Lissabon

Woensdag 17-08-2016 t/m zaterdag 20-08-2016
Op de ochtend dat we de baai van Cascais verlaten hangt er een dikke mist in de baai en boven de rivier, waardoor ik toch weer dat gevoel hebben dat het ons achtervolgen…………. We hebben de stroom mee waardoor we met 8 knopen de rivier op varen richting Lissabon. Het is niet zover, ongeveer 2 ½ uur varen. Gaandeweg neemt de mist af en de wind behoorlijk toe, We naderen we de gigantische brug “Ponte 25 Abril” van Lissabon, waar we met gemak onderdoor kunnen.

Voor de haven ligt een draaibare voetbrug, die 10 minuten na onze oproep open gaat.

De haven
Er zijn verschillende havens bij Lissabon, echter maar één waar je als plezierjacht terecht kunt,
Doca De Alcantara Marina. Wanneer we de haven invaren, op zoek naar een plek is er geen havenmeester te bekennen en leggen we de Pegasus neer op een voor ons gunstige plek. Wanneer we helemaal gesetteld zijn en naar het havenkantoor wandelen, blijkt dat de havenmeester ons door de jaloezieën van het havenkantoortje heeft zien aankomen. In plaats van even laten weten dat we daar niet konden blijven liggen, deed hij niets. We moesten dus weer verkassen, wat niet mee valt met de harde wind die tegen de steiger blaast. Met behulp van een stel Duitse zeilers lukt het. Het havenpersoneel is niet van hun bureaustoel af te krijgen en zijn niet wat je noemt bijzonder vriendelijk of behulpzaam. Volgens het kaartje op de deur zijn ze er de gehele dag, maar in de praktijk dus niet. De faciliteiten van het toiletgebouw zijn ook niet denderend, ook hier gaan de heren voor qua ruimte en hebben een bankje, bovendien kun je het echt niet schoon noemen! Natuurlijk betaal je hier ook nog eens de hoofdprijs voor.

De haven ligt ingesloten tussen een verlaten boulevard, met moderne gebouwen met ruimte voor winkels en restaurants maar wat nooit echt iets geworden is en een container opslag met torenhoge stapels containers en meters hoge kranen. Ook hebben we uitzicht op de brug, “Ponte 25 Abril” uit 1966, 70 meter hoog met een overspanning van ruim een kilometer. Er is een autodek bovenop (thans zes rijstroken) en een spoorlijn onder in de vakwerkligger, deze produceren een geluid alsof je in een reuzen bijenkorf bevindt. Een continu gezoem en dat de gehele dag door………… Kortom een haven waar je met veel plezier wil vertoeven!

Oja, bijna vergeten, in de haven zwemmen hele grote kwallen, zie filmpje.

Nu waren we niet echt van plan om in de haven te gaan zwemmen, maar dit houdt je zeker tegen! Later zien we deze soort ook in Cascais zwemmen. Genoeg gemopperd!

De stad
Lissabon (Lisboa) is de hoofdstad en de grootste stad va Portugal met ongeveer 3 miljoen inwoners.
Het is een charmante stad die op enkele heuvels gebouwd is en over de rivier de Taag uitkijkt. Ondanks dat het een wereldstad is, voelt de stad prettig en gemoedelijk aan. Lissabon heeft heel veel verschillende wijken, die allemaal hun eigen karakter en bezienswaardigheden hebben. We zijn niet in alle wijken geweest, maar wel de meeste leuke. Vooral de tram is populair en dan in het bijzonder tram 28 in Lissabon, een oude klassieke tram die door smalle straatjes omhoog kruipt. Deze tram is een toeristische attractie op zich en ook erg handig wanneer je wat steile straatje wilt vermijden. Maar wij lopen nog liever dan dat we in een overvolle en bloedhete tram gaan zitten.

In de wijk Alfama hangt het wasgoed buiten aan de gevels van de veelal compacte huizen en vind je pittoreske hoekjes, bouwvallige kerkjes, vele restaurantjes en mooie vergezichten. Boven op de heuvel ligt het Castelo São Jorge, dit hebben we vanaf de buitenkant bekeken omdat er een gigantische rij bij de ingang stond en wij geen zin hadden om in deze warmte uren te moeten wachten. We wandelen door de nauwe klinkerstraatjes, zien kleine gezellige pleintjes, miniatuur taartvormige dakterrasjes vol met potten met planten.

We lopen vele trapjes op en af en zien heel veel huizen met mozaïeken (zie foto), een prachtig uithangbordje voor een Urinol (wat de plek aangeeft waar de heren in het openbaar kunnen plassen, achter een schotje van gietijzer).

Niet alleen ligt er midden op straat een kat, maar zit er ook een man in een klapstoeltje die zich niets aantrekt van al de passerende toeristen. We komen ook een opgraving tegen midden in de stad van een Romeins theater.
In de wijk Baixa (benedenstad) zien we de tram de hoek omgaan met een grote boog, dood eng wanneer je daar lekker rustig op het terrasje aan je koffie zit.

Ik zie ineens een hele mooie oude stoffenzaak en werp gauw een blik naar binnen. Tientallen laadjes met kant en knopen, stoffen allemaal op kleur gesorteerd en hoedjes in een vitrinekast. Hier wil ik een foto van maken! Ik vraag om toestemming, Fred moet een foto maken van mij bij de stoffen en de dame positioneert mij voor de kleurige stoffen. Uiterst vriendelijk geeft ze mij de gelegenheid om nog meer foto’s te maken van de prachtige oude winkel.

We bedanken haar vriendelijk en wandelen glimlachend de deur uit.
In deze wijk tref je ook de “Elevador de Santa Justa” aan, een smeedijzeren lift die de wijken Baixa en Bairro Alto verbindt. Het plein “Rossi”, een geplaveid plein met cafés, pastelaria’s en het Nationaal theater.
De wijk Belém ligt aan de monding van de Taag en redelijk in de buurt van de haven, maar hier zijn we alleen even naar een watersportzaak geweest vanwege onze stuurautomaat. De belangrijkste gebouwen, Mosteiro dos Jerónimos een 16de-eeuws klooster en Torre de Belém zagen we vanaf het water, zowel op de heen als de terugreis.

Vervoer
Lissabon bestaat uit diverse wijken, die je per bus, tram, trein of metro kunt bereiken. Daarnaast rijden er in het centrum ook nog de oude trammetjes rond en ook heel veel “TukTukjes”.

Daarnaast kun je nog altijd een gewone taxi nemen. Maar om vanaf de jachthaven bij de bus te komen moet je wel een stuk lopen en bovendien altijd een lange trap op en af voordat je bij de halte bent. Ik kan in ieder geval geen trap meer zien!

Uit eten
Vanaf de Taag naar het oude centrum Alfama betekend heel veel omhoog lopen en voornamelijk heel veel trappen. We hebben die dag al veel gelopen en besluiten om een soort “Tuk-Tukje” te huren, die ons boven afzet. Hier heb je een fantastisch uitzicht over de Taag. In één van de straatjes vinden we een leuk restaurant, “Pastel Dio Fado”, Largo do Limoeiro , 10 Lisboa, waar die avond een gitarist echte Fado (Portugees levenslied) zal vertolken. We reserveren alvast een tafeltje en wachten op het terras totdat het etenstijd is. Het blijkt dat het verstandig is geweest om te reserveren, want de zaak zit al aardig vol.

We hebben een tafeltje tegenover de gitarist en genieten volop van het bijzonder lekkere eten en de prachtige muziek die deze mooie man vertolkt. Het was niet het goedkoopste restaurant, maar we hadden wel waar voor ons geld.

Restaurant “Lumar”, Rua Conde 5, ligt vlakbij de jachthaven, alleen moet je wel meer 150 treden omhoog lopen om er te komen. Het is een klein gezellig restaurant waar je alle aandacht van de al wat oudere ober krijgt. Ook hier werd meteen van alles op tafel gezet, zoals olijven (waar we allebei niet van houden) en kaasjes e.d. Met tegenzin neemt hij weer wat mee terug. De ober praat uitsluitend Portugees en weigert iets in het Engels uit te leggen, hoewel we hem later wel Engels horen praten……Het eten is goed en de wijn mocht er ook zijn, waarvan hij ongevraagd een tweede fles wijn open maakt (die we overigens niet gedronken hebben). Bij de koffie krijgen we zomaar een likeurtje erbij wel, waarvan hij de fles laat zien en rustig door praat in het, voor ons onverstaanbare, Portugees. We vragen ons hoe hoog de rekening wel zal zijn, maar deze valt heel erg mee. Kortom, gezellig en goed eten voor een mooie prijs.

Het weer
Alle dagen warm weer, met uitzondering van de dag dat we de stad in gingen, toen hebben we een beetje miezerregen gehad en was het minder warm.

Bootdingetjes
We hebben weer een lege gasfles en willen die laten vullen, wat in Portugal officieel echt verboden is. Echter via het havenkantoor krijgen we toch een telefoonnummer van een persoon die ons zou kunnen helpen. De fles wordt opgehaald, ergens gevuld en weer retour gebracht voor een bedrag van € 45,00. Een groot verschil met Gijon, daar waren we € 8,00 kwijt en € 10,00 aan bus kosten! Maar goed, wat moet dat moet!
We zijn op zoek naar een bedrijf die onze stuurautomaat kan repareren of vervangen. Via het bedrijf DND, aan de Doca Belem, wordt er een afspraak gemaakt dat er iemand van Nautirader dezelfde middag bij ons aan boord komt. Natuurlijk hebben we ons al redelijk voorbereid en weten welk type we eventueel zouden moeten hebben. Deze verkoper kijkt nauwelijks ergens naar en laat ons ook nog eens niet uitspreken. Hij denkt al helemaal niet met ons mee om naar een goede oplossing te kijken. Het toppunt is wanneer wij om een offerte vragen, hij dood leuk zegt dat hij niet weet of dat gaat lukken, want maandag gaat hij op vakantie! Net of ons dat iets kan schelen, laat de man gewoon zijn werk doen. Al met al is meneer nog geen 10 minuten aan boord geweest en de kreet “klant is koning” is op deze meneer zeker niet van toepassing! We hebben tot op heden ook niets meer van dit bedrijf vernomen!
Ik besluit om Raymarine in Nederland een email te sturen, waarop we de volgende dag al een antwoord hebben. Zij geven een naam door van een Nederlander die in Albufeira werkt en woont en ook Raymarine vertegenwoordiger is. We sturen hem een mail dat we naar Portimão komen en of hij ons kan helpen. Deze man wist al van onze problemen doordat Nederland hem op de hoogte had gebracht. Zo kan het dus ook! Wordt vervolgd.

Overige
Aangezien de jachthaven geen wasmachines heeft moeten we dus weer op zoek naar een wasserette. Uiteindelijk vinden we er “lavanderia”, in de Rua Prior do Crato, die vanaf de haven lopend te doen is. Hier zijn weer wasmachines die super snel klaar zijn en na een uurtje keren we met schoon goed terug naar de boot.

Ontmoetingen
We zien de “Matsya” in de haven liggen, waarvan we ook de blogs volgen, maar ontmoeten niet de eigenaren.

Kit
Die voelt zich erg thuis op de boot! Op één van zijn favoriete plekken, de plank boven het aanrecht, zondert hij zich af (zie foto). Ik zie jullie niet, dus jullie zien mij ook niet!

Leixoes – Porto

Zondag 31-7-2016 t/m dinsdag 09-08-2016
Vandaag gaan we van Viana do Castelo op weg naar Leixoes, een jachthaven vlakbij de stad Porto.
Het is een zeer sombere, koude en vochtige dag en boven de rivier hangt een dichte mist. Dat belooft niet veel goeds. De boot “The Circle” vertrekt iets voor ons en wordt bijna meteen opgeslokt door de dikke mist. We varen de rivier af richting zee voornamelijk op onze instrumenten, we zien zelfs de rivieroever niet meer. Buitengaats is het niet veel beter, we moeten dus goed blijven opletten want voor de kust van Portugal zijn heel veel vissersboeien/stokjes (dan wel met of zonder vlaggetje). Onderweg zien we wel veel van die vlaggetjes plat liggen en denken dat de boot voor ons die te laat heeft gezien. Wij weten ze gelukkig allemaal te omzeilen, mede dankzij mijn goede ogen en onze stuurkunst! Ook kunnen we nog net voorkomen dat we een recreanten vissersbootje overvaren, wat een stel idioten! Wie gaat er nu in deze mist zonder licht of geluid, gewoon voor anker gaan liggen. We varen maar nog iets verder uit de kust. Pas in de middag trekt de mist op en probeert ook de zon door te breken en naarmate we dichterbij Leixoes komen, krijgen we weer gewoon zicht. Aan het einde van de dag, zo rond 17:45 uur, naderen we de strekdam van Leixoes, wanneer de wind weer flink toe neemt. Ook hier zijn weer van die ellendige kleine en korte vingersteigers, niet de meest ideale plek om aan te liggen. Gelukkig is er een havenmeester die ons assisteert met aanleggen. We zullen hier in Leixões meer dan een week blijven, zodat we enkele pakketjes en brieven kunnen ontvangen uit Nederland.

De jachthaven van Leixoes, Marina Atlantico
We hebben voor deze haven gekozen omdat deze prijstechnisch een stuk goedkoper is dan die van de Marina in Porto, maar ook qua afstand maakt het niet veel uit, vanuit beide haven moet je eerst een stuk afleggen voordat je in het oude centrum bent. De haven is niet erg groot en de faciliteiten zijn erg beperkt. Ook is er een groot verschil tussen de voorzieningen voor de heren en de dames. Zo moeten wij, dames, het doen met 2 douches, 1 wastafel, 1 wc en een klein bankje in een smalle ruimte en de heren hebben 3 douches, 2 wc’s en grote ruimte met grote bank! Dat terwijl wij dames toch over het algemeen meer ruimte nodig hebben, maar misschien komt het wel dat er minder zeilende/varende dames op deze aardbol rondvaren!! Het haven personeel is erg vriendelijk en zeker behulpzaam, maar korting zit er deze keer niet in, tenzij meer dan 14 dagen blijven en dat gaan we niet doen! Doordat er grote vrachtschepen de rivier op en af varen, ontstaan er regelmatig behoorlijk golven in de haven, waardoor we met vaste regelmaat heen en weer geschud worden. Het is een kwestie van wennen!

De stad
Leixoes heeft een aardig centrum met een groot breed strand met eettentjes en zelfs een zwembad, waar men voor in de rij moet staan! Aan de boulevard, op ongeveer 20 minuten loopafstand zit een grote supermarkt ”Continente” en wanneer je voor minimaal € 50,00 koopt, bezorgen ze de boodschappen, tot op het dek van de boot!
Matosinhos ligt op 25 minuten lopen over de brug, daar bevindt zich ook de metro en overige bussen. Aantal aardige straatjes waar veel restaurantjes gevestigd zijn en waar bij iedereen de grill op straat staat.
Porto
Het oude centrum van Porto is tegen de heuvel opgebouwd (vandaar veel omhoog en omlaag lopen) en is zeker de moeite waard om te bezoeken. Een bezienswaardigheid die je zeker als boekenwurm niet mag missen is de Livraria Lello, de oudste boekenwinkel van Porto. Deze werd opgericht in 1906 en wordt wel eens de mooiste boekenwinkel ter wereld genoemd en het interieur schijnt overweldigend te zijn, vooral de trappenhal. Maar tegenwoordig moet je een kaartje kopen om naar binnen te gaan en aangezien er stond een rij van 50 meter voor de boekwinkel en ook nog eens een rij stond om hiervoor een kaartje te kopen en het ook nog eens zo’n 35 graden was, hebben we dit maar over geslagen!

Er zijn vele imposante gebouwen (versierd met kleurige tegels en gietijzeren balkonnetjes), paleizen, torens, de kathedraal Sé, parken en niet te vergeten de Ponte Luís, die gebouwd is door een leerling van Eifel (bekend van de Eifeltoren) met een prachtig uitzicht over de rivier en de stad. Er zijn grote brede straten, maar ook smalle steegjes en genoeg mogelijkheden om lekker op een terrasje te zitten. Je komt er ook een heleboel kleine pandjes tegen met prachtige gevels waarin winkeltjes, cafés of bedrijfjes gevestigd zijn zoals een gitarenmaker.
Wanneer je voor een paar euro een paar glazen port wilt drinken moet je beslist een bezoekje brengen aan de wijnkelders van de exporteurs van portwijnen in “Vila Nova De Gaia”, langs de rivier aan de zuidkant van de stad. Op de rivier liggen nog de traditionele boten die de portvaten vervoerden. Uiteraard kunnen ook wij de verleiding niet weerstaan en zitten lekker te genieten van 4 verschillende soorten Port met heerlijke ham erbij. We krijgen van een jong Nederlands stel een bon voor nog 2 gratis glazen Port, omdat zij dit veel te sterk vinden en ze ons net horen zeggen hoe lekker wij het vinden! Echt lief van ze, zo tuten we nog even lekker door! Wel jammer dat we daarna weer een stuk moeten lopen en dan voel je de Port wel even!
In de stad is ook een heel groot warenhuis “El Corte Inglés”, met 6 verdiepingen en heel erg lekker koel. Volgens andere zeilers, kunnen we hier bijna alles kopen en bezorgen ze het ook nog thuis! Als toerist krijg je op je tweede aankoop 10% korting. Een goed moment om een paar zakken kattengrit in te slaan, maar helaas blijkt later dat ze niet in onze Marina bezorgen! We kunnen slecht één voorwerp van ons hele lijstje kopen, maar hier geldt de toeristen korting niet! Zwaar teleurgesteld keren we terug naar de haven.

Vervoer
We lopen uiteraard veel, maar maken deze keer ook gebruik van het openbaar vervoer. De bushalte is gelukkig vlakbij de haven (Leça de Palmeira) en bus 507 (€ 1,85 per rit) brengt je in ongeveer 40 minuten naar het oude centrum van Porto (eindpunt). Bij de kiosk, naast de bushalte, kopen we een voordelige “opwaardeer” buskaart waarmee we, volgens de kioskverkoper samen op kunnen reizen. Mooi niet dus, je moet een eigen kaart hebben en het blijkt net zo duur te zijn! Je kunt ook vanuit de haven de brug over de “Rio Leça” overlopen naar de wijk Matosinhos, waar je de metro kunt nemen. Aan de zuidkant van de rivier “Rio Douro” bij de brug “Ponte Luís” is een kabelbaantje (hebben we niet gedaan) dan hoef je niet naar beneden te lopen. Aan de noordkant is een soort skiliftje vanaf Ribeira tot Batalha, waarna je nog 10 minuten moet lopen naar de bushalte om de bus 507 terug naar de haven te nemen, dit hebben wij gedaan. Daarnaast rijden er de nodige “hop on hop off” bussen rond en oude trammetjes waar niet alle raampjes open kunnen, dus dat hebben we ook niet gedaan. We hebben voornamelijk veel, heel veel gelopen.

Uit eten
Naast het drinken van heerlijk Port hebben we voor het eerst “Francesinha” gegeten. Dit is een Portugese sandwich oorspronkelijk uit Porto, gemaakt met brood, ham, linguiça, verse worst (zoals chipolata), steak of geroosterd vlees en bedekt met gesmolten kaas.

Hij wordt overgoten met een warme dikke tomatensaus en veelal opgediend met frietjes. De saus is een geheim en elk restaurant heeft zijn versie. Het enige gemeenschappelijke ingrediënt is bier. Er wordt gezegd dat de Francesinha werd uitgevonden in de jaren 1960 door Daniel da Silva, een teruggekeerde emigrant uit Frankrijk en België, die probeerde de “croque-monsieur” aan de Portugese smaak aan te passen. We nemen een variant met kip en tonijn, helaas krijgen wij er geen frietjes bij, waardoor we toch nog trek hebben. Fred bestelt nog maar een hamburger en ik kaas croquetjes met een knoflookdip. Omdat ik slecht tegen wit brood kan vraag ik om donker brood, waarop de ober vroeg “weet u het zeker”? Na afloop begrijp ik wat hij bedoeld, want het brood wat ik krijg is inderdaad erg donker en bijzonder zwaar, het lijkt op een soort roggebrood. Het is heerlijk en bovendien vult het in ieder geval goed! We eten krab op toastjes, kleine sardientjes (voor ons iets te zout) en zeebaars van de grill, wat bijzonder lekker is!

Het weer
We ervaren het weer als heel bijzonder hier in Portugal. De ene dag is het bloedheet en de andere dag zitten we dik in de mist met een lichte miezer regen. In de ochtend heb je landwind, die is warm en aan het einde van de dag zeewind en die is hier in de haven echt koud te noemen, zelfs genoeg om binnen te gaan zitten!

En wanneer het de hele dag mist, loeit de misthoorn ook de hele dag vrolijk mee! We zullen nog meer naar het zuiden moeten om dit wisselende weer achter ons te laten.

Bootdingetjes
Zoals bekend is ons “Pegazusje”, zo heet onze dinghy, ruim toe aan vervanging, we blijven namelijk plakken en het blijft maar water lekken. Bij een watersportzaak “Dismotor” (Av. Serpa Pinto 228, Matosinhos) bestellen ze een nieuwe dinghy met een vaste kunststof bodem. De eigenaar van de winkel brengt de dinghy naar de haven (wij rijden mee) en neemt de oude dinghy mee terug. Dat scheelt ons weer een hoop gesjouw. Verder kopen we enkele nieuwe harpjes en vinden we eindelijk de lang gezochte zouttabletten voor onze reddingsvesten!

 

Via dit bedrijf krijgen we het adres van een houthandel die ons misschien kan helpen aan hout om nieuwe handgrepen te maken voor op het dek. We komen uit bij een winkel, “Estancia de Madeiras”, waar een bonte verzameling van antiek en moderne kasten, stoelen en zelfs een paar hobbelpaarden staan. Aan de eigenaar, João Inácio Costa, een bijzonder aardige man die goed Engels spreekt, leggen we uit aan de hand van een tekeningetje wat we nodig hebben en waarvoor. Hij neemt ons mee naar zijn werkplaats, die zo van “Geppetto”, de vader van Pinokkio zou kunnen zijn en laat ons diverse soorten hout zien. Hij is erg geïnteresseerd als wij hem vertellen dat we op de onze zeilboot wonen en wat onze plannen zijn. Hij vindt het erg moedig van ons dat wij samen op zee zeilen en zo dicht op elkaar lip zitten, dan moet je wel een goed huwelijk hebben! Op het moment dat Fred een zakelijk telefoontje krijgt, hebben wij even een onderonsje, waarin hij vraagt wie de beste zeiler is en de kapitein aan boord. Waarop ik natuurlijk zeg: “Dat ben ik, maar vertel het niet verder”. Staan we daar met allebei een grote grijns op ons gezicht als Fred terug komt…..
We komen een goede prijs overeen en maken de afspraak wanneer het klaar moet zijn. Omdat het lunch tijd is brengt hij ons, met zijn eigen auto, nog even naar een goed restaurant in de buurt (Matosinhos). João belt 2 dagen later of we het voorlopige resultaat willen zien, wat we graag doen. Uiteindelijk kunnen we de 4 handgrepen ophalen, een prachtig stukje vakmanschap!

Ontmoetingen
De oudste zoon (en zijn vriendin), van hele goede vrienden, zijn toevallig ook in Porto. Via Messenger hebben we contact en spreken af om elkaar ergens te treffen. Het is erg leuk om Mark weer eens te zien (ik ken hem vanaf zijn geboorte) en zeker om zijn vriendin Loes te ontmoeten.
De zeilboot “Freya” ligt een aantal dagen in de jachthaven tegenover ons, zoontje Coen is 2 jaar geworden en we gaan op verjaardagsvisite. De “Bojangles” ligt deze keer voor anker vlakbij de haven. In de haven ontmoeten een Engels man die alleen met zijn boot “Hyachinte II” voorlopig in de buurt blijft rondzeilen en een Noor die, net als wij, ook verder naar het zuiden gaat.

Pakketjes e.d.
De nieuwe monitor voor onze boord pc wordt geleverd en Fred ontvangt een aantal kaartjes voor de internet satelliet, met dank aan André Schaart. We krijgen van goede vrienden digitaal muziek, E-books en diverse tv series opgestuurd, met dank aan Ad en Anneke en kaartjes van de familie van Fred. Het blijft leuk om post te krijgen!

Overige
Skypen met vrienden.
Blog bijgeschreven en de Engelse vertalingen er op gezet. Wederom met dank aan mijn vriendinnetje Mila, waarbij ik moet opmerken dat ik af en toe stiekem een zinnetje aanpas!
De dag na ons bezoek aan Porto kan ik bijna niet lopen van de spierpijn, dagje verplichte rust voor mij dus. Fred gaat even heen en weer naar de supermarkt, wandelschoenen aan en grote rugzak op! Onderweg werd hij aangesproken door een stel Italianen die op de fiets aan het rondtrekken zijn en aan hem vragen of hij de voettocht naar Santiago de Compostella aan het maken is. Zo sportief is Fred ook weer niet!

Van Spanje naar Portugal, Viana do Castelo

Vrijdag 29-07-2016 t/m zaterdag 30-07-2016

Vandaag is Kit jarig, hij is 2 jaar geworden. We belonen hem door vandaag te vertrekken zodat hij weer lekker de hele dag onder de salonbank weggekropen kan zitten. We maken het wel goed hoor, hij krijgt extra snoepjes onderweg en vanavond zijn lievelingseten, een bakje SHEBA.

We zijn blij dat we hier weggaan, want er heerst een koude wind vandaag waardoor we zelfs een vest aan moeten trekken! Het is 34 mijl naar Viana do Castelo in Portugal, vandaar dat we bijtijds vertrekken. De wind is niet veel, genoeg om op het grootzeil te zeilen en de voorspelling is dat deze aan het einde van de dag fors zal toenemen. Doordat we op de Atlantische Oceaan voor de kust van Spanje/Portugal varen, hebben we last van de “breaks”, vervelende golven die net niet van achteren komen waardoor de wind af en toe wegvalt uit het grootzeil. Hierdoor krijgt de giek het zwaarder te verduren en dat is dan ook de reden dat we ineens een knal horen. Een blok van de neerhaler (deze zorgt er voor dat de giek niet omhoog gaat) is losgeschoten van de mast en helemaal verwrongen. Fred maakt deze weer vast met een noodoplossing en zo hebben we er weer een klusje bij op onze to-do-list!! Onderweg zien we weer een groep dolfijnen onder de boot door zwemmen. In de middag komt de wind meer in de rug en we doen de Genua erbij. De wind neemt inderdaad toe zoals voorspelt en rond 17:00 uur varen met een behoorlijk windje de rivier de Lima op, naar de haven van Viana do Catelo. In de verte zien we al de lange brug “Ponte Eiffel”, gebouwd door ingenieur Gustave Eiffel, beter bekend van zijn werk in Parijs, o.a. de Eiffeltoren.

De jachthaven
Voor de deze brug ligt aan bakboord de kleine jachthaven, die afgesloten is met een draaibrug, waardoor je eerst bij een wachtsteiger moet aanleggen. Omdat de wachtsteiger slechts 4 plaatsen heeft, leggen we de Pegasus naast een Franse boot aan. Je moet vanaf de wachtsteiger via de loopbrug naar het havenkantoor wandelen, een flinke afstand. Bij de brug krijgen we te horen we dat er in de haven geen plek meer is en dat we zelfs morgen al weg moeten omdat er een één of ander evenement van jetski’s zal plaatsvinden op de rivier! Belachelijk is onze eerste reactie! Bij het havenkantoor aangekomen blijkt echter dat het evenement zondag pas plaats zal vinden en we toch een dag langer kunnen blijven. We moeten dan wel vroeg op de zondagochtend vertrekken omdat de rivier zal worden afgesloten vanwege het evenement. Onze buren vertrekken morgenochtend al, waardoor we dan direct aan de steiger kunnen liggen. Het havenkantoor is op bepaalde tijden gesloten, waardoor je op dat moment geen gebruik kunt maken van de faciliteiten, bovendien moet je elke keer om de sleutel vragen. Niet echt handig dus!

De stad
Is een van de mooiste steden in het noorden van Portugal en speelde een belangrijke rol in de ontdekkingsreizen. Een stad van geschiedenis en architectuur met grote statige huizen met wapens van adellijke families, mooi versierde paleizen, kerken, kloosters en drinkfonteinen. Vele straten van het historisch centrum leiden naar de Praça da República, het hart van de stad. Hier bevinden zich diverse indrukwekkende gebouwen, veelal mooi versierd met geglazuurde tegels, een drinkfontein uit de 16e eeuw, en het oude Paços do Concelho (het vroegere gemeentehuis).

De straten zijn breed, met uitzondering van het oudste gedeelte met zijn nauwe straatjes, waar diverse restaurants zijn gevestigd. Vanaf het water zie je op de heuvel de bedevaartkerk Monte Santa Lucia liggen, dat is een soort replica van de Parijse Sacré-Coeur. Bij gebrek aan tijd laten we deze voor wat het is. Achter het prachtige oude gebouw van het treinstation ligt een modern shoppingcenter (R. Gen. Humberto Delgado 101) met diverse verdiepingen. We hebben weer een nieuwe simkaart voor onze mobiel nodig voor de periode dat we in Portugal verblijven. Bij de firma “NOS” kopen we voor € 2,50 een internet kaart die we met € 20,00 opwaarderen. Deze is een maand geldig en daarvoor hebben we dan onbeperkt internet! De wachtsteiger grenst aan een park en vervolgens een boulevard waar op dit moment allerlei kraampjes hun spullen hebben uitgestald. In het park is een podium opgebouwd waar later die avond een Hard Rock concert wordt gehouden ter ere van het 25-jarig bestaan van een lokale band. Vanaf de boot kunnen we hiervan meegenieten.

De mensen, de taal en de muziek
De Portugezen zijn héél vriendelijk, ze verstaan en spreken beter Engels dan de Spanjaarden. Het Portugees klinkt veel warmer en zangeriger dan het Spaans, hoewel er veel woorden gelijkenis vertonen, is de uitspraak totaal anders. De Portugese cultuur is zeer interessant en veelzijdig. De Portugese muziek, de “Fado”, het Portugese levenslied, is prachtig om te horen. Het is in Portugal één uur vroeger dan in Nederland, we passen onze klok hierop aan.

Uit eten
We vinden een heel apart restaurantje genaamd “A Moda Antiga”, een Retro Market en Bistro ineen https://www.facebook.com/amodaantiga/home. Het wordt gerund door een stel aardige jonge mensen die Engels spreken en uitermate hen best doen om het naar de zin te maken. We hebben hier heerlijk gegeten! Het winkeltje is een allegaartje van dingen en je kunt er zelfs fietsen huren!  Het is zeker een bezoekje waard! De 2e dag lunchen we bij een plaatselijk slagerij, waar je tevens iets kan eten. Het blijkt een populaire zaak te zijn, want men staat in de rij om daar eten te kopen! Wij hebben hier heerlijke spareribs en kippenpootjes gegeten, grote hoeveelheden voor weinig geld.

Het weer
De 2e dag is het ineens een stuk kouder en ook mistiger, het lijkt ons echt te achtervolgen!

Klusjes
In de stad vinden we een winkeltje waar we een aantal meter klittenband kopen om onze verduisteringsgordijnen op onze luiken mee te bevestigen. Ook hier hebben ze weer volop haak wol en ik kan de verleiding weer niet weerstaan op enkele bolletjes te kopen.

Ontmoetingen
Naast ons komt een boot “The Circle” te liggen met een stel enthousiaste jonge mensen, een Spaanse kapitein met een bemanning uit Australië. Ze hebben net de boot gekocht en opgehaald uit Amsterdam en zijn van plan om de wereld rond te zeilen. Onderweg maken ze een documentaire en vragen Fred om een interview over onze reis. Wellicht zien we dit nog een keertje terug op hen website: https://thecircle2016.com.

Zondagochtend vertrekken we richting Porto.

Ria de Vigo

Dinsdag 19-07-2016 t/m vrijdag 29-07-2016
Wederom hangt er een dikke mist in de baai bij Combarro, het is koud en vochtig en daar hebben we een beetje genoeg van, op naar de volgende Ria! Wanneer we op het punt staan te vertrekken uit de Ria de Pontevedra, verschijnt er een grote boot van de Guardia Civil naast onze boot die graag één en ander wil controleren, zoals verzekering en paspoorten. Het kost enige moeite om elkaar te verstaan en met behulp van een schepnetje worden de papieren uitgewisseld, maar uiteindelijk is alles oké!

Ter info:
De Guardia Civil, in Spanje ook Benemérita genoemd, is een Spaanse politie-eenheid met militaire en civiele functies, net als de Nederlandse Koninklijke Marechaussee. Er staat voldoende wind om op het grootzeil de Ria uit te varen en naar mate we richting zee komen neemt de mist af en wordt het meteen een stuk aangenamer. Het is niet zover varen naar onze volgende bestemming, Isla Cies, slechts 17 mijl, daar doen we maar zo’n 3 á 4 uurtjes over.

Isla Cies
Voor de kust ligt deze fraaie archipel met kristal helder water en spierwit zand en bestaat uit drie eilanden: Isla del Norte O de Monte Agudo, Isla del Faro en Isla de San Martin. De eilanden beschermen de Ria de Vigo tegen de oceaan en zijn een paradijs voor watervogels en behoren ook tot het in 1970 uitgeroepen “Parque Nacional de las Islas Atlanticas”, ter bescherming van de flora en fauna. We gaan voor anker bij een lang strand, Playa de Rodas (in 2007 uitgeroepen tot het mooiste strand van de wereld) en zien ook de Freya weer liggen. Ook hier is het een komen en gaan van ferryboten, die voor de nodige golven zorgen, waardoor we nogal schommelen. In eerste instantie lagen we goed voor anker, maar de volgende dag blijkt dat we, mede door de toenemende wind, toch een eind verschoven te zijn. De weersverwachting geeft aan dat de wind de komende dagen nog meer zal toenemen en zal draaien, waardoor we hier niet meer zo beschut zullen liggen, dus wegwezen. Op de motor varen we de Ria binnen richting de stad Cangas, waar we beter beschut zullen liggen tegen de te verwachte wind. Deze badplaats ligt halverwege de Ria in het Noorden en ligt tegenover de gigantische grote havenplaats Vigo, waar een aantal grote vrachtboten en cruiseschips aangemeerd liggen. Het strand is hier goed afgebakend voor zwemmers en er varen meerdere keren per dag bootjes van de strandwacht langs om de boel in de gaten te houden. Rondom de boot zeilen kleine bootjes met kinderen die zeilles krijgen en surfers scheuren voor en achter ons langs, wat altijd leuk is om naar te kijken. Met de dinghy naar de stad toe om voorraden aan te vullen en een paar wasjes te draaien. Zowel de supermarkt als de wasserette zitten in de straat van de vissershaven, dat scheelt in het sjouwen. We wassen onze dekbedden zodat we ze schoon kunnen opbergen, want deze hopen we toch echt voorlopig niet meer nodig te hebben! De machines van deze wasserette, “Canwash Lavanderia autoservicio” (Avenida de Bueu), zijn supersnel, 30 minuten wassen en 30 minuten drogen. Fred loopt een paar keer met flessen van 5 liter water op en neer naar de dinghy, terwijl ik vers brood haal en de was voor mijn rekening neem. We gaan nog even iets te drinken op een terrasje voordat we terug varen met een afgeladen dinghy naar de boot. Onderweg vis ik een hoedje uit het water en laat dat nu net zo’n hoedje zijn als die ik van plan was te kopen! Nadat ik het een flinke wasbeurt heb gegeven, ben ik de gelukkige nieuwe eigenaar van een hip hoedje!

Liggen we net lekker lui in ons “geboortevelletje” te genieten van het prachtige weer, komt er een boot van de Douane aan. Voordat we het weten ligt er een ribbootje met drie man sterk langszij en vragen of ze aan boord mogen komen controle. Nu heb ik even geen zin om meteen op te springen en me aan te kleden, blijf rustig zitten terwijl Fred ze te woord staat. Die vraagt maar meteen om hun identiteitsbewijs en de reden waarom deze controle, we zijn immers al eerder gecontroleerd. Nu blijkt dat de controle die we in Gyon hebben gehad net iets meer dan twee maanden geleden is en dan is dat formulier verlopen. De heren weten niet zo goed waar ze moeten kijken, dus doe ik toch maar even een handdoek om! In het Engels, aangevuld met enkele Spaanse, worden er enkele vragen gesteld en formulieren ingevuld. In ieder geval zijn we weer 2 maanden onder de pannen met dit formulier! Na een handdruk vertrekken de heren weer naar de volgende buitenlandse boot, er liggen er meer in de baai!

Wanneer we voor anker gaan bevestigen we altijd een gele ankerboei aan het anker, hierdoor kunnen we precies zien waar ons anker ligt. Voor de zekerheid hebben we onze bootnaam en een anker op de ankerboei gezet. Komt daar opeens een één of andere onverlaat in een motorbootje die met een pikhaak ons gele bolletje op gaat vissen en denkt dat dit een meerboei is waar hij aan vast kan leggen. Fred rent naar voren en schreeuwt dat dat ons ankerboei is, duurt even, maar uiteindelijk hebben ze het door! Hoe dom kun je zijn! Om herhaling te voorkomen, maken we een extra drijver aan de bol vast. Hiervoor gebruiken we een lege 5 liter waterfles, beplakt met een groot rood kruis erop! Dat blijkt te werken, probleem opgelost! We gaan op de koffie bij de Hollandse boot Freya, erg leuk om te zien en horen hoe andere het allemaal doen, we steken er altijd weer iets op. De rest van de dag ga ik lekker luieren en Fred verdwijnt naar zijn “werkkamer “ met uitzicht op zee, wat een straf!!

De volgende dag zeilen we op de Genua (fok) naar Baiona (Bayona), voorlopig de laatste plaats in Spanje. Omdat er weer wat meer wind voorspeld is, wachten we hier op gunstiger weer om naar Portugal te zeilen. We liggen aan een mooring, vlakbij de haven en hebben uitzicht op de prachtige baai, goed beschermd tegen de wind door het schiereiland met daarop een gigantisch fort “Parador de Baiona”. We willen de dinghy in de Real Nautica Bayona te leggen, echter daar sturen ze ons zeer onvriendelijk weg. Dan maar op een strandje, waar we een Fransman vinden die bereidt is om een oogje in het zeil te houden. We wandelen om het fort heen en hebben een mooi uitzicht op o.a. het eiland Cies en de zee. In de haven ligt een replica van het schip de “Pinta”, één van de schepen waarmee Columbus terug kwam van zijn reis om de Nieuwe Wereld te ontdekken in 1493. De stad heeft een aantal leuke straatjes met restaurantjes en barretjes, waar we uiteraard weer heerlijk van de tapas kunnen smullen! We zijn al een poosje op zoek naar een nieuwe camping douchezak, deze vul je met koud water en hang je buiten in de zon om op te warmen. In Spanje heb je winkels waar je echt van alles en nog wat kunt kopen, hier doen we een verwoede poging om met enkele Spaanse woorden en gebaren uit te leggen waar we op zoek naar zijn. Ze komen met diverse producten aan, maar niet een douchezak! Wordt vervolgd…………….
We leggen de boot even in de haven aan om water en diesel te tanken. Daar krijgen we van de havenmeester te horen dat we ook moeten betalen als we gebruikmaken van een mooring! Dachten we lekker gratis te liggen, maar nee dus. We mopperen nog een beetje over het feit dat we de dag daarvoor weggestuurd zijn met onze dinghy en dan nu ook nog eens moeten betalen voor faciliteiten waar we geen gebruik meer van maken. We betalen 50% omdat we aan een mooring liggen, maar dat is al duur genoeg!
De volgende dag zullen we vertrekken naar Portugal! We kijken uit naar nieuwe mensen een andere taal en cultuur.

Ria de Pontevedra

Zaterdag 16-07-2016 t/m maandag 18-07-2016
Het is weer tijd om verder te gaan, we verlaten de baai bij Cambados. We laveren tussen de mosselbanken door en laten Ria de Arousa achter ons. De zon schijnt al aardig maar helaas staat er helemaal geen wind, wat een grote tegenstelling is met onze aankomst in deze Ria. Een spiegel gladde zee waarin de zon glinstert met op de achtergrond Isla Sálvora, werkelijk een plaatje. Het is slechts 13 mijl varen naar Isla Ons, jammer dat we nu niet kunnen zeilen!
We pakken een mooring op bij Isla de Ons, welke behoort tot het “Parque Nacional de las Islas Atlanticas”. Voor ons vertrek hoorden we dat je hier een vergunning nodig hebt om bij de eilanden te mogen liggen en we hebben deze dan ook keurig aangevraagd. Niemand heeft ooit om deze vergunning gevraagd en achteraf gezien hadden we dit net zo goed niet hoeven aanvragen. Het eiland is 6 km lang, het westelijke deel is ruig, met steile kliffen en de oostelijke zijde heeft verschillende stranden met een paar huizen, voornamelijk restaurants. Maar er is wel een speciale aanlegsteiger voor alle Ferryboten die heen en weer varen om honderden toeristen naar dit eiland te brengen. Het is bovendien een komen en gaan van motorboten, jetski’s en vissersboten die zorgen voor onrust en vervuiling! Dan noemen ze dit een beschermd gebied! We zijn een illusie armer.

Het waait hier af en toe flink en door al die ferry’s liggen we aardig te schommelen. De voorspelling is dat de wind zal toenemen de komende dagen, waardoor we na 2 dagen besluiten om de Ria maar in te varen. In de ochtend gaan we nog even voor anker bij het zuidelijke eiland, gelegen op 600 m van Isla de Ons, wordt Isla de Onza genoemd en is een belangrijke broedplaats voor zeevogels. Hier vindt je geen toeristen! In de middag varen we op de motor de ria op richting het stadje Combarro, waar we achter het Isla Tambo voor anker gaan. In het begin van dezelfde avond worden we ineens omringd door dikke mistwolken komende vanaf zee. Het is op een gegeven moment zelfs zo dik dat we het land niet meer kunnen zien. De temperatuur zakt met zeker 10 graden en de luchtvochtigheid neemt toe, waardoor ik een beetje “Nederlands” gevoel krijg. De volgende dag klaart het iets op en nadat Fred wat heeft gewerkt, bezoeken we het stadje Combarro.

Het havenstadje heeft een oud centrum dat tot beschermd stadsgezicht is verklaard. De grillige straatjes dalen af naar de oever en de huizen zijn van natuursteen dat een extra charme geeft. Combarro staat bekend om de vissershuizen met “hórreos”, dit zijn granieten graanschuren op een stenen verhoging, heel apart! Er staan heel wat kruisbeelden en hórreos langs de kust, die tot de meest pittoreske behoren van Galicië. Maar helaas wel heel erg toeristisch! Het wemelt van de souvenirstalletjes met opdringerige medewerkers en obers van de vele restaurantjes proberen je over te halen bij hen te komen eten. We houden hier niet zo van, bepalen liever zelf wat en waar we gaan eten. Uiteindelijk vinden we een restaurantje met uitzicht op zee en heel in de verte kunnen we de Pegasus zien. Fred is niet zo dol op inktvis, dus wanneer we uit eten gaan neem ik vaak één van de vele varianten die ze hier in Spanje kennen. Ditmaal kies ik voor de Chiperones, kleine gefrituurde inktvisjes, maar dit had ik beter niet kunnen doen………………..want de hele nacht heb ik last van mijn maag gehad. Dit restaurant was, omdat het een toeristische plek is, ook nog eens één van de duurste tot nu toe! Beetje een domper! Na deze gebroken nacht voel ik me nog steeds wiebelig en daar is ook nog eens die dikke mist weer! Voldoende reden om te vertrekken, want we willen zon!

Voor wie zich afvraagt of wij wel iets meekrijgen van wat er zich in de rest van de wereld afspeelt………………… Natuurlijk! We hebben internet, halen regelmatig onze (werk)mail binnen en kijken dan ook even bij het nieuws. Misschien niet elke dag, maar wel met regelmaat. Dan komt de bomaanslag in Nice toch ook bij ons wel even binnen, zoveel onschuldige gewonden en doden. Reden te meer om van elke dag te genieten!

Eet en drink gewoontes in Spanje

Omdat we Spanje bijna uit zijn, willen we iets vertellen over het eten en drinken in Spanje.

Het ontbijt “desayuno”, bestaat uit “cafe con leche”, koffie met zeer veel melk en brood, toast of “churros”, gefrituurde stokjes met suiker op.
Omdat het niet genoeg is tot aan het middagmaal neemt praktisch iedereen tussen 10.00 en 11.30 uur een snack “almuerzo” wat meestal bestaat uit een koffie met een zoet broodje of “pan con tomate” (brood met tomaat). Er is ook nog de mogelijkheid om een “bocadillo” te nemen (broodje met beleg).

De lunch “comida” wordt tussen 14.00 en 16.00 uur gegeten. Het is de belangrijkste maaltijd van de dag en daarom ook uitgebreider dan het avondeten. Een typische lunch heeft meerdere gangen. De eerste gang is iets lichts, zoals salade of soep, terwijl de tweede gang een vis- of vleesgerecht is. Spanjaarden eten groente en vlees/vis gescheiden van elkaar. Als je geluk hebt, ligt er iets van aardappelen bij, maar vaak zelfs dat niet! Wil je groente erbij eten, dan moet je deze apart bestellen! Op de menukaart is groente te vinden bij de voorgerechten. Het toetje is fruit, een typisch Spaanse flan, een gebakje of cake. Op veel plaatsen wordt ‘s middags een “menu del día”, d.w.z. een dagmenu aangeboden: een consumptie, voor-, hoofd- en nagerecht en/of koffie voor €10,- tot €15,- . Het is heel normaal om wijn bij het eten te drinken, de meeste restaurants bieden wijn (hele fles) zelfs als vast onderdeel van de menuprijs aan. Als Spanjaarden geen dagmenu bestellen, dan bestellen zij vaak een of meer voorgerechten om met meerdere mensen te delen. De voorgerechten worden dan in het midden van de tafel neergezet

De “merienda” is een lichte maaltijd of snack die genuttigd wordt in de late namiddag, zoiets van tussen 17.00 en 19.00 uur. Daarom lopen de tapasbars vol tot ongeveer 20.00 uur, je gaat van bar naar bar en probeert kleine snacks uit met een klein groepje vrienden. De meeste bars hebben veel verschillende soorten koude en warme snacks, zoals:  “pinchos”, “tapas” en “raciones”.
“Pinchos” is een stukje stokbrood met beleg.
“Tapas” zijn kleine porties.
“Raciones” zijn grotere porties.

De avondmaaltijd “cena” is normaal gesproken minder uitgebreid dan het middagmaal. Het bestaat uit licht eten, zoals een salade, een sandwich of tapas. De Spanjaarden eten avondeten op een laat tijdstip, vooral in weekenden en tijdens de zomer, zo tussen 21.00 – 23.00 uur.

Sobremesa
Het woord sobremesa betekent letterlijk “over de tafel” en duidt op het nog even na kletsen na het eten van een maaltijd. In plaats van de laatste hap te nemen en naar huis te gaan, blijven Spanjaarden vaak nog even genieten van elkaars gezelschap.
Koffie
Koffie wordt traditioneel geserveerd na het toetje en je kunt kiezen uit een café con leche (koffie met melk), een café solo (koffie zonder melk) of een café cortado (koffie met een scheutje melk).
Fooi
Je mag zelf bepalen of je een fooi wilt geven en hoeveel, maar de meeste restauranthouders rekenen op een fooi van 5-10% na een maaltijd.

Ria de Arousa

Dinsdag 05-07-2016 t/m zaterdag 16-07-2016
Vandaag vertrekken we naar de grootste Ria van Galicië aan de Westkust van Spanje, Ria de Arousa. Deze streek staat bekend om zijn mosselbanken, dit zijn grote houten vlotten met balken waar lange strengen touwen aan hangen. De mosselen hechten zich aan deze touwen. Deze Ria is één grote kweekvijver voor voornamelijk mosselen en is verdeeld in verschillende sectoren, elk dorp heeft een aantal banken. Verder staat de Ria bekend om de wijngaarden met de lekkerste witte wijn van Spanje, unieke uitzichtpunten, mooie dennenbossen en paradijselijke witte stranden met schitterende zonsondergangen. Het is zeker één van de mooiste Ria’s tot nu toe.

Er staat een stevig windje, zeker 21 Knp (windkracht 5) wanneer we de beide ankers ophalen. We zetten een de 2e rif in het grootzeil en even later zetten we ook de fok erbij wanneer we de Ria de Muros uitvaren. Eenmaal weer op zee wordt de wind minder en haalt Fred het rif er maar weer uit en zeilen we verder met vol zeil. Het is lekker zeil weer, mooie golven, echt fantastisch zeilweer! Op verzoek van mijn jongste zoon maak ik ook maar even een filmpje. We zeilen langs de Cabo Corrubedo richting Isla Sálvora, waar we om heen moeten om de Ria de Arousa in te varen. Dan steekt ineens de wind weer op tot 25 Knp en kan Fred de 2e rif weer in het grootzeil zetten. Ach, het houdt ons leuk bezig! Naarmate we de Ria verder in varen wordt het steeds warmer en neemt de wind zelfs nog even meer toe.

De 1e plek die we aan doen ligt in het noorden van de Ria, op aanraden van Peter die we leerden kennen in Cedeira, is het stadje Boiro. Zodra we de baai naderen zien we dat ook de “Bojangles” daar voor anker ligt. We ankeren voor het grote strand op gepaste afstand. We maken weer gebruik van de twee ankers, weten we in ieder geval dat we goed vastliggen. Dit maal bevestigen we ook de gele ankerboei aan het anker, kunnen we zien waar het anker ligt. De “Freya” komt later ook in de baai voor anker liggen, het lijkt wel een Nederlandse kolonie. De eerste keer dat we naar het stadje gaan met de dinghy, leggen we deze in het haventje vast. Achteraf gezien niet de beste plek, want het is nog een flink eind lopen naar het centrum van het stadje. De keren daarna varen we rechtstreeks naar het grote strand en leggen we de dinghy daar vast. Het is even sjouwen met de dinghy over het zand, maar de afstand is zeker een stuk korter. Vanwege de vele feesten in Spanje is ook hier een kermis en een aantal kraampjes, voornamelijk met Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse verkopers. Hier zijn vele diverse cafés en eettentjes, volop keuze. We leren al te eten zoals de Spanjaarden, drankje en tapas, drankje en tapas etc. Ik ben gek op gamba’s en de tortilla is ook erg lekker. De middagen brengen we een beetje lezend en zwemmend door, Fred kijkt zijn mails na en doet de urgente zaken, kortom we amuseren ons wel.
Nadat we ‘s avonds gezellig uit eten zijn geweest, varen we met de dinghy in het donker terug naar de boot. We zien een aantal mensen naar de rand van het water lopen met zaklampen en vragen ons af wat ze gaan doen. Daar krijgen we even later antwoord op, want ineens springen de vissen voor onze dinghy omhoog uit het water, bijna in de dinghy. Dat is nog eens simpel vissen, wel jammer dat we geen schepnet bij ons hebben.

Overdag zien we tientallen vissersbootjes langs het strand liggen en met hele lange flexibele stokken porren ze in de bodem. Aan het uiteinde zit een soort van hark met mandje waarmee ze schelpen van de bodem af schrapen. Even later zien we de bootjes één voor één een eind verder wat ze gevangen hadden weer over boord zetten. Het schijnt een gezamenlijk actie te zijn om de schelpen uit te zetten in een nieuw gebied.

Voor de 2e plek in deze Ria, laveren we met het grootste gemak tussen de mosselbanken door, iets wat we voorheen echt niet zouden doen. Ditmaal gaan we voor anker bij het plaatsje Rianxo, een kleine maar zeer mooie groene baai met klein strandje. Hier liggen we niet alleen, overdag komen er meerdere boten voor anker liggen, waarvan de meeste aan het einde van de middag weer vertrekken.

Het is ’s nachts ook nog warm en slapen we alleen onder een laken, mede omdat onze Kit ons dekbed geconfisqueerd heeft! ( zie foto)
De eerste avond is het rustig, we eten pijlstaartinktvisjes gebakken in witte wijn en citroensap als voorafje en een “filete de Tenera” met tortilla, totdat de muziek op de wal los breekt, alweer een één of ander Spaans feest. Tot diep in de vroege uurtjes horen we Spaanse, Engelse en Franse muziek. Het plaatsje zelf stelt niet erg veel voor.

Tijd voor de 3e plek, het plaatsje Vilagarcia de Arousa. Op het moment dat we naar de derde plek vertrekken, liggen er bijna honderd kleine bootjes boven op onze lip in de baai. Gemiddeld zitten er twee man in een dergelijk klein bootje die driftig met de lange stokken aan het porren zijn, dit maal is de oogst voor hen zelf. Voorzichtig varen we langs de kleine bootjes en tussen de mosselbanken door en langs de vele rotsjes die ook hier liggen. Je moet er toch niet aan denken dat je hier ’s nachts en zonder goede apparatuur door heen zou moeten varen. We zoeken maar weer eens een haven op, het is namelijk alweer 11 dagen geleden dat we een douche gezien hebben en het is ook de hoogste tijd om een aantal wasjes te draaien. Misschien vraagt men zich af hoe het gesteld is met onze persoonlijke hygiëne aan boord, nu we niet zo vaak in een haven komen. We hebben een douche binnen en buiten, waar alleen voor een korte tijd warm water uitkomt wanneer we een hele dag op de motor hebben gevaren. Nu is het niet zo dat we dan, in dit geval, 11 dagen ons niet wassen! Fred zet af en toe een keteltje met water op en dan hebben we warm water om ons helemaal weer op te frissen. Tja……………..het is wat behelpen, net als vroeger wanneer je kampeerde! Verder zwemmen we wanneer het even kan om ons ook op te frissen. Kortom het is nog niet zo erg met ons gesteld dat we er als een stel zwervers uit gaan zien. Jammer genoeg heeft deze haven geen wasmachine, hiervoor moet je de stad in. Het is wel even lopen, maar de moeite waard. Deze zelfbedieningswasserette ”Oso Blanco”, is geopend van 09:00-22:30 uur en de wasmachines/drogers zijn supersnel. De adressen zijn te vinden op: http://www.lavanderiasosoblanco.es. Het is een middelgrote haven met een aardig havenmeester die ons zelfs in het Nederlands toespreekt, blijkt dat hij een aantal jaren in Amsterdam gewoond heeft en het erg leuk vindt om weer eens Nederlands te praten. Helaas krijgen we hier geen korting.

Het stadje Vilagarcia De Arousa is een handels- en vissershaven annex badplaats met boulevard, met een moderne binnenstad en winkels. Er bevinden zich kerkjes en pleintjes met mooie oude platanen en bankjes in de schaduw, en een aantal straatjes waar vele kleine restaurants en barretjes gevestigd zijn. Op een avond kwamen we terecht bij een hele goede Taperia – Vinoteca genaamd: Xoxe’s, gevestigd in de “Rua Da Baldosa 10, https://www.facebook.com/pages/Taperia-Vinoteca-Xoxes/350873025023801
Hier worden we door een allervriendelijkste ober geholpen. Deze man had veel weg van de acteur “Ton van Duinhoven”, wellicht kennen de ouderen onder ons deze geweldige acteur nog wel! Zeer sprekende kop, bijzondere wenkbrauwen en grote open ogen. We krijgen zelfs onze wijn in het juiste type glas en mag de wijn ook nog even voorproeven! Bij elk drankje wordt er een nieuwe kleine tapas op tafel gezet en het blijft niet bij één glaasje………… Op een gegeven moment bestellen we tot maar eens wat te eten, anders vrees ik dat we niet meer thuis komen en zitten we even later te smullen van het lekkers. Deze Taperia is echt een aanrader!

Na boodschappen gedaan te hebben voor een aantal dagen, zijn we klaar voor ons vertrek naar de 4e plek. Er staat een pittig windje en we kunnen lekker zeilen op alleen het grootzeil. Het was de bedoeling om te ankeren voor San Xulian de Arousa, maar deze kleine baai was bezaaid met rotsen en er lagen al diverse boten. Bovendien stond er een harde wind, waardoor we besluiten om verder te gaan naar het plaatsje Cambados. De wind zou die avond nog toenemen tot 25 Knp. We gooien weer onze twee ankers uit, waardoor we weer goed vast liggen. Dezelfde nacht ligt de boot aardig te schommelen, maar daar storen we ons niet aan, alleen ik heb last van het geluid van klapperende lijnen en doe uiteindelijk maar een stel oordopjes in. De volgende dag is een programmeerdag voor Fred en ik houd de website bij, door een aantal Engelse vertalingen van onze blogs er op te zetten. Met dank aan mijn lieve vriendin Mila voor deze vertalingen.
Omdat we de stroomvoorziening goed op orde hebben, de accu’s laden goed bij met de nieuwe zonnepanelen en de windgenerator, kunnen we met gemak af en toe een toe een filmpje kijken, beide computers aan hebben en brood bakken met de broodbakmachine. Voorheen lieten we de broodbakmachine alleen het deeg kneden en rijzen, daarna bakten we het brood af in de oven die op gas is. Maar nu kunnen we het brood zelfs in de machine laten afbakken en hebben we na 3 uur een heerlijk vers broodje op tafel staan. En zeg nu zelf, wat is nu lekkerder dan een warm stukje brood met boter!
Zo heb ik ook, terwijl we gewoon voor anker liggen, de naaimachine tevoorschijn gehaald om het zonnescherm voor bovenluik te voorzien van nieuw klittenband en tevens een hor (tegen de vliegen en muggen) voor het zelfde luik gemaakt. De accu’s zijn bijna altijd 100% en dat maakt dat we daarvoor niet naar een haven hoeven om aan de walstroom te gaan. Zo brengen we onze tijd dus een beetje door.
Cambados is een aardig stadje, met huizen met rode dakpannen en kleine straatjes, oude gebouwen en kerkjes (even binnen kijken), pleintjes met reuze palmbomen, een parkje met mooie bomen met uitzicht op onze boot en een stel doedelzakspelers op straat. We wandelen een markthal binnen, waar alle verse vis uitgestald ligt en ik maak hier enkele foto’s van want er zitten toch bijzondere exemplaren bij die ik niet tegen wil komen als ik aan het zwemmen ben!!

Ik heb een kleine afwijking (volgens intimi wel meerdere, smile), maak namelijk graag foto’s van bijzondere deuren (vooral vervallen), laantjes met oude bomen, uitgestalde vissen of andere gekleurde waren. Aan het einde van de zeer zonnige middag maken we enkele hapjes klaar, een glaasje wijn erbij en even later steken we ook de BBQ aan. In de kuip zitten Fred en ik met volle teugen te genieten van ons nieuwe leven. Dit is wat je noemt het echte: “Zwitser leven” gevoel.

Muros (Enseada de Bornalle)

Vrijdag, 01-07-2016
Het weer ziet er niet zo best uit, bewolkt en frisjes, lange broeken weer dus. Zodra we de haven uitvaren, worden de oceaan golven steeds groter. Om niet zoveel last te hebben van het slingeren, zetten we het grootzeil erbij. Er is nauwelijks wind dus het wordt wederom een dagje op de motor. We varen langs de bekendste en gevreesde kaap van de Spaanse Atlantische Westkust, Cabo Finisterre.

Stukje geschiedenis:
De naam Finisterre is afgeleid van het Latijnse Finis Terrae, het einde van de wereld, oftewel daar waar de wereld ophoudt. Volgens de overlevering kreeg de kaap deze naam toebedeeld door de Romeinen die dachten dat de westelijke wereld tot aan het einde van dit schiereiland reikte en niet verder. De Kaap vormt de zuidelijke begrenzing van de Costa da Morte (Kust des Doods), zo genoemd omdat het een van de gevaarlijkste, verraderlijkste kusten ter wereld is, waar vele schepen zijn vergaan. Deze Kaap vormt het uiteinde van een klein schiereiland met een lengte van circa 3 kilometer. Op de kaap staat een vuurtoren en een gebouw dat tegenwoordig als hotel-restaurant wordt gebruikt. De vuurtoren dateert uit 1853, is 13 meter hoog en zijn lichtkoepel steekt 183 meter boven het niveau van de zee uit. Het licht van de vuurtoren heeft een reikwijdte van meer dan 30 zeemijlen.

Er is heel erg weinig wind en door de bewolking zien we slecht een klein stukje van de onderkant van de rots, niet echt indrukwekkend vinden we. Maar wanneer we een paar mijl verder zijn trekt ineens de bewolking op, het wordt meteen zonniger, en wanneer we achterom kijken zien we de Kaap in zijn volle glorie liggen. We moeten terug komen op ons eerder oordeel over deze kaap, toch wel indrukwekkend! Nu de zon er weer is, zien we ook weer een paar dolfijnen.
Omdat het zicht nu goed is en er weinig wind staat, varen we vlak langs de Bajo de los Meixidos en Los Bruyos, een groep rotsen die alleen bij laag water goed te zien zijn. Zodra we de Ria de Muros naderen, steekt ook de wind ineens op. We varen, zonder motor, op het grootzeil verder de Ria in. De wind neemt zelfs zoveel toe dat we met een lekker vaartje naar de haveningang geblazen worden. Ook hier liggen weer een aantal mosselbanken, die we aan stuurboordkant laten liggen. We proberen vlakbij het stadje in de baai voor anker te gaan, maar er staat een te harde wind en het anker pakt niet. We geven het na 2 pogingen op en varen tussen de kust en de mosselbanken door naar een kleiner rustige baai, Enseada de Bornalle. Dit is een groene baai met twee kleine strandjes en daar gaan we voor anker. Ondanks de wind, liggen we bij de eerste poging al goed vast. We zijn de enige boot in deze baai, lekker rustig dus. Uiteraard houden we weer even goed bij of het anker verschuift en stellen de ankerwacht in die ons zal waarschuwen wanneer we het anker verandert van positie.
Nu dachten we een hele rustige plek gevonden te hebben totdat we ineens aan het begin van de avond muziek horen vanaf de kant. We horen een mengelmoes van soorten muziek tot diep in de vroege uurtjes (05:00 uur) doorgaat. Spanje staat bekend voor zijn overvloed aan “fiestas”, elk dorp, stad, of regio heeft zijn eigen feesten en blijkbaar vallen we met onze neus in de boter. Rond middernacht horen we luide knallen vanaf de kant en zien dat er vuurwerk wordt afgeschoten. Ook de volgende dagen is er muziek en horen we luide knallen.

De volgende dag varen we met de dinghy naar het stadje toe, het is zo’n 3,5 km varen. Het lijkt een vriendelijk stadje, maar wel een beetje toeristisch, wat ook meteen te merken is aan de prijzen bij de restaurants. We hebben een zogenaamde Safire BBQ gekocht voor ons vertrek en willen deze vandaag uitproberen. Deze BBQ is voorzien van een afgesloten ronde deksel en blijft aan de onderkant koel waardoor je deze veilig in de kuip kunt gebruiken. We doen boodschappen voor de komende dagen en kopen vlees voor op de BBQ. Op de vleesafdeling zien we een stel gigantische poten liggen en vragen met gebaren aan de dame wat dit is. Waarop zij ons antwoord geeft met een soort kalkoengeluid, waarop we alle drie in de lach schieten. Gewapend met voldoende voorraad wandelen we door het stadje waar we op een klein pleintje een lunch nuttigen. Omdat het hoog water aan het worden is, willen we op tijd terug zijn bij de dinghy, dus besluiten we om later nog eens terug te gaan om het stadje beter te bekijken.
We zien de “Bojangles” voor anker liggen in de baai bij Muros en varen we nog even langs. Zij vertrekken de volgende dag naar de volgende Ria.

Doordat de wind aardig toegenomen is zijn we toch een eind verschoven met ons anker en besluiten we een nieuwe poging te doen. We hebben nu een ploegschaar anker en denken er aan om een Rocna anker aan te schaffen met 100 meter ketting. Maar voor nu hebben we een andere oplossing bedacht. Nadat we ons anker in het water laten zakken met ongeveer 10 meter ketting maken we ons tweede (identieke) anker met een touw vast aan de ketting en laten we de volgende 40 meter ketting zakken. We hopen dat we dan meer grip zullen krijgen. Dit blijkt de goede oplossing te zijn, we verschuiven nauwelijks meer. Voorlopig gaan we het op deze manier doen.

De wind neemt steeds meer toe en bereikt op enig moment zelfs 36,5 Knp (voor de leken, windkracht 9) en kunnen we spreken van een stormachtige winden. Het zijn weliswaar windvlagen, dus het vlakt ook af. We zijn de enige boot in deze baai en vinden het veiliger om op de boot te blijven, gaan dus niet terug naar het stadje of naar de muziek toe bij het strandje. Af en toe komt er even een boot voor anker liggen, maar zodra de avond nadert druipen ze, vanwege de wind, af richting de haven.

Op onze laatste dag in de baai waait het overdag gelukkig iets minder. In de ochtend zien we kleine vissersbootjes om ons heen hen netten uitgooien en een duiker, maar waar hij naar op zoek is blijft vooralsnog een raadsel. In de middag roeien we (Fred) met de dinghy naar een klein idyllische strandje dat we helaas moeten delen met een ander jong stel. Lekker genieten van de zon en af en toe een duik in het ijskoude water om weer af te koelen, wat wil een mens nog meer?

Terug roeiend naar de boot, wat niet mee valt met de inmiddels aangewakkerde wind, breekt er een stuk af bij de dol van de roeispaan, waardoor we bijna de boot missen…. Even samen hard peddelen en we zijn er. De wind is iets minder, maar toch nog wel pittig, gelukkig liggen we nu goed vast. We bereiden ons voor op ons vertrek morgen naar de volgende baai.

Camarinas

Maandag 27-6-2016 t/m 30-06-2016
Vandaag gaan we weer een stukje verder naar Ria de Camarinas. We vertrekken bijtijds, ondanks dat het maar 20 mijl varen is. De wind is gelukkig aanzienlijk afgenomen waardoor we niet al teveel moeite hebben om weg te komen van de hoge kade. In het begin is er weinig wind, dus op de motor, maar zodra we de Ria uit zijn neemt deze iets toe en zetten we het grootzeil bij. Niet veel later kan de motor uit en zeilen alleen op het grootzeil verder, we hebben tenslotte alle tijd. Het weer is goed, nog een beetje fris maar dat mag de pret niet drukken, want we zeilen weer en met een lekker muziekje op de achtergrond, zijn we weer helemaal in ons element! De kust is hier grillig en dat is goed te zien bij Cabo Vilano, een gigantische brok steen met een vuurtoren erop, heel imposant om te zien.

Na deze gerond te hebben varen we langs enkele ondieptes, Las Quebrantas, hier neemt de wind ineens toe met uitlopers tot 28 knp. (windkracht 7). Dit noem ik pas zeilen, ben helemaal blij! We zeilen, nog steeds alleen op het grootzeil met een lekker vaartje de Ria Camariñas binnen. Het landschap bestaat uit groene golvende heuvels en een aantal strandjes, waarvoor je mooi kunt ankeren, wanneer er niet zoveel wind staat als nu tenminste. Wij zoeken de haven op. Zodra we het havenhoofd naderen, laten we het zeil zakken en varen op de motor de haven binnen. Er staat nog steeds een pittig windje en we zien dat de vingersteigers heel kort en laag zijn en hangen snel de stootwillen een stuk lager. Gelukkig worden we door de havenmeester en een Engelsman geholpen met aanleggen. We liggen nog niet eens goed vast of de havenmeester propt me al een formulier in de hand en zegt in het Spaans tegen me dat dit binnen 10 minuten ingevuld moet zijn! Nu ja, hij wacht maar even hoor, rustig aan!!

De haven en havengeld
De havenmeester is een beetje een norse man, die voortdurend in het Spaans van alles en nog wat ratelt. We hebben wel korting gekregen, niet veel maar het was op zich ook niet zo’n dure haven, alle beetjes helpen. Er is een Yachtclub met restaurant, waar je op vertoon van een pasje gratis tapas krijgt, nadat je een drankje hebt besteld! De faciliteiten zijn niet heel erg bijzonder, voor zowel de mannen als vrouwen, slecht 2 douches, 1 toilet en een wastafel. Er is één wasmachine en een droger, in een heel klein hokje geplaatst en de havenmeester heeft hier alleen de sleutel van. Elke keer wanneer hij afwezig is, gaat de deur ook op slot, dus wanneer je pech hebt, kun je je was niet eens in de droger stoppen en moet je wachten totdat hij terug is van zijn siësta. Bovendien duurt, ook hier, het droog programma uren. De haven zelf ziet er wat armoedig uit en de steigers kunnen ook wel een onderhoudsbeurt gebruiken.

De stad
Vanaf de haven wandel je via een lange loopbrug, die over een oud gedeelte van de haven loopt, naar de lange boulevard waar een aantal restaurantjes gevestigd zijn. Er zijn een paar supermarktjes, maar een bakker hebben we hier niet gevonden. We hebben een rondje gewandeld door het stadje en zijn tot de conclusie gekomen dat het niet veel bijzonders is. Slechts een paar mooie smalle straatjes, huizen met kleurige bloemen en dat is het dan wel. De toeristen die je er tegen komt, zijn bijna allemaal zeilers uit de haven.

Het weer
De ochtenden zijn veelal nevelig en hangt er veel bewolking, maar dit trekt meestal na een paar uur weg om vervolgens in een warme zonnige dag te veranderen. We zijn al aardig van kleur veranderd sinds ons vertrek uit Nederland. Alleen de laatste dag in Camariñas is het regenachtig en bewolkt.

Eten en drinken
De Tortilla de Patata is een van de boegbeelden van de rijke Spaanse keuken. De schoonheid van dit recept schuilt in de geniale combinatie van eenvoudige ingrediënten, namelijk: ei, aardappel en olijfolie. Met een heerlijke “Salada mixta”, die veel gegeten wordt in Spanje, wat brood en een goed glas rode wijn, hebben we weer een heerlijke lunch.

Bootklusjes
We hebben weer enkele stootwillen voorzien van een nieuwe lijn, de windmolen voorzien van een schakelaar zodat we deze uit kunnen zetten wanneer we in een haven liggen. Viltjes onder de stangen van de zonnepanelen gedaan, tegen het klapperen.

Overige dingetjes
Fred heeft gewerkt en ik heb wasjes gedraaid en de boot een beetje schoon gemaakt.
We hebben tijdelijk een net gespannen aan de voorkant om het Kit moeilijker te maken op de steiger te springen. Wanneer het erg warm is, ligt Kit het allerliefste lekker lui binnen op de salonbank, maar zodra het wat koeler wordt, loopt Kit zijn dagelijkse ronde over het dek. Hij verschanst zich dan achter de dinghy, die op het voordek ligt, om naar de vissen in het water te staren. Ook in deze haven zwemmen er veel en grote vissen rondom de boot die aan de onderkant knabbelen van de boot. Dit veroorzaakt een heel vreemd geluid, wat vooral als je binnen zit goed te horen is. Kit kijkt dan ook voortdurend even op met een verbaasde blik op zijn koppie. Uiteraard hebben we ook weer een foto van Fritz en Gonny gemaakt!

Ontmoetingen
Bij aankomst treffen we Suzanne en Mark van de Freya, zij gaan de volgende dag weer verder. Naast ons lag een Engels man met de Charlotte Rose, hij is van plan om een jaar in Spanje te blijven. Verder waren er veel Franse en Engelse boten in de haven.

Islas Sisargas en Corme

Woensdag 22-06-2016 t/m zondag 26-06-2016
We willen zoveel mogelijk zien van de Noordwest kust van Spanje, vandaar dat we elke keer maar een klein stukje verder gaan.Tussen Cabo San Adrian (na de plaats Malpica) en Muros, liggen drie Ria’s, Corcubión, Camariñas en Corme Y Laxe. Een zeer ruwe kust, de zogenaamde “Costa Da Morte”, kust van de dood. Hij kreeg zijn naam vanwege de talloze schipbreuken die hier op de Atlantische Kust plaatsvonden en zijn razende stormen. Volgens een oude legende deden de kustbewoners bewust alle verlichting uit, zodat passerende schepen schipbreuk leidden op de dodelijke rotsen. Vervolgens deden zij zich dan tegoed aan alles wat op de kust aanspoelde. Op mooie dagen ziet het landschap er werkelijk prachtig uit, maar met plotseling opdoemende mist, die hier vaak voorkomt, kan het snel gevaarlijk worden. De vele scheepswrakken zijn hier de stille getuigen van. Het landschap heeft een ruige schoonheid en is nog onaangetast, langs de kust zijn smalle steile weggetjes met adembenemende steile kliffen, verlaten stranden en rustige Ria’s met talrijke rustige vissersdorpen.

We verlaten La Coruňa en om verder te varen via Cabo San Adrian naar het eilandje Islas Sisargas, het is ongeveer 25 mijl. Dit eiland is een natuur reservaat en wordt alleen bewoond door vogels en heeft een kleine baai waar je goed voor anker kunt liggen bij een Noordenwind. We varen de haven uit langs het schiereiland waar de “Torre De Hercules” opgebouwd is en maken een paar mooie foto’s. Het is mooi weer, maar erg weinig wind dus het wordt wederom een dagje op de motor met het grootzeil erbij. Wanneer we in de buurt komen van Islas Sisargas doemt er ineens een zee mist op, die ons niet veel later geheel opslokt. Gelukkig beschikken we over goede apparatuur om de ondieptes te zien en kunnen we met een gerust hart doorvaren. Natuurlijk blijft het wel opletten met al die rotsen hier in deze buurt. We hebben uitgerekend dat we bij laag water aan komen, waardoor we een beter beeld krijgen van de situatie bij het eiland. Zo snel als de mist kwam, neemt hij ook weer een beetje af. Zodra we de baai in varen bij het eiland zien we dat we niet de enige boot zijn, er ligt al een Franse boot voor anker.

Zo, onze eerste 1000 zeemijlen van deze reis zitten erop.
In deze baai bevind zich een strandje en een helling waar je de kant op kunt, bovenop het eiland ligt een vuurtorenhuis. We zijn nog lang niet van de mist af, bij vlagen zien we niet eens de kant meer en dat geeft een heel vreemd spookachtig gevoel. Omdat we zeker willen weten dat we goed vast liggen aan het anker, blijven we minstens één nacht aan boord voordat we met de dinghy naar de kant gaan. We stellen een anker alert van 50 meter in, zodat we gewaarschuwd worden wanneer het anker gaat krabben (verschuiven). Dit doen we met de WatchDog van OpenCPN. Ondanks de vlagen van zee mist, blijft het erg warm. Er vaart een vissersbootje langs met twee vissers erin die ons lachend een plastic zak met vis erin overhandigen. Fred vraagt nog wat het kost, maar nee het is echt gratis. Eén van de vissers gooit er nog even een los visje achteraan die in de kuip beland. We bedanken ze hartelijk en weg zijn ze weer. Wij eten dus vis vanavond! Het blijken een stuk of 6 makrelen te zijn, meer dan genoeg. Dat wordt vis fileren, is die cursus in Katwijk toch wel handig geweest! Ik doe mijn uiterste best, maar de vissen zijn glibberig en zoveel fileer ervaring heb ik nu ook weer niet, maar goed niet veel later liggen ze lekker te sudderen in de pan. Met een restantje brood hebben we er een zeer goede maaltijd aan. Met dank aan de vissers!

In het begin is er een lichte deining, maar deze neemt gedurende de nacht zo erg toe, dat we het idee krijgen in een wasmachine beland te zijn. Hier blijven we niet nog een nacht! De volgende dag vertrekken we uit een baai waar al weer een laag zee mist omheen hangt. Wat zijn we toch blij met onze goede apparatuur! Zodra we het eiland voorbij zijn, krijgen we voldoende wind om te kunnen zeilen. We gaan lekker zeilen, al is het niet zo snel, maar zo’n 5 knp. We hebben de tijd, het is maar 16 mijl tot Corme. We gaan slechts één keer overstag om de baai van Corme te bereiken. Ook de zon laat zich weer zien en niet veel later zitten we in een korte broek in de kuip volop te genieten. Onderweg komen we een groep zeilboten van OceanPeople tegen die in drie maanden van Nederland naar de Azoren en terug willen gaan. Ze hebben dan ook veel haast, gezien het feit dat ze allemaal op de motor, sommige met zeil erbij, voorbij scheuren. Deze groep zeilt vanaf 5 juni tot en met 27 augustus heen en terug naar de Azoren en wanneer je wilt aansluiten bij deze groep kost je dat een slordige € 4500,00! Dit is niet wat je noemt relaxed zeilen!

We naderen Laxe Y Corme, we gaan naar Corme omdat deze baai beschut is bij Noorden wind. Wanneer we de pier naderen is het heel goed opletten, want ook hier liggen weer de zogenaamde mosselbanken. Van de Nederlander Peter (uit Cedeira) hebben we begrepen dat deze niet meer in gebruik zijn en dat is ook duidelijk te zien, sommige liggen helemaal scheef gezakt in het water. In de baai ligt één Engelse boot, zodat we voldoende ruimte hebben om een mooi plekje uit te zoeken.

Corme is een vissersdorp gebouwd op een uitloper van een berg, met steile straatjes en 3 mooie strandjes. Het is beetje een doods dorpje, weinig tot geen toeristen en slechts enkele winkeltjes. Er is een hele kleine supermarkt waar niet veel vers te koop is, mini slagerij met uitstekende kwaliteit vlees en een bakkertje, die ons na 2 keer al herkende, kun je nagaan! We eten een keer bij “Miramar-bar”, een restaurant waar de plaatselijke bevolking ook komt eten, dan moet het wel goed zijn! Een ander keer bij “A Brinca”, waar een aardige Spanjaard in redelijk goed Engels uitleg geeft over het eten en we lekkere tapas eten bij de muziek van “Johnny Cash”. Er wordt driftig gebouwd aan een aantal appartementen complexen, speciaal bestemd voor toeristen, echter ziet het er naar uit dat dit nog wel enige tijd zal duren voordat het bewoonbaar is.

Bij de boulevard met mooie groene palmbomen, zien we een aantal muurschilderingen met de tekst “Costa da Morte”. We zien weer enkele dolfijnen in de baai zwemmen. In de haven ligt slechts één grote vissersboot en een aantal kleinere bootjes. De baai is rustig en dus perfect voor ons.
Overdag zien we dat jongeren bezig zijn, op het strandje, om alles wat maar enigszins brandbaar is op te stapelen tot één grote berg. Dit is ter ere van de “Nacht van San Juan”, om het begin van de zomer te vieren en wordt ontstoken rond 12 uur s ’nachts. In de volgende dagen komen er steeds meer boten bij, maar die blijven slechts één dagje liggen. Uiteindelijk zijn wij nog de enige boot, had dit ons niet een beetje moeten waarschuwen? Want niet lang daarna begint het hier steeds meer te waaien met grotere golven en zien/voelen we het anker langzaam verschuiven. Op het moment dat we bijna tegen een mosselbank aankomen is het de hoogste tijd om onze boot te gaan verleggen. We halen het anker op en varen een rondje en proberen opnieuw voor anker te gaan. De wind komt nog steeds uit het Noord-NoordOost, dus liggen we hier theoretisch best beschut. Na een aantal keren geprobeerd te hebben om te ankeren, het anker kreeg totaal geen grip meer en we dreven elke keer naar de mosselbanken toe. Vertrekken uit deze baai met deze wind is geen optie, zeker niet omdat de voorspellingen zijn dat de wind de komende dagen alleen nog maar toe zal nemen. Ook is het al aan het einde van de middag en we willen nooit in de nacht op een onbekende plek aankomen. We hakken de knoop dus door, we varen naar de kade toe, ondanks dat we daar officieel niet mogen liggen, maar nood breekt wet. De wind blaast ons naar de hoge kade toe, dus alle stootwillen hangen we aan die kant, even later liggen we vast tegen de kade.

Doordat er meer dan twee meter hoogte verschil is tussen hoog en laag water, moeten we elke 2 uur de lijnen naar de kant toe verstellen, dat breekt onze nachtrust aardig. Maar wat zijn we blij dat we nu gebruik kunnen maken van de tuinslag rondom het touw, dat scheelt enorm veel gepiep! De wind neemt toe tot 26 knopen (6) en de golven beuken tegen de boot. Duidelijk niet de meest ideale plek, maar voor nu de beste, maar zal over 2 dagen afnemen en dan vertrekken we naar een volgende plek. Na een redelijk gebroken nacht, haalt Fred vers brood bij de bakker, welke we even later lekker oppeuzelen met een vers gekookt eitje, dat maakt weer heel wat goed. Het weer ziet er zonniger uit, maar de wind is nog redelijk veel. Na de middag wandelen het dorpje nog even in om te lunchen, de rest van de tijd zitten we maar even uit, morgen gaan we weer verder!