Het havenkantoor is nog steeds gesloten dus vertrekken zonder 2 nachten te betalen. Dat scheelt weer in ons budget zullen we maar zeggen. Het is slechts 8 Zeemijl varen naar La lajito, waar we in de baai voor anker willen gaan. Het is licht bewolkt deze dag en de wind is ongeveer 5 knopen met uitschieters naar de 19 toe. We zeilen alleen op de fok. De windvlagen komen vooral voor wanneer het landschap ineens lager is, dan krijg je een soort trechterwind. In de baai gooien we het anker uit met zicht op het dorpje. Gelukkig hebben we hier wel internet (via onze mobiel), zodat we het weer in de gaten kunnen houden. We blijven hier twee dagen. Het dorpje hebben we niet bezocht, we zijn lekker aan boord gebleven. Tijdens de eerste nacht blijkt dat we ook hier weer aardig liggen te rollen. We zijn het nu wel een beetje zat dat gerol en gaan een “Flopper-stopper” maken. Voor wie niet weet wat dit is, zal ik enige uitleg geven.
Wanneer de oceaan in beweging onhoudbaar wordt, probeert men de boot te stabiliseren en het rollen van de boot te reduceren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een “Flopper-stopper”, deze zorgt er voor dat er voldoende weerstand is tegen het snel omhoog bewegen van de golf. Ze zijn er in allerlei soorten, maten en ontwerpen. Wij hebben er voor gekozen om er zelf een te maken. Het ziet er als volgt uit: vierkante plank, verzwaard met een lang stuk oude ankerketting om het te verzwaren en op 3 punten ogen waaraan lijnen bevestigd zijn omhoog naar het midden. Vanaf het punt waar deze drie lijnen samen komen wordt een lijn bevestigd naar een katrol die aan het uiteinde van de giek bevestigd is. De giek wordt uitgeboomd en de “Flopper-stopper” laten we tussen de 2 à 3 meter zakken onder water. De lijn wordt op het dek vastgezet en er wordt een lijn, de “Bulletailie”, aan de giek bevestigd, dit om te voorkomen dat de giek een klap gijp maakt. Nu maar afwachten of het iets helpt. Na een nacht en een dag, kunnen we zeggen dat het wel iets minder is, maar echt voldoende? Het kan beter, dus zullen we de komende tijd eens moeten nadenken hoe we hem kunnen verbeteren.
![]() |
![]() |
![]() |
Tijd om verder te gaan. Het is 15 Zeemijl naar onze volgende bestemming Morro Jable, een plaats die in het zuiden van Fuerteventura ligt. Het is alweer een zonnige dag met een klein beetje bewolking. In het begin moeten we even op de motor, maar daarna kunnen we weer lekker zeilen. We halen een gemiddelde van 5 knopen met af en toe wat windvlagen vanwege de vlaktes in het landschap. Onderweg zien we duidelijk dat de plaatsen groter worden, grote hotels en appartementen complexen verschijnen. We vervangen vandaag maar eens onze Nederlandse vlag. De oude is erg versleten (de gaten zitten er in) en vaal is geworden. Niet veel later wappert er fier een mooie nieuwe Hollandse vlag achterop onze Pegasus.
![]() |
![]() |
In het zuiden van Fuerteventura, op het schiereiland Jandía, ligt de bekende toeristische plaats Morro Jable. Aan de westkust bevindt zich het Parque Natural Jandia en aan de zuidkust het strand, Playa del Matorral, waar we voor anker gaan. Het strand begint al ruim voor Punta del Matorral O de Morro Jable, welke goed herkenbaar is aan de grote witte vuurtoren. Dit gezellige dorp heeft veel te bieden qua (vis)restaurants en winkeltjes, witte appartementen complex met prachtige cactussen. De supermarkt is op 10 minuten lopen afstand van het strand en ook hier zijn weer “Chinese” winkeltjes. Bij het strand is een prachtige vuurtoren die tevens het “gewone” strand scheidt van de naturisten stranden in het noorden. Morro Jable staat redelijk goed bekend om zijn Aloë Vera. Dat is goed te merken. Bij de Aloë Vera winkel betaal je 10 keer zoveel dan wanneer je een potje in de supermarkt koopt, wat ik dan ook heb gedaan.
![]() |
![]() |
![]() |
We lunchen bij een restaurant met uitzicht op onze boot. Ik geniet van een bord vol met verschillende tapasjes; kleine gefrituurde inktvisje, andere visjes, verschillende soorten ham en de kaas waar Fuerteventura om bekend staat. In o.a. Betancuria, in het noorden van het eiland, worden de traditionele majoreros (zo heten de huidige bewoners van Fuerteventura) producten gemaakt in allerlei variëteiten. Deze kaas is van geitenmelk gemaakt van jong en zacht, oud en stevig of gerookt. Van de jonge kazen is de korst wit, van de rijpere kazen meestal gelig. Soms worden belegen kazen ingesmeerd met gofio, olie of paprikapoeder om ze langer te kunnen bewaren. Je eet deze kaas als broodbeleg, als voorafje in een salade of als borrelhapje met wat olijven of olijfolie. Na afloop krijgen we nog een gratis likeurtje. Jammer dat we de naam niet hebben verstaan.Haven
De reden waarom we niet voor de haven hebben gekozen is omdat er, volgens de berichten, doorgaans onvoldoende plek is voor plezierjachten. Er een hoge heuvel tussen de haven en het centrum bevindt waardoor je zeker 30 minuten moet lopen, geen winkeltjes o.i.d. zitten. Niet wat je noemt een aantrekkelijk haven.
Voorbij de vuurtoren zoeken we een mooi plekje uit om het anker te laten vallen. Het lukt ons om relatief dicht bij het strand te ankeren, maar blijven wel op gepaste afstand van enkele drijvende bolletjes. Deze geven de grens aan van het zwemgebied en zoals later blijkt worden sommige bollen ook gebruikt worden voor de diverse toeristische boten. Vlakbij ons komen tweemaal per dag een drietal grote catamarans vol met toeristen een half uurtje liggen en een zogenaamde “glassboat”. Surfers en jetski’s blijven op afstand. Een aantal kleine vissersbootjes komen af en toe langs gevaren. Vanuit de haven maakt de “Piratenboot” zijn toertje en ook zien we een aantal keren de grote veerboot uit de haven vertrekken. De rest van de tijd liggen we hier heerlijk alleen.
![]() |
![]() |

![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Morgen gaan we naar het volgende eiland, Gran Canaria.