel.

Huizen met platte daken

Kunst op blinde muren

Geplaveide straten
Open balkonnetje voor de was
Boa Vista
Boa Vista (Portugees voor ‘Mooi uitzicht’), is het derde grootste eiland van Kaapverdië , een woestijnachtig eiland. Het eiland staat bekend vanwege de talrijke schildpadden (waarvan wij, tot mijn grote teleurstelling  nog geen enkele gezien hebben). Er zijn vele mooie stranden en voldoende plekken op te snorkelen/duiken, een waar paradijs voor de natuur/waterliefhebbers. Maar naar onze mening is er verder niet zoveel bijzonders te zien. Voor de ‘normale’ toeristen is het natuurlijk altijd bijzonder, maar wij zijn al erg verwend met vele mooie baaien, stranden etc. We vinden de gewone toeristen tours veel te duur, Europese bedragen, (we gaan nog naar zoveel eilanden toe, dan zijn we blut als we het op deze manier doen) en zoeken een alternatief. We nemen het plaatselijke busje ‘Aluguer’ naar de voormalige hoofdstad Rabil en dat kost maar € 1,00 per persoon. Onderweg naar dit stadje komen langs de luchthaven en rijden we door een dor en kaal landschap heen. Het blijkt een ‘slapend’ stadje te zijn, ofwel er blijkt niets te beleven te zijn. De straten zijn netjes bestraat met keien, gekleurde huizen worden afgewisseld door bouwvallige huisjes waarvan het dak met plastic bedekt is. Een handje vol mensen hangt tegen een muurtje in de hoop iets te kunnen verkopen aan een verdwaaalde toerist. Gelukkig vinden we een leuk restaurantje ‘Casinha D’Ema’ met hele vriendelijk bediening, waar we uitgebreid lunchen. Franz en ik nemen geit en Fred en Angela houden het bij kip. Helaas rijdt er geen Aluguer naar de volgende plaats vanaf hier en wordt het dus retour Sal Rei.
Eilandje ‘Ilheu Sal Rei
Bij onze ankerplek hebben we zicht op het kleine eilandje ‘Ilheu Sal Rei’. Een aantal keren komen hier bootjes naar toe met toeristen die willen snorkelen en het eilandje verkennen. Het strandje is wit, het water azuur blauw en helder en daardoor ook een ideale plek om naar toe te gaan. Op het eilandje bevinden zich de restanten van een Portugees fort (enkele resten van kanonnen) dat verwoest werd in 1818 door piraten en een klein en zeer vervallen kerkje. Het is niet veel bijzonders, maar erg rustig en dus een prima plek om een beetje te wandelen, zwemmen en te snorkelen. Wel aan te raden is om waterschoenen aan te trekken, want de stenen zijn scherp en op land zijn diverse stekel gewassen. Wat wel weer een triest aanblik geeft is dat er erg veel afval ligt. Aangespoeld, hierheen gewaaid of achter gelaten door bezoekers van dit eilandje. Op één plek moet je door het plastic, flessen en allerlei ander troep heen waden om bij de duinen te komen.
Pier en dinghy
Wanneer je met de dinghy naar de kant gaat is het niet raadzaam om hem bij de pier aan te leggen of aan de noordkant hiervan op het strand. Daar willen diverse mensen (ook kinderen) wel op je dinghy letten, maar vragen hier € 30,00 voor! Buitensporige bedragen. Wij leggen de dinghy aan de zuidkant van de pier op het strand bij de oude vissersbootjes die hier op de kant staan. Wel opletten voor het rif wat vanaf de ankerplaats gezien aan stuurboord kant ligt. Op het strand liggen autobanden waaraan je de staalkabel van je dinghy goed aan vast kunt maken. Op het open terrein achter de bootjes staat een afvalcontainer.

Dinghy’s goed vast
Ontmoetingen
Zoals ik al eerder vertelde ben ik lid van de Facebookgroep ‘Wereldvrouwen’. Nathasja en haar moeder Caroline wonen sinds kort permanent op dit eiland. Met Nathasja heb ik al enige maanden geleden contact gekregen en aantal malen heen en weer mee gemailt. Altijd leuk om Wereldvrouwen (Nederlandse vrouwen die in het buitenland wonen) te ontmoeten
Nathasja werkt voor de toeristenorganisatie ‘Boa Vista Carefy’, https://boavistacarefy.com. Boa Vista Carefy werkt samen met ‘Boa Vista Felicidade’, een organisatie die werkt met vrijwilligers die zich inzetten voor de lokale bevolking. Zo organiseren ze regelmatig inzamelingen voor b.v. materiaal voor scholen of activiteiten bij schooltijden te kunnen organiseren. Ik neem via Facebook contact op met Nathasja en vertel haar ons watertaxi-verhaal. Ook zij vindt deze prijs absurd is, zeker omdat er volgens haar weten ook helemaal geen taxiservice is. Zij verteld dat er dezelfde avond een Reggie-muziekavond is in restaurant ‘Morabeza’ aan het strand en we spreken af dat we elkaar daar vanavond zullen ontmoeten.
 
Caroline en Nathasja, twee Wereldvrouwen!
Op het grote plein zitten enkele jonge mannen het bekende spelletje Ouril (ook wel Uril of Oware genoemd)  te spelen. Inmiddels hebben wij op onze mobiel een appje gedownload van dit spel en ook de spelregels doorgenomen, zodat we het beter kunnen begrijpen. Oware is een Mancala-variant (een zogenaamd zaai-en-oogst spel) en wordt gespeeld (in diverse varianten) in Afrika, van Senegal tot Gabon. Doel van het spel is om meer zaden dan je tegenstander te oogsten, zie voor verdere uitleg:
http://www.oware.org/abapa.asp. De spelers zijn erg fanatiek en razend snel.
 
Bars en restaurants
Op de tweede avond gaan we naar het restaurant ‘Morabeza’ aan het strand. Het woord Morabeza is een Creools woord dat staat voor gastvrij en welkom. Bij aankomst blijkt dat de meeste tafels gereserveerd zijn, maar de eigenaar doet zijn best om een tafeltje voor ons te regelen. Het is blijkbaar een zeer populair restaurant onder de toeristen. De bar is gebouwd op het zand en de meubels zijn van hout en zeer gevarieerd. We hebben alle tijd en zijn geduldig. We krijgen een tafeltje, bestellen de maaltijd en genieten van de live muziek. De Reggie-avond begint pas laat, pas rond 23:00 uur, dus doen we rustig aan. De maaltijd is Europees en de drankjes zijn niet goedkoop (zoals sommige gidsen je doen geloven). In de loop van de avond komt Nathasja en een vriendin naar ons toe. We hebben een gezellige avond en laten ons ook verleiden tot het dansen op bloten voeten in het zand. In de late uurtjes nemen we afscheid van Nathasja en wandelen we in het donker terug naar de plek waar de dinghy’s liggen. Onderweg schieten de kleine krabbetjes onder je voeten door richting de zee. Ik heb het niet zo op al dat gekrioel in het donker en slaak bij elke krab een verschrikte kreet. Het was weer een gezellig avond.

Er zijn vele restaurantjes en barretjes, rondom het plein in het centrum en ook bij het strand vindt je er verschillende. We drinken regelmatig wat op het grote plein bij ‘Esplanada’ . We lunchen af en toe bij ‘Café Kriola’ wat aan de hoofdweg zit en vlakbij de dinghy landplaats. Hier hebben ze elke dag ‘Plata de Dia’ en dat is goed en redelijk goedkoop eten. Op een dag komen we Nathasja (Wereldvrouw) ook weer tegen en maken dan meteen een foto. De beste pizza’s die we sinds tijden hebben gegeten was bij een Italiaans restaurant in één van de zijstraatjes aan het grote plein richting zee. Helaas ben ik de naam vergeten te noteren. Maar ze waren super lekker krokant gebakken en goed gevuld!
Maar wij houden eigenlijk meer van de echte lokale tentjes en zoeken steeds vaker in achteraf straatjes naar barretjes waar je ook lokaal voedsel kunt eten. Een klein barretje, waar we op de stoep op gammele stoeltjes een biertje voor minder dan € 1,00 drinken. In één van de achteraf straatjes vinden we een leuk restaurant, ‘Churrasqueira’ (wat BBQ betekent) met erg goed eten en hier eten we eindelijk weer eens een goede steak!

Boodschappen
Er zijn erg veel kleine supermarktjes, veelal door Chinezen gerund. Een groente en fruithal, waar de prijzen ook erg duur zijn en er totaal geen ruimte is voor enige onderhandeling, zoals we dat gewend waren in Gambia. Er is een wat grote supermarkt ‘Boas Compras’ wat uit meerdere verdiepingen bestaat. Hier kunnen we meer krijgen, maar ook hier tegen Europese prijzen (of zelfs meer dan dat).
Er is een kleine bakker ‘Padaria Tuna’ waar je vers brood kunt kopen.

Grote supermarkt
Kapper
Angela (van de Duise boot) en ik, laten onze haren knippen voor € 10,00 per persoon. Het kost wat moeite om precies uit te leggen wat we willen, maar met gebarentaal en een paar Portugeze en Engelse woorden en een glimlach kom je een heel eind. Na een half uurtje heb ik weer een fris kort koppie en kan zo weer enige maanden vooruit.

Zeilvrienden, Franz en Angela
Zij maken regelmatig zelf cake’s en daar mogen we vaak van mee genieten. Ik doe zelf ook een poging om een cake te bakken in de broodbakmachine. Het wordt een cake van banaan, appel en rozijnen gemaakt zonder boter. Hij is redelijk compact, niet zo hoog, maar smaakt goed. We komen vaak in de avond bij elkaar, meestal op hun catamaran vanwege de ruimte, om lekker te borrelen en een spelletje ‘Perudo’ te spelen. Dit spel hebben wij gekregen van Koen en Iris (zeilers die we in Senegal en Gambia hebben leren kennen). Het is een leuk dobbelspel waarvoor je een goed pokerface moet hebben, maar na een aantal glaasje valt het bluffen niet mee. Het is een verslavend spel en je kunt het met alle nationaliteiten spelen.

 
Fysiek
Ben ik net weer opgeknapt van het verstuiken van mijn linker enkel in Dakar, verzwik ik mijn rechter enkel……… Hier heb ik behoorlijk veel last van en het lopen op de ongelijke straten is ook niet bevordelijk voor genezing. Ik draag daarom vaak mijn dichte hoge wandelschoenen, wat goed is voor de steun maar met deze warmte best een beproeving.

Klusjes
We hebben een Mercury buitenboordmotor 3,5 PK en al enige tijd problemen om tot een goede snelheid te komen. Franz en Fred zijn aan het sleutelen gegaan en hebben de BB-motor uit elkaar gehaald. Helaas heeft dit ook niet veel geholpen. Al enige tijd zijn we op zoek naar een 2-takt BB-motor met een minimaal van 8 PK, maar deze hebben we  nog niet kunnen vinden.

Fritz en Gonny
Die gaan ook weer eens op de foto.


Happy couple
Volgend bestemming
Is het zuiden van Boa Vista, waar we hopen een paar dagen voor anker te kunnen gaan bij een strand.

Kaapverdie – Sal, deel 2

21-05-2018 t/m 16-06-2018
Al voelen wij ons geen ‘echte’ toeristen, gaan we natuurlijk wel naar een aantal plekken toe die in de vele gidsen omschreven worden en proberen zoveel mogelijk gebruik te maken van het lokale vervoer.
Fred op het muurtje bij de kade van Palmeira

Santa Maria

Met het taxibusje naar Espargos (€ 0,50 per persoon) en vervolgens met het volgende busje naar Santa Maria (€ 1,00 per persoon). De busjes wachten totdat ze helemaal vol zitten voordat ze vertrekken. En dan bedoel ik ook echt vol. Op een zeker moment tel ik 21 personen in een Toyota busje……
Santa Maria ligt in het zuiden van het eiland en is het bekendste dorp op Sal met zijn kilometers lange zandstranden en de pier (dit stelt echt niet veel voor) waar vandaan bootjes vertrekken voor toeristen. Het mag dan een vissersdorpje heten, maar het toerisme levert de meeste bron van inkomsten. Op cultureel gebied hoef je hier niet veel te verwachten er bevinden zich voornamelijk hotels en appartementen complexen. Rondom dit stadje zijn vele resorts gevestigd en sommige toeristen verlaten deze nauwelijks. In het dorpje vindt je voornamelijk souvenirs winkeltjes, dat merk je doordat de eigenaren meer opdringerig zijn dan elders op het eiland. Verder tref je er kleine touroperators en supermarktjes aan. De meeste toeristen komen hier voor het strand en de hoge golven om te (kite) surfen. Aan het strand bevinden zich de nodige restaurantjes en bars die duidelijk op de toeristen gericht zijn gezien de prijzen. Wanneer je de moeite neemt om een beetje door het dorpje heen te wandelen, kom je vanzelf de kleinere lokale tentjes tegen. Het is nu ‘low-season’ wat betekent dat het vrij rustig is met toeristen.

 

Buracona
Is een plaatsje ten noorden van Palmeira en alleen bereikbaar lopend of met een taxi. Op goed geluk wandelen we naar de ‘hoofdweg’ in Palmeira om te kijken of er een taxi beschikbaar is. We hebben geluk, voor € 15,00 (wat eigenlijk wel wat veel is) nemen we een taxi die ons heen en terug brengt. De man heet Paulo en woont in Palmeira en geeft ons zijn mobiele nummer.
We gaan naar het beroemde ‘Blauwe Oog’ toe van het eiland. Hier is ook een restaurant en souvenirs winkel gevestigd. Officieel kost de toegang € 3,00 per persoon, maar toen wij er waren zagen we niemand die dit inde. Wel lopen er een aantal gidsen rond die je tekst en uitleg geven en worden er door (voor namelijk Gambianen en Senegalezen) maskers en andere souvenirs verkocht. Er zijn houten vlonders aangelegd die je leiden naar de uit rotsen bestaande kust waar de hoge golven tegen aan beuken. Hier bevindt zich een grot waaronder het zeewater stroomt. Bij het juiste licht, wanneer de zon hoog genoeg staat en naar binnen schijnt in de grot, kleurt het water helder blauw. Jammer genoeg waren we net iets te laat, waardoor we slechts een smal strookje licht zagen. Er is een houten gebouw waar je uitzicht over de zee hebt en tussen de rotsen zicht op een natuurlijk zwembad. Nu zijn de golven erg hoog en is het gevaarlijk om daar te zwemmen. Het uitzicht over zee met de woeste golven blijft ons fascineren, maar dat is natuurlijk logisch voor ons als zeilers. De gids laat de aangelegde tuin zien waar alle eilanden van Kaapverdië uitgebeeld worden en verteld dat hij van een ander eiland komt om hier meer te kunnen verdienen in de toeristenbranche. Paulo wacht geduldig totdat we uitgekeken zijn. Op de terugweg zie ik een moeder met 3 kinderen een hand op steken. Ze hoopt dat de taxi haar mee kan nemen. Natuurlijk vinden wij dit geen probleem en even later zit Fred achterin met vrouw en 3 kinderen. Ze is dankbaar dat ze niet het hele eind hoeft te lopen en ach, wij gaan toch die kant op.

 

Shark Bay
Samen met Angela en Franz gaan we naar de ‘Shark Bay’ aan de oostkant van het eiland. Eerst met het busje naar Espargos en dan met een taxi verder. De rit kost ons € 20,00 retour, wat best aan de prijs is, maar afdingen lukt niet. De reden hiervoor is dat zij een gedeelte ‘offroad ’ moeten rijden wat een aanslag is op de taxi. Op de weg hier naar toe zien we HET scheepswrak van het eiland liggen, tenminste wat er van over is.
In de ‘Shark Bay’  bevinden zich de zogenaamde ‘Citroen haaien’ die zich heel dichtbij de kust wagen in het ondiepe water. Je kunt hier ‘wandelen’ tussen de haaien. Ook dit is een typische toeristische attractie geworden. Het staat er vol met auto’s van touroperators en gidsen die waterschoenen verhuren, die wij niet nodig hebben omdat we onze eigen mee genomen hebben. Je moet een flink stuk wandelen over glibberige rotsen, door poelen van water, voordat je in kniehoogte water staat om vervolgens een kleine kans te krijgen om een paar van deze haaien te zien. Maar we hebben geluk, althans als je dat zo kunt noemen, op zeker 200 meter afstand zien we 3 vinnen boven water uitkomen die een paar rondjes zwemmen om vervolgens weer richting zee te zwemmen. Nu had ik zo gehoopt om ze van dichtbij te kunnen waarnemen, maar dat zit er vandaag niet in. Toch bekruipt mij het gevoel van de film ‘Jaws’, vooral de muziek intro van deze film.
Ter info:
Citroenhaaien eten weekdieren, schaaldieren en beenvissen. De haai blijkt voor de mens doorgaans niet gevaarlijk, als hij mensen aanvalt is er sprake van uitlokking.
  Je moet wel heel goed kijken om de haai te ontdekken
Ontmoetingen
Dan ligt daar ineens een bekende Nederlandse boot in de baai voor anker, de Lucipara 2, met aan boord Ivar en Floris. Zij zijn op wereldreis op zoek naar duurzame oplossingen voor klimaatproblemen, ‘Sailors for Sustainability’. Zie voor verdere informatie: sailorsforsustainability.nl en https://web.facebook.com/sailorsforsustainability/
De dagen die volgen hebben we een gezellig contact met de jongens en wisselen tips en ideeën uit tijdens het drinken van een borrel en uit eten gaan. We wensen ze heel veel succes en wellicht zien we ze nog wel een keer ergens in wereld.
 
Uit eten met Ivar en Floris

 

Eén van de jongetjes bij de kade die voor het eerst op onze dinghy wilde letten, is nogal vasthoudend, maar op een leuke manier. Hij heeft nu wel door dat we het niet nodig vinden, maar elke keer als we hem tegenkomen in het dorp (waar dan ook) roept hij met een grote smile op zijn gezicht “Moi Regardez le dinghy”.
Ook bij de de bakker beginnen ze ons langzamerhand te kennen, want het meisje achter de toonbank weet al precies wat we willen hebben.

Het pleintje bij de ‘Panaderia
We eten regelmatig bij Angela en Franz een visje van de BBQ. Franz vangt deze met een harpoen en daar kan geen hengel tegen op.
Fred en Franz aan de afwas

FRITZ en Gonny
Onze mascotte FRITZ eindelijk weer eens op de foto, samen met Gonny het eendje van mijn kleindochter Bobby.

Eten, uitgaansleven en lokale vissers
Met vaste regelmaat doen we een kopje koffie of een wijntje bij de bar ‘Arminda’ en daar worden we al een beetje door de locals geaccepteerd. De eigenaresse ‘Arminda’ en één van haar medewerksters Olivia (in de deur opening) zijn erg vriendelijk en proberen ons een beetje Portugees/Creools te leren. Carlos (rode poloshirt), de Duitser die hier al lang woont, zit dagelijks aan een vast tafeltje bij deze bar en verteld ons vele verhalen. Het is wel een bijzonder typje, maar na hem een poosje te hebben aangehoord nemen we zijn verhalen maar met een ‘korreltje zout’.
Op zondag avond is het een gezellig boel op straat en in de open disco. Er lopen dan ook een aantal, laten we zeggen, wat zonderlinge figuren rond (dansend) in het dorp. Eén daarvan heeft op een avond iets teveel gedronken en begint ons lastig te vallen. Volgens de lokale bevolking is hij ook wel een beetje ‘loco’. Fred moet hem op een gegeven moment op dringende wijze duidelijk maken dat we niet gediend zijn van zijn aanrakingen. Voor de rest is het een gezellige avond.
De dag voor ons vertrek naar het volgende eiland gaan we uit eten bij het restaurant ‘Rotterdam’. Omdat het druk is en we wat langer op ons eten moeten wachten, krijgen we van de eigenaar een voorgerechtje. Het ziet er erg vreemd uit, maar we proberen het natuurlijk wel. Het lijkt een soort kruising tussen een octopus en zeeslak. Ik probeer het maar vind het niet echt lekker.

We hebben eigenlijk geen idee wat nu de precieze  naam is. Dus als iemand ons wijzer kan maken?

 

Bij één van de lokale restaurantjes eet ik een keer ‘Murene’, die zacht en bijzonder lekker is met weinig tot geen graten. Bij de lokale vissers hadden we ze al gezien, maar vonden deze vissen er niet zo aantrekkelijk uitzien. Maar nadat ik het heb gegeten willen we het heel graag zelf een keertje klaarmaken en kopen op een ochtend een flinke Murene. Op de boot aangekomen probeer ik hem in stukken te snijden met één van onze super scherpe vimessen, maar dat lukt me van geen meter. Het vel is enorm hard en er zit een grote harde rug graat in. Dan maar in zijn geheel de pan in. De vis is inderdaad zacht van smaak, maar wat een hoop graten zitten er in, het is werkelijk een ramp om te eten. Hoe hebben ze dat in het restaurant voor elkaar gekregen?
Nu lees ik later het volgende: Murene is een subtropische soort paling die ruim anderhalve meter lang kan worden en veel te graterig is voor de gemiddelde viseter. Dat is de reden dat deze weinig tot nooit op het menu staat, al is het een extreem lekkere vis. Nu hoorde ik ook dat er soorten zijn met minder graten, maar hoe zie je het verschil? Murenen worden in Kaapverdië door speervissers geschoten, die duiken met slechts een duikbril en zwemvliezen gewapend met een harpoen.
 
 Glibberige Murene
Maar soms genieten we ook gewoon van een over heerlijk broodje met oude kaas. Met dank aan Ingrid, de zus van Fred. Helaas zijn we nu echt door onze Hollandse kaas heen.
Elke dag komen er kleine vissers bootjes langs gevaren met een man of zes aan boord. Ze gooien hun net uit rondom onze boot en twee duiken het water in om de vissen op te jagen. Het is zwaar werk om de netten weer binnen te halen, vandaar dat deze mannen ook behoorlijke spierballen hebben. Dat geeft het kijken naar deze vissers ook een extra dimensie. Op een dag komt er één van de duikers met een enthousiaste kreet naar boven, hij heeft een hele grote inktvis gevangen. Ze staan te juichen in het bootje, want dit levert voor hun veel geld op.
Fileren van Papagaai vissen, het blijft een kunst

Kaapverdianen en Rotterdam
Er wonen inmiddels meer Kaapverdianen elders in de wereld dan op de eilanden zelf. Tijdens de jaren ’50 kwam een handjevol migranten van de Kaapverdische eilanden kort na elkaar aan in de Rotterdamse haven op de kade van Katendrecht, de zogenaamde kaap van Rotterdam. Zij markeren het begin van een nieuwe migratiestroom die de Rotterdamse havens zou aandoen en de havenstad zou omvormen tot een tiende eiland voor de Kaapverdiaanse gemeenschap. Er is een hechte gemeenschap in Charlois in Rotterdam. Muziek, Kaapverdianen en Rotterdam onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er zijn vele optredens in de stad, meestal in de Doelen. Kaapverdianen hebben die zaal geadopteerd en deze speelt een grote historische rol voor de Kaapverdische muziek. Dat je buiten hun geboorteland ook gewoon naar een Pracinha d’Quêbrod kunt gaan, een ontmoetingsplein voor Kaapverdianen, zie je verder nergens in de wereld. Dat is uniek. Nederlandse Kaapverdianen zijn onlosmakelijk met Rotterdam verbonden.

Watermaker problemen
Het probleem van de watermaker kunnen we niet zelf oplossen en na overleg met de fabrikant (die in Italie gevestigd is) wordt besloten om de mainunit (High Pressure amplifier en Membraam) retour te sturen naar de fabriek. Dit heeft wel wat voeten in aarde, want dit is een duur onderdeel en we willen dit veilig verzenden. Allereerst gaan we naar de bouwmarkt Socol om hout te kopen om een kist te maken. Dit alleen al kost ons een halve dag omdat de man bij de bouwmarkt totaal niet begrijpt wat we nu willen. Hij begrijpt niet dat we geen hele plaat van 2×3 meter nodig hebben. Gelukkig vinden we een halve plaat, maar ook deze is nog te groot. Het is de man niet aan zijn verstand te brengen dat we deze plaat graag gezaagd willen hebben. Gelukkig is er één man die een beetje Engels begrijpt en aan hem kunnen we wel uitleggen wat de bedoeling is. Dan moeten we met alle, op maat gezaagde delen, terug wandelen naar de boot. Zucht, in deze warmte sjouwen met platen is niet mis. Gelukkig is Jay aan de kade en kan de grotere delen voor ons vervoeren met zijn bootje. We zijn vervolgens een ½ dag bezig om de kist te maken. Helaas is dit, door het hout, wel erg zwaar geworden. Nu de volgende fase, naar het postkantoor. De zware kist gaat in de dinghy naar de kade en dan is daar Sandro, de jongen die elke keer voor ons de aangekochte vis fileert, die ons helpt. Hij begrijpt dat we naar postkantoor willen en helpt ons met sjouwen van de kist. In het dorp gaat hij zijn oom halen, die ons met de auto naar de luchthaven brengt om de kist te verzenden. Daar aangekomen blijkt de balie voor transport pas over 2 dagen open te zijn…… Wat nu? Hier laten staan is geen optie, terug naar de boot ook niet, dan maar naar het gewone postkantoor toe in Espargos. De oom is zeer vriendelijk om ons ook nog daarheen te vervoeren. Bij het postkantoor aangekomen, staat er een enorme rij wachtende voor ons. Na een nummertje te hebben getrokken, wat totaal nergens opslaat want volgens worden de mensen hier random geholpen, is het wachten en wachten en wachten. Dan blijkt de kist zo zwaar te zijn dat het verzenden ons € 500,00 gaat kosten. Dit is echt te gek voor woorden en we besluiten om de onderdelen uit de kist te halen en in karton te verpakken. Dat scheelt een heleboel kilo’s en nu kost het ons slechts € 160,00 (of het niks is). We verlaten na bijna 3 uur het postkantoor met een papier waar het track en trace nummer op staat. Nu hopen dat het ook aankomt in Italie, op hoop van zegen dan maar! Wordt vervolgd.

En maar wachten en wachten…
Overige klusjes
Doordat we er ergens zoetwater lek hebben, moet o.a. de hele vloer van de salon open. We hebben onze salontafel altijd naar beneden en daaronder zijn extra vakken gemaakt om spullen op te bergen. Het vloerdeel hieronder hadden we nog nooit vervangen en is erg nat geworden waardoor het van ellende uit elkaar valt. Een deel van het hout wat we gekocht hebben gebruiken we om tijdelijk een nieuwe vloer te maken. Tijdelijk omdat dit hout niet waterbestendig is. We verven het om het zoveel mogelijk te beschermen. Allereerst moet het water weggepompt worden en vervolgens alles wat nat is geworden droog maken. De rollen keukenpapier konden we in ieder geval weg gooien. We hebben 3 watertanks aan boord met een totaal van 700 liter en we vermoeden dat het lek bij watertank 1 zit. Hiervoor koppelen we tank 1 los en nu is het afwachten of we gelijk hebben, want zolang we rustig voor anker liggen is dit niet te controleren. Ook dit wordt vervolgd.
De hele boot overhoop
We laten Jay 290 liter water brengen voor € 20,00. Dit wordt met een electrische pomp in onze tank gedaan.
Dan het zoutwater. Na heel veel ruimtes open gemaakt te hebben is onze conclusie dat er, doordat we zo schuin gingen, er waarschijnlijk via een aantal uitlaten water naar binnen gestroomd is. Deze slangen blijken halverwege losgekoppeld te zijn waardoor het water ‘lekker’ door de hele boot kon stromen. Foutje bedankt!  Slangen afgekoppeld en gaten afgesloten. Ook nu is het afwachten of dit voldoende is.
We hebben geprobeerd om een nieuwe lijn te kopen voor de Genua, maar dit is niet gelukt. In Espargos vonden we ook een ‘Socol’, maar ook hier konden we geen lijnen kopen. Wel een paar andere kleine dingen, zoals: harpjes, lampjes en glazen. Gelukkig was de “oude nieuwe” lijn dusdanig lang dat we het overige deel opnieuw kunnen gebruiken. Voor dit moment een goede tijdelijke oplossing.
Vlakbij de bouwmarkt ‘Socol’zit een bedrijf waar je drank, wc papier etc in bulk hoeveelheden kan kopen. Zo wandelen we terug naar de dinghy met een pak met 36 keukenrollen onder onze arm en nog paar andere dingen.

Volgend eiland: Boa Vista
We gaan weer verder, op naar het 2e eiland van Kaapverdië.

Kaapverdie – Sal, deel 1

21-05-2018 t/m 16-06-2018

Een eerste indruk van Palmeira
Voor de baai van Palmeira ligt een grote tanker voor anker die zorgt voor de aanvoer van kerosine voor de luchthaven. Hiervoor liggen er een tweetal pijpleidingen in de baai waar je bij het ankeren goed voor op moet letten. In de baai tref je diverse bootjes aan, zoals toeristenboten die (zo te zien) al jaren uit de running zijn, vissersboten in allerlei vormen en maten en natuurlijk de nodige zeilboten. Enkele zeilboten liggen hier al vele jaren, gezien de dramatische staat waarin zij verkeren. Zelfs een heel klein bootje met een Nederlandse vlag die nog nauwelijks zichtbaar is en natuurlijk enkele zeilboten van wereldzeilers zoals wij. Het strand bestaat deels uit zand, rotsen, enkele struiken en kale bomen. Op de achtergrond een enorm complex van SHELL, enkele grote huizen die deels verlaten zijn en in de verte enkele vulkanische heuvels.
Nadat we de dinghy te water hebben gelaten varen we, zigzaggend tussen alle bootjes door naar de kant. Bij de kade is het een wirwar van meerlijnen die we moeten ontwijken. Er staan al twee jongetjes ons op te wachten die wel op onze dinghy willen letten. Franz heeft ons al gewaarschuwd om hier maar niet op in te gaan, want voordat je het weet staan er tientalle jongetjes die hier € 1,00 – € 2,00 voor willen hebben. Er is hier genoeg sociale controle dus de dinghy met een extra een ketting vastmaken is voor als nog niet nodig. Een paar dagen later blijkt dat jongentjes met de dinghy van onze Duitse vrienden zijn gaan varen. Ze zijn toen wel terug gefloten door een aantal volwassen, maar vanaf dat moment leggen we de dinghy toch extra vast met de staalkabel. Niet geheel overbodig, want we merken dat er aan het slot gerommeld is. Deze jongetjes zijn wel een beetje opdringerig, ze blijven het elke keer opnieuw vragen om op de dinghy te mogen passen. Op een avond zien we een jongetje heel hard richting de dinghy rennen wanneer we terug gaan naar de kade. Vervolgens zegt dat hij met een stalen gezicht dat hij op de dinghy heeft gelet en hiervoor € 5,00 wil hebben. Ja dag hoor, die kan mooi de boom in.
 
In het midden achteraan ligt onze Pegasus
Bij de kade is een laag gedeelte wat dienst doet als soort visafslag waar de vissers hun pas gevangen vis verkopen en schoonmaken en waar het water rood kleurt van het bloed. Per dag is de vangst verschillend en over de dagen heen treffen we hier de volgende vissoorten aan: kleine makrelen, grote Geelvintonijnen, rode Snapper, Wahoo, de gewone en de rode Dorade.
Grote geelvin tonijn
Onder een grote boom is een muurtje waar enkele mannetjes met elkaar zitten te kletsen. In het dorpje heerst een relaxte sfeer, je proeft hier het leven van de lokale bevolking. Vrouwen met kleurige kleding dragen grote manden op hun hoofd met allerlei verkoopwaar. Ook de kruiwagens zijn erg populair hier om hun waren in te vervoeren en te verkopen. De huizen zijn hier veelal vierkante en geschilderd in allerlei kleuren. Sommige huizen zijn voorzien van mooie muurschilderingen, o.a. met alle eilanden erop. Hier tussendoor zie je enkele verlaten en/of niet afgebouwde huizen. De straten zijn netjes bestraat met keitjes, maar helaas niet overal gelijkmatig dus moeten we wel opletten waar we lopen. Wanneer we door het dorpje wandelen, valt het op dat het hier zo schoon is, geen bergen zand naast de weg of afval op de grond. We zien niet veel later dat drie dames rondlopen met een afvalbak en bezem. Wat een groot verschil is met Gambia!

Bij de kade bevindt zich een klein kerkje ‘Capelo de Sao Jose’ en een nogal groot uitgevallen kunstwerk. Daar achter bevind zich de plek waar boten gebouwd of hersteld worden, echt vakwerk.

Er zijn enkele pleintjes met mini supermarktjes en we vinden ook een supermarkt die door Chinezen gerund wordt. We treffen hier een aantal Nederlandse producten aan die behoorlijk aan de prijs zijn. Tot onze verrassing hebben ze zelfs een tube Zaanse mayonaise!
Ik maak meteen een foto en stuur die naar onze vrienden die in Zaandam wonen. In deze relatief kleine winkel staan ongeveer 13 man de boel in de gaten te houden. Ik voel me een beetje opgelaten wanneer ik door deze winkel loop en geef toch liever de voorkeur aan de andere lokale winkeltjes waar ze veel vriendelijker zijn. In één van de kleine barretjes, waar de lokale bevolking zich tegoed doet aan de alcohol, spelen enkele mannen het bekende spelletje ‘Ouril’ (hier vertel ik later meer over).
Overal lopen honden los rond, van de zelfde soort die we ook in Gambia zagen en niet onvriendelijk. Verder is er een publiek toiletgebouw, bij Fontenario kun je water halen, is er de bar die op zondag fungeert als discotheek en een groot gebouw van de firma Socol, waar je allerlei materialen kunt kopen.
Af en toe zien we een paar busjes met toeristen aankomen, die een rondje door het dorp maken en bij de visafslag kijken. Veel meer is hier niet te beleven dus zijn ze ook gauw weer vertrokken. De eerste paar keren dat we aan de kant zijn komen de souveniers verkopers nog naar ons toe, maar na een paar dagen weten ze dat we hier ‘thuis horen’ en ze aan ons toch niets kunnen verkopen. De meeste van deze mensen komen uit Senegal of Gambia en kunnen een paar Nederlandse woorden zoals: kijken, kijken niet kopen, uit Amsterdam/ Rotterdam of goedendag.

Inklaren
We gaan naar het opvallende blauwe gebouw waar de politie en douane in is gevestigd om ons in te klaren. Op het poltiebureau beantwoorden we de nodige vragen en worden er weer formulieren ingevuld. De bootpapieren moeten we achterlaten, die krijgen we pas weer terug bij ons vertrek. De stempel van de douane in ons paspoort kunnen we vandaag helaas niet meer krijgen omdat de douane beambte niet aanwezig is en hiervoor zullen we de volgende dag (voor 11:30 uur) terug komen. Echter dan blijkt hij ook niet aanwezig te zijn, maar na een derde poging lukt het dan toch om, tegen betaling van € 5,00, een stempel in ons paspoort te krijgen. De douaneman vertelt dat we pas weer op het volgende eiland, BoaVista, naar de douane hoeven.

We hebben afgesproken met Franz en Angela bij “Bar Aminda”, op een klein pleintje, waar we koffie drinken. Daar ontmoeten we ook een andere Duitser, Carlos, die hier al meer dan 20 jaar woont. Lang geleden is hij met een boot hierheen gekomen (de boot is gezonken en dit schijnt het wrak te zijn waar je bij de aanloop rekening mee moet houden) en nooit meer weggegaan. De voertaal op de Kaapverdische Eilanden is Portugees en Creools en enkele spreken ook Engels. We proberen meteen zoveel mogelijk in het Portugees/Creools te zeggen, al is het in het begin alleen maar dankjewel “obriagada(o)”, goedendag “bom dia” en tot ziens “Cio” (creools). Dit wordt zeker gewaardeerd door de lokale bevolking. Schuin tegenover deze bar zit de bakker ‘’Pandaria Portuguesa’, waar je goed brood en allerlei lekkere dingen kunt kopen. Na de koffie kopen we, in een klein winkeltje in de hoofdstraat, onze internet simkaartjes van UNITEL T+ (of CV Movel), € 8,00 2GB. In dit winkeltje verkopen ze schoolspullen (voor eigenlijk wel hoge pijzen), kun je internetten en staan er zelfs drie ouderwetse cabines waar je kunt bellen. Wat wel handig is dat je hier ook met euro’s kunt betalen, € 1,00 is gelijk aan 100 Escudo’s.
Espargos, de hoofdstad van Sal
Er rijden kleine busjes voortdurend rond die naar de stad Espargos gaan. Ze wachten totdat het busje vol is alvorens te vertrekken. Een ritje kost slechts 50 Escudo (€ 0,50) per persoon. Het is ongeveer 15 minuten rijden over een redelijke asfaltweg over de kale vlakte van het eiland Sal. Een vulkanisch droog en dor eiland met een woestijnlandschap waar erg weinig groeit. Langs de weg zien we wel wat meer afval liggen, vooral plasticzakjes die door de wind zijn meegenomen en aan de struiken blijven hangen.
Het stadje is een stuk moderner dan Palmeira, met mooie gebouwen, winkels, banken, restaurantjes en een aantal kerkjes. Ook hier zijn de huizen in diverse kleuren geschilderd en tref je op lege muren mooie muurschilderingen aan. We zien vrouwen die gebruik maken van kruiwagens om hun groente en fruit te verkopen op straat. De supermarktjes hebben echt alles, maar veelal tegen Europese hoge prijzen. Alles moet hier tenslotte aangevoerd worden. Zelfs groente en fruit wordt vaak door de andere eilanden aangeleverd. Het kerkje op het plein is hier felblauw geschilderd, wat een kerk op zich al een stuk aantrekkelijker maakt. We zoeken een bank op om te pinnen en zijn € 2,00 aan extra bankkosten kwijt.
Daarna drinken we iets op een terrasje, waar we meteen maar even onze apjes up-daten en wandelen vervolgens een beetje door het stadje om een éérste indruk op te doen. Er zijn veel winkels dicht omdat het rond het middag uur is en dus siesta tijd. Mooie tijd om voor ons om ook te gaan lunchen. Dit doen we bij ‘Bom Dia’. Hier treffen we een sticker op de gevel aan waaruit blijkt dat zij geen schildpadden op de menukaart hebben staan. Vroeger waren de schildpadden één van de belangrijkste voedselbronnen voor de inwoners van Kaapverdië. De schildpadden zelf werden gebruikt voor hun vlees en de kleintjes werden meegenomen en grootgebracht zodat ze later opgegeten zouden kunnen worden. Dit is sinds enkele decennia verboden. Na de lunch kijken we nog even rond bij de, weer geopend winkeltjes, om vervolgens het busje terug te nemen naar Palmeira. We zullen hier zeker nog wel vaker komen.

Het bordje ‘Baby Market’ slaat op de mini supermarkt die er achter gevestigd is.

 

Eten en uit eten
Er zijn verschillende mogelijkheden om uit eten te gaan. Wij geven de voorkeur aan om te eten bij de kleine lokale tentjes, maar die hebben we niet meteen ondekt. We gaan met onze Duitse vrienden, Franz en Angela, eerst een drankje doen bij de bar ‘Aminda’. We zijn blij dat we een lange broek aan hebben en een vest is zeker geen overbodige luxe s’avonds. Ineens komt er een klein meisje naar ons toe, die aan de overkant van het pleintje woont, geeft de mannen een hand en Angela en mij spontaan een zoen. Lief hoor! We gaan uit eten bij een Portugees restaurant ‘Gata Fish and Yacht Club’, een vrij modern ingericht restaurant met een aardige bediening. Het is goed eten en de prijzen vallen ook erg mee. Het is nog wel opvallend rustig, maar misschien waren we toch nog iets te vroeg voor de Kaapverdianen.
Op een andere dag wandelen we door de straten van Palmeira en ontdekken een klein restaurant ‘Nos Pima’ waar we de enige zijn en vriendelijk bediend worden door een dame. Het eten is erg goed en ze schenkt ons zeer grote volle glazen rode wijn in.Voor deze maaltijd en volop drinken zijn we slechts € 40,00 met 4 personen kwijt, wat beslist niet veel is.
Op zondagavond is het een stuk levendiger in Palmeira, een gedeelte is zelfs afgezet voor auto’s. We drinken eerst een borreltje bij Aminda waar al enkel vrolijk aangeschoten mensen tegen ons hele verhalen ophangen waar we niets van begrijpen. We gaan uit eten bij het restauarant aan de kade ‘Esplanada Rotterdam’. Beetje teleurstellend dat ze geen Nederlands praten of verstaan…. Maar het eten en de wijn is goed. Bij de bar ‘Capricornio’ is het een gezellige drukte op de dansvloer en ook op straat bij de kade geniet men van de muziek en ook hier vloeit de drank rijkelijk. We mengen ons tussen de lokale bevolking en zitten op het muurtje te genieten van ons wijntje. Op straat staan enkele straat BBQ’s waar je stukken kip en spiesjes met ander vlees kunt kopen. Dit is duidelijk DE avond dat men uit gaat om alles even te vergeten.
Natuurlijk kopen we regelmatig verse vis bij de visafslag die, als we dat willen ook schoongemaakt wordt voor ons. Eén van de keren gaan er een aantal kleine makrelen op de BBQ bij Franz en Angela en hebben een gezellige avond tot in de late uurtjes waarbij de wijn rijkelijk vloeit. Ook zij blijven de komende maanden rond de eilanden zwerven. Andere keren bakken we op de boot de vis, die lekker zacht van smaak is, maar waar helaas toch veel kleine graatjes in zitten.

Angela, Fred en Franz

Lekkere visjes

 

Watertaxi c.q. ritselaar
Op de kade ontmoeten we ‘Jay’, die we al uit de nodige verschillende verhalen van andere zeilers kennen. Hij is één van de plaatselijke mannetjes die van alles en nog wat voor je kan regelen. Hij neemt onze AH-tas met afval over en een dag later leveren wij onze lege gasfles bij hem in die hij voor ons gaat vullen. De tas ‘vergeet’ hij elke keer mee terug te nemen en het duurt 2 dagen voordat we de gasfles gevuld retour krijgen. Onze gasfles van 6 kg is gevuld voor € 7,50 en de servicekosten voor Jay zijn € 5,00. Jay is bereikbaar via de marifoon op kanaal 12.
Een andere keer hebben we weer afval, maar dan is er niemand bij de kade te vinden die ons duidelijk kan maken waar we dit kwijt kunnen. Uiteindelijk komen we een aardige jongen tegen die met ons mee loopt naar de rand van het dorp. Langs de weg naar Buracona, op een grote lege vlakte, staat een ommuurd gedeelte met een aantal containers. We vinden het wel vreemd dat nergens anders bakken staan of containers in het dorp voor afval. We zien hier ook een oude ‘toeristen’ onderzeeboot ‘Neptunus op de kant staan.
Klusjes
We proberen bij de firma ‘ Socol’ een lijn te kopen voor de genuarol, maar dat hebben ze niet. In het grote magazijn, dat helemaal dik onder het stof zit, staat slecht één grote rol met lijn, maar niet de juiste maat.
Het probleem met de watermaker (Osmosea) proberen we op te lossen door deze door te spoelen op advies van de leverancier. Maar tot op heden heeft dit nog niet veel effect, het water blijft zout smaken. We balen hier behoorlijk van, want de watermaker is pas sinds januari dit jaar in gebruik. We blijven mailen met de leverancier.
De eerste dagen zijn we druk bezig met wasjes draaien, opruimen en droogmaken van de kooien. We moeten er ook nog achter zien te komen waar de lekkage van het zoete water vandaan komt. Het licht van ons kompas deed het al een poosje niet meer en dat hebben we gelukkig kunnen maken.
De dinghy hijsen omhoog naast onze boot, zodat deze iets uit het water is om aangroei te voorkomen.

Weer
Het is tot nu toe altijd bewolkt geweest met behoorlijk wat wind. Pas aan het einde van de dag gaat de wind even liggen om in de nacht weer toe te nemen. Al schijnt de zon overdag, het wordt niet veel meer dan een graad of 24 overdag. Het valt ons wel een beetje tegen dat het zo hard waait hier en dat het op sommige dagen (volgens de berichten) veel mooier weer in Nederland is dan hier.

Planning
Omdat we een aantal weken bij het eiland Sal zullen vertoeven, volgen er nog meer blogjes over onze activiteiten op en rondom dit eiland.