Lanzarote – Pech in Arrecife

PECH
Zaterdagochtend is de wind zover afgenomen dat we eindelijk, na één maand alweer in deze haven gelegen te hebben, vertrekken naar het klein eilandje Graciosa. Gisteren hebben we al zoveel mogelijk voorbereid. De laatste verse boodschappen gedaan, beetje binnen opgeruimd en de boel schoongemaakt. De boot afgespoeld, want de laatste weken bracht de wind een hoop rood/bruin fijn zand mee aan boord. De ruiten gezeemd en de route bepaald, we zijn er helemaal klaar voor.

Ik haal s ’morgens nog even een aantal verse stokbroodjes en lever de sleutels in bij het haven kantoor. We gooien de lijnen los en de wind drijft ons langzaam de box uit. Op het moment dat ik iets wil draaien en een beetje gas wil geven, gebeurd er niets. En met niets bedoel ik dus echt niets. De motor draait, maar de schroef doet niets. We drijven langzaam, gelukkig dat er nu zo weinig wind is, naar de andere steiger toe. We kunnen niets anders doen dan een beetje bijsturen met behulp van de boegschroef. Zeilers aan de overkant vangen ons op en we weten de boot daar in een box neer te leggen. Het ziet er naar uit dat de keerkoppeling losgelaten heeft van het motorblok. Fred duikt in de motorruimte en ziet al gauw dat in ieder geval één bout is afgebroken en een andere is gaan jutteren waardoor het gat te groot is geworden. Ik wandel maar naar het havenkantoor en vertel dat we nu een boxje zijn verplaatst omdat we pech hebben met de motor. Carlos, de havenmeester komt ook even kijken en geeft wat onzinnig advies. Is er een monteur aanwezig? Nee, want het is zaterdag! Het wordt dus wachten tot maandag!
In de loop van de dag komt Mark ook langs en niet veel later liggen de beide heren in de motorruimte de boel te bekijken. Met zwarte handen komen ze weer tevoorschijn. Er zijn meer problemen, één van de motorsteunen is afgebroken en de andere is verbogen. Verder lekt er iets van diesel of olie. Dit gaat wel iets langer duren vrezen we. Ondertussen kunnen we niets anders doen dan de keerkoppeling verder losmaken en de schade opmaken. Er wordt driftig gespeculeerd en met derden (vader van Mark) overlegd. Er zal op z’n minst nieuwe schroefdraad getapt moeten worden voor de twee bouten. Het ziet er vooralsnog naar uit dat het binnenwerk van de keerkoppeling geen schade heeft.

We balen erg dat we niet weg kunnen en moe zitten we ‘s avonds op de bank. Natuurlijk hebben we alle tijd, maar we willen graag verder. De enige die zich nergens iets van aantrekt is Kit, die ligt lekker lui op ons Marokkaanse Berber kleedje.

Maandag gaan we meteen op zoek naar een bedrijf dat in de keerkoppeling nieuw schroefdraad kan tappen en kopen ook nieuwe bouten voor de motorsteunen. Woensdag kan deze weer opgehaald worden.

Balend zit ik op de bank, kan verder weinig doen aan het hele motor gebeuren. Dan zegt Fred ineens: “Waarom vlieg je morgen niet voor een paar dagen naar Nederland”. Ik ben een beetje overrompeld bij dit idee, maar al gauw ga ik op zoek naar vluchten. Een paar uur later heb ik een vlucht bij EasyJet geboekt, het wordt een weekje, dat is goedkoper. Nu moeten we nog even op zoek naar een koffer die geschikt is als handbagage. Bij elke luchtvaartmaatschappij zijn hiervoor de afmetingen weer anders, lekker handig is dat. In de stad vinden we een mooie paarse koffer die ik dezelfde avond vul met spulletjes voor één week. Nu rest me alleen nog om mijn familie en vrienden op de hoogte brengen dat ik naar Nederland kom. Het is een heel geregel en ben de rest van de avond aan het WhatsApp-en en sms-en om mijn weekje “couchsurfing” rond te krijgen. Maar het is gelukt! Nog even mijn boardingpas uitprinten en ik ben er helemaal klaar voor! Morgen laat ik Fred voor één hele week alleen. Hij kan dan in alle rust aan de motor werken om deze weer in orde te krijgen. Wordt vervolgd!

Lanzarote – Arrecife deel 5

Laatste week op Lanzarote
Op een zeilreis zoals de onze ontmoet je vele zeilers en vaak ook meerdere keren. De laatste keer dat we Mark en de “Windharp” zagen was in Portimão. Nu zijn wij niet de enige die het leuk vinden dat we Mark weer zien, want FRITZ ging helemaal uit zijn dak toen hij hoorde dat DIL de KROKO weer in de buurt was. Weken had hij last gehad van liefdesverdriet en kon een hereniging dus niet uitblijven. Het werd gelijk een romantische fotosessie!

De nieuwe motor voor Marks boot is gearriveerd en zijn boot moet verplaats worden naar de kade van de werf. Een hijskraan zal de volgende ochtend de motor in de boot laten zakken. Er staat nog steeds een hele harde wind, maar met vereende krachten lukt het om de boot naar het begin van de steiger te verleggen. Op het moment dat we de boot van daaruit naar de kant van de werf willen trekken, komt de “baas” van de werf op hoge poten aan zetten. Hij wil niet dat dit nu gebeurd, maar pas morgenochtend. Met wat heen en weer gepraat wordt er overeengekomen dat er de volgende ochtend hulp van zijn de werf zal zijn. Wonder boven wonder staan ze zelfs om 9:00 uur al op de kant klaar om te helpen. Dit is beslist niet de meest vriendelijk werf, ze doen erg moeilijk wanneer we het terrein van de werf op willen om Mark te helpen. Om 12:00 uur zit de motor er in en ligt zijn boot weer aan de steiger. Mark is erg opgelucht en kan nu aan de slag om de boot weer vaar klaar te maken.

 

Ik bak weer eens ouderwetse Hollandse pannenkoeken met spek en met de allerlaatste beetje Hollandse stroop. Hierna hebben we nog één pak pannenkoekenmix, maar dan zullen we het helaas zonder stroop moeten stellen.

Als alles goed gaat neemt de wind een stuk af het komende weekend en zullen wij uit Arrecife vertrekken om naar het eiland Graciosa te zeilen en daar voor anker te gaan.

Lanzarote – Arrecife deel 4

De haven
De douches waren in de eerste week lekker warm, maar daarna wisselde het per dag. De ene dag was het warm tot zelfs erg heet en de andere dag weer koud. Een aantal keren heb ik hier melding van gemaakt bij het havenkantoor, maar zonder resultaat. Maar waar maak ik me eigenlijk druk over? In de toekomst zullen we nog wel op plekken komen waar helemaal geen water of warm water te verkrijgen is. Maar toch, nu het wel mogelijk is en het werkt niet, dan is dit toch een puntje van ergernis. Zeker omdat je ook voor deze faciliteit dik betaald.

Onderhoud boot
Mark zien we met vaste regelmaat, bij ons of bij hem aan boord. Hij kan goed duiken en heeft een professionele duikuitrusting aan boord. Op een dag is hij bezig bij de boot van Peter, om de onderkant van de boot te controleren op eventuele schade en om de anode te vervangen. Dat lijkt ons ook wel een goed idee.

Hij duikt de eerste keer om alles te controleren en de tweede keer om aan de slag te gaan. Hij constateert dat de anode nog goed is. De bodem van de boot ziet er dankzij de antifouling Intersleek Pro van International Paint heel goed uit en is gemakkelijk schoon te maken. Maar het stuk bij de boegschroef, de tunnel van de boegschroef en de buitenzijde van het gat, dat lijkt wel een mosselbank volgens Mark. Tijdens het verwijderen van alle mossels, zwemmen tientallen kleine visjes om hem heen. Gratis maaltijd!Toen de boegschroef geplaatst werd, konden we niet aan deze antifouling komen en nu is duidelijk zichtbaar wat het verschil is tussen de “gewone” en de Intersleek antifouling. In 2008 is deze er voor het eerst opgezet en in mei 2013 nogmaals 2 extra lagen. Met dank aan Dennis Tuijnman, salesmanager retailmarket at International Paint, die dit toen mogelijk gemaakt heeft (zie ook blog van 10 mei 2013). We zijn super blij dat het er na zoveel jaren nog zo uit ziet. We bedanken Mark voor zijn inzet en hopen dat hij in de nabije toekomst nog vaker ons pad zal kruisen. Niet alleen gezellig, maar altijd handig een goede duiker te kennen!

Kit
Onze arme Kit, die is zo geschrokken van zijn zwem avontuur dat hij nog steeds niet van boord is geweest. Het is alweer een paar weken geleden. Soms staat hij wat vertwijfeld bij het open stuk in de railing naar de steiger te staren. Maar er af gaan? Nee hoor! Hij schrikt ook wat meer van harde geluiden en is heel erg aanhankelijk. We hopen dat hij er geen trauma aan over gehouden heeft. Anders moeten we nog op zoek naar een katten psycholoog.

Overige
Af en toe gaan we uit eten en nemen dan vaak een aantal tapas en een flesje wijn (of meer). Maar voor de afwisseling zijn we in één van de restaurant in de Marina gaan eten, een Aziatisch restaurant met o.a. Chinese en Japanse gerechten. We hebben kleine Japanse voorgerechtjes gegeten en als hoofdgerecht geroosterde eend. Heerlijk eten! Ook ben ik verder gegaan met mijn haakproject voor mijn kleindochter Bobby. Het resultaat laat ik pas zien als het helemaal af is. Fred heeft weer lekker wat kunnen programmeren en we hebben de belastingen gedaan.

Lanzarote – Arrecife deel 3

2e rondrit
Om 9:00 uur s ’morgens staan we voor de deur van Rent a Car. Ditmaal is de dame achter de balie een stuk vriendelijker en geeft ons een gloednieuwe grijze Opel Corsa mee met 0 km op de teller. Ze vraagt ons of we bezwaar hebben dat hij een beetje vies is aan de buitenkant, anders moeten we een half uur wachten. Natuurlijk kan ons dat niets schelen en zo vertrekken we even later in een nog nieuw ruikende auto. Voor € 35,00 en voor € 10,00 aan benzine komen we een heel eind vandaag.

Wat maakt Lanzarote nu zo’n bijzonder eiland? Het is niet alleen de natuur, maar de combinatie met het werk van de beroemde kunstenaar César Manrique die je in allerlei vormen terug vindt over het gehele eiland. Tijdens de ontwikkeling van het toerisme is het behoud van het landschap centraal blijven staan. Men heeft geprobeerd het toerisme op een dusdanige manier te ontwikkelen op Lanzarote dat het unieke landschap daardoor zo weinig mogelijk aangetast zou worden. César Manrique heeft hier zeker een belangrijke rol in gespeeld. Zo is er ten eerste voor gekozen om het toerisme vooral in drie plaatsen te concentreren: Puerto del Carmen, Playa Blanca en Costa Teguise. Tevens is er bepaald dat gebouwen de vier verdiepingen niet zouden moeten overschrijden en dat er voornamelijk gewerkt wordt met lichte tinten. De voorkeur hierbij is wit met de typerende groene, bruine en blauwe ramen, deuren en kozijnen.

César Manrique (1919-1992) werd geboren in Lanzarote. Hij was schilder, beeldhouwer, architect en multidisciplinair kunstenaar. Studeerde in Madrid en exposeerde over de hele wereld. Vanaf 1962 keerde hij terug naar Lanzarote om hier tot aan zijn dood te verblijven. Vanaf dat moment begint zijn meest persoonlijke en ambitieuze project: hij gebruikt het eiland als doek voor zijn artistieke uitingen en verdediging van milieuwaarden. De liefde die hij voelde voor land en zijn overweldigende persoonlijkheid deden de rest In 1978 werd hij bekroond met de World Prize voor ecologie en toerisme. Bij de ingang van de bezienswaardigheden staan zijn kunstwerken gemaakt van ijzer.

We gaan vandaag het noorden van het eiland verkennen en zullen de volgende plekken aan doen: Arrecife – Jardin de Cactus – Jameos del Agua – Cueva de Los Verdes – Mirador del Rio – Museum de La Pirateria – Museum LagOmar (House of Omar Sharif) – Monumento al Campesino- Arrecife.
We volgen de LZ-1 richting het dorp Guatiza om het allerlaatste project van César Manrique te bezoeken, namelijk Jardin de Cactus. De tuin is aangelegd in een oude steengroeve en heeft meer dan 1400 soorten cactussen uit de hele wereld. Naast deze tuin staat een Gofimolen, deze lijkt op de molen uit de verhalen van Don Quichotte. (Gofio is een met molenstenen gemalen meel van geroosterde gerst, maïs en tarwe, donkerder van kleur dan gewone meel. Het is rijk is aan eiwitten, vezels, mineralen en vitaminen en een essentieel onderdeel van het Canarisch volksvoedsel en het wordt gebruikt als bindmiddel voor soepen en sauzen er worden verschillende typisch Canarische gerechten mee bereid). We zijn veel te vroeg, de tuin is nog niet open en we besluiten om verder te rijden. Aangezien we al heel veel cactussen hebben gezien en zeker nog wel te zien zullen krijgen.

Onze volgende stop is, Jameos del Agua, het eerste centrum voor kunst, cultuur en toerisme wat César Manrique gecreëerd heeft. Het entreegeld is € 9,00 pp.
Een vulkanische grot met een natuurlijk binnenmeer verlicht door de zon en er heerst een rustige bijna magische atmosfeer. De vulkanische tunnel zorgt voor een natuurlijk auditorium, Profiterend van het geluid worden er allerlei concerten en evenementen gegeven in deze een uniek omgeving. Het binnenmeer is het thuis van de zogenaamde albino kreeft, uniek in de wereld, maar helaas hebben we deze niet kunnen bewonderen. In de grot is een ruimte waar we, onder het genot van een kopje koffie en een Blue Berry cupcake genieten van de schoonheid van deze plek. Er is een prachtige palm- en cactustuin met een kunstmatig meer (soort zwembad, maar helaas mag je er niet zwemmen). Het Museum “Casa de los Volcanes” is één van de belangrijkste onderzoekscentra in de wereld en hier ontdekken we o.a. hoeveel verschillende soorten zand er alleen al op Lanzarote zijn.

We nemen de LZ-204 richting de Cueva de Los Verdes, een onderdeel van het zelfde ondergrondse gangenstelsel als de Jameos del Agua. De tour door de grot duurt 45 min, met een Spaans en (slecht) Engels sprekende gids en kost € 9,00 pp.
De naam heeft overigens niets met de kleur groen te maken, is afkomstig van de familie Verdes, die de grotten in privé eigendom hadden. De grot is ontstaan tijdens een prehistorische eruptie van de nabijgelegen vulkaan de Monte Corona en heeft een gangen- en grottenstelsel met een lengte van maar liefst 7 kilometer. Het is één van de interessantste fenomenen van het eiland. Onder begeleiding van een gids maken we een tocht van 2 kilometer, naar beneden en weer omhoog en dit vele malen. De route is voorzien van schitterende lichteffecten. De wanden en – soms behoorlijk lage – plafonds van de gangen zijn glad met kleine (niet scherpe) stalactieten van gestold lava. Bij herhaling zegt de gids om goed te bukken, maar toch stoot Fred zijn hoofd, volgende keer maar een petje opzetten! De temperatuur is aangenaam warm voor een grot, zo’n 18 graden maar wel vochtig. Het is voor mij de eerste keer dat ik in een “warme” grot ben. Kleine meertjes geven een optische ruimtelijk effect waardoor je denkt dat het heel erg diep is, maar in werkelijkheid spiegeld het plafond in het water. De overige 5 kilometer is het terrein van wetenschappers en niet toegankelijk voor toeristen, bovendien is een deel ingestort. Maar na afloop voel ik wel mijn kuiten van al het omlaag en omhoog lopen, maar het was indrukwekkend.

We rijden verder via de LZ-201 en LZ-202 om in het noordelijkste puntje Mirador del Rio, een uitkijkpunt te bezoeken. Entreegeld is € 4,50 pp.
Het heeft het mooiste uitzicht op de archipel Chinijo (8e Canarische Eiland genaamd) met als grootste eiland La Graciosa (hier willen we ook nog heen met de boot). Het groepje eilandjes, de heldere zee en de diepte van de klif geven een gevoel van ruimte en vrijheid. Het gebouw zelf is ook ontworpen door César Manrique. Perfect gecamoufleerd door de vulkanische rots van de omgeving. Het interieur is apart met zijn ronde, bijna organische vormen en maakt goed gebruik van licht wat door de koepels naar binnen komt. Zowel buiten als binnen kun je genieten van dit prachtige uitzicht.

We rijden weer een stuk verder en nemen de LZ-10 bij de plaats Haria. Na een zigzaggende weg komen we langs een bar- restaurant Los Helechos. Hoogste tijd om een hapje te gaan eten. Het is een simpel wegrestaurant, voornamelijk voor tourbussen, maar met een grandioos uitzicht! Fred doet zich tegoed aan een vol bord met Paella en ik krijg heel veel grote stukken kip en in de schil geroosterde aardappelen, een traditioneel gerecht van Lanzarote. Met een volle buik rijden we even later weer verder.

Bij de vroegere hoofdstad van Lanzarote, Teguise, is een museum de La Pirateria. Het is even zoeken, blijkbaar is het niet een top attractie voor het “grote” publiek. Het is gevestigd in het kasteel van Santa Barbara op de top van de berg Guanapay en na een slinger weggetje komen we boven op de heuvel aan. Een eenzame man in een klein hokje verkoopt ons de toegangskaartjes voor € 3,00 pp.
De positie van de Canarische Eilanden maakte ze een populaire tussenstop voor passerende schepen van en naar de Amerika’s, die hun vers voedsel en drinkwater op een van de zeven eilanden aanvulden. Dit op zijn beurt maakte ze een aantrekkelijk jachtgebied voor piraten tijdens de 15e, 16e en 17e eeuw. Het is wel duidelijk waarom ze vroeger dit kasteel op de rand van een krater hebben neergezet. Je kunt namelijk het hele eiland overzien en ieder schip dat aan land komt. Zo hadden ze in Teguise de tijd om zich te wapenen tegen de zeerovers, die in groten getale Lanzarote aanvielen. Het museum is een doolhof van gangetjes met een tentoonstelling over de geschiedenis van dit kasteel, interessant, maar een beetje kinderlijk opgesteld. En wat waren die Spanjaarden klein! Maar het uitzicht is weer fenomenaal.

We vervolgen de LZ-10 en komen bij de plaats Nazaret, waar het museum Lagomar gevestigd is. De toegang hiervoor is € 6,00 pp.
Hier wil ik heel graag heen omdat dit ooit de woning van de acteur Omar Sharif (1932-2015) is geweest. Omar Sharif was een Egyptische filmacteur en o.a. bekend van Lawrence of Arabia (1962) en Doctor Zhivago. Hij heeft in de jaren 70 een stuk grond gekocht en dit huis laten bouwen. Het is nu een museum, restaurant en twee cottages. Het is ontworpen door César Manrique en gebouwd in een 1001 Arabische nachten-stijl. Het huis is tegen een klif gebouwd en bestaat uit verschillende lagen en is wit van kleur. Ik leg mij even te rusten op de ronde salonbank met uitzicht op het mooie Lanzarote. Hier heeft Omar Sharif ook gelegen!

Het huis is omgeven door drie prachtige tuinen, waarin zich allerlei grotten en tunnels met geheime doorgangen bevinden. In de omliggende tuinen worden soms exhibities van schilders en beeldhouwkunstenaars gehouden en tevens vinden regelmatig openluchtconcerten plaats. Af en toe wordt dit prachtige decor van Casa Omar Sharif gebruikt voor foto opnames. In de bar La Cueva worden vaak live muziekoptredens gegeven. Omar Sharif verloor het huis tijdens een bridge spel tegen een Europese bridge Champion (dit wist hij niet). Het is werkelijk een prachtige plek om te wonen, maar wel heel veel trappen op. Moe van het lopen nemen we een lekkere ijskoffie op het terras bij het aangelegde ondiepe zwembad.

We gaan verder en nemen de LZ-408 en de LZ-30 richting de plaats Bartolomé. Bij het dorp Mozaga bevindt zich het Casa-Museo del Campesino, ontworpen door César Manrique in 1968. Het Monument van de vruchtbaarheid is 15 meter hoog en schijnt een boer met een ezel en dromedaris voor te stellen. Het is een eerbetoon aan de tradities van Lanzarote en de vele beroepen die hier uitgevoerd werden en soms nog worden. Het monument staat al sinds het jaar 1968 bij een kruising bij het dorp Mozaga. We zijn we aardig moe geworden van het vele lopen en wanneer we hier aankomen, nemen we alleen een paar foto’s van het monument en slaan het museum over.

 

Het landschap van Lanzarote
Doordat de bodem van Lanzarote weinig water vasthoudt, is landbouw op het eiland erg lastig. De bewoners van Lanzarote bouwen daarom muurtjes om de gewassen heen die zowel de wind tegenhouden als het vocht opvangen. Door het landschap te bestrooien met lavazand (zwart) wordt de vochtigheid van de omgeving opgevangen. Deze laag zorgt er eveneens voor dat het vocht minder snel verdampt. We zien velden met waar de bekende Aloë Vera gekweekt wordt en druiven voor de zogenaamde Malvasiawijn (wit). Een enkele keer zien we een paar schapen of geiten lopen. De kleuren van het zand op Lanzarote wisselen elkaar in rap tempo af. Prachtig om te zien. Kortom een vol dagje met veel lopen en weer veel nieuwe indrukken.

Ondanks onze moeheid gaan we bij aankomst in Arrecife toch even naar de “Blokker” en kopen nog een aantal vacuüm zakken. Daarna rijden we door naar de supermarkt Lidl en slaan een heleboel voorraad in. Fred loopt met zware tassen een aantal keren heen en weer van de auto naar de boot. Wel fijn dat er een Lidl is, hier kunnen we weer wat bekende producten inslaan. Zodra alles opgeborgen is storten we in op de bank. Vanavond wordt het pizza eten en een filmpje kijken!

Lanzarote – Arrecife deel 2

De stad en omgeving
Lanzarote kenmerkt zich door bizarre maanlandschappen, witte huisjes, wuivende palmen, zwart lavazand, vulkanische bodems en grillige rotskusten. Daarnaast is er een smaragdgroen zoutmeer, vind je beschermde wijnranken en diepe grottenstelsels (deze gaan we nog bekijken).
Arrecife zelf is niet heel erg bijzonder, zelfs een beetje saai. Je hebt het wel gezien in een half dagje. De stad is wel van alle gemakken voorzien, zoals grote supermarkten, elektronicazaken en diverse kledingzaken. We hebben bij een soort Blokker zelfs onze vacuümzakken gevonden. Bij één van de supermarkten kunnen we zelfs een vaag merk pindakaas krijgen. Hoewel deze natuurlijk niet zo goed smaakt als de echte Calvé pindakaas, maar het is een goed alternatief. De bril van Fred begeeft het en nu moeten we op zoek naar een opticien. Gelukkig heeft Fred zijn oude bril nog en alle gegevens om een nieuwe te kunnen bestellen. Binnen 10 dagen is hij in het bezit van een nieuwe bril!Zoals eerder vermeld heb je de stadslagune “Charco de San Ginés” met vele restaurantje, waar het wel gezellig is. Bij aankomst vanaf zee zie je op de heuvel “Castillo de San José” liggen. Wanneer je vanaf de Marina naar de stad wandelt en de weg langs de kust volgt, kom je het 16e-eeuwse kasteel “Castillo San Gabriel” tegen. Dit kasteel bevindt zich op een landtong en is door middel van een tweetal wandelpaden en bruggen verbonden met het vaste land. Uitkijkend over zee heb je aan je linker hand een mooi uitzicht over “Boca Juan Réjon”, een inham die op natuurlijke wijze is afgesloten door rotsen, wat mooie brekers van de golven oplevert. Aan je rechter hand is een baai waar je goed kunt ankeren, deze is afgeschermd door “Punta Lagarta”. Op het strandje bij het kasteel heeft een kunstenaar van zand enkele beesten en “Starwars” figuren gemaakt. Verder lopend langs de boulevard zie je het hoogste gebouw van het hele eiland, Gran Hotel en Spa. Na dit hotel ligt het strand “Playa del Reducto”, een strand van bijna vijfhonderd meter lang met een wandelpromenade. Op het strand zelf zijn geen strandbars, hiervoor moet je eventjes de straat oversteken om te genieten van een hapje of een drankje. We zien een zestal oude mannetjes druk zitten te kwebbelen op een muurtje.

Achter het complex van de Marina staat een glazen gebouw Cabrera Medina, waar “Toerist Information” en “Rent a Car” gevestigd zijn. Bij de laatste hebben we een autootje gehuurd voor € 35,00 voor één dag. De dame achter de balie is nu niet wat je noemt erg vriendelijk, haar woorden komen wat snauwend uit haar mond. Rijbewijs laten zien, papier ondertekenen, betalen en dan overhandigd ze de sleutel. De auto staat daar en wijst naar een enorme parkeerplaats, zo van zoek het verder maar uit. We krijgen een spier witte Seat Ibiza mee, een klein pittig autootje.

Autoritje
Er zijn eigenlijk maar 3 hoofdwegen op Lanzarote, LZ1 (naar het Noorden), LZ2 (naar het Zuiden) en LZ3 (rond Arrecife). Daarnaast heb je nog vele kleinere wegen, die er allemaal goed verzorgt uitzien.
In het zuidwesten van Lanzarote ligt het ruigste deel van het eiland: het “Parque National de Timanfaya”. Dit beschermde gebied laat overduidelijk zien dat Lanzarote een vulkanische oorsprong heeft. Het nationaal park is vernoemd naar het eerste dorp dat tijdens de vulkaanuitbarstingen van 1730-1736 weggevaagd is. In totaal zijn tijdens zes jaar durende erupties maar liefst elf dorpen van de aardbodem verdwenen en is er bijna honderdtachtig vierkante kilometer landoppervlakte voorgoed veranderd. Deze uitbarstingen die volgens de overleveringen startten op 1 september 1730 zijn de zwaarste die Lanzarote ooit meegemaakt heeft. In het jaar 1824 is er ook nog een uitbarsting geweest, maar deze was echter veel minder intens dan de uitbarstingen in de achttiende eeuw. Iedere dag kun je tussen 9 en 17 uur het nationale park bezoeken.
We gaan vroeg op pad om de meute van toeristen voor te zijn. Het is vandaag een beetje bewolkt en er waait een frisse wind. We kleden ons goed aan en nemen een korte broek mee voor het geval dat het warmer wordt. We rijden over de LZ2 richting Tias en Yaiza, nemen daar bij de rondweg om Yaiza de LZ-67 naar de ingang van het park.  We komen om 8:30 uur bij de ingang van het park aan en moeten wachten tot 9:00 voordat we een entree kaartje kunnen kopen (€ 9,00 per persoon). We rijden door tot aan de grote parkeerplaats bij restaurant El Diablo.

Van daaruit mag je niet zelf verder het park inrijden, maar wordt je verder vervoerd per bus. Deze bustocht door het ruige vulkaanlandschap duurt ongeveer 30 minuten en is inbegrepen in de entreeprijs. Tijdens de rit, over een prachtig aangelegde asfaltweg, krijg je een fraai zicht op een deel van de 25 kraters en meer dan honderd vulkaankegels. Via meertalige uitleg (Spaans, Engels, Duits en Frans) wordt de geschiedenis van het park verteld. Je mag overigens nergens de bus uit onderweg. Op een aantal plekken wordt eventjes stilgestaan zodat je vanuit de bus even de tijd hebt om foto’s te maken. Het maken van mooie foto’s wordt een beetje bemoeilijkt door de weerspiegeling in de ruit van de bus.

Doordat je niet de bus uit mag en niemand daardoor vrij het park in kan, zie je nergens zwerfafval. Dat maakt deze ongerepte bijzonder omgeving nog bijzonderder. En mocht er toch iets van afval door de wind meegenomen zijn, dan wordt dit snel opgeruimd. Het is een bijzondere rit door dit maanachtig landschap waarvan de kleuren zich afwisselen van zwart, grijs naar rood. Hieronder een foto impressie, die meer zegt dan woorden kunnen beschrijven.
Dat er nog degelijk vulkanische activiteit is wordt duidelijk als je terug bent bij de parkeerplaats. Daar wordt op vier verschillende manieren aangetoond dat de warmte tot heel dicht onder de oppervlakte komt.
Eén van de medewerkers van het park laat gasten in een cirkel staan en geeft iedereen een beetje lavagrind dat hij op een bepaalde plek van de bodem haalt. Het grind is bijna te warm om vast te pakken (ik heb een beetje meegenomen voor mijn kleindochter Bobby).

  1. Het publiek mag rondom een kuil gaan staan. Je voelt en ziet de warmte al uit de kuil omhoog komen. Er wordt een bosje stro bovenaan de kuil gelegd. Al snel gaat het stro roken en binnen tien tot twintig seconden vliegt het als gevolg van de warmte in brand. Er komt geen vuur aan te pas om het stro in brand te steken, de warmte is voldoende.
  2. In de grond zijn kokers aanwezig die de grond ingaan. Zodra de toeschouwers op veilige afstand staan giet een medewerker er een beetje water in. Er komt dan een beetje stoom uit de pijp. Dat is een voorproefje van wat er komen gaat. De medewerker of gids vertelt dat je nu je camera stand-by moet houden, want je hebt 2 seconden om te reageren. Er wordt nu een grotere hoeveelheid water in getapt…… twee seconden later spuit het in een klap meters omhoog.
  3. Bij het restaurant is er een put van zes meter diep waar vulkanische warmte uit komt. De temperatuur in het gat is hoger dan driehonderd graden Celsius. Boven het gat ligt een rooster waar het restaurant aardappels op gaart en als BBQ gebruikt voor de kippetjes.

Na afloop drinken we nog even een kopje koffie en rijden dan terug naar de hoofdweg en slaan links af en vervolgen de LZ-67 richting het “Mancha Blanco’s visitors and interpretation centre”. De expositie ruimte is interessant om te bekijken om een betere indruk te krijgen hoe het eiland ontstaan is. Er worden wandelingen met een gids van hieruit georganiseerd en wij hopen dat we nog mee kunnen. Maar helaas, deze wandelingen zitten voor de komende 2 maanden al vol! We kunnen wel op een wachtlijst gezet worden, maar daarvoor moeten we dan maandag, woensdag of vrijdag om 9:00 uur aanwezig zijn. Dat gaat het dus niet worden. Zelfstandig het gebied in wandelen is verboden en indien je dit wel doet loop je het risico op een boete van wel € 600,00 per persoon!

We rijden terug langs dezelfde weg langs een plek waar je per dromedaris een ritje kunt maken. Maar uit principe doen wij dat niet, dieren horen niet uitgebuit te worden voor het toerisme. Vanaf Aiaza nemen we de LZ-704 naar het vissersdorpje “El Golfo”. Het dorp: Las Casas de El Golfo” is genoemd naar de gelijknamige voormalige El Golfo vulkaan. Bij een restaurantje nemen we enkele entrada’s (voorgerechtjes), wat voor de lunch meer dan genoeg is. Daarna wandelen we het dorpje in om naar de brekende golven te kijken, in het bijzonder bij een inham is dit een spectaculair gezicht.

We vervolgen onze weg via de LZ-703 langs de westkust richting La Hoya. Onderweg rijden we langs een zoutwinningsgebied, heuvels met zwart lavazand, waar men tegen de heuvel muurtjes in een bochtje heeft gebouwd om de aanplant te beschermen tegen de wind. In de verte zien we het volgende eiland “Fuerteventura” liggen. Vervolgens rijden we terug naar Arrecife via de LZ-702, langs de oostkust bij Tias om uiteindelijk weer in de stad Arrecife aan te komen.

Fred krijgt onderweg een berichtje van de opticien: zijn bril is klaar! Door de wirwar van éénrichtingsstraatjes in Arrecife hebben we eindelijk een parkeerplaats gevonden die nog enigszins in de buurt van de opticien is. We moeten even wachten want de winkel is nog gesloten, maar dan heeft Fred weer een goede bril! Op naar de supermarkt en dan terug naar de Marina waar we de auto weer inleveren. Al bij al weer een volle enerverend dagje geweest.

Pakketje verstuurd en ontvangen
We hebben weer een aantal dingen besteld in Nederland en Ingrid heeft deze wederom netjes naar ons toe verzonden. Een ring om de Fisheye lens te kunnen bevestigen op mijn fototoestel, mijn medicatie en een aantal Wifi sticks voor Fred. Ook mijn vriendin Anneke heeft een heel pakketje samengeteld van dingen die ik besteld had en heel graag wilde hebben, zoals bepaalde kruiden, drop, hagelslag en pepermunt. Bedankt weer lieve mensen!

Andere zeilers
In bijna elke haven ligt wel een “verloren” bootje zoals ik ze noem. Zeer verwaarloost, met loshangende lijnen, vergane zeilen, grijs en groen uitgeslagen. Wat voor verhaal zou er achter zitten vraag ik me weleens af. Zo ook in deze Marina. Een tweetal bootjes, waarvan er ééntje met een Nederlandse vlag erop, maar bewoond door een Spanjaard(?) en de andere met een hondje aan boord. Allebei zien ze er heel bijzonder uit, een soort kluizenaarsbootjes. De steiger waar ze aanliggen is wat smaller, heeft geen verlichting en is niet heel erg goed onderhouden, duidelijk een plek voor bijzondere bootjes. Is het toeval dat aan deze aparte steiger Mark met zijn bootje ligt?
Hoewel aan onze steiger ligt ook een heel apart bootje, geel met een groen dek. Ook hier zal zeker een verhaal bij horen, wellicht komen we daar nog achter.

Mark eet een aantal avonden met ons mee en Peter komt ook een keertje aan boord. We wisselen weer de nodige informatie met elkaar uit. We zullen hun nog wel vaker zien.

Lanzarote – Arrecife deel 1

De haven
De Marina van Arrecife op Lanzarote is een hele nieuwe moderne haven. Het hele complex bestaat uit een jachtwerf, havenkantoor, diverse faciliteiten (met super mooie douches), moderne (dure) kledingzaken en restaurants. Het zal aan het seizoen liggen, maar het ziet er enigszins verlaten uit. We vernemen van mede zeilers dat dit hele complex veel geld heeft gekost en dat er nu al diverse zaken gesloten zijn. Zo waren er een tweetal supermarkten, maar deze zijn niet langer aanwezig. Blijkbaar hebben ze een verkeerde inschatting gemaakt over de toestroom van toeristen. Voor het oude centrum en een supermarkt moet je nu zeker 15 minuten lopen. Gelukkig is er wel een zaakje waar je lekkere koffie en vers brood kunt krijgen. Naast de glazen toegangsdeur van de steiger zijn gaten voor gescheiden afval (erg netjes). Aan de andere kant kun je het afval in de grotere gescheiden bakken kwijt. De steiger wordt afgesloten met een sleutel, wat ons schromelijk overdreven lijkt aangezien je met weinig moeite zo over het muurtje kunt klimmen (het bankje staat er handig voor). De gehele kademuur is nergens afgeschermd, waardoor men goed moet uitkijken anders val je bij laag water zo’n 2 meter naar beneden op de rotsen.

De stad
Arrecife is de hoofdstad van het eiland Lanzarote, het meest noordelijke eiland van de Canarische Eilanden. Het telt ongeveer zestigduizend inwoners, dat is overigens ongeveer de helft van het totale aantal inwoners dat het hele eiland telt. In het hoogseizoen wordt dit aantal verdubbeld door toeristen die o.a. aangevoerd worden met grote cruiseboten. De stad heeft een centrum, autovrij winkelhart, politiebureau, ziekenhuis, scholen, busstation met meerdere verbindingen, industrie en structurele parkeerproblemen. Het is even wennen om de weg te vinden, want de stad bestaat voornamelijk uit éénrichtingsstraten. Ook hier geldt dat de stad een beetje uitgestorven lijkt. Zeker tussen 13:30 en 17:00 uur wanneer de winkels zijn gesloten voor de siësta en zie je helemaal weinig mensen op straat. Over wat er zoal te zien valt op Lanzarote, daar schrijf ik later meer over.

De eerste weken op Lanzarote
Onze vuile was heeft zich aardig opgestapeld en moeten we echt aan de slag. Gelukkig beschikt deze Marina wel over een stel goede wasmachines. We zijn zeker twee dagen bezig met wasjes draaien, drogen en opbergen. Verder werkt Fred een beetje (moet ook af en toe gebeuren), lezen, opruimen, rommelen op de pc, filmpjes kijken, website bijwerken, boodschapjes doen en relaxen.

Ontmoetingen met zeilers
Op de tweede dag wordt er op de zijkant van de boot geklopt en tot onze grote verbazing staat Mark van de “Windharp” ineens voor onze neus. We hadden geen idee dat hij hier was. We heten hem van harte welkom en vragen of hij een hapje mee wil eten zodat we even bij kunnen kletsen. Mark kennen we vanuit Nederland al en hebben hem ook in Portimão gezien. Hij heeft behoorlijk wat pech gehad met zijn schip en ligt nu al een aantal maanden in de haven van Arrecife. Het wachten voor hem is nu nog op een nieuwe motor die uit Nederland moet komen. In de dagen die volgen komt Mark regelmatig even langs (vaak rond etenstijd) en daar houden we al gauw rekening mee. Gezellig!

                 

Op een middag gaan we bij hem aan boord Spaanse kroketjes eten. Het heeft wel wat voeten in aarde (gas was op, vet niet te heet of juist wel), maar het mag ons toch smaken! Mark heeft in zijn boot een soundbar, voor nog betere muziek. Dat lijkt mij ook wel wat! We wisselen films en muziek met elkaar uit en ook een aantal spelletjes. Aan één van die spelletjes raak ik meteen verslaafd. Zo komen we over en weer regelmatig bij elkaar aan boord. Overigens is Mark nog op zoek naar een leuke sportieve levensgezellin en zeilmaatje die met hem de wereldzeeen wil bevaren (zie foto’s).
Ook maken we kennis gemaakt met Peter van de “Sea Love”, die al een paar maanden met zijn boot rond de Canarische Eilanden zeilt.

Gezondheid
De laatste weken heb ik weer meer last van mijn rug en de slechte nacht tijdens deze overtocht heeft het zeker niet goed gedaan. Tijd om me weer even te laten controleren. Ik neem de foto’s en de lijst met medicatie, die de arts voorgeschreven had in Lagos, mee naar een kliniek. Helaas kunnen ze hier geen foto’s maken, maar wel een recept geven voor dezelfde medicatie. De arts doet totaal niet moeilijk dus Fred vraagt of ze ook nog wat extra Diclofenac kan uitschrijven? Geen probleem. Dat gaat wel erg gemakkelijk hier. Vanwege mijn zorgpasje hoeven we niets te betalen. Bij een apotheek halen we de medicijnen op en ook hier worden verder geen vragen gesteld en is het betalen en meenemen. Zo krijgen we een aantal medicijnen voor nog geen € 20,00 mee en tevens het recept terug. We gaan met dit zelfde recept proberen om nogmaals deze medicatie te krijgen. Misschien lukt dit wel en dan hebben we in ieder geval een leuk voorraadje voor erg weinig geld.

Fietsen gehuurd
Voor € 100,00 huren een weeklang twee fietsen. Het zijn stadsfietsen zodat ik redelijk rechtop kan fietsen. Fietsen vinden we allebei leuk en gaat mij goed af ondanks mijn ruggetje. Of zou het toch door de medicatie komen? Voel me super vrolijk en van de pijn voel ik bijna niet meer!

De omgeving
We fietsen elke dag een stukje door de stad en over wegen die langs de kust lopen om de omgeving een beetje te leren kennen. Maar ook naar de supermarkten, op zoek naar een dierenwinkel, Chinese winkeltjes (voor leuke hebbedingetjes) en een soort mediamarkt voor de soundbar.

Bootdingetjes en overige
Ergens zit een klein lek in de leiding van onze gasfles. Fred draait alles goed aan, vervangt een deel van de slang, maar komt er niet achter waar het lek zit. Jaren geleden heeft hij een koperen gasleiding in de boot gelegd omdat dit een stuk veiliger is. Nu is er alleen nog een stuk slang aan het begin van het fornuis en bij de gasfles. Dan kan het alleen nog maar aan de koppeling op de fles liggen. Bij het vast draaien molt hij de oude steeksleutel en moeten we op zoek naar een nieuwe. Er zijn drie watersportzaken aan de overkant van de Marina en in één daarvan vinden we gelukkig de goede.
We kopen een papieren detail zeekaart van de Canarische Eilanden. Altijd fijn om te hebben naast alle elektronische kaarten. Led lampje gekocht om de laatste “gewone” lamp te vervangen. De verlichting in de boot bestaat nu alleen nog maar uit ledverlichting. De soundbar hangen we op boven de tv in de salon en vanaf nu hebben we een super geluid wanneer we muziek luisteren of filmpje kijken. Ook is hij aan te sluiten op onze laptops. Natuurlijk moet FRITZ, onze mascotte, ook weer op de foto.

Het weer
We kunnen wel zeggen dat dit gevarieerd is! Van zeer zonnig met temperaturen van bijna 30 graden tot bewolkt en behoorlijk fris met 15 graden. Regen hebben we ook gehad, niet veel, maar toch. Een aantal dagen storm met windvlagen van meer dan 30 knopen. De boot van Mark hing zo schuin te bonken tegen de steiger aan, dat er een paar stootwillen kapot gegaan zijn.

Feest
Op 14 maart 2017 vieren we een beetje feest. Vandaag wordt mijn jongste zoon Vincent 25 jaar en kennen Fred en ik elkaar alweer 9 jaar! Wat is er veel gebeurd in die afgelopen jaren en wat ziet ons leven er nu anders en veel gelukkiger uit. Zeker een goede reden om lekker uit eten te gaan. We kiezen er voor om verschillende tapas te nemen, waar we gek op zijn. We proosten op Vincent en ons zelf op nog heel veel mooie jaren samen!

Kit
Tja, die is de eerste dagen een beetje voorzichtig, de omgeving ziet er natuurlijk heel anders uit. Maar na een paar dagen vervalt hij in zijn oude patroon: rondje boot, rondje op de steiger en de nieuwe (verlaten) boten in de omgeving verkennen. Van de buurman horen we later dat hij zelfs in de dinghy gesprongen is die achterop de boot hangt.
En dan gebeurd waar we allebei huiverig voor zijn. Op het moment dat we uit eten willen op onze feestdag, is Kit ineens weer verdwenen. We lopen allebei te zoeken, in en buiten de boot. Zal je net zien, wil je weg en gaat meneer er vandoor en is nergens te vinden. Ik vraag bij verschillende boten of zij onze kat hebben gezien, maar niemand weet iets. Dan komt iemand naar me toe gelopen van het begin van de steiger en roept dat hij miauwen hoort. Ik loop met hem mee en hoor het ook. Waar zit dat beest dan! Dan ineens zie ik Kit, luid miauwend en helemaal nat op de rotsen zitten. De kade is een hele hoge gladde muur die op de rotsen gebouwd is. Veel te hoog voor hem om erop te klimmen of te springen. Bovendien is hij door en door nat. Hij moet toch minstens 50 meter gezwommen hebben! Fred haalt het stuk net om hem daar in te laten klimmen, maar daar heeft Kit geen kracht meer voor. Dan klautert Fred maar naar hem toe over de rotsen, langs de hoge muur. Hij reikt Kit aan en ik grijp hem bij zijn nieuwe stevige halsband. Ik loop direct door naar de douches om hem af te spoelen en op te warmen. Miauwend laat hij alles gelaten toe. Hij kan nauwelijks meer op zijn pootjes staan. Na de douche wikkelen we hem in een handdoek en dragen hem aan boord. We zetten even het straalkacheltje aan zodat het lekker warm is voor hem. Ik leg een oud vest (zijn favoriet) op de salonbank waar hij lekker op kan liggen. Kit gaat zich eerst uitgebreid zitten likken en is toch wel erg geschrokken van dit avontuur. De dagen die volgen blijft Kit binnen, waarna hij langzaam even in de kuip gaat kijken, maar van boord gaan? No way! Hij heeft voorlopig goed de schrik er in en kijkt wel uit om dicht bij water te komen! We zijn benieuwd hoelang hij dit volhoudt.

Agadir – Lanzarote, Canarische Eilanden

Dag van vertrek:
Alle voorbereidingen voor ons vertrek zijn gedaan, we zijn er klaar voor!
Fred betaalt de rekening bij het havenkantoor. Jammer genoeg krijgen we geen korting, ondanks dat we hier meer dan een maand geweest zijn. De dame van het kantoor verteld Fred dat we dat van te voren hadden moeten aangeven. Zucht! We leveren de paspoorten in bij de douane voor de uitklaringsstempel en moeten nu wachten tot we ze terug krijgen. Onze ervaring is dat dit wel even kan duren. Ondertussen is Marjolein(Wereldvrouw) gekomen om nog even afscheid van ons te nemen. De bijna lege Marokkaanse gasfles neemt zij mee naar huis. We doneren de rest van onze Dirhams aan haar ‘Zwerfdieren van Agadir’ project. Het was een fijne ontmoeting en we zullen zeker contact met elkaar houden.
Dan is het zover! De paspoorten zijn afgestempeld en we kunnen vertrekken! Het is een zonnige dag en de wind komt vanuit het Noorden. We hijsen de zeilen en zetten meteen het eerste rif er maar in. We kunnen weer lekker zeilen. In het begin zien we nog een paar kleine vissersbootjes, maar daarna is de zee van ons! We laten Marokko achter ons, op weg naar de Canarische Eilanden. Als eerste zullen we Arrecife aan doen op Lanzarote.
We hebben ruim 200 zeemijl voor de boeg, ruim drie dagen en twee nachten zeilen. Naarmate de dag vordert worden de golven hoger en komen steeds meer van opzij. Het is wat moeilijk om de stuurautomaat hierop in te stellen, dus het wordt handmatig sturen. In de avond neemt de wind steeds meer toe en we zeilen tussen de golven door. Doordat de wind elke keer wegvalt wanneer we in een dal van de golven duiken, klapperen de zeilen en rammelt er van alles. De eerste nacht is daardoor een ramp om te slapen en ik ga er van ellende maar uit. Laat mij maar sturen, dan voel ik me in ieder geval beter. Fred duikt na een poosje zijn bed in en probeert te slapen, wat voor hem bijna nooit een probleem is. We veranderen de uurtjes van onze wacht naar 3 uur. De maan is niet vol maar schijnt voldoende over de zee. Het is ook erg vochtig tijdens de nacht, waardoor al mijn spieren koud worden. Niet echt aangenaam weer. Tijdens Fred zijn wacht ziet hij dolfijnen naast de boot. De tweede dag is zonnig en we komen een beetje bij van de voorgaande nacht. De wind is iets gedraaid waardoor we beter kunnen zeilen. Ook de nacht verloopt een stuk beter en kunnen we gelukkig de stuurautomaat weer gebruiken. Halverwege de nacht neemt de wind zover af dat we verder op de motor gaan. Het blijft de verdere dag bewolkt. Tijdens deze zeilreis hebben we slechts drie tankers en één passagiersboot gezien. Wat een verschil met de Noordzee!

Kit raakt steeds meer gewend aan het zeilen. In het begin, wanneer de motor aan is, zie je hem niet. Maar gaandeweg, zeker wanneer we op zeil zijn, komt meneer af en toe even kijken in de kuip. Zelfs toen de boot hevig heen en weer slingerde. Hij zet zich schrap en loopt heel voorzichtig door de boot. Voorheen wilde hij niet eens iets eten, maar nu laat hij duidelijk horen wanneer het volgens hem tijd is om iets te eten. Tijdens het zeilen slapen we om de beurt in de salon, waarvan de tafel naar beneden is gedaan waardoor we een lekker groot bed hebben. Tijdens onze slaapjes kruipt Kit lekker tegen ons aan. Hij weet zich overdag goed te amuseren met een flesje water wat op de bar ligt. Kit vindt het reuze interessant dat het water van links naar rechts beweegt en probeert het water te pakken met zijn pootje.

We naderen Lanzarote, maar door de bewolking duurt het lang voordat we het eiland inzicht krijgen. Gelukkig wordt steeds warmer en kunnen we een laagje kleding uit doen. Het is rond het middag uur wanneer we de stad zien liggen. De aanloop naar de haven is goed te doen en wanneer we tussen de havenhoofden doorvaren, langs een gigantisch cruiseboot, roept Fred de Marina op. We krijgen in keurig Engels te horen waar we heen moeten. We passeren “Punta del Hornito”, waar een aantal beelden (paard met ruiter) in het water staan. We volgen de boeien naar de Marina en bij steiger J19 leggen we onze boot aan. Onze Duitse buurman helpt ons een handje met aanleggen.
Na ons ingeschreven te hebben bij het havenkantoor krijgen we de sleutels van de steiger en de douche. Eerst maar eens lekker douchen en dan een beetje relaxen. Vanavond gaan we lekker uit eten. Hiervoor wandelen we langs de moderne gebouwen van de Marina over een brug naar de stadslagune “Charco de San Ginés”, waar diverse restaurants en barretjes te vinden zijn. Het is zowel overdag als ‘s avonds een geliefde plek voor de lokale mensen om te bezoeken. Op het helderblauwe water van de lagune dobberen de kleine vissersbootjes van Arrecife. We drinken een glaasje wijn en kunnen weer lekker Spaans eten. Dan zoeken we ons bedje op om lekker te gaan slapen.

 

Agadir deel 3

De laatste weken in Agadir
Niet alleen moeten we het een beetje rustig aan doen vanwege mijn verdraaide knie, maar ook om alle indrukken van dit mooie land te kunnen verwerken.

Op 21-02-2017 is er een lichte trilling in de boot voelbaar. We besteden hier in eerste instantie niet veel aandacht aan. Niet veel later komen er berichten binnen dat er in de regio van Agadir en Inezgane een aardbeving is gemeten. Een beving met een kracht van 4,5 op de Schaal van Richter werd om 07:44 uur in de provincie Chtouka Ait Baha gemeten. Tientallen bewoners verlieten bij de eerste trillingen in paniek hun woning zoals meerdere video’s op sociaal media aantonen. De verwoestende aardbeving van 1960 waarbij 12.000 mensen omkwamen is in de regio nog zeker niet vergeten. We zijn weer eens extra blij dat we op een boot wonen.

Boot en haven dingetjes
Onze nieuwe aanwinst, de roze wasmachine, wordt door Fred uitgeprobeerd. Onze vuile wasgoed heeft zich aardig opgestapeld in de afgelopen weken waardoor we een aantal dagen “wasdag” hebben. Hoewel deze machine natuurlijk wel weer een plek in beslag neemt in onze boot zijn we heel blij met deze aankoop!

We hebben de Windvaan voorzien van de, in Nederland bestelde, aluminium strips. Een aantal oude landvasten, die doorgesleten waren, vervangen door nieuwe. Op een dag hebben we geen water bij de douches en op onze vraag wanneer dit gemaakt is wordt er gezegd over één uurtje. Ja, ja……..…. Pas een dag later is er weer water! We maken ook nog een paar foto’s van de omgeving van de Marina en van de beroerde faciliteiten.

Overige
In Agadir is een kleinschalig vogelpark “Vallee des Oiseaux” en vrij toegankelijk. Het ligt niet ver van de boulevard en is vooral erg intrek bij Marokkaanse families. Er bevinden zich allerlei soorten vogels en andere dieren. Helaas is het met de behuizing en de omgeving van deze dieren zeer slecht gesteld, wat een triest aanblik geeft. De gemeente heeft blijkbaar alleen geld voor de bewakers van dit parkje. Jammer dat de toegang gratis is, want anders hadden ze misschien een beetje inkomsten gehad om wat dingen te verbeteren.

We zijn naar de UniPrix geweest, een grote zaak waar men zeer goedkoop van alles en nog wat kan kopen. In de buurt treffen we ook een kleine overdekte hal aan, waar ik een zak vol Berber-thee koop.
Er worden foto’s gemaakt van FRITZ en Gonny.
Op een dag wordt Fred aangesproken door een Russische jongen die heel graag mee wil zeilen naar de Canarische Eilanden. Een paar dagen later wordt Fred opnieuw aangesproken, ditmaal door een Franse backpackster, of zij en haar vriend mee kunnen zeilen? De volgende dag zien we ze weer bij het havenkantoor zitten. Nu is er ook een Zweedse dame bij die al meer dan 2 jaar aan het rondreizen is en ook graag naar de Canarische eilanden wil. We moeten hier echt over nadenken. Na een paar dagen zijn ze niet meer in beeld.

Wereldvrouwen
We gaan met Laila en haar drie dochter op één van de terrasjes in de buurt van de Marina iets drinken. Daarna wandelen we naar haar appartement om een blik te werpen op de door haar zelf ontworpen kleding. Ze is bezig met het opstarten van een kledinglijn. Bij haar thuis heeft haar kat een paar dagen geleden drie kittens gekregen en ik ben meteen weg van een “rode” zeer ondernemende kitten. Maar ja, om nu 14 weken te wachten om hem mee te kunnen nemen, nee dat gaan we maar niet doen! Bovendien weten we niet of Kit wel zo gecharmeerd is van dit kleine mormeltje.

Marjolein is een poosje in Nederland, maar ik heb regelmatig contact via de WhatsApp. Ze heeft een eigen bedrijf opgericht (www.madeinmaroc.eu) voor de verkoop van Marokkaanse producten. Met een deel van de opbrengst van haar bedrijf probeert ze zoveel mogelijk minder bedeelde mensen en zwerfdieren te helpen. Zij is erg begaan met deze groep en zet zich volledig in om de situatie te verbeteren. Zo verzamelt ze kinderkleding e.d. in Nederland om gratis uit te delen in Agadir. Ook geeft ze dieren in nood de zorg die ze nodig hebben. Op haar Facebook pagina: Marjolein Agadir kun je hier alles over lezen. Hier kunnen nog vele mensen een voorbeeld aan nemen. Gelukkig is ze net terug in Agadir voordat wij vertrekken en maken we nog snel een afspraak. We worden uitgenodigd om bij haar en haar man Saad te komen eten in hun appartement. Zo leuk om verschillende wereldvrouwen te ontmoeten in hun “eigen” omgeving. De communicatie met haar man verloopt wat moeizaam omdat hij alleen Arabisch en Frans spreekt en daar zijn we niet zo goed in. Maar Marjolein speelt gelukkig voor tolk. We genieten van het eten en elkaars gezelschap. Marjolein zal de dag dat we vertrekken nog even langskomen om echt afscheid te nemen.

Kit
Die is echt helemaal gewend aan de omgeving. Hij springt elke dag een paar keer op de hoofdsteiger en jaagt op de meeuwen die te dichtbij komen. Af en toe verstopt hij zich op een andere boot, maar vaak genoeg komt hij na een poosje gewoon weer terug aan boord. Hij maakt ook nog even kennis met een grote Husky hond, dat bevalt hem minder goed en binnen “No time” is hij terug op de boot.

Andere zeilers
Er komt een boot binnen met een Nederlandse vlag, waarop ik de zeilers enthousiast begroet met “Welkom in Marokko”. Vervolgens wordt ik wat dom aangekeken en krijg in het zeer gebroken Engels antwoord dat zij Frans zijn en de boot in Nederland hebben gekocht. Dit overkomt me zelfs nog een keer! Blijkbaar is de Nederlandse markt gunstiger dan de Franse om boten te kopen. Het blijft een moeizaam volkje die Fransen!
We nemen afscheid van onze Zwitserse zeilers Anton en Sylvia, waar we zeker ook contact mee zullen houden.

Taxi’s
We gaan nog een aantal keren met een taxi naar de supermarkt en merken de laatste tijd dat de chauffeurs ons proberen op te lichten. De rit kost gemiddeld tussen de 12 en 15 DH (€ 1,20 – € 1,50), maar de allerslechste taxichauffeur vraagt er zelfs 50 DH voor. Daar stappen we dus niet bij in. Ze proberen het omdat er zoveel toeristen in Agadir zijn die er wel intrappen. Maar wij zijn na zolang in Marokko aardig door de wol geverfd, dat we wel weten hoe we ze moeten aanpakken.

Ontspannen
In de laatste week ga ik naar “Natea les Massages D’Agadir” (www.Natea.info) toe en laat me lekker verwennen met een Hammam en een Hotstone massage. Fred houdt hier helemaal niet van, dus ga ik er alleen heen. Ik word zelfs gratis opgehaald en weer terug gebracht door een taxi. Voor 600 DH geniet ik twee uur lang van een Hammam en massage. Gescrubd (ontdaan van mijn vieze oude huidje), ingesmeerd, afgespoeld en gemasseerd kom ik helemaal ontspannen bij de boot terug. Natuurlijk zal ik wel een reactie krijgen op deze behandeling, maar dat is het me zeker waard geweest. Een echte aanrader!

Tijd op verder te gaan
De laatste dagen is er weer erg veel wind, waardoor we een aantal dagen moeten wachten totdat het weer zover verbeterd is om te kunnen vertrekken. We verlaten dan Marokko om richting de Canarische eilanden te gaan en Lanzarote zal onze eerste bestemming worden.

Agadir deel 2

Achterland verkennen
We huren weer een auto om nog iets meer van Marokko te kunnen verkennen. Dit maal heeft de man van Marjolein (Nederlandse Wereldvrouw die in Agadir woont) ons met het huren van een auto geholpen.
1e dag, 13-02-2017
Marjolein komt op maandag samen met de verhuurster naar de Marina toe alwaar we alle papierwerk in orde maken. Het is witte Dacia Logan en we zijn benieuwd hoe deze er uit ziet na onze rondritjes! We nemen afscheid van Marjolein want zij gaat voor 2 weken naar Nederland voor o.a. haar projecten (hier later meer over). De dame van het verhuurbedrijf brengen we weer thuis en kunnen meteen zien hoe de auto werkt. Voor de rest van de dag gebruiken we de auto voornamelijk om naar de supermarkt te gaan en zware boodschappen in te slaan. Verder kopen we een Marokkaanse gasfles in één van de wat armere buurten van Agadir en vullen twee jerrycans met diesel bij de benzinepomp. Dat scheelt toch weer een hoop sjouwwerk. In de avond hevelt Fred de grote fles over in de kleinere gasflessen. De jerrycans worden in de dieseltank geleegd en gaan morgen weer mee. S ’avonds gaan we naar Nick en Anne toe om afscheid te nemen, want zij vertrekken de volgende dag naar Tenerife.

2e dag, 14-02-2017
Rondrit: Agadir – Tiznit – National Parc Souss – Agadir (ongeveer 210 km)
Tiznit of Tiznet is een stad in de zuidelijke Marokkaanse regio Sousse-Massa en ligt ongeveer 100 km ten zuiden van Agadir in het westelijk gedeelte van het Anti-Atlas gebied. De stad wordt ook wel de “zilverstad” genoemd omdat Joodse zilversmeden zich in deze stad vestigden. De stad is bekend geworden door de ambachtelijke sieradenmakers en zilverwerk: sieraden, dolken en sabels. De oude binnenstad van Tiznit wordt omgeven door een 5 km lange, okerkleurige lemen muur met zes poorten en sterke vestingwerken. Hoofdpoort is de Bab Ait Djerrar. Daarachter ligt de door arcaden omgeven Place el Mechouar, het centrale plein van de stad met een busstation, eenvoudige hotels, cafés en restaurants. Rond het plein liggen grote soeks, met een wirwar van straatjes. De soeks van de wapensmeden en de sieradenmakers waren lange tijd in het hele land beroemd. Rechts van het plein verrijst de grote moskee met een minaret.

Van Agadir rijden we via de N1 naar Tiznet, een zeer goed geasfalteerde weg en daardoor kunnen we lekker doorrijden. Onderweg komen we langs de vele buitenwijken van Agadir en zien weer overal de half afgebouwde in zeer slechte staat verkerende flatgebouwen. Het land is hier vrij vlak en redelijk kaal. Heel in de verte zie je de hoge bergen. Af en toe zie je een aantal Arganbomen en rijen met stekelige struikjes die de schapen tegen zouden moeten houden. We zien driewielkarretjes rijden, de zogenaamde “Docker” motors met een laadbak, volgeladen met de meest uiteenlopende goederen. Een grote kudde schapen met schaapsherder loopt naast de weg en probeert zijn schapen van de weg af te houden. Toch wel wat anders dan in Nederland!

Dan naderen we de stad Tiznet en zien in de verte al de rode muren van de Medina. We parkeren de auto op het centrale plein en geven de parkeerwacht enkele DH. Dan duiken we de soek in op zoek naar de zilverwinkeltjes. Bij één er van zie ik een paar mooie oorbellen. De man vraagt er 350 DH voor en dat vinden we veel teveel. Na een beetje onderhandelen ben ik even later in het bezit van een stel mooie zilveren oorbellen voor maar 180 DH. We komen ook nog een piep klein wol winkeltje tegen en koop toch maar weer een paar bolletjes haak wol. Je kunt er tenslotte nooit genoeg van hebben!
Ook deze stad is erg gericht op toeristen en we horen frequent “kijken, kijken niet kopen”. Daar word ik echt niet goed van en krijg meteen de neiging om verder niets meer te kopen. We wandelen nog een beetje door de straatjes om elkaar vervolgens aan te kijken, we hebben het wel een beetje gehad met de soeks!

We verlaten de stad en rijden weer over de N1 richting het Nationaal Park Souss-Massa.
Dit gebied strekt zich uit over een 40 kilometer brede strook van Agadir langs de kust uit naar Tiznit. Het is ongeveer 33.800 hectare groot en in 1991 opgericht. In het park bevinden zich de reservaten Rokein en Arrouis, en zijn extra beschermde gebieden. Dit gebied omvat zeven traditionele Berber dorpen. Het is bekend over de hele wereld vanwege bijzondere ornithologische soorten, waaronder de beroemde kale ibis (die alleen hier aanwezig is) en diverse andere bijzondere soorten vogels. De flora varieert afhankelijk van de hoeveelheid water aanwezig: van woestijnachtige en rotsachtige gebieden, met verschillende vegetatie van euphorbia en eucalyptusbomen, palmbomen langs de rivier. Ook aan de kust is het Park is zeer divers, eindeloze zandstranden, kliffen, grotten en zandstranden. https://visitnationalparksoussmassa.jimdo.com/
We hebben onvoldoende tijd om een wandeling met een gids te maken, maar willen toch een indruk krijgen van dit natuurgebied. Bij het woord: “Beschermd gebied” moet je je wel iets anders voorstellen dan in Europa. Hier kun je gewoon met je auto er dwars doorheen rijden. Bij de afslag naar Massa gaan we van de N1 af en rijden richting het dorpje Massa en volgen daarna de “Route SidiR’bat”. Een goed begaanbare tweebaansweg die zelfs voorzien is van straatverlichting (als deze tenminste werkt). We passeren donker rode huizen met muren er om heen en een hele grote kudde dromedarissen, maar we ervaren weinig van het zo beroemde natuurgebied.

We hebben honger gekregen en in “SidiR’bat” zien we een klein bordje met Auberge restaurant “La Dune”. De weg verandert langzaam van twee naar één baan, om uiteindelijk over te gaan in een zandweg. Fred heeft ineens twijfels of we wel verder moeten rijden, we hebben tenslotte géén terreinwagen, maar volgens onze GPS is dit de goede weg. We zien een ezeltje lekker rollebollen op zijn rug in het zand naast de weg. We zetten door en komen uit bij de Auberge, die ook een aantal Berber tenten heeft waar je kunt slapen. Het restaurant ligt boven op het duin met uitzicht over zee, heeft een prachtig aangelegde bloeiende tuin met een veranda waar we heel idyllische kunnen lunchen. Blijkbaar is het ook een goede plek om te surfen. We zijn de enige lunchgasten en worden zeer welkom geheten. We bestellen een kip Tajine, het duurt ongeveer 30 minuten om dat voor te bereiden, maar wachten op deze rustige plek is zeker geen straf! Terwijl we onze verse sinaasappelsap met citroen drinken, luisteren naar de fluitende vogels. Er komen nog meer gasten, een stel Duitsers op de fiets, waar we even later een praatje mee maken terwijl we wachten op ons eten. Volgens de man van het restaurant kunnen we straks gewoon deze weg blijven volgen en komen we van zelf uit in het volgende dorpje.

De zandweg, als je hier nog van een weg kunt spreken, lijkt meer op een duin waar ons al hobbelend doorheen worstelen. Grote kuilen en tegenliggers weten we gelukkig te ontwijken. We hebben wel een heel mooi uitzicht over de zee. Na een uurtje hobbelen, komen we uit op een “gewone” weg in het dorpje “Douira” en vervolgen de weg tussen de “kassen” (hier zijn kassen gemaakt van plastic i.p.v. glas zoals bij ons in het Westland van Nederland) door naar de N1. Het is nu nog 50 km rijden naar Agadir. Het is al met al weer een mooie rit geweest. We tanken de twee jerrycans nog even vol met diesel bij een pomp en dan zit deze dag er ook weer op.

3e dag, 15-02-2017
Rondrit:
Aouris – Paradise Valley – Immouzer Ida Ou Tanane –Tiqqi – Bigoudine -Barage Abdelmoumen – Wintimdouine – Amskroud – Azararag – Agadir (ongeveer 210 km)
We gaan vroeg op weg en nemen de hoofdweg N1 langs de kust tot je de rotonde bereikt, neem 1e afslag naar de P1001. Het heuvelachtige landschap is in het begin wat kaal met Argonbomen, waar het meteen wemelt van de geiten. Stalletjes aan de kant van de weg die Argonolie, fossielen en keramiek verkopen. We twijfelen wel een beetje aan de originaliteit van deze fossielen. We passeren een man op een ezeltje die druk aan het bellen is met zijn mobiel! Want ja, iedereen in Marokko heeft tegenwoordig een mobiel! De bergen in de verte worden groener, maar langs de weg wordt het rotsachtiger. De weg slingert door een kloof langs de rivier met een oase aan grote palmbomen. We zijn op weg naar het bekende ”Paradise Valley”.

De weg is nu meer een éénbaansweg geworden met grote gaten in het asfalt. Het wordt steeds smaller en grote delen asfalt zijn afgebrokkeld. Op een gegeven moment stap ik maar even uit en kijk of we er überhaupt wel langs kunnen zonder dat we in de rivier belanden. Er komt ook nog een tegenligger aan, Fred moet zelfs een stukje achteruit rijden. Dat is hoopvol, dan zal de weg verder wel begaanbaar zijn. Dan gaat de weg over in zand en rotspartijen en komen er nog meer tegenliggers aan, dat is even goed opletten! Op de rotsen verschijnen allerlei bordjes met Auberge, restaurants etc. We komen in de buurt! De weg wordt weer wat normaler en kronkelt door langs de rivier. Het is hier werkelijk prachtig! Na een poosje zien we aan de andere kant van de rivier een geel bordje “Café Vallee du Paradis” onder een afdakje van takken naast een lemen hutje. De man snelt meteen zijn hutje uit en zet net een paar plastic stoeltjes neer als we langsrijden. Stoppen op deze smalle weg? Hoe komen we aan de overkant? Jammer voor de man, maar nee dat gaan we niet doen.

Ik maak veel foto’s van deze mooie omgeving en ondanks de slechte weg hadden we dit niet willen missen. De bergen worden hoger en groener en de weg slingert van boven naar beneden tussen de dalen door.
Onze volgende bestemming zijn de watervallen (Cascade) van ”Immouzer Ida Ou Tanane”.
Het is tijd om ergens koffie te gaan drinken en we stoppen bij Café restaurant “La Belle Vue”, waar we boven op het terras een werkelijk prachtig uitzicht hebben over de vallei. Behalve de fluitende vogels op de achtergrond is het hier zo rustig! We worden bediend door een hele aardige oudere man die ons verteld dat we hier zelfs kunnen overnachten (zie filmpje). Je zou het bijna doen!

We rijden verder tot een splitsing van wegen waar we even linksaf (P1001, blijven volgen) gaan om de watervallen te bekijken en daarna rechts af zullen slaan om onze weg te vervolgen. Langs de weg naar Immouzer, komen we al allerlei kleinere watervallen tegen. In het stadje volgen we de bordjes naar een parkeerplaats waar al een mannetje staat te wachten om ons de weg te wijzen. Niet nodig zeggen we, we vinden het wel, want je hoeft alleen maar op het geluid af te gaan. We lopen af en toe gebukt onder de Argonbomen door, springen over beekjes en komen we even later bij de waterval. Mooi, maar niet echt super bijzonder.
Tijdens de terugweg naar de splitsing rijden we achter een stel vrachtwagens, welke omgebouwd zijn tot “camper”. De weg is erg smal en inhalen kun je hier haast niet. Bij de splitsing aangekomen blijven we de P 1001 volgen. In de verte verschijnen de eerste bergen met permanente sneeuw, werkelijk adembenemend mooi! We komen langs de plaats Tiqqi, waar de struiken gele brem volledig in bloei staan. In de plaats Bigoudine lunchen we bij een plaatselijk restaurantje (uiteraard een Tajine) en hebben zicht op de kleine vrachtwagen die koeien vervoerd. Hier in Marokko kan de Partij voor de Dieren zijn hart ophalen! Daarna nemen dan de N8 die langs de ”Barage Abdelmoumen” loopt. We hebben vanuit de auto een mooi zicht om dit stuwmeer, die een vieze rood/bruine kleur heeft, zoals de kleur van de grond hier. De heuvels worden weer kaler en steeds vlakker. We passeren een vrachtwagen waarin men koeien vervoerd. Ik blijf het een naar gezicht vinden zoals zij met de dieren omgaan. Na 20 km nemen we de afslag naar de P1004, waar we 17 km over een smal slingerend weggetje richting de “Grotten van Win Timdouine” rijden. Nergens een bordje te bekennen en wanneer we er zijn volgens de GPS is de weg verder afgesloten. We kunnen dus niet in of bij de grotten komen, maar het uitzicht is weer heel bijzonder! We moeten nu alleen de 17 km weer terug rijden naar de N8. De kleur van de grond veranderd langzaam in een rode kleur, heuvels worden minder. Via Amskroud rijden we terug richting Agadir. Wederom tanken we onze jerrycans weer even vol en rijden dan naar de Marina. Het was een lange dag, maar zeker weer de moeite waard!

4e en 5e dag, 16-02-2017 en 17-02-2017
Rondrit:
Agadir – Marrakesh (255 km en 3 uur)
Marrakesh – Tisselday (150 km en (3 uur) overnachting
Tisselday – Taznakht – Taroudant – Agadir (370 km en 5 en 1/2 uur)

Omdat we Kit niet langer dan één nacht alleen willen laten hebben we een strak schema. De eerste dag naar Marrakech daarna nog een stuk rijden tot waarschijnlijk Tisselday om te overnachten. De volgende dag hebben we ook een forse rit voor de boeg en want er is nog genoeg te zien onderweg.

Marrakech
Is één van de vier Koningssteden van Marokko en heeft meer dan een miljoen inwoners. Het is grote moderne stad met natuurlijk ook zijn oude kern. Wanneer je wat meer tijd hebt om de stad te bezoeken, dan is er genoeg te zien, zoals: Het ”Palais Bahia”, Koutoubia moskee en minaret, Jardin Majorelle, Museum van Islamitische Kunst, MenaraTombes van de Saädieden en Museum Dar si Saïd. Het heeft de oudste oude stad (Medina) van Marokko en deze historische kern is door UNESCO in 1985 tot Werelderfgoed verklaard. Het is omringd door de hoge rode stadsmuren en je vindt er een wirwar van smalle straatjes, pleintjes en leuke winkeltjes. In de medina bevindt zich het centrale plein “Djemaa el Fna” (hier vonden vroeger executies plaatsvonden, vandaar de naam: “Plein des Doods”). Nu vindt je er tientallen stalletjes waar je kunt eten en drinken, er zijn slangenbezweerders, aapjes, tandentrekkers, acrobaten en muzikanten. Wat zeker de moeite waard is om te bekijken is de bekende “Ben Youssef Madrassa” (Koranschool), een uniek voorbeeld van Islamitische architectuur. De naam Ben Joesoef is afgeleid van de Almoravidische sultan Ali Ben Yoessef, die regeerde van 1106 tot 1142. Het gebouw is rond 1570 gebouwd en in 1950 gerestaureerd. De studenten waren gehuisvest in 130 cellen die gelegen zijn rond een binnenplaats die rijkelijk versierd is met cederhout, marmer, kleurig tegelwerk en gipsen ornamenten. De school ontwikkelde zich tot één van de belangrijkste Koranscholen in de islamitische wereld en met 900 studenten tot de grootste in Afrika.

We vertrekken zo vroeg mogelijk want we hebben een aardige rit voor de boeg. Het beloofd een mooie warme dag te worden! We nemen de A7, een tolweg en zeer goede weg. In het begin rijden we door kale grijze heuvels met in de verte weer de hoge bergen met de eeuwige sneeuw. We gaan zelfs door een tunnel heen! Nu moet je je daar niet erg veel bij voorstellen het is geen tunnel zoals in Frankrijk of Zwitserland, want 5 minuten later zijn we er alweer doorheen. Het landschap wordt wat vlakker met natuurlijk overal Argonbomen. We passeren diverse dorpjes met hele grote kraampjes met keramiek. Normaal gesproken loopt en rijdt hier van alles op de weg, ezels, karretjes, fietsers, schapen etc. Dan zien we ineens een heel groot bord: Piste Cyclable! Een echt fietspad, hoe is het mogelijk! Maar wat rijdt hier? Een ezel met een kar vol takken. De brommers rijden gewoon op de middenstreep!

Dan naderen we de stad Marrakech, een grote modern stad met brede straten. We halen een zeer toeristische open rijtuig met twee paarden in en rijden langs de rode muren van het mooie paleis Bahia. De perkjes met grote palmbomen en struiken worden hier heel goed bijgehouden, ziet er allemaal heel netjes uit. Onze tijd is beperkt, vandaar dat we direct naar de oude stad toerijden. We hebben een parking gevonden naast één van de ingangen van de oude Medina. We moeten onze auto recht voor een andere auto parkeren, heel apart. Maar dan vraagt de parkeerwacht aan Fred om de autosleutels. We laten zeker geen autosleutel achter om een vreemde in onze huurauto te laten rijden! Dus zetten we de auto ergens anders neer.

We wandelen de Medina in richting het centrale plein, het is een drukte van belang met natuurlijk weer de bekende stalletjes: kruiden, lappen, schoenen etc. We vangen een glimp op van de slangenbezweerders en mannen met aapjes die je kunt fotograferen. Nee, daar maak ik geen foto van! Ik vind het een vorm van dierenuitbuiting en mishandeling. Ze worden ze hier nu niet echt goed behandeld. Hier werk ik niet aan mee! In een klein steegje zien we een soort van “Hall of Fame”, maar wel toeristisch. (zie foto). Er zijn stalletjes waar handgeschilderde houten reclame bordjes verkocht worden, beelden van Zuid-Afrikaanse hoofden die versierd zijn met kleine kraaltjes, tegelverkopers, oude fototoestellen en heel veel toeristische souvenirs.

Het is nu al behoorlijk warm geworden en op een klein pleintje nemen we wat te drinken. We hebben uitzicht op een tapijtenhandelaar en vragen later wat een klein kleedje kost. Het is ongeveer 900 DH en at vinden we veel te duur. We wandelen door de straatjes naar de “Ben Youssef Madrassa”, waar de toegangsprijs 20 DH per persoon (€ 2,00) is. We bekijken de prachtig versierde binnenplaats, zeer indrukwekkend en wat een serene rust heerst hier. Een welkome afwisseling is van de geluiden in de soek. Door de gangen lopend nemen we een kijkje in een aantal van de 130 cellen waar de studenten hebben vertoefd. Wel jammer dat het zo slecht onderhouden wordt, met uitzondering van de binnenplaats, ziet de rest er toch wat minder uit. Maar toch zeker de moeite waard om gezien te hebben!
Wat ons zeer bevreemd is dat deze medina door UNESCO tot Werelderfgoed verklaard is. Het is een toeristische plek waar handelaren je voortdurend aan je jasje trekken om iets te verkopen. Brommertje banen zich een weg door de veel te nauwe straatjes en laten een vreselijke vieze walm van uitlaatgassen achter. Nee, aangenaam wandelen is het niet! Geef ons maar de minder toeristische steden of dorpen! We lunchen nog even op het grote plein alvorens we de stad weer verlaten. Omdat het erg warm is trekken we maar gauw een korte broek aan.

Het plan is om zover mogelijk te rijden en dan een plek op te zoeken waar we kunnen overnachten. Van te voren hebben we een aantal opties voor overnachtingen op een rijtje gezet. We zien wel hoever we komen!
We volgen de N9 richting Tisselday, dat is ongeveer 150 km. En 3 uur verder. In ieder geval willen we een slaapplek hebben voordat het donker is. Het is een redelijk weg en in het begin kunnen we aardig de sokken er in zetten. Bij het begin van een stad of dorp worden hier vaak een soort van torens geplaatst met de naam en een welkomstgroet erop. We rijden dwars door het Atlas gebergte en het landschap is weer indrukwekkend. Zo afwisselend elke keer, dat het ons blijft verbazen. Naarmate we verder komen, neemt de kwaliteit van de weg af en moeten we gaten en ontwijken. Inhalen wordt ook steeds lastiger en zelfs met tegenliggers moet je uitkijken. We slingeren zo tussen de rotswanden door en zien dat er druk aan de weg gewerkt wordt om deze te verbeteren. Niet geheel overbodig, want links en rechts liggen de grote rotsblokken gewoon op de weg. We komen diverse aardverschuivingen tegen en op een gegeven moment mogen we even niet verder omdat er zich net een verschuiving heeft plaatsgevonden. Opletten met inhalen van auto’s en zelfs met de tegenliggers. We komen steeds hoger in de bergen en zien de sneeuw dichterbij komen. Daar zitten we dan in onze korte broek in de auto! Helaas (of gelukkig, want het is aardig koud geworden) hebben we niet de mogelijkheid om ergens bij de sneeuw te komen. Maar het blijft wel bijzonder!

De weg wordt langzamer hand weer een stuk beter. Het wordt snel donker en we zijn nu vlakbij Tisselday, een echt Berber dorp. Hier moet een “Maison d’hotes Irocha”, https://www.irocha.com/en/, zijn waar we wellicht kunnen overnachten. We gaan er op de bonnefooi heen! Via een smal rotsachtig, stijl omhoog lopend weggetje komend we uit bij een, in rode steen opgetrokken complex. Door de openstaande voordeur lopen we via een binnenplaats naar binnen naar een balie toe. Na op een bel gedrukt te hebben verschijnt er een uiterst vriendelijke man, Achmed de eigenaar, die ons vertelt dat we hier natuurlijk kunnen overnachten. Hij laat ons twee verschillende kamers zien en we kiezen de kleine kamer met wc douche. Voor 2 personen, inclusief diner en ontbijt, kost dit 800 DH (€ 80,00). Het hele complex ademt een enorme gastvrijheid uit. Er is een zwembad en een groot overdekt terras waar je bij mooi weer buiten kunt eten en een prachtig uitzicht over de vallei waar de bomen in bloei staan. Het is werkelijk een plaatje! De kamer heeft een Berbers sfeer met moderne faciliteiten, zoals een airco met verwarming. Lekker warm, zeker nu we nog een korte broek aan hebben. Nadat we ons hebben om gekleed gaan we naar de gezamenlijke ruimte alwaar de open haard al lekker brandt. Er zijn ook nog enkele andere gasten. Bij de open haard drinken we een aperitief en lezen een beetje. Fred valt even later bijna op de bank in slaap. Om 20:00 uur krijgen we een overheerlijke 3-gangen diner voorgezet door Khalid (gemaakt door zijn vrouw). Met een lekker fles wijn erbij is onze dag helemaal goed! Dit is echt genieten in een bijzondere omgeving.

De volgende ochtend, na een goede nachtrust in de comfortabele bedden, krijgen we een zeer uitgebreid ontbijt in de serre. We raken aan de praat met de eigenaar die verteld dat hij geboren en getogen is in dit Berberdorp. We complimenteren hem met de sfeer die hier heerst. In 2008 is hij met 4 kamers begonnen en nu uitgebreid tot het huidige formaat. Wij vertellen dat we met onze zeilboot de wereld rond zeilen en dat vindt hij wel heel bijzonder. Na het ontbijt nemen we nog even afscheid van Khalid en zijn vrouw en wensen Ahmed verder veel succes.
Kortom een indrukwekkende omgeving en een perfecte plek om even tot rust te komen.

We verlaten de bergen en rijden via de N9 tot Amerzgane, nemen dan de P1505 en rijden door totdat deze samenkomt met de N10. Deze weg vervolgen we richting Taznakht. Het landschap wordt weer wat vlakker en bestaat uit kale rode heuvels die later veranderen in een soort maan landschap! De ideale omgeving om dat soort films op te nemen!
Taznakht staat bekend om zijn Berber tapijten. Omdat we toch heel graag een klein kleedje willen kopen nemen we in deze stad even een kijkje. Eerst probeer ik nog even geld te pinnen en na een aantal pogingen bij één bank komt er geen geld uit. Ik loop het kantoor binnen en de man achter de balie zegt dat het niet werkt (achteraf blijkt het wel afgeschreven te zijn)! Bij een andere pin automaat lukt het wel. Bij één van de vele zaken gaan we naar binnen en daar laat de man ons diverse tapijtjes zien. De handelaar verteld dat de vrouwen een (voor ons) volle werkweek nodig hebben om een kleed te weven. Zij zijn lid van een grote Coöperatie die deze kleden verkoopt. Na wat heen en weer onderhandelen hebben we een mooi (door Berbers) handgeweven tapijtje. De man schrijft ook nog even naam van de familie die het gemaakt heeft op de bon. Een mooi en praktisch souvenir van Marokko!
Wanneer we dorpjes naderen zien we vaak tientallen schoolkinderen langs de weg lopen richting huis. Arme kinderen hebben geen geld om de schoolbus te betalen en moeten of lopen naar huis of het hebben van een lift. Sommige kinderen wonen erg afgelegen en moeten soms wel 15 km heen en terug van huis naar school. Wanneer ik 3 jongens met een rugzak op langs de kant zie staan met hun duim omhoog, zeg ik tegen Fred: “Kom laten we ze maar meenemen”. De drie jongens kunnen een beetje Engels en zijn heel blij dat ze mee kunnen rijden en vragen zelfs in hun beste Engels of ik Facebook heb! Maar daar beginnen we niet aan. Na ze afgezet te hebben nemen we nog tweemaal kinderen mee en allemaal zijn ze heel blij en dankbaar voor de lift. Het verbaasd ons wel hoe gemakkelijk deze kinderen (denk dat de jongste net 10 jaar was) zo gemakkelijk bij een vreemde in de auto stappen. Misschien omdat we buitenlanders, wie zal het zeggen. Ook weer een groot verschil met Nederland. In ieder geval hebben 7 kinderen niet zover hoeven te lopen die dag! Wie goed doet, goed ontmoet!

Voor de plaats Aoulouz slaan we af naar P1706 en rijden aan de linkerkant van de rivier. De plaats Tiout stond ook nog op ons lijstje, maar daarvoor moeten we een heel eind omrijden. Deze plaats staat bekend om het feit dat de geiten gewoon in de Argonbomen klimmen omdat ze gek zijn op de vruchten, Dat moet ik zien! Maar we hoeven daar niet voor naar Tiout, want onderweg komen we heel veel Argonbomen tegen en dan zie ik ineens een heleboel geiten rond lopen. En ja hoor, ik zie ook geiten in de bomen staan. Het is een heel grappig gezicht en uiteraard maak ik hier een paar foto’s van. Zo, dat scheelt toch weer enkele km omrijden!
Deze weg is weer wat slechter, wat aangegeven wordt met opgestapelde stenen naast de weg. Lijken wel ZEN torentjes. Dan roep ik ineens tegen Fred: “Stoppen! Er loopt iets op de weg.” Ik spring de auto uit loop naar het midden van de weg en pak een grote landschildpad op. Deze heeft duidelijk een doodswens om de weg over te steken! Ik zet hem/haar een einde verder in de berm. Alweer een beest gered van de dood! Onderweg lunchen we in een plaatsje en daar verdraai ik mijn linker knie bij het afstappen van een te hoge stoep. Gelukkig hoeven we niet veel meer te lopen.

We rijden verder tot aan de plaats Freija en nemen de weg die over de rivier gaat de R109 richting Taroudant. Vanaf hier de P1708 en daarna de N8 naar Agadir. We vinden het welletjes en rijden het laatste stuk door zonder te stoppen. We rijden Agadir binnen en bij een rotonde rijdt een vrachtwagen met open bak voor ons volgeladen met vrouwen in hoofddoekjes. Ik maak een foto, waarop sommige naar ons zwaaien in het Engels: “I love You” roepen. Anderen maken een gebaar dat ze geld willen hebben. Ja. Doei! Lachend passeren we ze. Het blijft grappig.

6e en 7e dag, 18-02-2017 en 19-02-2017
De laatste twee dagen gebruiken we alleen de auto om nog boodschappen te doen en weer een keertje jerrycans te vullen met diesel. Verder doen we weinig, mede omdat ik mijn knie wil ontzien.
De auto halen we toch nog maar weer even door de Marokkaanse “wasstraat”. Arbeidsloon is lekker goedkoop, dus doen ze hier niet aan automaten. De auto wordt in 15 minuten van top tot teen schoon gemaakt voor maar 20 DH (€ 2,00). Het verhuurbedrijf haalt de auto weer keurig op bij de Marina.

We hebben deze week weer een heel ander gedeelte van Marokko gezien en ruim 1200 km gereden. Het zijn lange en vermoeiende dagen geweest met heel veel verschillende indrukken, maar zeer zeker de moeite waard!

Agadir deel 1

De stad
Agadir is een havenstad en tevens de grootste badplaats van Marokko. Het is de meest Berber-talige stad van Marokko. Het woord Agadir betekent in het Berbers: gemetselde muur die een stad insluit, een vesting, feitelijk een bijzondere vorm van de kasba. De 16e-eeuwse ”Kasba” staat boven op de heuvel en wanneer het donker is zie je Arabische letters sfeervol verlicht worden. In 1960 werd de oude stad vrijwel geheel verwoest door twee aardbevingen en de daarop volgende branden en vloedgolven, hierbij vielen 15.000 doden. Alleen de muren van de kasba werden grotendeels gerestaureerd. De stad werd ongeveer 1,5 km ten zuiden van de oorspronkelijke locatie herbouwd. Agadir is een moderne zeer toeristische stad, met brede lanen, bloeiende tuinen, hotels, luchthaven, havens en een grote boulevard langs de ongerepte stranden. Een zeer aantrekkelijke stad voor toeristen vanwege het zeer milde klimaat en de vele zonuren in de wintermaanden.
De “Souk El Had d’Agadir”, is één van de grootste van het land en spreidt zich uit over een gebied van ongeveer zes hectare. Er zijn verschillende poorten (ongeveer 13) waardoor je de souk binnen kunt gaan en bij elke poort vindt je weer andere waren. Het is ook veel ruimer opgezet dan een “oude” medina of souk (soek of souk, het mag allebei) die we tot nu toe gezien hebben. Honderden kraampjes met handelaars vanachter enorme stapels groenten, fruit en kruiden of kleding, schoenen, lappen of hoog opgestapelde pannen. Het is vooral een mengeling van kleur en bedrijvigheid waar gekeurd, onderhandeld en geproefd wordt. De mannen staren je schaamteloos aan en proberen hun waren aan je te slijten.

Er zijn duidelijk verschillen tussen Rabat en Agadir. Deze stad is ook modern, maar veel schoner, minder last van uitlaatgassen. In Agadir zijn veel meer toeristen en vooral de 50+ groep is zeer goed vertegenwoordigd! Duidelijk een veel beter klimaat en een goede plek om de tijd door te brengen.

De haven
Er zijn 3 havens in Agadir, de haven voor tankers, vissershaven en de Marina (die het dichtste bij het strand ligt). De Marina is gelegen in een soort kom met rondom zeer moderne winkels, restaurants, hotels en appartementen complexen (met de bijbehorende Europese prijzen). Het ziet er allemaal prima en netjes uit. Het kantoor van de politie en douane ligt naast het havenkantoor. De havenkom wordt bewaakt door 3 bewapende militairen, die de hele dag niets anders doen dan een beetje heen en weer lopen. Daarnaast staan er vele bewakers bij winkels en begin van een weg. Je moet toch iets te doen hebben niet waar? Het haven personeel van de Marina is uitermate vriendelijk en behulpzaam. Helaas is het met de staat van de steigers en de faciliteiten bedroevend slecht gesteld. Er zijn op de steigers vele plankjes los of ontbreken (gaten) en af en toe doet de verlichting het ook niet. Ze hebben het “veel te druk” met sociaal bezig zijn (lui op het bankje hangen bij het kantoortje). Dit is: “The Maroccan Way”, liever lui dan moe!
De sleutel van de faciliteiten ligt in een plantenbak die voor het kantoortje staat en na afloop is het de bedoeling dat je deze daar weer terug legt. Ach ja, waarom verbaast ons dit toch niet meer? De ruimte van de toiletten en douches bestaat uit een lange gang waarvan het merendeel van de deuren afgesloten is met een groot hangslot en er zijn slechts twee douches beschikbaar van de vier. Er zijn geen werkende wasmachines aanwezig. Het ziet er dramatisch slecht uit, houtwerk is weggerot, afgebladderde verf, gaten in deuren, verlichting doet het niet, het is echt heel erg vies. Bovendien is er niet eens een douchekop aanwezig. Wanneer je vraagt wanneer het gemaakt wordt, is steevast het antwoord morgen! Wij hebben aan boord een reserve en nemen deze elke keer mee, je moet toch wat! Na ongeveer 2 ½ week hangt er ineens één “oude” douchekop, we zijn verrassend verbaasd! Dit is toch ver weg de slechtste accommodatie tot dus ver. Het enige pluspuntje is dat het water over het algemeen lekker warm is! Later blijkt dat het ook nog eens een dure haven ten opzichte van de Marina in Salé, die veel beter en schoner is.

Praktische zaken
Pinautomaten:
Zijn overal te vinden, maar vooral bij de doorgaande weg (boven en parallel aan de boulevard).
Supermarkten:
Carrefour en Aswak Salam zitten naast elkaar (Rue Yacoub El Mansour), met de taxi kost dit 15 DH (€ 1,50).
Marjane, (ligt aan de Avenue Mohammed V, N10 naar het zuiden aan de rand van de stad).
Mini supermarktje, zit aan de Route Marina (havenkom) en hier vind je ook een bakker (Boulangerie) “Tafarnout”, waar je lekker vers brood kunt kopen.
Taxi’s:
Die zijn in Agadir rood voor binnen de stad en wit voor buiten de stad. Je vindt ze bij de rotonde en slagboom op weg naar de boulevard.
Auto huren:
Er bevinden zich vele internationale autoverhuurbedrijven aan de doorgaaande weg (paralelweg van de boulevard).
Wij hebben hier geen auto gehuurd (zie volgend blog).
Gasflessen:
Marokkaanse gasfles (grote) die wij gebruiken om over te hevelen naar onze kleinere gasfles, hebben we gevonden in één van de kleine zijstraatjes in de wat “gewonere” wijken.
Restaurants:
Die zijn er in overvloed. Bij de Marina met Europese prijzen, langs de boulevard (van Europese naar Marokkaanse prijzen) in of bij de souk vele kleine eettentjes (veel goedkoper en beslist niet slechter). Er is zelfs een discotheek (in de haven kom), waarvan we s ’avonds mee kunnen genieten, inclusief lichtflitsen, tot in de vroege uurtjes.

Ontmoetingen met andere zeilers
We maken kennis met de beide buurboten voordat we de boot verleggen naar de andere plek. Het waait deze dag behoorlijk en naast de hulp van de havenmeesters, helpen de zeilers van de andere twee boten ook een handje mee. We spreken meteen af om s ’avonds bij elkaar te komen op de Zwitserse boot, bij Anton en Sylvia, voor een borrel. Zij gaan over enkele weken richting Rabat. Nick en zijn moeder Anne zijn hier al een paar weken en gaan binnenkort richting Tenerife, waar ze nu nog een appartementje hebben. Deze gaan ze uitruimen en dan ook op de boot wonen. In de dagen die volgen, komen we geregeld bij elkaar buurten en het is dan heel gezellig. We wisselen de nodige tips en ervaringen uit en Nick en Anne zullen we zeker terug zien op de Canarische Eilanden. Met hun hebben we een hele goede klik en een aantal keren zeer diepgaande gesprekken gevoerd in een mengelmoes van Duits en Engels, wat totaal geen probleem is.

Ontmoetingen met Wereldvrouwen

Dit wordt een vast onderwerp in onze blog. Ik heb wederom een berichtje geplaatst op de Facebookpagina van “Wereldvrouwen”. Marjolein reageert op mijn berichtje en er wordt meteen een afspraak gemaakt. Toevallig kent Aicha uit Salé ook deze wereldvrouwen. Marjolein en Laila (een Nederlandse vrouw die vlakbij de Marina woont) komen naar onze boot. Voor hen is het apart om op een boot te zijn en we hebben een heel gezellige ontmoeting. Marjolein woont nu al 4 jaar in Agadir en is getrouwd met een Marokkaan en Laila pas 1 ½ jaar met man en drie kinderen. Er wordt met Marjolein afgesproken om elkaar de volgende dag te ontmoeten bij de “Souk El Had d’Agadir”, zodat zij ons een beetje wegwijs kan maken.

Wat hebben we zoal gedaan

Met de taxi naar de “Souk El Had d’Agadir”, daar heeft de man van Marjolein een fietsenhandel. We worden weer hartelijk ontvangen door haar en duiken meteen de souk in. We zijn op zoek naar een miniwasmachine, die we ook bij Nick en Anne hadden gezien. Geschikt voor ongeveer 4 kg wasgoed, niet al te groot en erg handig wanneer er geen enkele andere mogelijkheid is om je was te doen of laten doen. Marjolein is onze tolk en neemt ons mee, want de souk is echt erg groot en zij weet feilloos de weg na 4 jaar. We wandelen tussen de vele zeer kleurrijke kraampjes door. Op een binnenplaatsje zit een slager. Het vlees hangt lekker buiten tussen alle vliegen en om aan te geven van welk dier het vlees komt, hangt de kop van het beest er boven! Marjolein laat zien waar we het beste fruit, groente of Arganolie kunnen kopen. We vinden de wasmachine van het merk “Bronde”, 50 cm hoog bij 35 x 35 cm. Fel roze van kleur en zelfs een energielabel A erop, voor nog geen € 45,00!

Marjolein kent vele handelaren waar ze weleens haar waren koopt. Velen maken een kort praatje of zeggen haar alleen gedag. Bij een klein kraampje, waarvan ze de eigenaar kent, koop ik argan-olie. Deze versie kan gebruikt worden om mee te bakken of als verzorgingsproduct. We zien een vrouw op de grond zitten die bezig met de laatste handelingen voor de olie. Even later heb ik “vers van de pers” een flesje! Ook proeven we een beetje de argannotenpasta en kopen maar meteen een potje!

Wat is Arganolie?
Wordt ook wel “Moroccon Oil” of het “Goud van Marokko” genoemd. Het produceren van Arganolie is een echte ‘vrouwenklus’. De olie bevat een grote hoeveelheid vitamine E, vergeleken met olijfolie zelfs twee keer zo veel. Het is voor vele doeleinden te gebruiken, zowel voor de consumptie als verzorgingsproduct. Het begint bij de Arganboom (Argania spinosa), deze bomen groeien alleen in het zuidwesten van Marokko. Berbervrouwen rapen de gevallen vruchten op, de groene schil wordt verwijderd en de noot wordt stukgeslagen met een steen. In de noot zitten pitten deze worden geroosterd (of niet, wanneer ze voor cosmetische olie gebruikt worden), daarna met de hand gemalen in een speciale stenen handmolen. Een hendel wordt rond gedraaid en aan de voorkant komt er een soort gemalen notenpasta uit druppelen (lijkt op pindakaas, maar dan vloeibaarder). Uit de gemalen argannotenpasta moet men de olie verkrijgen, en dat gebeurt door er water aan toe te voegen en dan heel stevig te kneden. Door hard te kneden wordt de pasta gescheiden in deegbollen en pure arganolie. De olie wordt opgevangen, gezeefd en in flessen gestopt. Argan olie is een ‘koudgeperste’ olie omdat er tijdens het maken van de olie geen hitte (vuur) aan te pas is gekomen.

Tussen de middag lunchen we met Marjolein boven op een terrasje in de zon/schaduw, we nemen een kip Tajine.

Sinds 10-01-2017 is de productie en verkoop van de Boerka in Marokko verboden. Het dragen er van is tot op heden nog niet verboden in Marokko (wel in België en Frankrijk), maar daar zal wellicht een verandering in komen. Naar onze mening zou dat niet verkeerd zijn, want voor een goede communicatie moet je toch de gelaatsuitdrukking van de ander waar kunnen nemen. Wanneer een vrouw (of man, want het is niet zichtbaar wat er onder de boerka zit) gesluierd is, wordt dit een stuk moeilijker. Dit heeft ook te maken met hoe men zich voelt in de nabijheid van een persoon die een boerka draagt. Persoonlijk vind ik het ook geen prettig gevoel wanneer je helemaal niets van een persoon kunt zien, zelfs geen ogen! Een moeilijk en gevoelig onderwerp, maar het moet wel bespreekbaar blijven!
Waarom dit onderwerp? We zitten net te lunchen wanneer er twee agenten een groep mensen, de vrouwen dragen een boerka, wegsturen. De eigenaar wil geen mensen in zijn zaak die een boerka dragen. Marjolein vertelt dat steeds meer bedrijven mensen in boerka’s niet meer toelaten vanwege een veiligheidsrisico.
Na de lunch gaan we naar de man van Marjolein, hij kan ons helpen met het regelen van een huurauto. Na wat heen en weer bellen heeft hij een auto voor een week geregeld voor ons. De auto zal maandag gebracht worden en dan vullen we alle papierwerk in. Toch erg fijn dat je mensen leert kennen die je hiermee kunnen/willen helpen.

Naar de Kasba
We willen met taxi naar de Kashba van Agadir, deze ligt bovenop de heuvel. De eerste taxi, een witte, die we aanhouden vraagt 100 DH, en deze zat al behoorlijk vol met andere mensen. Dat gaan we dus niet doen. De tweede taxi, een rode, vraagt op voorhand 50 DH. Deze nemen we, maar hadden we gezegd dat hij de meter had moeten laten lopen, dan was het waarschijnlijk maar 25 DH geweest. Natuurlijk………het is nog niet veel, want waar praten we eigenlijk over, een paar euro. We hebben ons al aardig aan het land aangepast! Boven aangekomen zien we dat het hier echt een toeristisch attractie is. Er staan een aantal dromedarissen, waarop je een ritje kunt maken. Dat vinden we zo zielig, dat we dat beslist niet gaan doen! Er zijn enkele handelaren die souvenirs verkopen, maar verder is er niet veel anders te zien dan een aantal “op de Marokkaanse manier” gerestaureerde muren en restanten van de Kasba. Het is wel een mooi uitzicht over de stad, strand en de Marina. We wandelen terug de heuvel af via een redelijk begaanbaar pad, volgens Marokkaanse maatstaven dan. Onderweg komen we weer heel veel afval tegen, overal liggen plastic zakjes en flessen en nergens een prullenbak te bekennen. In Marokko zijn ze zich totaal niet bewust van wat al dat afval doet met onze aardbol. Het is iets waar ze hier gewoon niet mee bezig zijn. Zo triest! Halverwege de heuvel rent er ineens een gigantisch everzwijn over het pad. Zo zie je nog eens wat! Na 45 minuten zijn we weer in de Marina.

Boulevard
We wandelen regelmatig langs de boulevard en daar zie je toeristen rond scheuren op “Benidorm Bastards” karretjes. Geen gezicht!

Het weer
De eerste week is het redelijk mooi weer, maar een week later slaat het weer om. Een storm raast langs de kust van Marokko en dat merken we goed. Harde wind, veel regen en hele hoge golven. Het is een spectaculair gezicht, de hoge golven die tegen de havenhoofden uit een spatten. Maar de boten liggen als een gek te schommelen in de haven en die van de Zwitsers en de Duitsers gaan hevig tekeer. Nick verteld later dat hij hier bijna een zeeziek van geworden is. Gelukkig liggen wij iets verder in de haven en hebben er iets minder last van. De steigers lijken wel golfplaten zoals ze bewegen en wanneer je er overheen loopt moet je wijdbeens lopen om je evenwicht te behouden. Het water is donkerbruin doordat de regen heel veel modder uit de bergen naar zee spoelt. Je ziet enorm veel afval de haven binnen gespoeld worden, natuurlijk vooral heel veel plastic. Maar ook een “bid” tapijtje drijft langs. Delen van het strand zijn overspoeld en de golven hebben veel zand en afval meegenomen en achter gelaten in de straat naast het strand. De storm duurt een paar dagen en dan hebben we weer beter weer. Maar het duurt dagen voordat de kleur van het water weer een normale transparante kleur heeft.